Geen ‘koopkrachtjubeljaar’ voor gepensioneerden - Main contents
Liefst 700.000 huishoudens van gepensioneerden blijven na de door het kabinet beloofde ‘reparatie’ van hun koopkracht nog op de ‘0’ staan of ervaren zelfs een negatieve - soms zelfs fors negatieve - koopkrachtontwikkeling. 50PLUS vindt dat ronduit een blamage!
Mijn inbreng bij het wetgevingsoverleg over het Belastingplan 2016 met staatssecretaris Wiebes van Financiën.
‘Een gemiste kans’. Zo noemde het kabinet zelf het niet benutten van de 5 miljard lastenverlichting voor een fundamentele herziening van de belastingen. En ik ben dat helemaal met het kabinet eens! Ik zie zelfs drie gemiste kansen.
Afgezien van het niet realiseren van een fundamentele herziening van ons belastingstelsel - een eerste gemiste kans - is het niet bewerkstelligen van een meer evenwichtige koopkrachtonwikkeling voor werkenden, mensen die gewerkt hebben en mensen die niet kunnen werken een belangrijke tweede gemiste kans. 39 procent van de gepensioneerden - dat zijn zo’n 700.000 huishoudens - blijven na de zogenaamde ‘reparatie’ van hun koopkracht nog op de ‘0’ staan of ervaren zelfs een negatieve, soms fors negatieve koopkrachtontwikkeling. Ik vind dat ronduit een blamage. 2016 wordt een ‘koopkrachtjubeljaar 2016’ voor velen, maar helemaal niet voor uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden!
En ik nog zie een derde gemiste kans: de belastingwetgeving wordt complexer in plaats van begrijpelijker, laat staan beter uitvoerbaar. Zeker, het belastingplan van het kabinet bevat een dertiental vereenvoudigingsmaatregelen. Die juicht 50PLUS uiteraard toe. Fiscalist Arjo van Eysden van accountantskantoor EY turfde echter minstens 18 voorstellen die juist leiden tot ‘complexere wetgeving of administratieve lastenverzwaring’. Vooral voor het bedrijfsleven dreigt méér en een veel ingewikkelder administratie. Kan de staatssecretaris ons nog eens voorrekenen dat per saldo toch sprake is van vereenvoudiging met het voorgenomen maatregelenpakket voor 2016? En kan staatssecretaris Wiebes ook een uitvoerige reactie geven op de twee eerder genoemde gemiste kansen?
50PLUS vindt het belangrijk onverminderd te blijven streven naar betere uitvoerbaarheid en vereenvoudiging van het belastingstelsel. Wil de staatssecretaris mij uitleggen hoe het stelsel nu ‘robuuster’ gemaakt wordt? De brede belastingherziening lijkt immers in feite losgelaten?
Contents
Op het gebied van het inkomensbeleid heeft de steilere en volledige afbouw van de algemene heffingskorting vooral gevolgen voor de koopkracht van ouderen met een middeninkomen. Zij profiteren namelijk niet van de tijdelijke verhoging van de ouderenkorting. Deze groep gaat er daardoor tot 1,4 procent op achteruit. Ouderen die bovendien zorgkosten hebben gaan er zelfs nog meer op achteruit. Hoezo, koopkracht op ‘0’?! Hoe gaat de regering het koopkrachtleed van deze vrij brede groep ouderen verzachten? 50PLUS vindt dat er reden is voor de Zorgverzekeringswet (ZVW) de verhoging van de verlaagde inkomensafhankelijke zorgpremie met bijna 1 procent te schrappen. Dat zou een structurele verbetering van de koopkracht kunnen opleveren.
In 2016 is er éénmalig een beperkte stijging van de ouderenkorting voorzien. Dat is echter niet meer dan een ‘koopkrachtpleister op de wond’, en dat voor de periode van slechts één jaar. De koopkracht van ouderen met een AOW en een klein pensioen zal veel minder stijgen dan die van de groep werkenden met een vergelijkbaar inkomen. Vindt staatssecretaris Wiebes dat je dan kunt spreken van een evenwichtige koopkrachtreparatie? 50PLUS vindt dat de eenmalige verhoging van de ouderenkorting in 2016 structureel zou moeten worden.
