Debat over Rijkssanctiewet - Main contents
Op 16 maart 2016 werd in de Tweede Kamer gedebatteerd over Rijkssanctiewet.
Lees hier het hele verslag terug
Inbreng Han ten Broeke (VVD):
Voorzitter. Wij staan hier nu in ieder geval een keer voor de behandeling van een echt wetsvoorstel. Bij ons in de commissie wordt daar regelmatig over gesproken: wanneer kunnen wij nu een keer plenair debatteren over een wetsvoorstel? Vandaag is dat het geval.
Elf jaar geleden gingen de inwoners van Curaçao naar de stembus in het kader van een referendum, waarover de politici van Curaçao destijds, anders dan met ons eigen raadplegende referendum van 6 april het geval is, hadden afgesproken dat de uitslag bindend zou zijn. 68% van de kiezers koos ervoor om de Antillen te verlaten en van Curaçao een autonoom land te maken binnen ons Koninkrijk. Dit besluit bracht met zich mee dat Curaçao het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden zou aanvaarden, met — zoals de Curaçaose PAR-fractie correct vaststelde in het verslag naar aanleiding van het wetsvoorstel — de lusten en de lasten die daarmee gepaard gaan.
Zoals artikel 3 van het Statuut bepaalt, vallen de buitenlandse betrekkingen onder het Koninkrijk. Ik laat het aan u over om te beoordelen of dit lusten of lasten zijn. Ik geef wel in overweging dat de eilanden voor de last van het gezamenlijke buitenlands beleid ook de lust van de collectieve defensie door Nederland genieten, een lust die door de Nederlandse belastingbetaler mogelijk wordt gemaakt.
De Rijkssanctiewet die nu voorligt, zou niet nodig zijn geweest als de autonome landen, inclusief Curaçao, hun eigen sanctielandsverordeningen adequaat hadden aangepast, of, simpeler gezegd, de EU-sancties gewoon hadden overgenomen. De landen Aruba en Sint-Maarten hebben de nationale trajecten daartoe inmiddels afgerond, maar op Curaçao hebben de Staten een ontwerplandsverordening hiertoe verworpen. Hierdoor is een sanctiewet op rijksniveau het enige resterende middel dat ons garandeert dat Curaçao de EU-sancties overneemt en het buitenlandbeleid van Nederland en Europese Unie gewaarborgd blijft. De VVD-fractie heeft dan ook met verbazing kennisgenomen van het verslag van de Staten van Curaçao. Zo beweert de MFK, dat is de partij van de veroordeelde ex-premier en het huidige Statenlid Schotte, dat "Curaçao zelf moet kunnen beslissen om sancties te nemen tegen andere landen." Neem de MAN-fractie, die uitspreekt dat er natuurlijk weer sprake is van een "aan arrogantie grenzend voorstel." Dat hebben wij ook wel vaker gehoord. Beide fracties trekken zich weinig aan van het feit dat het land zich heeft gebonden aan het Statuut, met dank aan een bindende uitspraak van 68% van de eigen bevolking, voeg ik daar nog eens aan toe. En dus is het simpel: je bent onderdeel van het Koninkrijk en dan houd je je aan het Statuut, of je gaat eruit en dan ben je vrij in het voeren van een eigen buitenlands beleid. Ik kijk nu al met spanning uit naar de kandidatuur van Curaçao voor de VN-Veiligheidsraad.
Sancties tegen landen die de internationale rechtsorde verstoren of zich zelfs schuldig maken aan terrorisme zijn een bot wapen. Dat weten wij allemaal. Het wordt ook zelden ingezet en het is ook niet altijd even effectief. Als dat botte wapen moet worden ingezet, werkt het alleen als de Europese Unie en het Koninkrijk daarin volstrekte eenheid tonen. Ik had het daar zojuist ook al over in een interruptiedebatje met de heer Van Laar. Het kan niet zo zijn dat wij binnen het Koninkrijk een andere uitvoering toestaan. Daarmee zou het Koninkrijk zich bijzonder kwetsbaar maken en kunnen de sancties worden gedelegitimeerd, met als gevolg dat de internationale positie van ons Koninkrijk zou worden geschaad.
De Rijkssanctiewet heeft wat mijn fractie betreft niets, maar dan ook helemaal niets, te maken met een poging om onze wil uit machtsvertoon op te leggen aan de partnerlanden binnen het Koninkrijk. Het tegendeel is het geval. Wij schikken ons juist in een rechtsorde die voor ons allen even belangrijk zou moeten zijn, bijvoorbeeld als het gaat om de internationale strijd tegen het terrorisme. Het betreft slechts een uitvoering van het Statuut. Dat Statuut hebben wij nu juist ondertekend mede overeenkomstig de wens van de eilanden. Wij hebben eenheid van buitenlands beleid. Zo hebben wij dat met elkaar afgesproken en dat is in het voordeel van iedereen. Laat er geen misverstand over bestaan: nog steeds houdt onze regering rekening met de landen, door hen te consulteren, te benaderen en op tijd in te lichten. Dus aan alle zorgen van de heer Van Laar wordt volgens mij al ruimschoots tegemoetgekomen. Alles wordt op maat gesneden.
Curaçao kiest zijn eigen vrienden. De vraag is soms of het dat altijd even zorgvuldig doet. Dat kun je ook van sommige Statenleden zeggen. Maar dat is op dit moment niet het issue. Het issue is of een land dan ook de ruimte moet hebben om een eigen buitenlandbeleid te voeren. Wij zeggen nee. Bovendien horen wij de eilanden nooit klagen als Nederland hun defensie waarborgt. Als wij het hebben over de lusten en de lasten, lijken sommige Curaçaose Statenleden dat al heel snel te vergeten. Zo werkt het dus niet: het is erin of eruit, meedoen of jezelf buitenspel zetten en dus buiten het Statuut plaatsen. Zolang Curaçao een autonoom land is binnen het Koninkrijk, zal het zich aan het Statuut en dus aan de eenheid van het buitenlands beleid moeten houden, desnoods — zo stelt mijn fractie vast — met behulp van een sanctiewet die dat garandeert. Ik had hem liever niet besproken maar het is mooi dat we het vandaag toch eens een keer kunnen doen.
Zie ook:
Caribisch netwerk ’Conflicten over sancties geen onderdeel van geschillenregeling'