Groot belang bij een stabiel en welvarend Oekraïne - Main contents
Het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne zou ook echt dáár over moeten gaan. We hebben simpelweg een groot belang bij een stabiel en meer welvarend buurland aan de oostgrens van de Europese Unie. En dat is wat het verdrag beoogt.
Dit schreef ik vandaag in een opiniestuk in NRC Next.
Voor veel mensen is Oekraïne ver weg maar Kiev ligt slechts op 2000 kilometer, dichterbij dan een EU-hoofdstad als Lissabon. Oekraïne is na Turkije ons grootste buurland. Het grenst aan vier EU-landen: Polen, Slowakije, Hongarije en Roemenië. Het is een van de armste landen van Europa, na Georgië en Moldavië. Ook met hen sloten we eerder associatieakkoorden. Het land staat er slecht voor en de stabiliteit is kwetsbaar.
De bevolking heeft duidelijk gemaakt dat ze verdere samenwerking met de Europese Unie wil. Die samenwerking, uitgewerkt in het akkoord, gaat vooral over economisch herstel en het opbouwen van een rechtsstaat.
Niet alleen de bevolking van Oekraïne heeft een groot belang bij het aanpakken van corruptie en misdaad, bij het op gang helpen van de economie, bij een goed bestuur van Oekraïne, maar ook haar Europese buren. En daar gaat dit verdrag over.
De fase waarin Oekraïne zit, maakt duidelijk dat zij geen lid van de Europese Unie kan worden. De Unie heeft belang bij stabiliteit, binnen en buiten haar grenzen.
En juist daaraan schiet het momenteel tekort. Het sterker en stabieler maken van Oekraïne is een gezamenlijk belang. Het akkoord regelt daarom samenwerking op uiteenlopende terreinen als economie en handel, veiligheid, terrorisme en migratie.
Los van dit akkoord wordt Oekraïne financieel ondersteund door de internationale gemeenschap. De meeste steun komt van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dat daarvoor ingrijpende hervormingen afsprak met Oekraïne. Als deze worden doorgevoerd, kan Oekraïne circa 15,5 miljard euro lenen. Daarnaast komt 1,8 miljard van de Europese Unie. Van Nederland wordt daarvoor geen extra bijdrage gevraagd.
Andere landen, waaronder de VS, China, Japan, en Canada hebben ook rechtstreeks financiële steun toegezegd. Nederland zit daar niet bij.
Het enige wat nu van Nederland wordt gevraagd is akkoord te geven op ondersteuning van een groot en kwetsbaar buurland, waar de internationale gemeenschap ons al in is voorgegaan. Een land dat in potentie een belangrijke handelspartner kan worden voor haar buren. En in ieder geval een land dat, met onze hulp, de kans heeft een veilige, democratische rechtsstaat te worden die op eigen benen kan staan. En dat is zeker ook in ons belang in een tijd waarin de instabiliteit en onveiligheid om ons heen toeneemt.