Ik vraag me voorts af waarom de herziening van Box 3 deel uitmaakt van dit belastingplan. Een zo belangrijke en verstrekkende wetswijziging vereist een zeer zorgvuldige, aparte parlementaire behandeling. Dat kan eigenlijk niet binnen het beperkte tijdsbestek van de behandeling van het belastingplan. Het nieuwe Box 3-systeem is inderdaad ietsjes verfijnder en minder onrechtvaardig dan het huidige forfaitaire systeem, maar nog steeds benadert het wat 50PLUS betreft onvoldoende de individuele situatie van veel mensen.
Het Box 3-voorstel is vooral in het nadeel die beleggen - of liever gezegd sparen - om het pensioen aan te vullen. Omdat de beleggingshorizon van deze mensen relatief ‘kort’ is, zullen zij veelal niet geneigd zijn grotere beleggingsrisico’s te aanvaarden. Ook ouderen die een vermogen hebben lager dan 50.000 euro zullen hun geld over het algemeen niet beleggen in effecten, maar juist op een spaarrekening hebben staan. Al deze spaarders worden geconfronteerd met een fiks fictief rendement dat niet overeenkomt met het genoten rendement. Het behoeft geen betoog dat dit zéér nadelig kan uitpakken, bijvoorbeeld voor hen die uit veiligheidsoogpunt voornamelijk spaargeld hebben. Het mag toch niet zo zijn dat mensen zich gedwongen voelen méér beleggingsrisico te nemen louter en alleen om niet in te hoeven teren door het beslag dat de fiscus via een te hoge fictieve rendementsheffing mogelijk kan opleggen?
50PLUS vindt dat er snel werk gemaakt moet worden van het belasten van het feitelijk gerealiseerde rendement. 50PLUS is nog niet overtuigd dat dat onmogelijk is; er zijn immers andere landen waar wél het gerealiseerde rendement wordt belast. En kan het meer progressief maken van de rendementsheffing niet óók bereikt worden door het forfaitaire percentage van 4 procent te handhaven maar het bedrag van het heffingsvrije flink te verhogen. Een simpele en mogelijk doeltreffende oplossing. Hoe kijkt de staatssecretaris hier tegenaan?
Mooi dat de vrijstelling in de schenkbelasting eenmalig verruimd wordt en dat daarvan ook gebruik mag worden gemaakt buiten de gezinssituatie. Maar waarom wordt hiervoor een leeftijdsgrens van 40 jaar gehanteerd? Met het oog op de gemiddeld toenemende levensverwachting lijkt daar geen enkele reden toe. Ook vraagt 50PLUS zich af waarom deze verruimde schenking beperkt moet blijven tot besteding voor de eigen woning. Dit lijkt onrechtvaardig voor de grote groep mensen die huren, en dus niet kunnen profiteren van deze schenkingsverruiming.
Tot slot, de afschaffing van de Ouderentoeslag per 1 januari 2016. Formeel geen onderdeel van dit Belastingplan. Maar de afschaffing volgend jaar heeft grote gevolgen voor veel mensen, zeker voor diegenen die door afschaffing het recht op zorgtoeslag en huurtoeslag verliezen. Bij een vermogen tussen de 20.000 en 35.000 euro vervalt de huurtoeslag en bij een vermogen tussen ongeveer 100.000 en 120.000 euro vervalt in 2016 de zorgtoeslag. Voor betrokkenen kan dat echt duizenden euro’s schelen! Een gewetensvraag: vindt de staatssecretaris het aanvaardbaar dat 15 tot 20.000 huishoudens met zorgtoeslag en zo’n 10.000 huishoudens met huurtoeslag kans lopen op zo’n forse daling van de koopkracht als gevolg van de afschaffing van de ouderentoeslag? Wij vinden dat onverteerbaar. Wat gaat de staatssecretaris doen om mensen die zwaar gedupeerd worden door de afschaffing van de Ouderentoeslag tegemoet te komen?
Het zal u niet verbazen dat 50PLUS zwaar teleurgesteld is in de effecten van dit Belastingplan voor een grote groep mensen, te weten gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden. 50PLUS diende bij de Algemene beschouwingen een motie in, in essentie met de oproep gepensioneerden - die ruim hun deel hebben gedragen ‘van het zuur’ van de economische crisis - evenredig te laten delen in ‘het zoet’ nu het wat beter gaat. Die motie is verworpen in de Tweede Kamer.
Een vergelijkbare motie van 50PLUS is onlangs bij de Algemene Financiële beschouwingen in de eerste Kamer aangenomen. Wij hopen en verwachten van de regering dat zij met concrete voorstellen komt, waardoor gepensioneerden evenredig gaan delen in de voorgenomen lastenverlichting.