Voorstel van wet - Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie - Main contents
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34138 - Vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie i.
Contents
Officiële titel | Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie; Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Document date | 22-01-2015 |
Publication date | 23-01-2015 |
Nummer | KST341382 |
Reference | 34138, nr. 2 |
External link | original article |
Original document in PDF |
34 138 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te wijzigen in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van de zevende titel van het Eerst Boek komt te luiden:
Zevende titel. Hoger beroep in vorderingsprocedures.
B
In het opschrift van de eerste afdeling van de zevende titel van het Eerste Boek wordt «hooger beroep» vervangen door: hoger beroep
C
Artikel 332 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In het eerste lid wordt «de dag van dagvaarding» vervangen door: de dag van het indienen van de procesinleiding.
-
2.De eerste volzin van het derde lid komt te luiden: Was in eerste aanleg een tegenvordering ingesteld, dan is voor de toepassing van het eerste lid beslissend het totale beloop of de totale waarde van de vordering en van de tegenvordering, met dien verstande dat met betrekking tot de tegenvordering de rente wordt berekend tot aan de dag van instelling van de tegenvordering.
D
De artikelen 334 en 335 komen te luiden:
Artikel 334
De partij die in een vonnis heeft berust, is niet ontvankelijk in hoger beroep. De rechter oordeelt niet ambtshalve of sprake is van berusting.
Artikel 335
Geen hoger beroep staat open van veroordelingen bij verstek. Stelt de oorspronkelijke eiser hoger beroep in, dan kan de verweerder zich in hoger beroep verweren, ook door middel van incidenteel hoger beroep. De verweerder kan in dat geval geen verzet meer doen tegen de veroordeling in eerste aanleg.
E
In artikel 337, tweede lid, wordt «de rechter» vervangen door: de rechter in eerste aanleg.
F
Het opschrift van de tweede afdeling van de zevende titel van het Eerste Boek komt te luiden:
Tweede afdeling. De termijn voor het instellen van hoger beroep in vorderingsprocedures
G
Artikel 339 komt te luiden:
Artikel 339
-
-
-
1.De termijn voor het instellen van hoger beroep is drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak van het vonnis dan wel de dag van de mondelinge uitspraak als bedoeld in artikel 30p. In afwijking van artikel 30o, eerste lid, onder a, kan deze termijn niet worden verlengd.
-
-
-
-
2.In afwijking van het eerste lid is de termijn voor het instellen van hoger beroep van een vonnis in kort geding vier weken.
-
-
-
-
3.De verweerder in hoger beroep kan incidenteel hoger beroep instellen, zelfs na verloop van de termijnen, bedoeld in het eerste en tweede lid, en na berusting in het vonnis. Het incidenteel hoger beroep wordt ingesteld bij verweerschrift.
-
-
-
-
4.De afstand van instantie laat de mogelijkheid incidenteel hoger beroep in te stellen onverlet. De afstand van instantie wordt op dezelfde wijze als het oproepingsbericht in hoger beroep betekend bij de nog niet verschenen verweerder. De verweerder kan binnen twee weken na kennisgeving van de afstand van instantie, aan de rechter verzoeken een termijn te bepalen voor het instellen van incidenteel hoger beroep. De gronden van het incidenteel hoger beroep moeten binnen twee weken na het indienen ervan bij exploot aan de wederpartij worden betekend.
-
-
-
-
5.Indien in eerste aanleg een vordering tot vrijwaring geheel of gedeeltelijk is afgewezen op grond van de afwijzing van de vordering in de hoofdzaak, staat het hoger beroep daarvan open tot het moment dat in de hoofdzaak in hoger beroep het verweerschrift is ingediend.
-
H
In artikel 340 wordt «de termijn van beroep van dat vonnis» vervangen door «de termijn om van dat vonnis hoger beroep in te stellen» en wordt «binnen de termijn van beroep» vervangen door: binnen de termijn van hoger beroep.
I
In artikel 341 wordt «het beroep» vervangen door: het hoger beroep.
