Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2017 - Main contents
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34550 XVI - Vaststelling begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2017.
Contents
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2017 ; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Document date | 20-09-2016 |
Publication date | 20-09-2016 |
Nummer | KST34550XVI2 |
Reference | 34550 XVI, nr. 2 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2016–2017
34 550 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2017
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave
Pagina
Belangrijkste beleidsmatige mutaties Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen Overzicht garanties en achterborgstellingen
Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning
Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en herinnering Tweede
Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten
Niet-beleidsartikel 9 Algemeen Niet-beleidsartikel 10 Apparaatsuitgaven Niet-beleidsartikel 11 Nominaal en onvoorzien
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Evaluatie- en onderzoeksoverzicht 325
Trefwoordenregister 334
-
A.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/ begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat/begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde Begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2
Onder het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ressorteren de volgende agentschappen die een baten-lastenstelsel voeren: het Agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
-
B.BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.Leeswijzer
Inleiding
Voor u ligt de begroting 2017 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Deze begroting bestaat uit de volgende onderdelen:
-
-Beleidsagenda
-
-Beleidsartikelen en de niet-beleidsartikelen
-
-Begroting baten-lastenagentschappen
-
-Financieel Beeld Zorg
-
-Diverse bijlagen
De beleidsprioriteiten met betrekking tot de Zorgverzekeringswet worden vermeld in het Financieel Beeld Zorg.
Motie-Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt ervoor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma’s een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. In de beleidsagenda wordt ingegaan op de uitwerking van de aanbeveling.
Groeiparagraaf
In de begroting wordt dit jaar voor het eerst een overzicht opgenomen waarin op artikelniveau wordt aangegeven wat de voorgenomen bestemming is van het naar verwachting op 1 januari 2017 niet-juridisch verplichte deel van het budget. Het gaat om voorgenomen verplichtingen die later in het begrotingsjaar worden vastgelegd al dan niet op grond van achterliggende bestuurlijke afspraken. De voornemens worden kort toegelicht. Het overzicht wordt opgenomen bij de beleidsagenda.
Tijdens het wetgevingsoverleg over het VWS jaarverslag 2014 heeft de Kamer verzocht om de verantwoordingsfunctie van het jaarverslag te verbeteren. In de aanloop naar de voorbereiding van de ontwerpbegroting 2017 is in overleg met de vaste Kamercommissie Zorg verkend hoe deze verbetering kan worden vormgegeven. Dit heeft onder meer geresulteerd in een monitor waarin maatschappelijke doelstellingen zijn geformuleerd en waarbij indicatoren uit de Staat van Volksgezondheid en Zorg zijn opgenomen die iets zeggen over de stand van zaken op het terrein van de zorg. Een overzicht van deze maatschappelijke doelstellingen en de indicatoren is bij de beleidsagenda opgenomen. Daarnaast is een set van 5 indicatoren uit de VWS-monitor gekoppeld aan de beleidsagenda.
Middellangetermijnverkenning 2018-2021 van het CPB
De macro-economische en budgettaire gegevens in deze begroting zijn, zoals altijd, gebaseerd op de Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Plan Bureau (CPB). Normaal gesproken bevat een MEV-raming alleen cijfers voor het lopende jaar en het komende jaar, in dit geval dus voor 2016 en 2017. Dit jaar publiceert het CPB echter ook een middellangetermijnraming (MLT) bij de MEV voor de periode 2018-2021. Ook die raming is technisch verwerkt in deze begroting. Het betreft in de VWS-begroting de BKZ-uitgaven en de BKZ-ontvangsten, de zorgtoeslag, de Rijksbijdrage 18- en de BIKK. De hoofdtekst en bijlagen van de
Miljoenennota bevatten meer informatie over de verwerking van de MLT.
-
2.Beleidsagenda1
Wat heb je nodig?
Dat is de vraag waar het om moet draaien in de gezondheidszorg. Wat heb je nodig om gezond te blijven? Om beter te worden? En als beter worden niet meer gaat, wat heb je dan nodig om zo zelfstandig mogelijk te kunnen blijven, met zo hoog mogelijke kwaliteit van leven.
De vraag «Wat heb je nodig?» kan het beste door mensen zelf beantwoord worden, in samenspraak met hun zorgverleners. Het antwoord is voor iedereen anders. Maar het is een cruciale vraag. Juist in een samenleving met meer ouderen, meer chronisch zieken. Juist in een samenleving waarin mensen steeds meer zelf willen bepalen hoe zij hun leven inrichten, daar zelf ook meer mogelijkheden voor hebben. Waarin mensen met één muisklik heel de wereld in huis halen.
