Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Arbeidsmarktbeleid - Main contents
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een algemeen overleg met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderwerp: Arbeidsmarktbeleid
Kamerstuk: 29 544
Datum: 11 februari 2015
Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Voor de goede orde, ik was hier wat later doordat ik hiervoor in een debat zat over de Europese top, een debat dat iets uitliep. Het is een beetje een aaneenschakeling van uitlopende debatten.
Ik begin maar even met de transitievergoeding, want ik denk dat dat het meest springende punt is van dit debat en ook het meest springende punt, wat uiteraard belangrijker is, bij heel veel werkgevers. We hebben inderdaad de afgelopen weken ook regelmatig werkgevers gesproken, aan de lijn gehad en brieven van hen gekregen. Zij gaven allemaal aan dat hierdoor voor hen een probleem ontstaat en dat zij voor een bijna onmogelijke keuze worden geplaatst, namelijk ofwel mensen die nu in dienst zijn, op 30 juni allemaal ontslaan, ofwel in moeilijkheden komen doordat zij straks bij seizoenarbeid een heel forse rekening moeten betalen, wat zij bedrijfsmatig niet kunnen volhouden.
Dat is wat mij betreft een onbedoeld effect van wat wij in de Wet werk en zekerheid hebben willen regelen. Ik heb ook zitten nadenken waar nu precies de oplossing zit. Volgens mij zit die sowieso in de omstandigheid dat met de ogen van nu wordt gekeken naar de situatie van vroeger. Van een aaneengesloten keten is ook sprake bij minder dan zes maanden, terwijl dat voorheen minder dan drie maanden was. Ik denk dat we daar eens de oplossing moeten gaan zoeken voor dit probleem, want ik denk niet dat het de bedoeling is dat er straks mensen op straat komen te staan of dat in het ergste geval bedrijven failliet gaan die door deze situatie gedupeerd worden. Is de Minister dat met ons eens en kan hij ook aangeven waarom nu eerst een misschien niet eens technische oplossing maar vooral een praktische oplossing moet worden gezocht? Ik denk namelijk dat hiervoor een wetswijziging nodig is. Ik kan me zo voorstellen dat dat lang gaat duren en dat 1 juli dan toch al snel dichterbij komt. Misschien helpt het al wel als de Minister nu een soort principe-uitspraak doet dat hij sowieso niet al op 1 juli meteen die vergoeding gaat eisen, ook als we dit juridisch nog niet helemaal geregeld hebben. Ik zou dat heel graag willen maar ik denk dat dit best een probleem kan worden. Gehoord de Kamer, die vindt dat er wel een oplossing moet komen, hoop ik dat de Minister daarin wil meedenken.
Een volgend punt betreft een onderwerp dat ik al heel vaak bij verschillende Ministers en ook bij deze Minister heb aangekaart, namelijk de werkgelegenheid in de grensregio’s. Vorige week heb ik met collega Mulder van het CDA ook hierover een debat gehad, onder andere met Minister Kamp van Economische Zaken. Daar hebben wij toen heel praktisch gesproken over het kunnen detacheren van stagiaires en werkzoekenden in Duitsland over de grens en hebben wij gevraagd of daar ruimte was voor een experiment. De Minister van Economische Zaken gaf aan dat hij daarover met de Minister van Sociale Zaken zou spreken. Heeft dat gesprek al plaatsgevonden? Is ook deze Minister het ermee eens dat we veel meer moeten kijken naar een soort relatieve oplossingen in de grensregio’s, waar aan de ene kant van de grens, namelijk aan onze kant, een hoge werkloosheid bestaat terwijl er aan de andere kant van de grens heel veel vraag is? Heel concreet: ik was twee weken geleden in Oost-Groningen. Daar was een vrij recente casus van een groep verpleegkundigen die wilde gaan werken in Duitsland maar die net niet het goede kwalificatieniveau had. Daaraan zou nog iets gedaan moeten worden maar de basis was goed. Uiteindelijk is het erop gestrand dat die kwalificatie niet voldoende was en dat er zoveel bureaucratie bij kwam kijken om de kwalificatie al werkend en lerend op te waarderen dat deze hele groep van twintig werkzoekenden geen baan kon krijgen, terwijl de vraag er wel was. Er zijn heel veel van dit soort voorbeelden, waar uiteindelijk toch praktische belemmeringen maken dat iemand niet over de grens kan gaan werken. Is de Minister bereid om in dit soort zaken sneller te acteren, maar ook om meer ruimte te geven voor experimenten zoals de regio’s vragen?
Als ik dan toch op dit punt bezig ben: ik kreeg bericht vanuit de EDR, de Eems Dollard Regio, die op 11 juni aanstaande met bestuurders uit Noord-Nederland en noordwest-Duitsland een bijeenkomst houdt om te kijken hoe ze die praktische belemmeringen kunnen wegnemen. De EDR heeft mij concreet gevraagd of de Minister aanwezig wil zijn bij die bijeenkomst zodat hij ook zelf kan horen wat de ideeën zijn van de regio maar ook tegen welke obstakels men aanloopt. Is de Minister bereid om 11 juni daarheen te gaan?
Ik wil nog kort op de ET-regeling ingaan. Ik sluit me aan bij de vragen van collega’s. We moeten hier goed naar kijken. Ik heb net gezien dat de Minister hierover een brief heeft geschreven. Ik ben benieuwd hoe snel hij hierover wat meer duidelijkheid kan geven, want het lijkt me wel gek als door de zogenaamde ver-van-huisregeling straks mensen die van buiten Nederland komen, bijna goedkoper zijn om aan te nemen dan mensen uit Nederland.
Tot slot de jeugdwerkloosheid. Ik sluit me aan bij de vraag van mevrouw Vermeij over de achterblijvende positie van migrantenjongeren. In alle actieplannen en in alle ideeën merken we dat dit toch een kwetsbare groep blijft. Wat denkt de Minister te kunnen doen om dit toch nog verder te verbeteren?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.