Weeklog: Nog steeds een zooitje bij Anti-Fraudedienst OLAF - Main contents
Het is nog niet helemaal zeker, maar waarschijnlijk gaan we deze week in Straatsburg stemmen over een motie met veel kritiek op de Europese Anti-Fraudedienst OLAF. Die volgt op een vernietigend rapport van het Toezichthoudend Comité: OLAF is niet transparant over de kwaliteit van zijn onderzoeken en geeft al helemaal geen duidelijke informatie over de criteria die aan het starten van anti-fraude onderzoeken ten grondslag liggen. En dan te bedenken dat de Commissie een Europees Openbaar Ministerie erdoor wil drukken omdat lidstaten te weinig doen met verzoeken van OLAF voor vervolging van fraudeurs. Laat de Commissie eerst eens orde op zaken zetten bij haar eigen anti-fraudedienst voordat ze met een beschuldigende vinger naar de lidstaten wijst.
Het is al jaren hommeles tussen OLAF en zijn eigen Toezichthoudend Comité. Vreemd genoeg is dit Comité van OLAF afhankelijk voor ondersteuning. Dat betekent dat, als ze te kritisch zijn, ze gewoon weinig mensen en middelen krijgen toegewezen. Toch hebben de leden van het Comité volgehouden. In hun jaarrapport over 2014 doen ze een boekje open over het disfunctioneren van OLAF. Er zou worden gesjoemeld met cijfers over het aantal onderzoeken dat OLAF uitgevoerd heeft (dat zijn er volgens het Comité veel minder dan OLAF zelf aangeeft), maar misschien nog erger: OLAF is volstrekt niet transparant over de criteria voor het starten van een onderzoek. Zo bleek dat maar liefst 423 zaken op één dag waren gestart en dat van al die zaken er maar 10% leidden tot aanbevelingen om nationaal een vervolgonderzoek te starten. In negen van de tien gevallen zijn mensen dus ten onrechte verdacht van fraude met alle nare gevolgen vandien.
De Europese Commissie streeft naar een Europees strafrechtsysteem. Het liefst zou ze een Europese recherchedienst (zeg maar FBI) opzetten en Europese rechtbanken, maar, zoals altijd, begint de Commissie ergens middenin: zo ligt er nu al enige tijd een voorstel voor een Europees Openbaar Ministerie (EOM). Als SP zien we daar niets in, omdat we ook helemaal geen federaal strafrechtsysteem willen. Als belangrijkste argument vóór een EOM wijst de Commissie er echter op dat lidstaten te weinig doen om fraude met Europees geld te bestrijden. Ze geven namelijk heel weinig gevolg aan de verzoeken van OLAF. Een EOM zou ervoor kunnen zorgen dat dit soort criminaliteit meer prioriteit zou krijgen. Het kwam bij de Commissie niet op dat misschien niet de lidstaten maar de kwaliteit van haar eigen OLAF een probleem zou kunnen zijn: bij slecht onderbouwde onderzoeken of bij overtreding van rechten van verdachten door OLAF kan een nationale officier van justitie niets ondernemen. De rechter zou er nooit mee akkoord gaan dat Justitie zich op dat soort onderzoeken zou baseren.
De Commissie moet nu eerst maar eens orde op zaken stellen bij OLAF, voordat ze gaat dagdromen over een EOM. Er wordt, zo lijkt het, op dit ogenblik veel geld over de balk gegooid bij OLAF. Bovendien zijn er mensen die onterecht van fraude worden beschuldigd. Dat soort misstanden moeten bij voorrang worden aangepakt. Daarom heb ik in de motie laten opnemen dat de Commissie vóór het einde van dit jaar via een concreet actieplan de ruzie tussen OLAF en het Toezichthoudend Comité moet oplossen. Dat is goed voor OLAF, en vooral goed voor het recht.