Plenair debat over arrestatie Ebru Umar in Turkije - Main contents
De Kamer debatteerde woensdag 18 mei over de arrestatie van de Nederlands-Turkse columniste Ebru Umar in Turkije. In het debat wil de Kamer opheldering krijgen van premier Rutte en minister Koenders (Buitenlandse Zaken) over het vastzetten van Umar, na kritiek op de Turkse president Erdogan.
Debat terugkijken
Het debat kunt u hier terugkijken
Verslag debat over arrestatie Ebru Umar in Turkije
Eerste termijn, antwoord, tweede termijn, antwoord
Debatten in het kort (Tweede Kamer)
Zaak-Umar leidt tot discussie over relatie met Turkije
Spreektekst Han ten Broeke (VVD)
Alleen het gesproken woord geldt
Voorzitter,
Gisteren bepaalde een Duitse rechter dat de Duitse satiricus Böhmermann terecht is aangeklaagd voor belediging van de Turkse president Erdogan. Dat Erdogan in zijn eigen land nogal snel op z’n teentjes is getrapt, blijkt wel uit het feit dat hij meer dan 1500 landgenoten heeft aangeklaagd. Dat vinden wij niet fraai, maar dat is wel de realiteit van Turkije. Maar dat het Turkse staatshoofd nu ook strafrechtelijke vervolging mogelijk maakt van een Duitse satiricus in Duitsland - dat is een lange arm.
Voorzitter,
Gelukkig leven wij in Nederland. Toen op zaterdag 23 april de Nederlandse columniste Ebru Umar werd gearresteerd in Turkije voor uitspraken en tweets die zij in Nederland had gedaan, hebben zowel de Nederlandse regering als onze diplomaten zich ingespannen om haar vrij te krijgen. Na een nacht op een politiebureau, en drie weken in Kusadasi, keerde Ebru Umar vorige week dinsdag terug naar Nederland.
En gisteren riep ze ons alweer op om ons “werk te gaan doen". Los van wat ik van haar columns vind, ben ik vooral blij dat zij weer haar werk kan doen in Nederland.
Enkele vragen aan de regering:
Wat is de juridische status van de zaak-Ebru Umar in Turkije nu haar uitreisverbod is teruggedraaid? Kan zij Turkije desgewenst ook weer inreizen? Of is zij persona non grata?
Hoe schat de regering de kansen in dat dit een “Rena Netjes-scenario” wordt, waarbij mevrouw Umar bij verstek wordt veroordeeld in Turkije?
En kan de regering hier bevestigen dat de reden voor haar arrestatie - de vermeende belediging van Erdogan - dat dit simpele feit nooit reden kan of mag zijn voor uitlevering?
En ten slotte: is haar veiligheid hier in Nederland ook een prioriteit?
Voorzitter,
Deze zaak heeft aangetoond dat met dat oude handwerk van de stille diplomatie soms meer te bereiken is dan met oorverdovend gebrul.
Maar als het kabinet, en in het bijzonder het Ministerie van Buitenlandse Zaken, eenmaal aan de slag gaat binnen bestaande diplomatieke kanalen dan past ons parlement terughoudendheid.
Wie dan roept dat de regering het telefoonnummer van de Turkse regering niet kan of wil vinden, terwijl nu wel duidelijk is dat er intensief contact is geweest; of wie brult dat de relatie met Turkije moet worden verbroken, waardoor Ebru Umar geen enkele hulp zou hebben gekregen, is bezig met de eigen politieke profilering en niet met een Nederlander die in het buitenland in de problemen zit.
Voorzitter,
Schreeuwen voor de bühne is geen alternatief voor schaken op het internationale veld. De roeptoeter van de politiek moet soms ook willen wijken voor de stille trom van de diplomatie. Blijven hangen in protest is geen oplossing voor een probleem.
Het echte probleem ligt niet in Turkije. Het echte probleem is het onbehagen in Nederland dat we er niet langer op kunnen vertrouwen dat iedereen die elkaar hier bekritiseert, zich ook identificeert met de kernwaarden van onze open en weerbare samenleving die het veilig uiten van kritiek juist mogelijk maakt.
Voorzitter,
Onder grote groepen Nederlanders met een Turks paspoort was er applaus voor de arrestatie van mevrouw Umar. Zeker niet onder alle.
Ik ken veel Turkse Nederlanders die Erdogan verafschuwen, die graag in onze samenleving wonen en werken en die een geweldige bijdrage leveren. Maar er is ook een aanzienlijke groep Turkse Nederlanders die de identificatie met de belangen van de Turkse Staat boven die van Nederland stelt.
Het is bij deze Turkse Nederlanders dat de “kliklijn” van het Turkse consulaat haar schadelijke werk doet. Het is deze groep die op Facebook en Twitter intimideert en bedreigt. Ebru Umar is weliswaar nu vrij uit Turkije, maar ze woont hier op een schuiladres. En collega Keklik Yücel moest van Facebook af na een - wellicht georkestreerd - protestbombardement op haar Facebookprofiel.
Weer andere collega's met een Turkse achtergrond werden op op basis van hun etniciteit beoordeeld op hun stemgedrag. Hier, in dit parlement. In feite een "parlementaire kliklijn". Daar moeten we ons tegen uitspreken - dat doe ik bij dezen opnieuw - en ik hoop dat meer mensen dat doen.
Maar ik heb ook twee vragen aan de minister-president:
Als het vermoeden bestaat dat buitenlandse overheden sektarische spanningen in ons land aanwakkeren, laten we het dan bij een protest?
En kan de minister-president mij hier de garantie geven dat de Nederlandse Staat daar direct ook zelf onderzoek instelt, dat onze politie- en veiligheidsdiensten deze inbreuken op de vrijheid van meningsuiting direct tot op de bodem uitzoeken?
Want Voorzitter,
Intimidatie in de publieke ruimte, door individuen en groepen, en zeker door anonieme individuen, en al helemaal als daar de lange arm of de lange tenen van een buitenlandse overheid achter zitten, zijn in een open - en dus ook kwetsbare -samenleving als de onze onaanvaardbaar. Ze doden de vrijheid die ook het beste verweer tegen die kwetsbaarheid. Dat onderscheidt ons van het Midden-Oosten, waar sektarisme, intimidatie en intolerantie hoogtij vieren. Wij kunnen het Midden-Oosten hier missen als kiespijn. Het is al erg genoeg dat we er zaken mee moeten doen. En zaken doen we in ons eigen belang. Maar in dit geval geldt wel: eerst het meisje.