Met de omslag in de zorg die wij de afgelopen jaren hebben gemaakt, willen wij mensen de zorg bieden die in deze tijd bij hen past.
De zorg is nu zo ingericht dat die persoonsgerichte aanpak mogelijk is: zorg thuis of dichtbij huis als het kan, verder weg als het moet. En afgestemd op ieders persoonlijke situatie, rekening houdend met wat een ieder zelf nog kan of niet kan. We zien al heel goede voorbeelden waar dit lukt (www.hetzorgverhaal.nl). Tegelijkertijd zien we ook dat ouderen en kwetsbare mensen soms de weg naar de juiste zorg niet kunnen vinden. Dat moeten we in de praktijk oplossen. Daar zetten we ons de komende jaren voor in, samen met de mensen in de zorg en samen met patiënten, cliënten en bewoners.
Hoe gezond voelt u zich?
Vanaf 1990 voelen mensen zich steeds een beetje gezonder. In 2014 gaf 84,3% van de mannen en 79,5% van de vrouwen aan een goede gezondheid te ervaren.
Deze Beleidsagenda geeft invulling aan de afspraken die zijn gemaakt om te komen tot verbetering van de kwaliteit van de begroting en daarmee in samenhang de verantwoordingsfunctie van het jaarverslag. Dit gebeurt langs twee lijnen. Om achteraf meer inzicht in de behaalde resultaten van het genomen beleid te kunnen geven, is er voor gekozen in de Beleidsagenda 2017 nadrukkelijk aandacht te besteden aan het concreet formuleren van maatregelen. Gegeven de omvang en doelstelling van de agenda is daarbij gekozen voor een gericht aantal prioritaire maatregelen waarop wij in de komende periode het verschil willen maken.
Tegelijkertijd is in de tekst een achttal indicatoren uit de VWS-monitor opgenomen. Het doel van de monitor is om meer inzicht te krijgen in hoe het met de gezondheidszorg in Nederland is gesteld en om aan te geven of er reden is voor bijsturing, al dan niet met behulp van begrotingsgeld. De monitor staat in relatie tot de begrotingscyclus en is niet bedoeld om een eigen, zelfstandige rol te krijgen. De monitor heeft vooral een signalerende en agenderende werking. De monitor bevat algemene maatschappelijke doelstellingen op het terrein van volksgezondheid, zorg en de betrokken samenleving en indicatoren die daarbij passen. Een uitgebreide lijst en een toelichting is in deze begroting opgenomen achteraan deze Beleidsagenda en voor de begrotingsartikelen.
Door het concreter en specifieker formuleren van maatregelen en het toevoegen van een gericht aantal indicatoren, wordt het mogelijk de invulling van de meer recente beleidsprioriteiten af te zetten tegen de lange termijn doelstellingen en trendontwikkelingen. Daarmee wordt ook de Beleidsagenda een document op basis waarvan het gesprek over de vraag «zitten we op de juiste koers?» en de bijdrage van het ingezette beleid aan de publieke waarden kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid, moet kunnen worden aangegaan.
Die praktische en persoonsgerichte aanpak kiezen we ook bij de uitvoering van nieuwe wetten over kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg. We houden nauwlettend de praktijk in de gaten en springen in waar nodig.
Vanzelfsprekend blijft betaalbaarheid een voorwaarde om de zorg voor iedereen toegankelijk te houden. We zijn er mede dankzij de hoofdlijnenakkoorden in geslaagd om de groei van de zorguitgaven (www.hetzorgverhaal.nl/wat-betalen-we-aan-zorg) – zoals we die tot 2012 jaar op jaar zagen – te remmen. Maar van achterover leunen kan geen sprake zijn. Omdat we steeds ouder worden en er medisch gezien steeds meer mogelijk is, blijft de druk op de gezondheidszorg groot en geeft de overheid nog steeds elk jaar meer geld uit aan zorg. Dat geldt zowel voor de langdurige zorg als voor de curatieve zorg. In 2017 is dat bijna 69 miljard euro (www.hetzorgverhaal.nl/zorguitgaven) – bijna één derde van alle uitgaven die de rijksoverheid doet.
