Spreektekst Han ten Broeke debat Rijksvisumwet - Main contents
Debat terugkijken
Zodra beschikbaar kunt u het debat hier terugkijken
Verslag debat
Zodra beschikbaar
Ingediende motie
Spreektekst Han ten Broeke debat Rijksvisumwet
Alleen het gesproken woord geldt
Voorzitter,
We zijn hier bijeen voor de behandeling van de Rijksvisumwet; een wet die de hoofdlijnen voor de verlening van visa binnen het Koninkrijk regelt, in het bijzonder voor het Caribische deel van het Koninkrijk, aangezien Nederland op het gebied van visumverstrekking samenwerkt in Europees verband. Het is daarom logisch dat we hier vergezeld worden door de bijzondere gedelegeerden uit Aruba en Sint Maarten, die ik bij dezen graag welkom wil heten in de Tweede Kamer.
Voorzitter,
De kern van deze wet is dat zij visumverlening moderniseert en uniformeert, met regels over de visumplicht, de criteria voor de verlening van visa, de beperkingen, voorschriften en de bevoegdheid tot visumverlening en de intrekking wijziging verlenging van visa. Zo kunnen we op koninkrijksniveau illegale immigratie tegengaan en de veiligheid binnen de rijksgrenzen garanderen. Het is daarom logisch dat de rechtsbasis van deze wet ligt in artikel 3 van het Statuut, die gaat over de verdediging en buitenlandse betrekkingen van het Koninkrijk, en niet in artikel 38, dat betrekking heeft op regelingen tussen de verschillende landen binnen het Koninkrijk. Dat neemt overigens niet weg dat structureel overleg tussen de landen over dit onderwerp wordt voortgezet. Sterker nog: met deze Rijkswet krijgt ook dit overleg een wettelijke grondslag.
Uit de verslagen van de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten valt echter op te maken dat niet al onze collega’s in de Caribische Rijksdelen het met ons eens zijn dat, het aan vreemdelingen verlenen van toegang tot het Koninkrijk, ook een Koninkrijksaangelegenheid zou moeten zijn. Diverse collega’s benadrukken dat de toelating van vreemdelingen een landsaangelegenheid zou zijn.
Voorzitter,
Daar denkt mijn fractie fundamenteel anders over. Niet alleen omdat de VVD de toelating van vreemdelingen een Koninkrijksaangelegenheid bij uitstek vindt, maar ook omdat mijn fractie van mening is dat we deze wet en dit onderwerp niet kunnen behandelen zonder het in het licht te zien van de penibele situatie in ons aller en ook ons allergrootste buurland: Venezuela.
Want Venezuela, een land dat, prijkt op de lijst van niet-visumplichtige nationaliteiten, staat op instorten. Jaren van socialistisch wanbeleid hebben dit land aan de rand van de afgrond gebracht, en de situatie wordt met de dag schrijnender. Een tekort aan voedsel, aan water, aan elektriciteit, aan medicijnen. Simpele producten als bier, aspirines of condooms zijn nauwelijks te verkrijgen. Telefoneren is bemoeilijkt door het uitvallen van de grootste binnenlandse netwerken, omdat ze hun rekeningen niet langer konden betalen. Voorzitter, niet alleen het telefoonnetwerk ligt plat. Het hele land ligt plat. En corruptie en de torenhoge criminaliteitscijfers maken de situatie alleen maar ondraaglijker voor de inwoners en explosiever voor de omgeving.
Het zou dan ook niet als verrassing moeten komen dat de steun voor President Maduro is gezakt naar 15%. Alleen Emile Roemer gelooft nog in de toekomst van Maduro. Maar na jaren van verkiezingsoverwinningen wil maar liefst 70% van de Venezolanen dat Maduro direct aftreedt. In een democratie gebeurt dat dan, maar in deze dictatuur niet. Uit angst voor het verliezen van de macht heeft Maduro de noodtoestand afgekondigd, talloze oppositieleiders gearresteerd en zoekt hij als een kat in het nauw naar elke gelegenheid om het buitenland de schuld te kunnen geven. Steeds gewelddadiger en enorme protesten ontsieren het dagelijkse straatbeeld van Venezuela. Ordetroepen reageren met grof geweld en schieten met scherp. Het land glijdt in een onhoudbare spiraal af. Dit is Noord-Korea in Zuid-Amerika.
En dus zijn de gevolgen merkbaar in het Caribisch deel van ons Koninkrijk. Het is immers een klein stukje vanaf Venezuela naar de eilanden. Een kleine 30 kilometer. Mike Franco, voorzitter van het parlement van Curaçao, verklaarde dat hij twee geslaagde pogingen kent van mensen die de oversteek via de Caribische Zee al zwemmend wisten te volbrengen. Laat staan dat het met bootjes kan. Veel illegalen maken de oversteek dan ook door aan boord te gaan van fruitbarkjes, die dagelijks aanmeren in Curaçao.
Dat er inmiddels al sprake is van een flinke toename van illegale Venezolaanse migranten, die vooral richting Aruba komen en daar blijven hangen, is dan ook zeker. In de Caribische pers lezen we zo nu en dan berichten over aanspoelende bootvluchtelingen en rondzwervende Venezolaanse illegalen. Maar officieel is er nog helemaal niets aan de hand, omdat het toezicht niet op orde is. Elk verzoek om cijfers van deze Kamer wordt beantwoord met de teleurstellende mededeling dat die aantallen nou eenmaal niet worden geregistreerd.
En niet alleen wordt er niet geregistreerd. De eilanden zijn ook helemaal niet voorbereid op de komst van grote aantallen vluchtelingen - en die aantallen zijn gezien de bevolkingsomvang van Venezuela - 30 miljoen - en bijvoorbeeld Aruba - 100.000 - al snel te groot. Migratiebeleid of asielwetgeving is er niet en is ook niet in de maak.
