Nieuws - Main contents
Besmette Bengaalse kleding nog lang niet schoon
door Agnes Jongerius op 24 april 2015
Benneton toont zich in zijn reclameboodschappen altijd als begaan met de mensen op deze aarde die niet in rijkdom zijn geboren. ‘United Colors of Benneton’, is zelfs hun slogan. Het moet je het gevoel geven, dat als je kleren van hun merk draagt, je werkt aan een eerlijkere wereld.
Was het maar waar.
Benneton is een van de kledingbedrijven, die nog steeds nalaat de toegezegde steun aan de slachtoffers en nabestaanden van de ramp in Rana Plaza in Bangladesh te betalen. Het populaire Spaanse merk Mango is niet veel beter. Van alle toegezegde steun is tot op vandaag zo’n 20 procent nog steeds niet door de 23 betrokken kledingbedrijven gestort.
Vandaag is het precies twee jaar geleden dat de Rana Plaza textielfabriek in Bangladesh instortte. Meer dan 1100 mensen kwamen om bij deze ramp, duizenden anderen raakten gewond. Puur als gevolg van winstbejag en nalatigheid. Om het leed enigszins te verzachten werd gekozen voor een noodfonds om hulp te bieden aan slachtoffers en nabestaanden. De kledingindustrie zou - naast particuliere donateurs en overheden - de rekening daarvan oppakken.
Dat is nog steeds niet volledig gebeurd. Ik heb daarover vragen gesteld aan Europees Commissaris Malmström, verantwoordelijk voor internationale handel. Maar zij is niet bereid de nalatige kledingbedrijven op het matje te roepen. Ze spreekt haar ‘bewondering’ uit voor bedrijven, die hun bijdrage hebben geleverd. Veel meer dan ‘aanbevelen’ en ‘aanmoedigen’ voor de nalatige bedrijven komt ze niet.
Dat is natuurlijk een ronduit teleurstellende reactie. Gezien het grote aandeel van de Europese kledingindustrie in de ramp zou de EU juist al haar invloed moeten aanwenden om te zorgen, dat de slachtoffers de steun ontvangen waar ze recht op hebben.
De EU kan en moet meer doen. De druk moet worden opgevoerd op de regering in Bangladesh om rampen als deze in de toekomst te voorkomen. Internationale en Europese vakbonden wijzen op een ernstig anti-vakbondsklimaat en hoge mate van straffeloosheid in de Bengaalse textielindustrie. De Bengaalse overheid treedt onvoldoende op tegen het geweld van managers op de werkvloer.
Er is dus nog veel te doen om de Bengaalse kledingindustrie echt schoon te krijgen. Daar moet aan gewerkt, maar het is nu vooral zaak dat de slachtoffers en hun nabestaanden de steun en compensatie krijgen waar ze recht op hebben. Aanstaande maandag praat het Europees Parlement daarover.
Mijn naam staat daarom onder een resolutie van het Europees parlement, waarin betrokken bedrijven worden opgeroepen hun verplichtingen aan het noodfonds te voldoen. En hun verantwoordelijkheid te nemen om te werken aan een kledingindustrie, waar de rechten van werknemers terdege worden gerespecteerd. Zodat rampen zoals Rana Plaza zich nooit, maar dan ook nooit meer kunnen herhalen.
agenda
24
apr
Kati Piri bij Media Conference in Budapest
24
apr
Agnes Jongerius viert Dag van de Arbeid in Arnhem
1
mei
Kati Piri viert Dag van de Arbeid in Leiden
nu op pvda.nl
door Roelof van Laar
door Hans Spekman
Opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers
door Attje Kuiken
Voor een volledige werking van de website worden cookies op uw computer gezet. Daarnaast worden cookies geplaatst voor het bijhouden van bezoekersgedrag binnen Google Analytics, de werking van social media knoppen en reactiemogelijkheden op blogberichten.
Wilt u meer informatie over hoe deze website om gaat met uw privacy en welke cookies worden opgeslagen, lees dan onze cookie pagina.
Cookies niet toestaan Cookies toestaan
De PvdA
Handig
Doe mee
Publicaties
Verkiezingsprogramma 2012
Social