Inbreng schriftelijk overleg Carla Dik-Faber ten behoeve van Aanbieding rapport Regionale verschillen in de langdurige zorg; Mogelijke verklaringen voor zorggebruik van ouderen en chronisch zieken - Main contents
Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake het rapport Regionale verschillen in de langdurige zorg
Onderwerp: Aanbieding rapport Regionale verschillen in de langdurige zorg; Mogelijke verklaringen voor zorggebruik van ouderen en chronisch zieken
Kamerstuk: 34 104
Datum: 11 juni 2015
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling het rapport van de Algemene Rekenkamer gelezen over de regionale verschillen in de langdurige zorg; mogelijke verklaringen voor zorggebruik van ouderen en chronisch zieken. Wel hebben zij een aantal vragen over het rapport.
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de onderzoeksresultaten gevolgen kunnen hebben voor de wijze waarop naar een deel van de beoogde financiële resultaten van de hervormingen van de langdurige zorg gekeken wordt. Met dit rapport wordt het moeilijker om vol te houden dat het gemakkelijk is om doelmatigheidswinst door het verkleinen van regionale verschillen te behalen. Uit het rapport blijkt immers dat op de meest verklarende variabelen voor regionale verschillen: «leeftijd» en «samenstelling huishouden» niet te sturen is. Daarnaast zijn de overige variabelen lastig in kaart te brengen, doordat zij niet eenduidig, in dezelfde taal, worden verzameld. Als er geen inzicht is in de verklaringen voor de verschillen in het zorggebruik is het lastig om te kunnen bepalen of er überhaupt sprake is van doelmatigheidswinst. Is het kabinet het op dit punt met deze leden eens?
Welke conclusies trekt het kabinet uit dit rapport? Gaat het opdracht geven voor een vervolgonderzoek nu uit dit rapport blijkt dat dit er moet komen? Laat dit rapport ook niet zien dat het kabinet er werk van moet maken om ervoor te zorgen dat gegevens die worden verzameld door zorgkantoren / gemeenten / zorgverzekeraars / Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) etc. eenduidig zijn? Is het kabinet het met deze leden eens dat dit ook zal helpen in het terugbrengen van de administratieve lasten binnen de zorg? Wie zou volgens het kabinet hiervoor het voortouw en de regie moeten nemen?
Hoe kijkt het kabinet na dit rapport aan tegen de doelstelling om vanaf 2017 structureel € 500 miljoen te besparen door onder andere het terugdringen van de regionale verschillen in indicatiestelling, zorggebruik en inkoopprijzen? De Algemene Rekenkamer geeft het kabinet ook in overweging om in de toekomst de bekostiging van de langdurige zorg op een andere manier vorm te geven. Hoe staat het kabinet tegenover deze aanbeveling?
In het rapport is de reactie van de Staatssecretaris opgenomen. De leden van de ChristenUnie-fractie zouden graag nadere uitleg willen ontvangen waarom de analyse niet goed te vertalen is naar de beleidslijnen die binnen de verschillende domeinen ontwikkeld gaan worden.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.