Brief regering; Informatie over de start van het traject ‘beter aanbesteden’ - Evaluatie Aanbestedingswet 2012 - Main contents
Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 34252 - Evaluatie Aanbestedingswet 2012.
Contents
Officiële titel | Evaluatie Aanbestedingswet 2012; Brief regering; Informatie over de start van het traject ‘beter aanbesteden’ |
---|---|
Document date | 04-04-2016 |
Publication date | 04-04-2016 |
Nummer | KST342522 |
Reference | 34252, nr. 2 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2015
2016
Evaluatie Aanbestedingswet 2012
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 31 maart 2016
In de kabinetsreactie op de evaluatie van de Aanbestedingswet 2012 (Kamerstuk 34 252, nr. 1) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over mijn voornemen om in te zetten op het verbeteren van de kwaliteit van aanbestedingen. Hierbij informeer ik uw Kamer over de start van het traject «beter aanbesteden».
Uit de evaluatie van de Aanbestedingswet 2012 kwam naar voren dat de ervaren problemen rond aanbestedingen niet zitten in de wet zelf, maar in de toepassing van de aanbestedingsregels. Om deze reden wil ik inzetten op het verbeteren van de kwaliteit van aanbestedingen in de praktijk, het beter aanbesteden. In overleg met aanbestedende diensten en ondernemers is geïnventariseerd op welke wijze het beste invulling kan worden gegeven aan beter aanbesteden. Daaruit blijkt dat er veel kan worden gewonnen als ondernemers en aanbestedende diensten hun werkwijzen zodanig inrichten dat dit over en weer tot minder frustratie leidt. Zo wordt het maken van fouten in de aanbesteding door de aanbestedende dienst als één van de grootste ergernissen van het bedrijfsleven genoemd. Tegelijkertijd zijn er ook veel ergernissen bij aanbestedende diensten. Ook het verder verminderen van offertekosten is een aandachtspunt. De evaluatie en de daarna gevoerde gesprekken geven signalen dat er grote behoefte is aan betere communicatie tussen aanbestedende diensten en ondernemers. Daarom start ik een werkwijze waarbij aanbestedende diensten en ondernemers gezamenlijk onder leiding van een aanjager de dialoog aangaan met als doel om de komende jaren samen concrete acties uit te voeren en zo te zorgen voor een verdere verbetering van de aanbestedingspraktijk.
Voor het succes van beter aanbesteden is primair van belang dat de inhoud en wijze van aanpak door de betrokken partijen wordt gedragen. Om tot een breed gedragen aanpak te komen wil ik partijen in staat stellen om zelf gezamenlijk afspraken te maken en ook zelf de verantwoorde-
kst-34252-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2016
lijkheid te laten nemen voor de gemaakte afspraken en de uitvoering daarvan. Dit betekent een regionale aanpak in combinatie met een landelijk overleg om ook de samenhang te kunnen bezien en de regio's van elkaar te laten leren. De aanpak per regio maakt aandacht voor lokale situaties en wensen mogelijk. De afspraken, voorstellen of visies, die per regio worden gemaakt, worden vastgelegd in een akkoord waarin iedere partij binnen zijn eigen verantwoordelijkheid stappen zet.
Dit akkoord moet niet worden gezien als een eindstation maar als een startpunt van de verschillende activiteiten. Deze aanpak betekent dat partijen daadwerkelijk zelf de inhoud bepalen en monitoren en ik met name ondersteuning bied in het faciliteren en mogelijk maken van het bij elkaar brengen van aanbestedende diensten en ondernemers. Daarom zal in de komende periode in nauw overleg tussen de aanjager en verschillende partijen verder worden gewerkt aan de uitwerking van beter aanbesteden en de daarbij behorende tijdsplanning. Dit proces zal door mij worden ondersteund.
Inzet op beeldvorming, kennis en vakmanschap
Hoewel de regio's zelf kiezen welke afspraken zij maken over de verbetering van de aanbestedingspraktijk, heb ik de aanjager verzocht om in ieder geval op drie grote lijnen in te zetten bij beter aanbesteden, te weten (i) het verbeteren van de beeldvorming rondom aanbesteden; (ii) het verbeteren van kennis en kennisuitwisseling tussen ondernemers en aanbestedende diensten; en (iii) meer aandacht voor het beroep en vakmanschap van de inkoper.
