KV Amnesty rapport Marokko

Source: M. (Michiel) Servaes i, published on Wednesday, May 20 2015, 3:03.

Vragen van het lid Servaes (PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over berichten over martelingen in Marokko

1.

Kent u het Amnesty-rapport 'Shadow of impunity: Torture in Morocco and Western Sahara'?

2.

Herkent u de uitermate zorgelijke bevindingen van het rapport dat in Marokko, ondanks een wettelijk verbod, nog steeds wordt gemarteld en dat arrestanten bijvoorbeeld worden bedreigd met verdrinking, verkrachting, fysiek geweld en de 'roast-chicken'-behandeling? Zo ja, hoe beoordeelt u deze bevindingen?

3.

Klopt het dat mensen die een aanklacht indienen tegen marteling in Marokko het risico lopen zelf te worden vervolgd, bijvoorbeeld wegens valse aangifte? Zijn er ook mensen met de Nederlandse nationaliteit vervolgd nadat zij een aanklacht tegen marteling indienden? Zo ja, hoe vaak is dit voorgekomen?

4.

Bent u bereid de bevindingen, conclusies en aanbevelingen in het Amnesty-rapport met de Marokkaanse autoriteiten te bespreken? Zo ja, kunt u de Kamer informeren over het verloop van deze gesprekken? Zo nee, waarom niet?

5.

In hoeverre dragen Nederlandse projecten in Marokko bij aan het voorkomen van mensenrechtenschendingen zoals marteling? Hoe succesvol zijn in dit verband het trainingsprogramma voor advocaten, aanklagers en rechters op het gebied van wetgeving en justitiële hervormingen, alsmede het project waarin de Dienst Justitiële Inrichtingen samenwerkt met Marokkaanse autoriteiten ter bevordering van mensenrechtenmonitoring in gevangenissen (waarnaar u verwijst in de beantwoording van eerdere vragen van indiener, zie 2013D41346)? Kunt u aangeven of deze projecten nog steeds lopen? Wat zijn de (voorlopige) resultaten van de samenwerking? Lopen de projecten ook in de gevangenissen en detentiecentra die in het rapport genoemd worden?

6.

Kunt u aangeven in hoeverre de problematiek van mensenrechtenschendingen en marteling aan de orde is geweest bij het besluit om samen met Marokko op te trekken op het gebied van terrorismebestrijding, onder meer in het kader van het Global Counter Terrorism Forum? Erkent u dat bij de strijd tegen terrorisme een risico bestaat dat het leidt tot repressief optreden en mensenrechtenschendingen door staten? Zo ja, op welke wijze heeft u dit risico ondervangen in de genoemde samenwerking?

7.

Hoe beoordeelt u de reactie van het Marokkaanse ministerie van Binnenlandse Zaken op het Amnesty-rapport die het afdoet als een provocatie en stelt dat “Amnesty International probeert de veranderingen te forceren, maar dat heeft tijd nodig.”? 3)