Vereenvoudigen overstappen naar andere bank (schriftelijk overleg) - Main contents
In april 2015 heeft de VVD een motie ingediend om het overstappen naar een andere bank makkelijker te maken. VVD Tweede Kamerlid Aukje de Vries: "De VVD is al langer van mening dat overstappen naar een andere bank makkelijker moet worden, want dat zorgt voor meer concurrentie in de bankensector. Na bijvoorbeeld de recente commotie over de salarisverhogingen kunnen klanten dan gewoon "stemmen met hun voeten" en overstappen." De Tweede Kamer heeft voor de motie van VVD en D66 gestemd. Naar aanleiding hiervan heeft er een schriftelijk overleg plaatsgevonden.
Inbreng schriftelijk overleg van het lid Aukje de Vries (VVD) ten aanzien van de brief “vereenvoudigen van overstappen naar een andere bank” (activiteitennummer 2015A04243)
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over het vereenvoudigen van het overstappen naar een andere bank naar aanleiding van de motie van de leden Aukje de Vries en Koolmees d.d. 9 april 2015. De VVD is van mening dat het vergemakkelijken van overstappen en nummerbehoud een positief effect heeft op de mogelijkheden voor nieuwe toetreders en dus meer concurrentie. Er zijn op dit moment te weinig nieuwe toetreders in de Nederlandse bankensector. Met als gevolg dat er te weinig diversiteit en weinig concurrentie is. Dit kan leiden tot onnodig hogere tarieven, lagere kwaliteit en beperktere innovatie. Om nieuwe toetreders extra kansen te geven, moeten klanten gemakkelijker kunnen overstappen naar een andere bank. Consumenten en bedrijven zijn zo ook beter in staat om hun eigen keuzes te maken. Als hun bank bijvoorbeeld te duur wordt, onvoldoende service levert of hoge bonussen uitkeert, kunnen consumenten en bedrijven “stemmen met hun voeten”.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er veel onderzoeken lopen naar het overstappen naar een andere bank en naar nummerportabiliteit. Dat is natuurlijk goed. Maar uiteindelijk moet het ook (snel) leiden tot concrete vervolgstappen om het overstappen daadwerkelijk makkelijker te maken. De VVD vindt dat hiermee meer tempo moet worden gemaakt. En daarover heeft de VVD dan ook nog een aantal vragen.
Het onderzoek van De Nederlandsche B ank (DNB) naar overstapgedrag van consumenten is eind 2015 gereed. Het onderzoek van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) is in het voorjaar 2016 gereed. In hoeverre is het mogelijk dit onderzoek eerder (begin 2016) af te ronden, zodat ook eerder vervolgstappen kunnen worden gezet?
Bij het onderzoek van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) staat geen datum vermeld. Wanneer is dit gereed? Hoe wordt het onderzoek van de ACM naar (Europese) nummerportabiliteit meegenomen in de
besluitvorming en vervolgstappen? Hoe worden de mogelijke wijzigingen in de Overstapservice meegenomen in het onderzoek, bijvoorbeeld vanwege de implementatie van de betaalrekeningenrichtlijn (denk aan het meenemen van periodieke overboekingen)?
Bij het onderzoek van DNB naar de technische belemmeringen binnen de huidige infrastructuur in Nederland om over te stappen naar nummerbehoud staat ook geen datum vermeld. Wanneer is dit gereed?
De VVD zou het zeer wenselijk vinden dat de relevante onderzoeken zodanig worden gepland dat ze allemaal begin 2016 zijn afgerond, zodat daarna concrete vervolgstappen gezet kunnen worden. In hoeverre is dit mogelijk? Waarom zou dit niet mogelijk zijn? Hoe ziet de Minister een afgestemde aanpak van vervolgstappen indien de onderzoeken niet gelijktijdig worden afgerond?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de ministers voornemens is een opdracht te geven aan een in FinTech gespecialiseerde externe adviseur om onderzoek te doen naar trends die van invloed kunnen zijn op een grotere mobiliteit binnen de financiële sector en op overstappen. De VVD vindt dit een positief initiatief. Welke partijen zullen allemaal betrokken worden bij dit FinTech-onderzoek? Wanneer wordt dit onderzoek naar verwachting afgerond? In hoeverre is het haalbaar dit ook begin 2016 af te ronden?
De leden van de VVD-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van het feit dat de Europese Commissie blijkbaar geen prioriteit geeft aan nummerbehoud en nummerportabiliteit. In hoeverre zijn er andere landen in de EU (en welke dan) die zich ook inzetten voor overstappen en nummerportabiliteit? In hoeverre is EU-commissaris Hill wel bereid om ervoor te zorgen dat wordt voorkomen dat er nieuwe wet- en regelgeving op EU-niveau wordt aangenomen die nummerbehoud en nummerportabilteit in de toekomst (nog verder) zou kunnen bemoeilijken?
De voorstellen in de brief richten zich vooral op overstappen door consumenten, maar feitelijk geldt het ook voor bedrijven. Zo is er ook een zakelijke overstapservice. Bent u bereid om deze ook op korte termijn te (laten) evalueren en verbeteren, bijvoorbeeld voor medio 2016? Zo nee, waarom niet? Wanneer kunnen daar concrete vervolgstappen worden gezet ter verbetering van het zakelijk overtappen?
In de brief van de Minister wordt ook ingegaan op de transparantie en inzicht in tarieven om de mobiliteit van consumenten te vergroten. Dat is een goede ontwikkeling. Wat is de planning van de implementatie van de betaalrekeningenrichtlijn in Nederlandse wet- en regelgeving?
Maar voor transparantie geldt hetzelfde natuurlijk voor het MKB. Bent u bereid om met de banken af te spreken dat er meer transparantie komt (bijvoorbeeld op websites van banken) over de informatie voor het MKB over acceptatiecriteria en financieringstarieven? Zodat de oriëntatie op andere aanbieders makkelijker kan plaatsvinden door het MKB. Zo nee, waarom niet? Bent u bereid om met banken af te spreken dat MKB-ers eerder worden geïnformeerd over het aflopen van de renteperiode, zodat men langer de tijd heeft om een alternatief te zoeken? Zo nee, waarom niet? Dit is namelijk conform het advies van de Autoriteit
Consument & Markt in het rapport Concurrentie op de markt voor MKB-financiering (juni 2015).
Kan de minister de Tweede Kamer bij dit Schriftelijk Overleg ook informeren over de definitieve uitkomsten met betrekking tot de nieuwe betaaldienstenrichtlijn (PSD II)? Wat is de planning van de implementatie van de nieuwe betaaldienstenrichtlijn in de Nederlandse wet- en regelgeving?