EU moet Europese werknemers prioriteit maken

Source: A.M. (Agnes) Jongerius i, published on Friday, September 19 2014, 2:47.

Doordat werknemers van buiten Europa met een tewerkstelling voor één lidstaat overal in de EU kunnen werken, moet de positie van de Europese werknemer bewaakt worden

De uitspraak van het Europees Hof van Justitie in de zaak over energieleverancier Essent bracht de gemoederen afgelopen week behoorlijk in beweging. En dat is niet onterecht. De uitspraak kan verregaande gevolgen hebben: sociale dumping en verdringing op de arbeidsmarkt liggen op de loer. Deze uitspraak moet een wake-up call zijn voor de lidstaten, de nieuwe Europese Commissie en het Europees Parlement. De nieuwe ploeg van Juncker zal voortvarend aan de slag moeten gaan met de bescherming van werknemersrechten.

Wat is er aan de hand? In dit geval ging het om een dertigtal steigerbouwers van buiten de EU die legaal in Duitsland verbleven en in Nederland aan de slag gingen. Volgens de arbeidsinspectie hadden zij een tewerkstellingsvergunning nodig in Nederland, maar volgens het Europees Hof was het - in het kader van vrij verkeer binnen de EU - voldoende een dergelijke vergunning in Duitsland te hebben.

Deze uitspraak zet de deur open voor uitzendbureaus in EU-lidstaten om goedkope arbeidskrachten van buiten de EU onbeperkt aan te bieden. De rechter heeft namelijk geoordeeld dat als een werknemer een tewerkstellingsvergunning heeft in één lidstaat, deze overal geldt.

Concreet: een Albanees met een werkvergunning in Roemenië kan uitgezonden worden om in Nederland te komen werken als het uitzendbureau een overeenkomst heeft met een Nederlands bedrijf. Ook is door deze uitspraak duidelijk geworden dat in de huidige wetgeving marktwerking heilig is.

Dat moeten politici zich aantrekken, want als deze constructie gangbare praktijk wordt, is er een reëel gevaar dat grote groepen werknemers in de bouw- en transportsector hun sociale rechten zien verdampen. Of erger nog: volledig verdrongen worden van de arbeidsmarkt.

Deze gevaren zijn niet fictief. In juli kwamen meldingen van sociale misstanden bij het vervoer van goederen door meubelconcern IKEA. Op vragen die ik hierover stelde aan de Europese Commissie, kreeg ik enkel te horen dat de Commissie niet op de hoogte is, en dat er meer informatie nodig is om vast te kunnen stellen of het sociale dumping betreft. Een noodzaak tot verder onderzoek werd niet gemeld.

Alsof de mazen in de Europese regelgeving niet al groot genoeg zijn, lijkt het er met deze uitspraak op dat bedrijven nu nog meer speelruimte krijgen dan ze al hadden om met feitelijk legale constructies belastingen en sociale afdrachten te kunnen ontwijken en werknemersrechten niet te hoeven waarborgen. Het neoliberale gedachtegoed van een ongebreidelde vrije markt blijkt inmiddels stevig verankerd in de Europese regelgeving. Daarom heb ik aan de Europese Commissie gevraagd wat de gevolgen zijn van deze uitspraak.

De nieuwe Commissie zou er goed aan doen de belangen van de Europeanen op plek één te zetten. Jean-Claude Juncker lijkt gehoor te geven aan de roep om de zorgen die bestaan over sociale dumping aan te pakken. Hij heeft beoogd Eurocommissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken Marianne Thyssen in een brief de opdracht gegeven om ervoor te zorgen dat de detacheringsrichtlijn beter wordt nageleefd - of zo nodig wordt herzien. Deze richtlijn wordt nu nog vaak gebruikt om nationaal arbeidsrecht te omzeilen, en om via schijnconstructies te besparen op loonkosten en sociale rechten van werknemers.

Nu de gaten groter lijken dan het net, kan zelfs de Commissie niet meer haar ogen sluiten. Na de laissez-faire houding op het gebied van sociaal beleid de afgelopen 10 jaar is het tijd voor een Europese Commissie die de zorgen van de Europeanen wél in acht neemt. De sociaaldemocraten in het Europees Parlement zullen Juncker en Thyssen net zolang herinneren aan hun belofte totdat deze is ingelost, want een eerlijk loon voor eerlijk werk moet de standaard zijn en blijven.

Dit artikel verscheen 19 september op Joop.nl