Een voorbeeld, dat als het niet zo triest zou zijn, hilarisch genoemd kan worden: toen de Syrische vluchteling Aktham Abu Fakher zich op 19 januari meldde bij de immigratiedienst van Curaçao werd hij voor 1000 euro door mensensmokkelaars vanuit Venezuela opgepikt en op het strand van Willemstad afgezet. Daar meldde hij zich keurig bij de autoriteiten. Zij hebben zijn naam maar opgeschreven, waarmee hij de enige geregistreerde asielzoeker op het eiland is, maar hij ging niet naar de opvang en hij is door de autoriteiten ten einde raad naar de gevangenis gestuurd.
En stel dat hij een procedure zou beginnen, omdat Curaçao in gebreke is gebleven door onbehoorlijke opvang. Dan wordt Nederland aangesproken. En er is maar één Liesbeth Zegveld voor nodig om dat te doen, zoals ook bij de zaak-Murray het geval was - weliswaar met een andere advocaat - toen de Nederlandse Staat werd aangeklaagd omdat de gevangenisvoorzieningen op Curaçao en Aruba onvoldoende waren.
Kortom, het ontbreken van registratie, adequate opvang of serieuze asiel- en migratiewetgeving laat zien dat de eilanden zich geen raad weten met potentiële vluchtelingen. En dit was er maar één, die de beleefdheid had om zich te melden.
Maar het idee dat de migratie ook daadwerkelijk bij die ene blijft is naïef. Illegale migratie vindt al plaats, en het is een achilleshiel in onze rijksgrenzen; een migratielek van heb ik jou daar; een route du soleil die wagenwijd openstaat. Het is op de eilanden een publiek geheim dat er Venezolanen zijn die zich simpelweg niet melden bij de immigratiedienst, onder de radar blijven of verdwijnen, en voor wie een vliegtuig naar de eilanden gelijkstaat aan een visumvrij enkeltje Caribisch gebied.
En geef ze eens ongelijk: want de situatie in Venezuela is schrijnend en hemeltergend. En een bootje is zo genomen. De laatste keer dat ik dat zei ging het over de Arabische Lente en werd ik hier door de meeste partijen uitgelachen. Ondertussen zit Europa met honderdduizenden bootvluchtelingen, het grootste probleem waar Europa op dit moment mee te maken heeft. En Europa is rijk, heeft beleid en zou daar in principe mee moeten kunnen dealen. Maar de eilanden zijn dat niet. Ze hebben niets. Maar ze hebben wel hun eigen Merkel: de Arubaanse premier Mike Eman, die de migratie praktisch uitlokte toen hij stelde dat Aruba vluchtelingen “tolerant en gastvrij” zal ontvangen.
Voorzitter,
Wat mijn fractie betreft kan dit zo niet langer. Een jaar geleden - een jaar en vijf dagen om precies te zijn - waarschuwde mijn fractie al voor de situatie in Venezuela. Toen moest de minister van Buitenlandse Zaken er niets van weten. Het reisadvies voldeed prima en we moesten ons vooral geen zorgen maken. Intussen is het reisadvies al zeker twee keer aangepast en zijn de zorgen alleen maar toegenomen. Met mijn collega Bosman heb ik al meerdere keren gevraagd naar de visumplicht voor Venezolanen, recent nog na de uitspraken van de Arubaanse minister van Toerisme, die zei “dat we niet de ogen kunnen sluiten voor deze situatie waarbij de stroom mensen uit Venezuela bijna niet te controleren is” en pleitte voor een visumplicht.
Maar het kabinet wil er niet aan. Sterker nog, in de laatste visumwerkconferentie met de Caribische gebiedsdelen van april 2016 is de mogelijkheid niet eens besproken. Ik hoor graag nogmaals of het kabinet nog steeds van mening is dat Venezolanen visumvrij naar het Koninkrijk moeten kunnen reizen en of dit binnenkort dan eindelijk wordt herzien.
Daarnaast blijft mijn fractie zich zorgen te maken over de ontoereikende stappen die tot nu toe op de eilanden zijn ondernomen om illegale migratie te registreren en tegen te gaan. Het is namelijk niet alleen logisch, maar ook in het belang van het Koninkrijk dat we in de gaten houden wie de eilanden betreden en hoeveel vreemdelingen illegaal op het eiland verblijven. Ik wil er dan ook voor pleiten dat dit kabinet, samen met de autoriteiten op de ABC-eilanden, in het bijzonder op Aruba en Curaçao, werk maakt van het aanscherpen van de screenings-, toelatings- en verwijderingsmaatregelen. Eerder diende ik met CDA-collega Knops al een motie in die de regering opdroeg om er bij de overheden van Aruba en Curaçao op aan te dringen illegale migratie te monitoren, maar wat daarvan terecht is gekomen is mij volstrekt onduidelijk. Misschien dat de minister daar straks op kan ingaan. En laat ik alvast melden dat ik een vervolgmotie op dit punt overweeg.
Want Voorzitter, het kabinet heeft gelijk dat ze met deze wet vastlegt dat het toelaten van vreemdelingen tot het Koninkrijk een Koninkrijksaangelegenheid is. Maar laten we ook niet vergeten dat we de dreigingen aan onze buitengrenzen niet met een Rijkswet oplossen. Deze dreigingen vragen namelijk ook om serieuze antwoorden in de vorm van concrete maatregelen, die illegale migratie in beeld brengen, voorkomen en bestrijden. Laten we daar nu werk van maken.
Dank u wel.