Interview - Marietje Schaake: Europese technologie moet niet worden gebruikt voor schending mensenrechten - Main contents
Dit interview met Marietje Schaake verscheen op 3 september op de website van het Europees Parlement.
Technologie en toegang tot het internet zijn hulpmiddelen voor de vrijheid van meningsuiting maar kunnen ook worden gebruikt voor mensenrechtenschendingen. Op 8 september stemmen de leden over een verslag over de impact van afluister- en bewakingssystemen op de mensenrechten in derde landen. De EU moet het goede voorbeeld geven en Europese technologieën mogen niet bijdragen aan mensenrechtenschendingen, zei de rapporteur, het Nederlandse EP-lid Marietje Schaake (ALDE), voor de stemming.
Kunt u een aantal specifieke gevallen aangeven waarbij EU-technologie is gebruikt bij schendingen van mensenrechten in derde landen?
Technologie en toegang tot het internet hebben de mogelijkheid gecreëerd om schendingen van mensenrechten te documenteren of te delen maar hebben ook systemen gecreëerd die worden ontworpen en op de markt gebracht voor massaal afluisteren of het hacken van toestellen van mensen zonder hun toestemming. Systemen die informatie uit de computers, mobiele telefoons of laptops kunnen halen of die de camera of microfoon kunnen inschakelen en een opname starten zonder dat de eigenaar van het toestel dit weet. Dit is een grote markt ter waarde van miljarden euro’s waarop veel Europese ondernemingen actief zijn.
U kunt zich voorstellen wat deze systemen betekenen voor journalisten in landen waar de vrijheid en veiligheid van de pers niet vanzelfsprekend is, voor de oppositie, mensenrechtenverdedigers en activisten. Ik vind het cruciaal dat de EU een voorbeeld geeft en dat we ervoor zorgen dat technologieën die in de EU zijn gemaakt, niet bijdragen aan mensenrechtenschendingen.
Hoe kunnen de EU en het Europees Parlement hiervoor zorgen?
Allereerst moeten we meer kennis krijgen over wat deze technologieën daadwerkelijk kunnen doen. Vervolgens, wanneer het gaat om wetgeving, wil je niet overreguleren maar moet je beginnen met het nemen van maatregelen. Dit kan worden gezien in voorgestelde uitvoerregels door het beperken van de uitvoer of zelfs de beschikbaarheid van deze systemen. In het verslag roepen we op tot meer transparantie, meer verantwoordelijkheid en het meer in licentie geven van deze middelen, zodat we deze systemen niet verkopen aan onderdrukkende regimes. We moeten ook zorgen dat we geen middelen verkopen die bedrijfsspionage mogelijk maken en dat terroristische of andere actoren die geen staten zijn, niet in de EU gemaakte technologie kunnen kopen om te gebruiken tegen onze belangen en waarden.
Een andere aanbeveling, waarvan ik hoop dat die zal worden aangenomen maar die nog steeds controversieel is, is de roep om de versterking van het gebruik van encryptie, inclusief bij de communicatie met mensenrechtenactivisten en journalisten in derde landen.
In uw verslag roept u op tot meer samenhang tussen het buitenlandse optreden en het binnenlands beleid met betrekking tot ICT. Is ons binnenlands beleid voldoende om ervoor te zorgen dat deze technologieën niet worden gebruikt tegen burgers van de EU?
Dat is een zeer levendige discussie. We zien, zelfs de afgelopen maanden, dat landen als Frankrijk, waar ze in eerste instantie zeer kritisch waren over wat de NSA en de VS deden, ze inmiddels wetten hebben aangenomen die het gezag van de inlichtingenvergaring kunnen overtreffen, zonder het juiste toezicht en dat kan zeer indringend zijn. We hebben nood aan meer gesofisticeerde en gerichte maatregelen zoals betere samenwerking tussen inlichtingendiensten in Europa, zelfs een Europese dienst, zolang er voldoende democratisch en gerechtelijk toezicht is.
Er zijn systemen die, wanneer ze worden gebruikt in Europa met het juiste toezicht en waarborgen, legitieme doeleinden kunnen hebben maar die nooit legitieme doeleinden zouden kunnen hebben in landen als Syrië, Soedan of Rusland.