Investeringsfonds spekken met slecht besteed EU-geld

Source: P.J.G. (Paul) Tang i, published on Tuesday, March 17 2015.

Er is een investeringsgat in Europa. Investeringen zijn nog steeds 20% lager dan voor de crisis, terwijl deze juist nodig zijn om uit de crisis te komen. Het plan van de Europese Commissie voor een investeringsfonds van 315 miljard is een mooie kans om de kloof te overbruggen. Maar de nieuwe investeringen die dit fonds mogelijk maakt, moeten niet ten koste gaan van bestaande innovatieve projecten.

In november presenteerde commissievoorzitter Jean-Claude Juncker zijn langverwachte plan voor meer investeringen in de EU. Het Europees Fonds voor Strategische Investeringen, zoals het fonds voluit heet, is erop gericht, dat risicovolle projecten die nu geen geldschieters vinden, alsnog van start gaan.

Juncker heeft daarvoor acht miljard euro gevonden in de Europese begroting. De Europese Investeringsbank legt nog eens vijf miljard bij. Dat zou investeerders het vertrouwen moeten geven om in totaal 315 miljard euro aan het rollen te brengen.

In het Europees Parlement bestaan er vooral zorgen over die acht miljard uit de EU-begroting. Dat geld komt namelijk uit de fondsen, die nu al bijdragen aan duurzame groei en banen: de fondsen voor innovatie en infrastructuur. Andere potjes, zoals de ruim aanwezige gelden voor landbouwsteun, worden ontzien.

Nederlandse universiteiten, die op deze fondsen rekenen om baanbrekend onderzoek uit te kunnen voeren, hebben zich hier al fel tegen uitgesproken. Ook het Europees Parlement wil deze middelen behouden. Het parlement heeft echter nog niet aangegeven waar het geld dan wél vandaan moet komen: dat moet maar jaar per jaar bekeken worden, is de wat opportunistische redenering.

Maar de kans dat tijdens de jaarlijkse begrotingsonderhandelingen ineens ergens ander geld gevonden wordt, is bijzonder klein. Daarom dient de PvdA in het Europees Parlement deze week voorstellen in voor een onderzoek naar de efficiëntie van EU-gelden.

Te vaak nog is “geld zoekt project” leidend in de EU. Zo verschenen een paar jaar - betaald met Brussels geld - geluidschermen langs verlaten Poolse wegen. Dat is natuurlijk weggegooid geld. De tussentijdse herziening van de EU-begroting is daarom een kans om te kijken welke fondsen niet of slecht bijdragen aan de Europese prioriteiten. Dat geld kan dan doorgeschoven worden naar het investeringsfonds.

Op die manier voorkomen we dat het ene investeringsgat met het andere gevuld wordt. Door de fondsen voor innovatie en infrastructuur te ontzien kunnen we komen tot een investeringspot, die echt iets toevoegt aan bestaande instrumenten.

De volgende stap is, dat ook de EU-landen zelf aangeven hoeveel geld zij aan het plan gaan bijdragen. Alleen met deze gezamenlijke inspanning kunnen we zorgen dat investeringen weer toenemen. Om zo te zorgen voor meer economische groei en meer werkgelegenheid. En dat is toch bovenal de grootste prioriteit.