Onjuist/onvolledig informeren Tweede Kamer - Main contents
Het onjuist informeren van de Tweede Kamer i wordt als een 'politieke doodzonde' gezien. Toch betekende dat slechts zelden dat een bewindspersoon om die reden moest aftreden. Vraag is soms of de bewindspersoon schuld had aan die onjuiste informatie en of er geen 'verzachtende omstandigheden' waren. Denkbaar is bijvoorbeeld dat ambtenaren de bewindspersoon niet volledig hadden geïnformeerd.
De bekendste minister die ondanks het niet verstrekken van informatie mocht aanblijven, was Gijs van Aardenne i. Als minister van Economische Zaken verzweeg hij informatie over financiële garanties aan het RSV-concern, omdat hij vreesde dat die wetenschap tot hogere schadeclaims van schuldeisers zou leiden. Een Tweede Kamermeerderheid verbond in december 1984 geen consequenties aan het negatieve oordeel dat de enquêtecommissie RSV daarover had uitgesproken. Van Aardenne gold sindsdien wel als 'aangeschoten wild'.
Opmerkelijk was de gang van zaken bij de behandeling van de begroting van Marine in 1919. Minister Bijleveld i ontkende toen stellig dat hij een brief had ondertekend over een contract voor de levering van onderdelen van nieuwe marineschepen; schepen die hij als bezuiniging juist van de begroting had geschrapt. Het Kamerlid H.C. Dresselhuys i kon echter in de vergaderzaal de bewuste brief tonen. Algemeen werd gevoeld dat ambtenaren de minister een loer hadden gedraaid. Hoewel hem die fout werd vergeven (een motie werd met één stem verschil verworpen), bleek uit het afstemmen van de begroting dat de minister niettemin het vertrouwen van de Kamer had verloren. Hij moest opstappen.
In onderstaand overzicht worden vijf recente voorbeelden genoemd van bewindspersonen die de Kamer onvolledig of onjuist informeerden. Neem contact op met de redactie van PDC voor een uitgebreider overzicht.
wie |
wanneer |
over |
gevolg |
steun motie |
---|---|---|---|---|
2022 |
informeerde de Kamer niet tijdig en niet volledig over zijn betrokkenheid bij een mondkapjesdeal tijdens de coronacrisis |
motie van wantrouwen (Kuiken i c.s.) verworpen |
PvdA, GroenLinks, SP, PVV, FVD, PvdD, BBB, Volt, Groep-Van Haga, DENK, Eppink (JA21 was verdeeld), lid Omtzigt |
|
2021 |
situatie in Afghanistan en de evacuatie van personeel |
motie van afkeuring (Piri i c.s.) aangenomen |
SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, PvdA, PvdD, Fractie Den Haan, ChristenUnie, SGP, JA21, BBB, PVV, FVD, Groep Van Haga en lid Omtzigt |
|
2019 |
informeerde de kamer onzorgvuldig over criminaliteitscijfers onder asielzoekers |
afgetreden |
||
2018 |
mogelijke ambtelijke memo's in het informatiedossier over afschaffing van de dividend belasting |
Motie van afkeuring (hele oppositie met uitzondering van SGP i) Verworpen |
SP, FvD, PvdA, DENK, GL, 50PLUS, PvdD, PVV |
|
2018 |
melding aan de Kamer van informatie over door minister Zijlstra gedane onjuiste uitlatingen |
motie van wantrouwen (Wilders i) verworpen |
PVV, SP, PvdD, 50PLUS, DENK, FvD |
Meer over