VSO inzake gesprek met de Federatie Armeense Organisaties in Nederland - Main contents
Spreektekst Han ten Broeke VSO Armeense genocide
De geschiedenis van de mensheid is helaas gevuld met massamoorden. Op ons eigen continent is de Holocaust, de moord op 6 miljoen joden, misschien wel het afschrikwekkendste voorbeeld.
Bij deze tragedie van onmenselijke proporties werden ook vanuit Nederland meer dan 107.000 joden naar de concentratie- en vernietigingskampen gestuurd. Dat was drie kwart van de toenmalige joodse bevolking. En daarvan is meer dan 95 procent vermoord. Vermoord vanwege hun etniciteit.
Om die reden is het volstrekt logisch dat Nederland en ook de Nederlandse regeringen de genocide op óns continent erkennen en dat wij daar allen bij stilstaan. Ze maakt onderdeel uit van onze geschiedenis - en de lessen die we daar uit trekken zijn bepalend voor onze toekomst. De erkenning van deze genocide zijn we dus niet alleen aan de Joodse bevolking, maar ook aan onszelf verschuldigd.
Voorzitter, volgens het NIOD bestaat er onder historici consensus over drie grote genocides: de Holocaust, die 6 miljoen Joden van het leven beroofde, de Rwandese genocide van 1994, met 800.000 doden, en de Armeense genocide van 1915, die tussen de 800.000 en anderhalf miljoen Armeniërs het leven kostte.
Erkenning van genocide die er toe doet moet in allereerste instantie komen van diegenen die er aan hebben bijgedragen. Daarom is de motie-Rouvoet ook zo’n goede motie. Want in deze Kamer is er niet één partij, vermoed ik, die de Armeense genocide ontkent.
Natuurlijk, er zijn partijen die soms kandidaten op hun lijst hebben gehad die het bagatelliseren of zelfs ontkennen. Bij het CDA, bij de PvdA, bij D66 en zelfs bij de PVV heeft iemand hier wel eens een scheve schaats over gereden. En het heeft in vrijwel alle gevallen te maken gehad met een Turkse achtergrond. En daar zit hier het punt.
Wij allen erkennen de Armeense genocide, die dit jaar 100 jaar geleden plaatsvond. Maar wat voegt het toe om dat van onze regering te eisen? Zij is geen partij, draagt geen historische verantwoordelijkheid en heeft zelfs geen historische relatie tot de gebeurtenissen. Wat voegt het toe voor de Armeense gemeenschap in Nederland, die al generaties welkom is en hier haar bestaan heeft opgebouwd?
Is dit de balsem op hun zielen - om een officieel standpunt van de Nederlandse regering te eisen? Of hebben zij het meest aan échte erkenning? En echte erkenning komt natuurlijk van degenen die hier wél een relatie toe hebben: de Turkse regering.
De vraag is of een expliciete uitspraak door de Nederlandse regering een bijdrage levert aan het proces van erkenning en acceptatie van Turkse zijde. Met de regering denk ik van niet.
Ik kies voor echte erkenning, namelijk, dat erkenning van de Turkse regering moet komen. Dus kies ik voor de Kamerbreed gesteunde motie van voormalig ChristenUnie-voorman Rouvoet. En dat betekent dat op momenten waarop dat kan, Nederland erkenning van de Armeense genocide bilateraal bij Turkije aan de orde stelt. Zeker bij deze Turkse regering, die in toenemende mate reactionair en revisionistisch is, moet daar op worden aangesproken. Dát is de juiste weg, en niet het dichtgooien van de luiken. Dat biedt de Armeense gemeenschap in Nederland niets dat ze niet ook al van mij of van u kan krijgen: erkenning.
Want voorzitter, ík spreek van de Armeense genocide. De VVD spreekt van de Armeense genocide. En volgens mij spreekt praktisch de hele volksvertegenwoordiging van de Armeense genocide.
Voorzitter, genocide pleeg je op een volk. En als volksvertegenwoordiger zeg ik dan, aan de vooravond van die herdenking: dit was een genocide. En ik voeg daar aan toe: nooit meer.
Zodra beschikbaar, is het debat hier terug te kijken