Antwoord Commissie op parlementaire vraag over surveillancelijsten en vliegverbodslijsten in de VS en de EU - Main contents
D66-Europarlementariër Sophie in 't Veld heeft de Europese Commissie schriftelijke vragen gesteld over surveillancelijsten en vliegverbodslijsten in de VS en de EU. Eurocommissaris Avramopoulos heeft geantwoord.
Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-012096/2015 aan de Commissie
Artikel 130 van het Reglement
Sophia in 't Veld (ALDE)
Betreft: Surveillancelijsten en vliegverbodslijsten in de VS en de EU
De Amerikaanse autoriteiten maken gebruik van zogenaamde "watch lists" en "no-fly lists" om bepaalde individuen in de gaten te houden en te voorkomen dat zij reizen. Personen worden op de lijsten gezet op basis van een schatting van de waarschijnlijkheid dat zij in de toekomst een misdrijf zullen begaan, en niet zozeer omdat er sprake is van een redelijk vermoeden van schuld. De Amerikaanse vliegverbodslijsten worden met 22 andere landen gedeeld.
Welke EU-lidstaten en EU-instanties maken gebruik van de door de VS opgestelde lijsten, en welke EU-lidstaten beschikken over een lijstensysteem dat vergelijkbaar is met het Amerikaanse systeem?
Is de Commissie van mening dat het in overeenstemming is met de wettelijke normen en het Handvest van de grondrechten van de EU om een persoon op basis van weinig tot geen bewijsmateriaal op een lijst te plaatsen, waarna het voor die persoon zeer moeilijk is om weer van de lijst te worden geschrapt?
Zo niet, welke maatregelen gaat de Commissie nemen om de bescherming van de rechten van de EU-burgers te waarborgen, met name in de lidstaten die de Amerikaanse grensautoriteiten toestaan om te opereren op EU-grondgebied?
NL
E-012096/2015
Antwoord van de heer Avramopoulos namens de Commissie (2.2.2016)
De Commissie heeft begrepen dat de lijsten en databanken waarnaar wordt verwezen, zijn opgesteld in het kader van maatregelen inzake nationale veiligheid, die bijgevolg buiten de in de Verdragen omschreven bevoegdheid van de EU vallen.
De Commissie heeft geen informatie over het gebruik van dergelijke lijsten of databanken door de lidstaten.
Indien dit gebruik zou bestaan, heeft het geen betrekking op de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving. Krachtens artikel 51, lid 1, is het EU-Handvest van de grondrechten bijgevolg niet van toepassing op dit gebied. De lidstaten moeten evenwel de grondrechten eerbiedigen zoals vastgelegd in hun nationale grondwet en de internationale overeenkomsten waarbij zij partij zijn.