Inbreng schriftelijk overleg Carola Schouten met betrekking tot ABN AMRO - Main contents
Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën met betrekking tot ABN AMRO
Onderwerp: ABN AMRO
Kamerstuk: 31 789
Datum: 1 april 2015
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de negatieve berichtgeving over ABN AMRO en de brieven die de Minister hierover heeft gestuurd. Zij maken zich zorgen over de onrust die deze berichtgeving veroorzaakt en de wijze waarop het vertrouwen in ABN AMRO hiermee wordt geschaad. Zij willen de Minister hierover enkele vragen voorleggen.
Uit de brief van Minister blijkt dat hij verscheidene keren heeft gewezen op de maatschappelijk onrust die kan ontstaan als gevolg van een verhoging van de beloningen en dat de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur er desondanks aan vast hebben gehouden. Heeft de Minister ander juridische mogelijkheden onderzocht om de beloning tegen te houden? De Minister meldde dat de verhoging van de beloning en de maatschappelijke onrust daaromheen. De reden was voor uitstel van de beursgang. Heeft de Minister in een eerder stadium overwogen om de beursgang uit te stellen? Wanneer heeft hij het definitieve besluit genomen om het proces niet starten? Zijn er meer overwegingen geweest waardoor hij de beursgang heeft uitgesteld, zo ja welke? Wat wordt er in dit verband bedoeld met kwesties? Wanneer is de ABN AMRO-top hiervan op de hoogte gesteld? Heeft hierbij meegedeeld dat dit was veroorzaakt werd door onder andere de discussie over salarissen? Tot wanneer denkt de Minister dat uitstel van het proces tot beursgang nodig is? Wanneer is er sprake van voldoende vertrouwen en rust om hier toe over te gaan?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de leden van de Raad van Bestuur van ABN AMRO alsnog vrijwillig hebben afgezien van de verhoging van de beloning. Hebben hier aan voorafgaand nog gesprekken plaatsgevonden tussen de Minister en de Raad van Bestuur + Raad van Commissarissen van ABN AMRO? Zo ja, wat was de uitkomst van die gesprekken? Is het vrijwillig afzien van de verhoging van de beloning voor dit moment en kan deze verhoging later alsnog geëffectueerd worden? Of hebben de leden van de Raad van Bestuur definitief afstand gedaan van deze verhoging?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de reactie is van de Minister op het interview met de voormalig vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen (NRC, 31 maart 2015). Sprak deze voormalige vicevoorzitter op dat moment op persoonlijke titel of vertegenwoordigde hij toen het standpunt van de voltallige Raad van Commissarissen? Wat is de reden voor het opstappen van de vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen? Wanneer was de Minister op de hoogte van het aftreden van de vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wanneer de Minister voor het eerst door ABN AMRO geïnformeerd is over de onregelmatigheden bij ABN AMRO in Dubai. Klopt het dat past op 19 maart is gebeurd? Tevens vragen de leden van de ChristenUnie-fractie, of ABN AMRO in haar rol als staatsbank de Minister niet eerder had moeten informeren, over mogelijke onregelmatigheden bij het filiaal in Dubai? Hoe kan het dat ABN AMRO in Dubai in 2005 een hoge boete heeft gekregen van USD 80 miljoen, dat er vervolgens uitgebreide maatregelen zijn genomen, maar dat nu opnieuw praktijken konden plaatsvinden waarbij de eigen interne regels zijn overtreden?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben begrepen dat DNB in een brief aan de bestuursvoorzitter van ABN AMRO kritiek heeft geuit op het inzicht in de nevenfuncties en privébelangen en daarmee de integriteit van de top. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of, wanneer en hoe de Minister op de hoogte is gebracht van deze kritiek. Heeft DNB de Minister geïnformeerd? Welke rol hadden DNB en de bestuursvoorzitter in dit proces? Kan de Minister aangeven om welke integriteitskwesties het gaat en welke maatregelen ABN AMRO heeft genomen naar aanleiding van de brief. Klopt het dat ABN AMRO nog steeds niet alle noodzakelijke maatregelen heeft genomen om de integriteit op orde te brengen, maar dat dit pas in de loop van dit jaar zal gebeuren? Zo ja, wat vindt de Minister hiervan? Wat vindt de Minister van de kritiek van DNB en wat zegt dit volgens de Minister over de interne controle bij ABN AMRO? Wat is de rol van de Raad van Commissarissen bij het op orde brengen van de integriteitskwesties die DNB aan de orde heeft gesteld?
Het andere deel van de DNB-brief zou kritiek bevatten op het anti-corruptiebeleid van ABN AMRO, waarbij de kritiek zich richt op de relatie met olieconcern Gunvor. Kan de Minister inzicht geven in deze relatie en de kritiek die DNB hierop heeft geuit, vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Wanneer en hoe is de Minister op de hoogte is gebracht van deze kritiek? ABN AMRO noemt de kritiek op haar anti-corruptiebeleid en interne controle «achterhaald en opgelost». Deelt de Minister deze mening?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.