J
Het opschrift van de derde afdeling van de zevende titel van het Eerste Boek komt te luiden:
Derde afdeling. De rechtspleging in hoger beroep in vorderingsprocedures en de gevolgen daarvan
K
De artikelen 343 en 344 komen te luiden:
Artikel 343
-
-
-
1.Het hoger beroep wordt aangevangen door de indiening van een procesinleiding in dezelfde vorm en met dezelfde vereisten als die in eerste aanleg, voor zover daarvan in deze titel niet is afgeweken.
-
-
-
-
2.Indien in eerste aanleg gelijktijdig uitspraak is gedaan op een vordering en een verzoek, kan hiervan gelijktijdig hoger beroep worden ingesteld. Artikel 30b is van overeenkomstige toepassing.
-
-
-
-
3.Indien de procesinleiding niet de gronden van het hoger beroep bevat, bepaalt de rechter dat de gronden moeten worden ingediend binnen een termijn van tien weken, in kort geding binnen een termijn van vier weken. Indien hoger beroep is ingesteld van een vonnis waarin uitspraak is gedaan over een vordering en een verzoek, geldt dit ook voor de gronden van het hoger beroep voor zover dat betrekking heeft op het verzoek.
-
-
-
-
4.In afwijking van artikel 30a, derde lid, onder f en g, hoeven in de procesinleiding de door de verweerder tegen de vordering aangevoerde verweren en de gronden daarvoor en de bewijsmiddelen en de getuigen niet vermeld te worden.
-
-
-
-
5.In afwijking van artikel 111, tweede lid, onder d, hoeven in het oproepingsbericht niet genoemd te worden de in artikel 139 genoemde rechtsgevolgen die intreden indien de verweerder bij een vordering niet verschijnt in de procedure als verweerder als bedoeld in artikel 114.
-
-
-
-
6.Artikel 113 is in hoger beroep niet van toepassing. Indien het oproepingsbericht in hoger beroep wordt bezorgd, is artikel 63 van overeenkomstige toepassing.
-
Artikel 344
-
-
-
1.Alle zaken die in hoger beroep aanhangig worden gemaakt, worden door een enkelvoudige kamer in behandeling genomen.
-
-
-
-
2.De enkelvoudige kamer verwijst een zaak, ingevolge dit artikel bij haar aanhangig, naar een meervoudige kamer indien zij dit wenselijk acht, doch uiterlijk wanneer een mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 30j, zesde lid, zal worden gehouden of uitspraak zal worden gedaan.
-
L
De artikelen 347 en 348 komen te luiden:
Artikel 347
-
-
-
1.Beide partijen krijgen in hoger beroep eenmaal de gelegenheid de gronden van het beroep en het verweer schriftelijk uiteen te zetten.
-
-
-
-
2.De termijn voor het indienen van een verweerschrift bedraagt tien weken na indiening van de gronden door de eiser. In kort geding bedraagt deze termijn vier weken na indiening van de gronden.
-
-
-
-
3.Indien incidenteel hoger beroep is ingesteld krijgt de eiser, op zijn verlangen, een termijn van tien weken, in kort geding vier weken, voor het indienen van schriftelijk verweer.
-
Artikel 348
De oorspronkelijke verweerder kan nieuwe verweren ten principale inbrengen, tenzij deze in het geding in eerste instantie zijn gedekt, waaronder niet begrepen is het geval, dat het recht om ten principale te antwoorden ingevolge artikel 30i, vierde lid, vervallen is.
M
Artikel 349 vervalt.
N
Artikel 350 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Het eerste lid komt te luiden:
-
-
-
1.Het hoger beroep schorst de tenuitvoerlegging van het vonnis, indien dat niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard in de gevallen waarin dit is toegelaten.
-
-
2.In het tweede lid wordt de zinsnede «ingesteld tegen een tussenvonnis waartegen» vervangen door: ingesteld van een tussenvonnis waarvan.
O
In artikel 351 wordt «tegen een vonnis» vervangen door «van een vonnis» en wordt «de hogere rechter» vervangen door: de rechter in hoger beroep.
P
Artikel 353 komt te luiden:
Artikel 353
-
-
-
1.In hoger beroep kan niet voor het eerst een tegenvordering worden ingesteld of een tegenverzoek worden gedaan.