De beeldvorming rondom aanbesteden (i) is vaak vertroebeld omdat de praktische problemen veel aandacht krijgen, terwijl onderwerpen zoals efficiënte besteding van publieke middelen, waar voor je geld krijgen, tegengaan van corruptie en kansen bieden voor ondernemers door het creëren van een gelijk speelveld in ieder geval ook gedeeltelijk een uitvloeisel zijn van de aanbestedingsregels en de professionele inkoper. Het verbeteren van kennis (ii) betreft alle stakeholders die betrokken zijn bij aanbestedingsprocedures; ondernemer, bestuurder, inkoper en de interne klant van de inkoper. Tot slot heb ik verzocht aandacht te besteden aan het beroep van de inkoper (iii); dan gaat het bijvoorbeeld om de positie van een inkoper binnen zijn organisatie, de beroepseer, inkoop als vak en de identiteit van de inkoper.
Voor de bovengenoemde aanjager is een belangrijke rol weggelegd. Uiteraard is de rol van de aanjager bedoeld om aandacht voor beter aanbesteden te genereren, maar ook om het landelijk overleg op te zetten, te leiden en samen met de regio's te bepalen hoe het beste invulling gegeven kan worden aan de drie hierboven genoemde subdoelen. Het netwerk van de aanjager kan tevens van toegevoegde waarde zijn en deuren openen. Ik kan het proces ondersteunen door bijvoorbeeld het leveren van ambtelijke secretarissen. Deze aanpak toont gelijkenissen met de aanpak die is gehanteerd bij het Techniekpact.
Ik heb het genoegen om te melden dat ik de heer Huizing, voormalig lid van uw Kamer en voorzitter van het Actieteam grensoverschrijdende economie en arbeid, bereid heb gevonden om de rol van aanjager op zich te nemen. De heer Huizing heeft ingestemd met de in deze brief beschreven werkwijze.
Er starten op dit moment twee trajecten die ook zien op aanbestedingen, namelijk maatschappelijk verantwoord inkopen, dat onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu valt, en innovatiegericht inkopen, dat onder mijn verantwoordelijkheid valt. Belangrijk verschil met deze twee trajecten is dat beter aanbesteden zich vooral richt op de basis van de kwaliteit van aanbesteden, bijvoorbeeld verbeteren van gunningsmethoden en clusteren. De andere trajecten zien op een meer specifiek terrein en zijn gericht op de beste aanbesteders (koplopers). In overleg met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt bezien, met oog voor de individuele doelen van deze trajecten, waar de trajecten elkaar kunnen versterken.
Tot slot wil ik van de mogelijkheid gebruik maken om uw Kamer te informeren over het vervolg op een motie en twee toezeggingen aan uw Kamer.
Met de motie Schaart en Verhoeven (Kamerstuk 26 485, nr. 142) is de regering verzocht om gemeenten en andere lokale overheden er op te wijzen dat het voorschrijven van specifieke certificaten in strijd is met de wet. Hierop heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 18 juni 2015 per brief de Vereniging Nederlandse Gemeenten erop gewezen dat het voorschrijven van specifieke keurmerken bij aanbestedingen in strijd is met de wet. In die brief is het juridisch kader voor het vragen van keurmerken bij aanbestedingen uiteengezet en is aangegeven waar gemeenten meer informatie over dit onderwerp kunnen verkrijgen. Op deze wijze is invulling gegeven aan de motie.
Bij brief van 11 december 2014 (Kamerstuk 30 501, nr. 35) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de toekomst van het expertisecentrum aanbesteden PIANOo en haar systeem voor elektronisch aanbesteden TenderNed. Na overleg met verschillende betrokken organisaties ben ik voornemens om PIANOo onder te brengen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). De werkzaamheden van RVO.nl als uitvoeringsorganisatie van mijn ministerie sluiten goed aan bij de taken van PIANOo. Ik streef naar een definitieve invoeging per 1 januari 2017. De tijdelijke instellingen van PIANOo worden vanaf dan omgezet in een permanente opdracht, waarmee de belemmeringen van de achtereenvolgende tijdelijke instellingen worden weg genomen.
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Aanbeste-dingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23 i/EU, 2014/24/EU en 2014/25 i/EU (Kamerstuk 34 329, nr. 2) op 9 maart jl. heb ik toegezegd mij te verdiepen in de door uw Kamer naar voren gebrachte individuele aanbesteding van het UWV, waarbij sprake zou zijn van clustering van acht opdrachten.
Vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb ik inmiddels begrepen dat dit een lopende aanbesteding van UWV betreft waarbij door een partij onlangs een kort geding is aangespannen. Omdat de zaak onder de rechter is, wil en kan ik hier thans geen verdere uitspraken over doen.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 252, nr. 2 3
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.