Europees Parlement wil shoppende pensioenfondsen blokkeren - Main contents
Foto Flickr/European Parliament/Pietro Naj-Oleari
Het Europees Parlement stemt vandaag voor de herziening van de Europese pensioenrichtlijn IORP. Strengere eisen moeten een zoektocht naar de meest coulante toezichthouder voorkomen. Paul Tang onderhandelde over deze richtlijn namens de sociaaldemocratische fractie in het Europees Parlement.
Tang is tevreden met het eindresultaat: “pensioenfondsen beheren andermans geld, dus het is belangrijk dat er strenge eisen gelden. In Nederland is deze bescherming goed geregeld, maar wat als een pensioenfonds naar een ander land verhuist, omdat daar minder strenge regels gelden? Om dit soort praktijken te voorkomen, voeren we een Europese zorgplicht in. Door deze zorgplicht mag een pensioenfonds pas verhuizen als de toezichthouder van het gastland kan aantonen dat leden van het fonds voldoende beschermd worden.”
Het komt nog niet vaak voor dat pensioenfondsen grensoverschrijdend opereren. Van de ongeveer 25.000 pensioenfondsen in de EU opereren er nog geen honderd grensoverschrijdend. Toch zijn er gevallen bekend van pensioenfondsen die ‘shoppen’ naar een land met een coulant regime. Zo zijn er Nederlandse pensioenfondsen die op dit moment onderzoeken of ze bij een verhuizing naar België onder een lichter regime vallen.
Tang is verder blij dat de Europese pensioenwet nationale fondsen niet met onnodige regels opzadelt: “het is goed dat de richtlijn lean & mean blijft, en zich vooral richt op grensoverschrijdende problemen. De Commissie wilde aanvankelijk dat Europa zich ging bemoeien met het lettertype en de nietje in het pensioenoverzicht. Dat kan prima in landen zelf geregeld worden.”
“Wat we in deze richtlijn wel kunnen afspreken, zijn minimumeisen rond informatievoorziening en het bestuur van pensioenfondsen. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de richtlijn pensioenfondsen verplicht om sociale en milieurisico´s mee te wegen in hun investeringsbeslissingen. Mensen die hun pensioen inleggen dragen op die manier niet ongewild bij aan bijvoorbeeld fossiele energieprojecten of wapenhandel.”