VVD wil aanpak krimp in het voortgezet onderwijs - Main contents
Liberalen lanceren 11-puntenplan
DEN HAAG - Waar de bevolking in aantallen kleiner wordt, heeft dat ingrijpende gevolgen voor met name het voortgezet onderwijs. Krimp bedreigt in veel gebieden direct het voortbestaan van de laatste school in de regio. Als schoolbesturen geen tijdige samenwerking aangaan is de kans groot dat scholen of schoolsoorten geheel uit sommige regio’s verdwijnen. VVD Tweede Kamerlid Karin Straus luidt de noodklok: ‘In vrijwel alle regio’s in Nederland wordt er de komende jaren forse krimp verwacht die tot 2025 niet stabiliseert. Enkel in de regio ’s-Gravenhage, ‘Groot-Amsterdam’ en ‘Delft en Westland’ zal het aantal leerlingen de komende jaren nog toenemen. In alle andere regio's van Nederland lopen de leerlingen aantallen nog zeker tot 2025 terug. Dit heeft grote gevolgen. In de regionale centrumgemeenten zal het dekkend aanbod van vo onder druk komen te staan. Wat mij betreft is het vijf voor twaalf.’
Straus vervolgd: ‘We moeten alle zeilen bijzetten om goed onderwijs in de regio te kunnen blijven waarborgen, de krimp zal namelijk de komende jaren doorzetten. Ik zie gelukkig een aantal mogelijkheden om de instellingen verantwoord te laten voortbestaan: krimp biedt namelijk ook kansen. De urgentie om in te spelen op teruglopende leerlingenaantallen kan ook tot oplossingen leiden om het bestaande onderwijsaanbod te vernieuwen en te moderniseren,’ stelt de liberale die wijst op het voorbeeld van Het Bouwens van der Boije College in de gemeente Peel en Maas. ‘Een school met een dalend leerlingenaantal die midden in de samenleving staat. Deze school heeft met docenten, ouders en leerlingen nagedacht hoe zij, door het onderwijs anders in te richten, om kunnen gaan met teruglopende leerlingaantallen Met behulp van moderne IT-mogelijkheden zijn ze daar goed in geslaagd. Als je scholen meer regelruimte geeft, leidt dat tot meer mogelijkheden om te denken in oplossingen en dit kan naar mijn mening prima hand in hand gaan met kwalitatief goed onderwijs.’
Straus: ‘Voor veel voortgezet onderwijs scholen is het gewoonweg niet meer mogelijk om alle onderwijssoorten eigenstandig aan te bieden. Samenwerking is dus noodzakelijk. Ik zie echter dat deze soms niet of te laat tot stand komt en dat scholen of schoolsoorten geheel uit sommige regio’s dreigen te verdwijnen en er voor leerlingen te grote reisafstanden dreigen te ontstaan. Dergelijke doemscenario’s zou ik graag voorkomen. Voor mij is de doelstelling helder: elk kind verdient recht op goed onderwijs op het type schoolsoort dat hem of haar past en optimaal uitdaagt. Daarvoor is het nodig dat op redelijk bereisbare afstand praktijkonderwijs én beroepsonderwijs én mavo én havo én vwo kan worden gevolgd. Met deze set aan voorstellen denk ik scholen beter in staat te stellen om zelf, in samenwerking met elkaar, tot oplossingen voor krimp te kunnen komen.
Bijlagen