Dit kabinet heeft niets op met gepensioneerden - Main contents
Het Belastingplan 2016 heeft wat 50PLUS betreft drie belangrijke manco’s. Ik legde ze staatssecretaris Wiebes van Financiën voor. Want één ding is zeker: dit is niet het kabinet met aandacht voor gepensioneerden. Integendeel, dit kabinet heeft niets op met ouderen.
Mijn inbreng bij de plenaire afronding in de Tweede Kamer van het Belastingplan 2016:
“Het Belastingplan 2016 waar we vandaag over spreken heeft wat 50PLUS betreft drie belangrijke manco’s. Er is 1. géén sprake van een fundamentele belastingherziening, 2. géén sprake van evenwichtige koopkrachteffecten, 3. er is géén sprake van substantieel eenvoudiger, laat staan voor de burger begrijpelijker stelsel.
Vorige week maandag bij het Wetgevingsoverleg heeft staatssecretaris Wiebes gezegd dat hij de intentie had ‘iedereen tevreden te stellen’, zonder de illusie te hebben dat iedereen ‘totaal gelukkig wordt’. Een hoopgevende en realistische insteek, zoals wij dat gewend zijn van deze staatssecretaris. Een brief met denkrichtingen werd aangekondigd.
In die brief wordt aan het begin nog eens benadrukt dat verschillende politieke wensen op tafel zijn gelegd waarvan - en ik citeer - ‘de vervulling kan bijdragen’ aan het draagvlak voor het belastingplan.
Die terecht voorzichtige maar toch positieve signalen hebben bij veel ouderen en bij de 50PLUS-fractie de hoop op een aanvullende koopkrachtreparatie een heel klein beetje doen toenemen.
Maar wie de rest van de brief leest, kan niet anders dan vaststellen dat het een klap in het gezicht van ouderen is. Eén ding is zeker: dit is niet het kabinet met aandacht voor gepensioneerden, integendeel! Dit kabinet heeft niets op met ouderen.
Ik zie nog niet het begin van een aanzet tot nadere koopkrachttegemoetkoming voor gepensioneerden. Wél een uitvoerige herhaling van bekende en uitgekauwde argumenten om dat juist níet te doen.
De staatssecretaris daagt 50PLUS daarmee uit tot een nadere onderbouwing van onze argumenten.
Het voorliggende Belastingplan voorziet nu in een magere koopkrachtreparatie, alléén voor het jaar 2016. Dat is winst - wij tellen onze zegeningen - maar het is te weinig en oneerlijk ten opzichte van werkenden.
Waarom een incidentele beperkte koopkrachtreparatie voor gepensioneerden en een forse structurele voor werkenden? Hoe wordt dit verschil - incidenteel versus structureel, en laag versus hoog - gerechtvaardigd? Via de voorzitter vraag ik de staatssecretaris: overtuig ons!
50PLUS is het met de staatssecretaris eens dat het gemiddelde koopkrachtbeeld voor ouderen boven de ‘0’ uitkomt. En natuurlijk kan nooit worden voorkomen dat ‘individuele gevallen’ buiten de boot vallen. Maar dit kabinet zegt ook te staan voor een evenwichtige koopkrachtontwikkeling. Als ik dan zie, dat 39% - ik herhaal 39% - van de gepensioneerden op de ‘0’ blijven, óf tot meer dan 5% koopkracht verliezen, en ik zet dit af tegen de in totaal 5% van de werkenden, die op de ‘0’ blijven of tot maximaal 2% koopkracht inleveren, dan daag ik de staatssecretaris weer uit: overtuig ons, de Kamer en de partijen van de senatoren die de motie Nagel hebben aangenomen dat dat rechtvaardig en evenwichtig is!
50PLUS vindt dat er alle reden is structureel meer te doen aan de koopkracht van ouderen. Gepensioneerden delen weliswaar voor structureel 400 miljoen euro in de lastenverlichting door aanpassing van de fiscale schijven. Tegenover de eenmalige tegemoetkoming voor gepensioneerden van rond 400 miljoen door de incidentele verhoging van de ouderenkorting in 2016 staat echter een lastenverzwaring van structureel meer dan 500 miljoen vanwege de verlaging van de Ouderenkorting vanaf 2017 en de afschaffing van de Ouderentoeslag in 2016. Daar komt nog eens zeker 100 miljoen bij door de hogere inkomensafhankelijke premie voor de zorgverzekeringswet (ZVW). Is dát evenwichtig? Ik vraag het weer aan de staatssecretaris: overtuig ons dat dat rechtvaardig en evenwichtig is!
Deze buitengewoon trieste balans voor gepensioneerden heeft 50PLUS gebracht tot het indienen van twee amendementen (zie kader onderaan) die gericht zijn op het structureel méér in evenwicht brengen van de koopkrachtontwikkeling voor gepensioneerden met die van werkenden, één amendement voor het structureel maken van de eenmalig verhoogde Ouderenkorting, en één amendement voor het niet afschaffen van de Ouderentoeslag.
De premiewijziging voor de inkomensafhankelijke zorgverzekeringwet baart 50PLUS zorgen. Deze zet gepensioneerden wéér verder op afstand van werkenden. Wij vragen wat de rechtvaardiging is van deze verschuiving van premiedruk van werkgevers naar mensen zonder werkgevers, in het bijzonder ouderen. Het resultaat is een koopkrachtverlies van zo’n 75 euro (0.3%) voor een paar met AOW en een aanvullend pensioen van € 10.000. Wij overwegen hierover in tweede termijn een motie in te dienen.
