Weeklog: De lobby voor Apple heeft een vieze bijsmaak - Main contents
Eerst schreef ex-Eurocommissaris Kroes een felle brief naar de Engelse krant the Guardian: haar opvolger, de Deense Eurocommissaris Verstager, moest zich niet bemoeien met belastingafspraken tussen lidstaten en multinationals, zoals Apple. Vervolgens deden de PvdA’ers Vermeend en Van der Ploeg het in De Telegraaf nog eens dunnetjes over. Apple heeft overal zo zijn lobbyisten. Van Neelie had ik dit wel verwacht: die zit tot over haar oren in de wereld van de multinationals. Dat PvdA’ers zich hier ook voor lenen, blijft tegenvallen. Dat we ons niet moeten overleveren aan de Europese Commissie, als het gaat om ons belastingbeleid, heb ik altijd al betoogd. Maar multinationals moeten linksom of rechtsom toch eindelijk eens flink belasting gaan betalen over hun winsten. En noch Neelie, noch genoemde PvdA’ers lijken daar erg van doordrongen.
Begin vorig jaar schreef ik in een tweet dat ik het jammer vond dat de Groenen het mandaat van de onderzoekscommissie naar belastingontwijking via Luxemburg (LuxLeaks) baseerden op de Europese regels over staatssteun. Daarmee lever je je helemaal over aan de ideeën van de Europese Commissie zelf, want over de regels over staatssteun hebben de lidstaten en het Europees Parlement niets meer te zeggen. Maar het hele EP stond te klappen bij de instelling van de onderzoekscommissie op deze verkeerde rechtsbasis: dat gold ook voor de liberalen en ook voor de sociaaldemocraten. Ik was een van de weinigen die daar niet aan mee deed, hoe graag ik de belastingontwijking door multinationals ook wil aanpakken. In die zin hadden Kroes en anderen dan ook hun kritiek beter kunnen spuien, toen iedereen nog zo enthousiast was. Nu hebben ze de schijn tegen: pas nu een grote jongen als Apple in het nauw zit, komen ze in actie. Dat is niet geloofwaardig.
Voor de aanpak van belastingontwijking heb ik mijn kaarten altijd veel meer gezet op de club van rijke landen, de OESO, dan op de EU. Als de hele geïndustrialiseerde wereld duidelijke afspraken maakt over maatregelen die de transparantie rondom de belastingafspraken met multinationals vergroten en die ervoor zorgen dat bedrijven belasting betalen in de landen waar ze ook de werkelijke winst maken, zonder allerlei verreken- en schuiftrucs, dan ben je ergens. Dat hebben de OESO-landen ook gedaan. Het kan altijd beter, regels kunnen altijd strenger, maar het zijn wel afspraken tussen regeringen die hierover verantwoording hebben afgelegd aan hun nationale parlementen. Het draagvlak hiervoor is dan ook een stuk groter dan dat voor eenzijdig door een Eurocommissaris gemaakte afwegingen.
Voor de toekomst pleit ik er dan ook voor dat de OESO-afspraken leidend worden, ook voor de EU. Tegelijkertijd kunnen we verder werken aan afspraken over hoe je de vennootschapsbelasting precies berekent (met andere woorden, hoe bereken je de winst van een multinational waarover belasting moet worden betaald?) en onder welke grens je zeker niet moet zakken om hiermee een eind te maken aan de ‘race to the bottom’ tussen de lidstaten op dit gebied. Maar voordat we zover zijn, zal ik eerlijk zeggen dat ik het prima vind dat Verstager de multinationals de stuipen op het lijf jaagt. Met die druk kunnen de lidstaten komen tot krachtiger afspraken dan wanneer er nu niets gedaan zou worden. Dat zou ook de intentie van Verstager moeten zijn en zij moet vooral niet denken dat ze haar macht eindeloos kan gaan uitbreiden op dit gebied.