De eindeloze mensenstromen in Hongarije - AD - Main contents
Als dochter van een Hongaarse vluchteling is PvdA-Europarlementariër Kati Piri (36) de afgelopen twee dagen in Hongarije keihard met haar eigen familieverleden geconfronteerd. ‘Pijnlijk’ vond ze het te zien hoe onmenselijk juist haar geboorteland met vluchtelingen omspringt.
Hoe precies?
„Vanuit Europa hebben wij Hongarije geld gegeven voor opvang, maar het enige wat ik heb gezien waren eindeloze mensenstromen: geen eten of drinken, niets. De soms wel vijftig politiemensen op de treinperrons dragen mondkapjes, om de vluchtelingen te ontmenselijken. Ze worden stuk voor stuk gefouilleerd alsof het misdadigers zijn, krijgen geen hulp bij het instappen en geen water. Ik was in Beremend aan de grens. Kroatië zet de mensen er met bussen af, Hongarije brengt ze per bus naar de trein en linea recta door naar Oostenrijk. De laatste 7 kilometer moeten ze lopen. Het is één groot doorgangshuis, niemand wordt geregistreerd.”
Het meest schrijnende?
„Dat waren de enorme aantallen kinderen, van baby’s tot kleuters van 4,5 jaar. Ik dacht altijd dat fotografen en cameramensen daar extra op focussen, maar dat is niet zo, er zíjn gewoon heel veel jonge kinderen. Waar houdt dat op als hele gezinnen uit wanhoop massaal naar Europa komen? Het wordt hoog tijd dat wij die vluchtelingenstromen gaan managen, en dat niet langer overlaten aan de mensensmokkelaars.”
Het ging vroeger anders?
„De 200.000 Hongaren die in 1956 zijn gevlucht zijn buitengewoon warm opgevangen. We hadden toen nog niet het Europa van nu, en zeker niet de welvaart, er waren nog harde grenzen. Mijn vader is op zijn 16e, zonder het zijn ouders te zeggen, op de fiets naar Oostenrijk gevlucht. Hij maakte er op een door Nederland gefinancierde school zijn middelbare schoolopleiding af en kreeg toen een studiebeurs aan de universiteit van Utrecht. Hij is er nooit meer weggegaan, zijn vader heeft hij nooit meer teruggezien. Mijn moeder kwam negen jaar later naar Nederland, één jaar na mijn geboorte. Het is pijnlijk te zien hoe juist mijn geboorteland nu met vluchtelingen omspringt. Viktor Orbán is bij ons thuis geen held.”
Hoe verklaar je de harde Hongaarse opstelling?
„Hongarije is altijd een emigratieland geweest, de bevolking - waarvan driekwart geen andere taal spreekt - heeft zoiets nooit meegemaakt: sinds 1 januari 220.000 nieuwkomers. Daar op een correcte manier mee omgaan is blijkbaar moeilijk. Ik heb gelukkig ook veel hardwerkende vrijwilligers gezien. Die geven Hongarije weer een menselijk gezicht.”