Europa niet als speelbal van multinationals - Main contents
Foto Flickr / Ministerie van Buitenlandse Zaken
De Europese Unie moet in actie komen tegen de groeiende macht van multinationals. Dat gebeurt nu te weinig. Daarom wil ik dat de Nederlandse regering hier tijdens het EU-voorzitterschap in 2016 een speerpunt van maakt. Europa is misschien een paradijs voor de internationale bedrijven, maar de Europese burger is steeds vaker de dupe. De lidstaten staan in hun eentje machteloos tegen de macht van grote bedrijven, gezamenlijk kunnen we echt een vuist maken.
Dat zeg ik vandaag in het Tweede Damerdebat over de Staat van de Europese Unie.
Ik denk daarbij aan drie onderwerpen die Nederland als voorzitter hoog op de agenda moet zetten:
-
-de oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt,
-
-het aanpakken van belastingontwijking en
-
-het borgen van rechtsstatelijke-, sociale- en milieunormen, bijvoorbeeld bij handelsverdragen zoals TTIP.
Op de arbeidsmarkt zien we dat bedrijven via creatieve constructies Polen of Roemenen onder het CAO loon in dienst weten te nemen. De huidige ‘detacheringsrichtlijn’, die regelt onder welke voorwaarden mensen in een ander land kunnen werken, biedt teveel mogelijkheden voor het bedrijfsleven om via schijnconstructies mensen uit te buiten. Dat is onacceptabel. De EU moet bij het vaststellen van een nieuwe richtlijn veel meer rekening houden met die vrachtwagenchauffeur of bouwvakker die hierdoor oneerlijke concurrentie ervaart.
Ook zien we dat in het huidige Europa grote bedrijven verschillende landen tegen elkaar weten uit te spelen. Zo ontstaat er een ‘race to the bottom’. Met allerlei creatieve en schimmige constructies tot gevolg. Bedrijven die bijvoorbeeld de Griekse fiscus omzeilen via de Zuidas en de Bahama's. Hier willen we een eind van maken. Het midden- en kleinbedrijf betaalt netjes zijn belasting, dan moeten grote bedrijven dat uiteraard ook doen.
Ook aan het mogelijk afsluiten van een Vrijhandelsverdrag TTIP tussen de VS en de EU verbinden wij als PvdA stevige voorwaarden. Wij willen geen gemarchandeer met de rechtsstaat, dus geen private ISDS rechtspraak. Ook mag het Verdrag nooit elementen bevatten die afbreuk doen aan essentiële normen die wij in de Nederland en in heel de EU hoog houden. Denk bijvoorbeeld aan onze sociale normen, milieunormen en waarborgen voor voedselveiligheid.
Door in te zetten op deze prioriteiten kan Nederland echt wat veranderen in Europa. Nederland moet het Voorzitterschap in 2016 benutten om Europa socialer te maken. Zodat Europa meer van de Europeanen wordt, en minder een speelbal is van multinationals.