Antwoord op vragen over het lot van gewonde Koerden in de Turkse stad Cizre

Source: J.H. (Han) ten Broeke i, published on Wednesday, March 2 2016.

Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Ten Broeke (VVD) over het lot van gewonde Koerden in de Turkse stad Cizre (ingediend 16 februari 2016).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere vragen over de situatie in de Turkse stad Cizre? 1)


Antwoord op vraag 1

Ja.


Vraag 2


Wat is het lot van de in de kelder vastzittende Koerden? Zitten zij nog steeds vast in het kruisvuur tussen PKK-strijders en speciale eenheden van het Turkse leger? Om hoeveel personen gaat het? Hoeveel zijn daarvan momenteel nog in leven?

Vraag 3


Wat is inmiddels ondernomen om deze personen te bevrijden uit hun benarde positie? Zijn er pogingen gedaan om noodzakelijke medische zorg aan hen te verlenen? Zijn die pogingen succesvol geweest? Graag een toelichting.


Vraag 4


Is er binnen de intensieve contacten tussen Europa, Nederland en Turkije, met name gericht op de vluchtelingenproblematiek, aandacht voor deze kwestie? Hebben de EU en Nederland bij Turkije aangedrongen op het bieden van hulp aan de vastzittende Koerden in Cizre? Zo ja, op welke manier en wat is het resultaat daarvan geweest? Zo nee, waarom niet en bent u van plan dit alsnog te doen? Graag een toelichting.

Antwoord op vragen 2, 3 en 4

Op zondagavond 7 februari heeft de politie een kelder ontzet in Cizre waarin een onbekend aantal mensen zich een aantal weken lang schuil hield. Hierbij is een onbekend aantal mensen omgekomen. Volgens Turkse autoriteiten betreft het PKK-strijders. Volgens HDP betreft het gewonde burgers, waaronder kinderen.

Zoals u bekend blijft het kabinet bij partijen erop aandringen de wapens neer te leggen en het vredesproces te hervatten, zeker nu de burgerbevolking letterlijk tussen twee vuren ligt en mensen, zoals in dit geval, geen medische hulp konden krijgen door het voortdurende geweld. Het kabinet herhaalt ook dat de Turkse regering in haar recht staat om maatregelen te nemen tegen terroristische bedreigingen, ook als die uitgaan van de PKK. Die moeten proportioneel zijn en respect voor mensenrechten en internationaal humanitair recht dient voorop te staan. Nederland en de EU brengen dit zeer geregeld op bij de Turkse autoriteiten en benadrukken dat dit nu te meer klemt nu de burgerbevolking zo lijdt onder de huidige vijandelijkheden.

  • 1) 
    Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015-2016, nr. 1473