50PLUS denkt dat met beide ingediende amendementen én het terugdraaien van de verhoging van de premie inkomensafhankelijke zorgverzekeringswet voor gepensioneerden volgend jaar meer evenwicht gebracht kan worden in de koopkrachtontwikkeling van werkenden en gepensioneerden.
De leeftijdsgrens van 40 jaar voor de verruimde schenkingsvrijstelling vinden wij niet juist, zelfs discriminerend. Begunstigden die ouder dan 40 jaar zijn kunnen toch nét zo goed te maken hebben met vergelijkbare schuldenproblematiek in verband met de eigen woning. Zouden die dan niet geholpen hoeven te worden? Met welk recht? Of is het een ordinaire geldkwestie? Graag een toelichting.
Over de Box III heffing hebben wij al uitvoerig gesproken. Wij vinden de gevolgen voor de voorzichtige spaarder met vermogen van enige omvang zeer kwalijk. Dat zijn vaak ouderen. Kan staatssecretaris Wiebes daar nog eens op ingaan en is hij bereid onomwonden de toezegging te doen dat heffing over het gerealiseerde rendement zal worden ingevoerd, onmiddellijk zodra dit technisch mogelijk is? Wij overwegen hierover in tweede termijn een motie in te dienen.
Staatssecretaris Wiebes zei in de zomer van dit jaar dat de medewerkers van de Belastingtelefoon de ‘oren’ van de Belastingdienst zijn. Dan hebben deze medewerkers de afgelopen dagen zeker ook de vele verontrustende geluiden opgevangen over het digitaal communiceren met de Belastingdienst en naar aanleiding van de campagne ‘Vaarwel blauwe envelop’. Ook 50PLUS en lokale ouderenpartijen worden overstelpt door signalen van ouderen die zéér bezorgd zijn over het verdwijnen van de blauwe envelop. Natuurlijk, digitalisering van de communicatie moet doorgaan, maar wij herinneren de staatssecretaris aan de toezeggingen die zijn gedaan om mensen die de overstap naar het digitale domein niet meer kunnen maken actief tegemoet te komen.
Kan de staatssecretaris nog eens klip en klaar uiteenzetten wat hij voor betrokkenen gaat doen? En kan hij de ongerustheid nog deze week wegnemen?
In de memorie van toelichting van de betreffende wet staat de passage ‘het zal verder mogelijk blijven om in gevallen waarin dat nodig is, een papieren kopie van de elektronische beschikking te verstrekken'. Kan de staatssecretaris toelichten hoe hij dit voornemen in de praktijk brengt en vooral hoe hij hierover gaat communiceren?
Tot slot: de alléénverdieners. 50PLUS vindt, ondanks de toelichting in de brief van vrijdag, dat de lastendruk voor alleenverdieners in vergelijking met tweeverdieners onevenwichtig uitpakt. Het kabinetsvoorstel steunen wij niet. Het biedt nauwelijks soelaas. Het legt de rekening ook niet gericht dáár neer waar nu de grootste plussen zitten. Wij zouden kiezen voor dekking van het opplussen van alleenverdieners vanuit de Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), die immers al flink is en wordt opgehoogd. Wij staan positief tegenover het SGP-amendement daarover.
Samenvattend: 50PLUS wil een structurele en evenwichtige verbetering van de koopkracht van ouderen en daarnaast een verbetering van de positie van de alleenverdiener. Als hij beide groepen tegemoet komt, kan de staatssecretaris op onze steun voor het Belastingplan 2016 rekenen.”
Het eerste amendement dat 50PLUS indiende zorgt ervoor dat de in het wetsvoorstel opgenomen verlaging van de hoge ouderenkorting met € 222 per 2017 géén doorgang vindt. De eenmalige verhoging van de ouderenkorting voor 2016 die deel uitmaakt van het Belastingplan 2016 wordt structureel gemaakt. Ter dekking van deze maatregel wordt het bedrag van de maximale arbeidskorting (€ 3.103) met ingang van 2017 ten opzichte van het wetsvoorstel met € 67 verlaagd. Doel van het amendement is de koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden méér in lijn te brengen met die van werkenden. Het positieve inkomenseffect van dit amendement is gemiddeld 0,7% voor gepensioneerden met een inkomen tot € 35.949.
Het tweede amendement van 50PLUS beoogt te bereiken dat de ouderentoeslag in Box III niet wordt afgeschaft. De verhoging van het heffingsvrije vermogen voor ouderen met een inkomen uit werk en woning van niet meer dan € 20.075 (cijfer 2015) vervalt op grond van het Belastingplan 2015 met ingang van 1 januari 2016. Dit amendement regelt dat deze zogenoemde ouderentoeslag toch wordt gecontinueerd. Deze maatregel wordt gedekt door het verlagen van de algemene heffingskorting in de loon- en inkomstenbelasting. Het maximale bedrag van de algemene heffingskorting wordt ten opzichte van het wetsvoorstel met € 14 verlaagd naar € 2216 en het afbouwpercentage van de algemene heffingskorting wordt op grond van het in het wetsvoorstel opgenomen artikel 10.6b van de Wet inkomstenbelasting 2001 in dat geval automatisch verlaagd van 4,796% naar 4,766%. Met het amendement wordt beoogd de koopkrachtontwikkeling voor gepensioneerden met een laag inkomen structureel meer in lijn te brengen met de koopkrachtontwikkeling voor werkenden. Voor de betroffen huishoudens wordt een negatief inkomenseffect van gemiddeld 1,2% voorkomen. Door dit amendement wordt voorkomen dat als gevolg van afschaffing van de ouderentoeslag 15.000 tot 20.000 huishoudens Zorgtoeslag kwijtraken, en circa 10.000 huishoudens Huurtoeslag kwijtraken. |