-
-
-
-
2.Voor zover uit deze titel dan wel uit een andere wettelijke regeling niet anders voortvloeit, is de tweede titel in hoger beroep van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat partijen slechts bij advocaat kunnen procederen en dat iemand niet voor het eerst in hoger beroep in vrijwaring kan worden opgeroepen.
-
-
-
-
3.Niettemin is artikel 224 niet anders van toepassing dan behoudens de navolgende bepalingen:
-
-
-
a.de oorspronkelijke verweerder, eiser in hoger beroep, is niet gehouden tot de in dat artikel bedoelde zekerheidstelling;
-
-
-
-
b.de verweerder in hoger beroep is daartoe evenmin gehouden, zelfs niet bij het instellen van incidenteel hoger beroep;
-
-
-
-
c.de in eerste aanleg gestelde zekerheid blijft ook verbonden voor de kosten van hoger beroep;
-
-
-
-
d.de zekerheidstelling wordt gevorderd vóór alle weren.
-
-
Q
Artikel 354 komt te luiden:
Artikel 354
In afwijking van artikel 30j, vindt een mondelinge behandeling plaats indien de rechter daartoe aanleiding ziet of indien een van partijen, nadat zij zijn gewezen op hun recht te worden gehoord, binnen een door de rechter gestelde redelijke termijn heeft verklaard dat hij gebruik wil maken van dit recht.
R
In artikel 355 wordt «beroep» telkens vervangen door: hoger beroep.
S
Artikel 357 komt te luiden:
Artikel 357
-
-
-
1.In afwijking van artikel 30q, eerste lid, doet de rechter uitspraak binnen tien weken na de datum van de mondelinge behandeling, respectievelijk de laatste proceshandeling. In geval van kort geding doet de rechter uitspraak binnen zes weken.
-
-
-
-
2.In afwijking van artikel 30p kan een rechter mondeling uitspraak doen in geval van een tussenarrest en van een eindarrest in kort geding.
-
T
De vierde afdeling van de zevende titel van het Eerste Boek wordt vernummerd tot achtste titel van het Eerste Boek. Het opschrift komt te luiden:
Achtste titel. Hoger beroep in verzoekprocedures
U
Artikel 358 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In het eerste lid wordt «Tegen eindbeschikkingen» vervangen door: Van eindbeschikkingen.
-
2.De laatste volzin van het tweede lid vervalt.
-
3.In het derde lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: verzoek.
-
4.In het vierde lid wordt «de rechter» vervangen door: de rechter in eerste aanleg.
V
Artikel 359 komt te luiden:
Artikel 359
Hoger beroep in verzoekprocedures wordt ingesteld door indiening van een procesinleiding. De procesinleiding vermeldt, naast hetgeen ingevolge de artikelen 30a en 278 moet worden vermeld, naam en woonplaats van hen die in eerste aanleg in de procedure zijn verschenen of bij name zijn opgeroepen.
W
Artikel 360 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In het tweede lid wordt «de hogere rechter» vervangen door: de rechter in hoger beroep.
-
2.In het tweede lid wordt de zinsnede «tegen een tussenbeschikking waartegen ingevolge artikel 358, derde lid, geen hoger beroep openstaat» vervangen door: van een tussenbeschikking waarvan ingevolge artikel 358, vierde lid, geen hoger beroep openstaat.
X
Na artikel 360 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:
Artikel 360a
In afwijking van artikel 30j, vindt een mondelinge behandeling plaats indien de rechter daartoe aanleiding ziet of indien een van partijen, nadat zij zijn gewezen op hun recht te worden gehoord, binnen een door de rechter gestelde redelijke termijn heeft verklaard dat hij gebruik wil maken van dit recht. Het bericht waarbij belanghebbenden worden gewezen op hun recht te worden gehoord, gaat vergezeld van een afschrift van de procesinleiding in hoger beroep.
Y
Artikel 361 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.De eerste twee volzinnen van het eerste lid worden vervangen door: De rechter beveelt in geval van een mondelinge behandeling de oproeping van de verzoeker in hoger beroep, van de verzoeker in eerste aanleg en van de in eerste aanleg in de procedure verschenen belanghebbenden.
-
2.In het tweede lid wordt «beroepschriften» vervangen door: procesinleidingen.
-
3.In het derde lid wordt «beroepschrift, tenzij de rechter anders bepaalt» vervangen door: de procesinleiding in hoger beroep.
