Verbeterd en toegankelijk hoger onderwijs - Main contents
Foto PvdA Facebook
De PvdA fractie in de Eerste Kamer heeft unaniem voor het voorgestelde studievoorschot gestemd. Zij ziet overtuigende voordelen in het wetsvoorstel van minister Bussemaker. De aanvullende beurs is er voor de studenten die het echt nodig hebben én er is extra geld om ons hoger onderwijs te verbeteren. Ook krijgen studenten ruim de tijd om hun schuld naar draagkracht af te lossen. Zo verbeter je het hoger onderwijs en blijft het voor iedereen toegankelijk. Dat neemt niet weg dat we nog een aantal vragen hebben gesteld over onder andere de toegankelijkheid van hoger onderwijs en de situatie van studenten in bijzondere situaties.
Hoger onderwijs moet voor iedereen toegankelijk blijven
Voor de PvdA is het cruciaal dat bij een verhoging van de eigen bijdrage van studenten aan de studie, iedereen die wil en kan studeren, ook de financiële ruimte voelt om te gaan studeren. Ook hoger onderwijs moet voor iedereen toegankelijk blijven.
De Eerste Kamerfractie van de PvdA is er dan ook blij mee dat de verhoging van de eigen bijdrage voor studenten in het hoger onderwijs gepaard gaat met een forse verlichting van de terugbetaallasten. Een afgestudeerde student mag straks 35 jaar doen over het terugbetalen. Daarnaast moet je straks minimaal 100% van het minimumloon verdienen voor je hoeft terug te betalen, terwijl dat nu 84% is. Zo ontzie je afgestudeerden met een laag inkomen, voor de PvdA ontzettend belangrijk.
De verhoging van de aanvullende beurs met 100 euro voor de studenten van ouders met een lager inkomen, zodat zij niet om financiële gronden af hoeven te zien van een studie in het hoger onderwijs, vind ik om die reden ook een goede zaak. Ook zijn de onder het vorige kabinet geplande versoberingen op de aanvullende beurs teruggedraaid. Daarmee doet het studievoorschot wat het moet doen: zorgen dat echt iedereen toegang heeft tot beter hoger onderwijs.
Ontplooien van talent
Bij het debat heb ik de minister voorgelegd dat wat ons betreft studeren draait om het ontplooien van individueel talent, om bildung, en dat ook deels ten behoeve van de samenleving. Steeds meer mensen praten over studeren als ‘business case’. Deze manier van praten over mensen past niet bij de PvdA: daarom vroeg ik de minister hoe zij gaat voorkomen dat met dit wetsvoorstel de student uitsluitend of voornamelijk wordt aangesproken als calculerende, slechts op het eigen profijt gerichte burger. Zij heeft in reactie toegezegd studenten aan te zullen spreken op hun verantwoordelijkheid.
Ook heb ik de minister gevraagd toe te lichten hoe zij garandeert dat het geld dat we besparen met het invoeren van het studievoorschot, ook daadwerkelijk voor beter onderwijs zorgt. Daarop heeft zij overtuigend geantwoord naar de mening van de voltallige fractie van de PvdA.
Ten slotte hebben we bijzondere aandacht gevraagd voor de positie van een aantal groepen studenten, omdat het voorstel zoals het er nu ligt voor hen problemen kan opleveren. Het gaat dan om studenten die als gevolg van hun handicap of chronische ziekte studievertraging oplopen, mbo-doorstromers, studenten die een studie volgen die meer tijd in beslag neemt of langer duurt, en diegenen die op het moment een bacheloropleiding volgen maar die geconfronteerd worden met nieuwe regels, terwijl zij uit een oude situatie komen. Wij zijn blij met de toezeggingen van de minister om dit zorgvuldig te monitoren en actie te ondernemen bij ongewenste effecten voor kwetsbare groepen. Ook hebben wij begrip voor de solidariteit die de minister stimuleert tussen huidige en toekomstige studenten.
Investering in de kwaliteit van het onderwijs
Belangrijk is ook dat de studenten weten waar ze aan toe zijn: goede en correcte voorlichting is daarom van groot belang. Wat de PvdA betreft ligt er ook een rol voor de regering om eventuele uitvallers op wiens carrière het afzien van deelname aan hoger onderwijs een permanent effect heeft op te sporen en aan te moedigen alsnog aan het hoger onderwijs deel te nemen. De minister is bereid dat te doen.
Het is zoals de Jonge Socialisten, Jonge Democraten, en de JOVD onlangs schreven: “Wij zijn ervan overtuigd dat het geld dat nu aan het levensonderhoud van studenten wordt besteed, beter op zijn plek is als investering in de kwaliteit van het onderwijs. Tegelijkertijd wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd door een hogere aanvullende beurs en gunstige afbetalingsvoorwaarde.” Die argumenten onderschrijft de PvdA in de Eerste Kamer van harte.