Troonrede 1945 (volledige tekst) - Main contents
In de op 20 november 1945 uitgesproken eerste naoorlogse troonrede stond herstel van het door oorlog zwaar getroffen land centraal.
In de integrale tekst van de troonrede 1945 is door de redactie structuur aangebracht, zodat u snel tussen de onderdelen kunt navigeren.
Contents
Leden der Staten-Generaal,
Gevoelens van diepe bewogenheid mengen zich met die vreugde en erkentelijkheid nu ik na zes jaren van bittere scheiding weer in uw midden verschijn.
Leed en ontbering, nederlaag en ontreddering, maar ook offervaardig en heldenmoed kenmerkten de donkere jaren der Duitsche furie. In smart gedenken wij de tienduizenden Joodsche landgenooten, die werden marteld en vermoord, de millioenen Nederlanders en Indonesiërs, wier veiligheid bedreigd, wier levenskracht verteerd en wier zedelijk oordeel werd aangetast.
Wij gedenken daarnaast het verzet tegen den vijand, dat sterke krachten wekte en dat ons thans onze vrijheid als een recht doet aanvaarden.
Lijden en strijden werkten ook ten zegen. Wij werden ontvankelijker voor gelijke bezinning, meer bereid tot offers, dieper bewust van onze saamhorigheid en vaster besloten onze roeping als natie te verstaan.
Te midden der verwoesting liggen hier de krachten voor herstel en vernieuwing en wij gorden ons te zamen aan om de verworvenheden te bewaren en de zwakheden te overwinnen.
Te duur hebben wij onze vrijheid gekocht dan dat wij haar nu zouden misbruiken of verspillen.
Daarbij denk ik aan de duizenden die vielen in den strijd om het Vaderland, hetzij in onze krijgsmacht, op de koopvaardij of in het verzet. Moge offer inspireerend werken op hen, die gespaard bleven.
Met groote voldoening zie ik de succesvolle krachtsinspanning, gericht op de noodvoorziening in de geteisterde gebieden en op het herstel van verkeer en industrie. Wij zijn dankbaar voor de redding van Walcheren en van de Wieringermeer, dankbaar ter wille van deze getroffen landstreken, maar bovenal omdat zij het symbool zijn van herwonnen kracht.
In mijn radiorede van 20 Maart 1943 riep ik U allen op tot gezette overweging van herzieningsplannen op staatkundig gebied, waarbij met de veranderde omstandigheden en met de opgedane ervaringen zou zijn te rekenen. Met groote vreugde constateer ik, dat deze oproep grooten weerklank heeft gevonden.
De planner van velen, gesmeed in den bezettingstijd, breken zich thans een weg naar hun verwerkelijking. Zij omvatten niet alleen hervormingen van het staatkundig bestel, maar zijn ook gericht op een nieuwe vormgeving van het maatschappelijke en cultureele leven.
In deze worsteling worden de krachten gesterkt en gebundeld, welke thans den aanval hebben ingezet tegen normloosheid en ontwrichting.
De overheid heeft bij dit alles slechts een beperkte taak en haar arbeid is alleen dan vruchtbaar, wanneer zij de activiteit der burgers in kerk en gezin, zoowel als in andere levensverbanden positief waardeert.
Met groote zorg vervult mij de ontwikkeling der gebeurtenissen op Java. In gespannen medeleven volg ik het lot der tallooze kinderen, vrouwen en manner, beroofd, in lijfsgevaar of nog onverlost in de dreiging van een verdwaasde massa. Ik versta de gevoelens van bitterheid in de harten van hen, wien al dit onheil in onrecht is aangedaan. Ik betreur diep het leed dat tot aan het herstel der orde over Java's bevolking onvermijdelijk zal komen.
En toch blijven wij pogen voor Nederlanders en Indonesiërs in dit thans geteisterde land de toekomst te redden, de toekomst van een Gemeenebest, gebouwd op de vrijwillig aanvaarde saamhoorigheid der Rijksdeelen.