-
4.Het vierde lid komt te luiden:
-
-
-
4.Indien een belanghebbende incidenteel hoger beroep heeft ingesteld, kunnen de verzoeker in hoger beroep en de in hoger beroep opgeroepen belanghebbenden daartegen binnen vier weken na de indiening van het verweerschrift waarbij dit incidentele hoger beroep is ingesteld, een verweerschrift indienen.
-
Z
Na artikel 361 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 361a
In afwijking van artikel 30q, eerste lid, doet de rechter uitspraak binnen zes weken na de datum van de mondelinge behandeling, respectievelijk de laatste proceshandeling.
AA
In artikel 362 wordt de zinsnede «dat geen zelfstandig verzoek kan worden gedaan» vervangen door: dat in hoger beroep niet voor het eerst een tegenverzoek kan worden gedaan of een tegenvordering kan worden ingesteld.
BB
Na artikel 362 vervalt het opschrift «Achtste titel».
CC
De artikelen 376, 377, 378, 379 en 380 komen te luiden:
Artikel 376
Derden zijn bevoegd zich te verzetten tegen een vonnis of arrest dat hun rechten benadeelt, indien zij noch in persoon, noch wettelijk zijn vertegenwoordigd, of indien noch degenen die zij vertegenwoordigen, in het rechtsgeding zijn opgeroepen, of door voeging of tussenkomst partij zijn geweest.
In artikel 392, eerste lid, aanhef, vijfde lid en zesde lid wordt «eis» vervangen door: vordering.
Artikel 393 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid vervalt de een na laatste volzin.
3. In het negende lid wordt «eis» vervangen door: vordering
In artikel 394, eerste lid, wordt «eis» vervangen door: vordering.
Artikel 398 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt voor de dubbele punt ingevoegd: van
2. In onderdeel 1° wordt «tegen uitspraken» vervangen door: uitspraken.
3. In onderdeel 2° wordt «tegen vonnissen» vervangen door: vonnissen.
In de artikelen 399 en 400 wordt «beroep» vervangen door: beroep in cassatie.
Artikel 401b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Tegen» vervangen door: Van.
2. In het tweede lid wordt «incidenteel beroep» vervangen door: incidenteel hoger beroep.
In artikel 401c, eerste lid, wordt «beroep tegen» vervangen door: beroep in cassatie van.
Het opschrift van de tweede afdeling van de elfde titel van het Eerste Boek komt te luiden:
In artikel 403, tweede lid, wordt «beroep» vervangen door: beroep in cassatie.
Artikel 407 wordt als volgt gewijzigd:
2. Het tweede lid komt te luiden:
3. In het derde lid wordt «het exploit van dagvaarding» vervangen door: de procesinleiding.
4. In het vierde lid wordt «het exploit» vervangen door: de procesinleiding.
5. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, dat luidt:
Artikel 408a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
2. In het tweede lid, onder a, wordt aan het slot een komma geplaatst.
3. Het tweede lid, onder b, komt te luiden:
4. In het derde lid vervalt de zinsnede: wanneer arrest wordt gevraagd.
Artikel 409 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
2. Onder vernummering van het derde lid tot het tweede lid, vervalt het tweede lid.
3. In het tweede lid (nieuw) vervalt de zinsnede «in het zittingblad».
Artikel 410 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
2. Het derde lid komt te luiden:
Artikel 412 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «incidenteel beroep» vervangen door: incidenteel cassatieberoep.
Artikel 414 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «beroep» vervangen door: cassatieberoep.
2. In het vierde lid wordt «instantiën» vervangen door: instanties.
Artikel 415 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «ter rolle».
2. Het tweede lid komt te luiden:
Het opschrift van de vierde afdeling van de elfde titel van het Eerste Boek komt te luiden:
Vierde afdeling. Uitspraak in cassatie in vorderingsprocedures
In artikel 419, eerste lid, wordt «beroep» vervangen door: beroep in cassatie.
Het opschrift van de vijfde afdeling van de elfde titel van het Eerste Boek komt te luiden:
Vijfde afdeling. Beroep in cassatie in verzoekprocedures
Artikel 426 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 426a wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 429, derde lid, komt te luiden:
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.