Antwoord op vragen over de arrestatie van een Nederlands-Iraanse journalist in Iran

Source: J.H. (Han) ten Broeke i, published on Friday, June 10 2016.

Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Ten Broeke (VVD) over de arrestatie van een Nederlands-Iraanse

journalist in Iran (ingezonden 26 april 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht over de arrestatie van een Iraans-Nederandse journalist in Iran? 1) Kunt u dit bericht bevestigen?

Vraag 2

Heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken reeds contact gehad met de Iraanse autoriteiten naar aanleiding van dit nieuws? Zo ja, kunt u iets mededelen over de toestand van de journalist in kwestie?

Vraag 3

Kunt u de Kamer zo snel mogelijk informeren over de toestand van deze journalist en de uitkomst van de gesprekken met de Iraanse autoriteiten?

Antwoord op 1, 2 en 3

De Nederlandse ambassadeur in Teheran heeft de Iraanse autoriteiten gevraagd te bevestigen of de Nederlands-Iraanse journalist is gearresteerd. De Nederlandse ambassadeur heeft daartoe op hoog ambtelijk niveau een gesprek gevoerd op het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken en om informatie verzocht. Thans worden de bevestiging van de arrestatie en verdere informatie daarover van de Iraanse autoriteiten afgewacht.

In voornoemd gesprek heeft Iraans BZ het bekende Iraanse standpunt herhaald inhoudende dat in geval van bipatride Iraniërs die in Iran worden gedetineerd, Iran alleen de Iraanse nationaliteit erkent. Dit betekent in de praktijk dat Iran geen bevestiging of informatie verstrekt aan de Nederlandse ambassade en niet

meewerkt aan Nederlandse consulaire bijstand aan bipatriden (personen met zowel de Iraanse als Nederlandse nationaliteit). Niettemin zal van Nederlandse zijde in de contacten met de Iraanse autoriteiten blijven worden onderstreept dat Nederland op grond van artikel 36 van het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen (Iran is partij bij dit verdrag) consulaire bijstand wenst te verlenen aan een Nederlandse gedetineerde in Iran indien deze persoon dat wenst. Dit geldt voor Nederland ook indien deze persoon bipatride is.

Zodra er zekerheid is over deze zaak zal Nederland zich inspannen om consulaire bijstand te verlenen en via stille diplomatie de zaak onder de aandacht te brengen van de Iraanse autoriteiten. In dit soort zaken is het geven van veel ruchtbaarheid niet in het belang van betrokkene.