Geen wraakoefening staat ons voor oogen, noch de vestiging eener koloniale overheersching, doch wij houden ons er van overtuigd, dat slechts de gemeenschap onzer volkeren, hier en overzee, een waarborg biedt voor aller harmonische ontwikkeling, veiligheid en blijvende welvaart. Daartoe de mogelijkheid te scheppen is de groote krachtsinspanning waard, die te dien einde van ons volk zal worden gevergd.
Moge het ons spoedig gegeven zijn, de grondgedachten, die ik reeds schetsmatig ontwikkelde in mijn radiorede van 7 December 1942, langs constitutioneelen weg tot volle werkelijkheid te zien worden.Ik weet, dat Nederland bereid is, onbaatzuchtig mede te werken aan de totstandkoming van een nieuwen status van ons Koninkrijk. Het spoedige bijeenkomen van de Rijksconferentie blijf ik daarom bevorderen.
Vol bewondering ben ik voor het groote aandeel van Suriname en Curaçao zoowel in de oorlogvoering van het Koninkrijk als in de hulpverleening aan Nederland. De nationale gevoelens van de bevolking van deze gebiedsdeelen zijn in de afgeloopen jaren op ondubbelzinnige wijze tot uitdrukking gekomen en zullen zonder twijfel op de aanstaande Rijksconferentie als een kracht ten goede medewerken.
Ten aanzien van onze betrekkingen met het buitenland valt in de eerste plaats met groote waardeering te gewagen van den steun, dien wij na de bevrijding uit verschillende landen in onzen tijdelijken nood ondervonden.
De roof, gedurende de bezetting op ons volk gepleegd, heeft een afhankelijkheid op velerlei gebled ten gevolge gehad, die voorloopig onze internationale handelsbetrekkingen sterk beinvloedt. Moge de eendrachtige vredesinspanning van ons volk dit tij weldra doen keeren.
Met de verbonden landen zijn de betrekkingen hartelijk, in weerwil van de moeilijke problemen, die gezamenlijk moeten worden opgelost en waaromtrent, naast veel overeenstemmend inzicht, ook verschil van meening mogelijk is.
De totstandkoming van de Vereenigde Naties wettigt de verwachting, dat deze nieuwe poging tot vrede door organisatie en overleg ook in moeilijke omstandigheden met kracht zal worden volgehouden.
Ook al zijn niet al onze wenschen ten aanzien van deze organisatie bevredigd, toch zal mijn regeering met kracht haar medewerking verleenen aan de voorbereiding en werking van alle organen der Vereenigde Naties. Met betrekking tot den geslagen vijand spant de regeering zich in, onze belangen overal, waar zulks mogelijk is, met de meeste kracht te bepleiten.
In Duitschland ving de Nederlandsche militaire missie haar arbeid aan, terwijl het eveneens tot tevredenheid stemt, dat Nederland is vertegenwoordigd in het Adviseerend Comité voor het Verre Oosten, dat te Washington zetelt.
Nederland dient in staat te zijn, in internationaal verband naar vermogen bij te dragen tot de handhaving van de rechtsorde. Daartoe zal met kracht comité worden gewerkt aan den wederopbouw van de Koninklijke Marine, welke in den oorlog zulke zware offers bracht, terwijl de Koninklijke Landmacht doeltreffende wijze wordt gereorganiseerd. Maatregelen zijn in voorbereiding ten einde in het voorjaar van 1946 een jaarklasse dienstplichtigen in werkelijken dienst op te roepen.
Ten behoeve van de ontwikkeling van de militaire en van de burgerlijke luchtvaart wordt een centrale dienst ingesteld, die alle gemeenschappelijke belangen zal behartigen.
Het is mij een behoefte uiting te geven aan het ernstig streven mijner regeering, om Nederland te doen herleven als een rechtsstaat, waarin rechtszekerheid en vertrouwen in de rechterlijke organen volledig zullen zijn hersteld.
Een snelle en rechtvaardige berechting van de politieke delinquenten beschouwt de regeering als een dringende zorg. Het ligt in het voornemen om de bevoegdheden tot opsporing en aanhouding op dit gebied weldra toe te vertrouwen aan de normale politie-organen.
Bij het ongedaan maken van onrecht, tijdens de bezetting gepleegd, is voor den Raad voor het Rechtsherstel een belangrijke functie weggelegd. De regeering heeft het zich tot taak gesteld, om hetgeen in strijd met onze rechtsopvattingen aan den bezetter herinnert, uit onze wetgeving te verwijderen en door nationale voorschriften te vervangen. Gestreefd wordt naar een snelle voltooiing van de noodzakelijke zuivering van de overheidsorganen.
De regeering zal een Staatscommissie instellen tot voorbereiding van een wijziging van de Grondwet, welke zonder twijfel van de eerder genoemde voorbereidende studies, waartoe de bezettingstijd velen opwekten, zal profiteeren. De arbeid dezer commissie zal voor de onderwerpen, welke de verhouding tot de Overzeesche Gebiedsdeelen raken, verband moeten houden met dien der reeds genoemde Rijksconferentie.
De herziening van de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten heeft de bijzondere aandacht der regeering. Herstel van de financieele zelfstandigheid der gemeenten als einddoel staat hierbij voor oogen.
Het vraagstuk der gemeentelijke indeeling heeft mede haar aandacht.
De financieele toestand kenmerkt zich door de noodzaak van zeer groote uitgaven. Voor mijn verarmde land, dat reeds onder een zeer zware Staatsschuld gebukt gaat, beteekent dit alles een centenaarslast. Het streven zal er bij voortduring op zijn gericht een doelmatige besteding der gelden te verzekeren en de onvermijdelijke heffingen zoo billijk mogelijk te verdeelen.
De zuivering van het geldwezen, zal ten spoedigste door een gezondmaking van de begrooting worden gevolgd. Door het opnemen van buitenlandsche leeningen zal het tekort op de betalingsbalans worden aangevuld, tot deze door een hervatting van den uitvoer en van het internationale dienstbetoon weer in evenwicht zal komen.
Een overzicht van 's lands financiën en ingrijpende belastingplannen, die er mede op gericht zuhen zijn om de loopende lasten op het bedrijfsleven te verlichten, zullen binnenkort aan de volksvertegenwoordiging worden aangeboden.
De regeering is voornemens het gelukkig reeds ingetreden herstel van industrie, handel en scheepvaart met kracht te blijven bevorderen, zoowel ten aanzien van de binnenlandsche productie als van den export. Reeds werden handelsverdragen afgesloten met eenige staten, terwijl verdere onderhandelingen gaande zijn.
De industrieele ontwikkeling van het land - waarbij groote aandacht zal worden geschonken aan het wetenschappelijk onderzoek - zal verder worden geleid, uitgaand van een algemeen nationaal welvaartsplan, waarvoor de grondslagen thans worden gelegd.
Land- en tuinbouw nemen in dit plan een belangrijke plaats in. Met groote kracht wordt gewerkt aan het herstel van deze primaire bestaansbronnen van ons volk, zoowel ten behoeve van de verzekering onzer voedselvoorziening als van een voor de volkshuishouding onmisbaren export.
De regeering streeft er naar, de organisatie van de boeren een belangrijke taak te doen vervullen in de regeling van productie en afzet en tegelijkertijd een grootere mate van vrijheid in eigen bedrijfsvoering mogelijk te maken.
In voorbereiding zijn wetsontwerpen tot regeling der bedrijfsorganisatie, waaraan zoowel cen economische als een sociale taak zal worden toevertrouwd.
Beheersching van de ontwikkeling van prijzen en loonen en het scheppen van verhoudingen, waarbij het levensonderhoud voor allen gewaarborgd is, is een van de doeleinden, waarop de economische en sociale politiek wordt gericht. Voorwaarde voor een verruiming van het levenspeil is daarbij opvoering der productie, zoowel door voller bezetting der bedrijven als door verhooging der arbeidsproductiviteit.
Op den grondslag van een reeds in Londen tot stand gekomen rapport wordt een herziening der sociale verzekering uitgewerkt, die deze van arbeidersverzekering zal doen uitgroeien tot een algemeene volksverzekering, in de eerste plaats ten einde te komen tot een betere verzorging voor den ouden dag.
De gezondheidstoestand van ons volk, die ernstig heeft geleden onder de gevolgen van de bezetting, zal groote waakzaamheid en krachtige maatregelen eischen.
Ten einde het de bevolking mogelijk te maken het groote tekort aan dekking, kleeding en schoeisel aan te vullen, wordt overwogen om, waar noodig, consumptiecredieten te verstrekken in de mate, waarin deze goederen beschikbaar komen.
In het jaar 1946 zullen de 300.000 licht beschadigde en de 40.000 zwaar beschadigde woningen definitief worden hersteld. Daarnaast zullen 10.000 nieuwe woningen worden gebouwd, terwijl het drievoudige van het hiervoor benoodigde materiaal voor den wederopbouw van de industrie en het herstel van het verkeerswezen zal worden gebruikt. De plannen voor volledige bevrediging van de behoeften van volkshuisvesting en industrie worden krachtig ter hand genomen.
Wettelijke maatregelen zijn in voorbereiding tot verzeker'mg van de doeltreffende uitvoermg van dit bouwprogramma.
Ook de wederopbouw van het cultureele leven heeft de volle aandacht der regeering.
Een reorganisatie van het onderwijs, inbegrepen het Hooger Onderwijs, is in voorbereiding. Op de terreinen der kunst en der vrije jeugdvorming zal gestreefd worden naar coördinatie van hetgeen uit de samenleving opkomt. Met groote aandacht volg ik den wederopbouw van de overheidsorganen, zoowel burgerlijk als militair.
De herziening van de rechtspositie en de bezoldiging van de ambtenaren is in studie. Moge het resultaat mede tot verbetering van de waardeering van den ambtenaar leiden, zoowel in eigen oog als bij het volk. Meer dan welke overheidsmaatregel ook kan echter hiertoe bijdragen de versterking van het bewustzijn van den ambtenaar, dat de diepste bevrediging in het arbeidsleven voor hem ligt in zijn dienst aan de volksgemeenschap.
Voor het overige wil ik niet pogen een overzicht te geven van alle problemen, die in den komenden tijd Uw aandacht zullen vragen.
Zeer veel is in het leven van ons volk nog in beweging, ondanks vermoeidheid en teleurstelling hier en daar. Het vergt beleid van hoog gehalte om eenerzijds de waarde van oude zekerheden en tradities in volle kracht te bewaren en anderzijds ruimte te laten voor een vernieuwing, die niet slechts historisch noodzakelijk is, doch ook de vrucht is van moreele beginning in de jaren der verdrukking.
De wegneming van den bezettingsdruk moge de eenheid, die ons deel werd in het verzet, maken tot eendracht in rijker schakeering.
De nieuwe krachten, die gewekt zijn, zullen zich blijven opdringen en winnen aan bewustheid en energie. Wij hebben deze meer dan ooit van noode, nu wij gewikkeld zijn in een strijd van even groote hevigheid en beteekenis als die der oorlogsjaren: den strijd om den vrede, om de ware vrijheid en om hernieuwden voorspoed.
Met de bede, dat God mijn volk moge zegenen in dien strijd, dat Hij het in eendracht den weg der overwinning zal doen betreden en Uwen arbeid moge doen strekken tot heil des Lands, verklaar ik de gewone zitting der Staten-Generaal voor geopend.
20 november 1945