Het is cruciaal dat we op de kosten blijven letten, vol inzetten op preventie en daadwerkelijk gebruik maken van de enorme mogelijkheden die innovaties bieden om mensen tegen lagere kosten de zorg te bieden die bij hen past en die tegemoet komt aan wat zij in hun individuele situatie nodig hebben.
Wat heb je nodig om gezond te leven en gezond op te groeien?
Steeds meer mensen beseffen dat hun manier van leven invloed heeft op hun gezondheid. Dat is een goede ontwikkeling. Want hoe goed de zorg ook is, het is altijd beter om ziekte te voorkomen. Dit is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van mensen zelf. De overheid zorgt voor de randvoorwaarden, maakt gezonde keuzes makkelijk en beschermt mensen die dat zelf niet kunnen.
Wie rookt er nog?
Steeds minder jongeren roken. In 2015 had 10,6% van de jongeren tot 16 jaar in de afgelopen maand gerookt. In 2011 was dat 16,9%.
Veilig opgroeien
Een veilige kindertijd is het fundament voor een gezond en gelukkig leven. Met 95% van de jongeren gaat het goed. Helaas zijn er ook nog steeds kinderen die geen veilig thuis hebben. Dat is onacceptabel. De zorg en ondersteuning van kinderen en gezinnen die het nodig hebben, moet nu in de praktijk verder worden verbeterd. De vraag «Wat heb je nodig?», moet ook hier leidend zijn, zodat we voorkomen dat er te weinig of juist te veel zorg is. De integrale verantwoordelijkheid van de gemeenten voor de jeugdhulp, biedt hiervoor grote en nieuwe mogelijkheden.
Preventie steeds belangrijker
Wie gezond wil leven, moet daarin niet gehinderd worden. De gezonde keuze moet de makkelijke keuze zijn. Bijvoorbeeld door een breder aanbod van gezonde voeding. Dat betekent minder vet, suiker en zout (www.hetzorgverhaal.nl/vet-zout-en-suiker) in de producten die je koopt in de supermarkt, in de schoolkantine, de sportkantine of het bedrijfsrestaurant. Dat willen we bereiken in samenwerking met het bedrijfsleven.
Wie wil sporten en bewegen (http://www.hetzorgverhaal.nl/sporten-in-de-wijk), moet dit makkelijk kunnen doen. Je hebt een club in de buurt nodig, een trapveldje, een sportcoach die je helpt, veilige straten om te joggen en fietspaden. Om dit voor elkaar te krijgen, werken verschillende ministeries, gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven samen in het Nationaal Programma Preventie en de brede maatschappelijke beweging Alles is Gezondheid (www.hetzorgverhaal.nl/de-buurtsportcoach).
Met voorlichtingscampagnes informeren we mensen hoe zij kunnen voorkomen dat ze ziek worden. Bijvoorbeeld door de handen te wassen en op de juiste manier eten te bereiden en te bewaren.
Antibioticaresistentie (www.hetzorgverhaal.nl/antibioticaresistentie) Het bestrijden van antibioticaresistentie is cruciaal om gezondheidsproblemen te voorkomen. Door verkeerd en kwistig gebruik van antibiotica zijn steeds meer bacteriën ongevoelig voor de middelen die we tot onze beschikking hebben. Steeds meer infecties zijn daardoor moeilijker te behandelen. Antibioticaresistentie ontstaat niet alleen in de zorg, maar ook in de dierhouderij en in het milieu. We werken met alle sectoren samen om antibioticaresistentie terug te dringen. Dit is de zogeheten One Health-aanpak.
Gezondheidsverschillen
Ondanks veel aandacht voor preventie, zien we nog grote verschillen tussen lager- en hogeropgeleiden. Mensen die lager zijn opgeleid, leven vaak minder gezond dan mensen die hoogopgeleid zijn. Daarom proberen wij alle mensen te bereiken met onze bewustwordingscampagnes over de gevaren van roken, drinken en te veel of ongezond eten. Om het gezondheidsbeleid op wijkniveau te ondersteunen, ontwikkelt het RIVM wijkpro-fielen met de bij ieder profiel behorende pakketten van werkzame interventies.
Kinderen en jongeren zijn kwetsbaar omdat zij geen zeggenschap hebben over hun omgeving en makkelijker beïnvloed worden door het gedrag van anderen. De NIX18 campagne richt zich op jongeren en komend jaar speciaal op kinderen die op het VMBO zitten (www.hetzorgverhaal.nl/ roken-alcohol-en-drugs). Jongeren worden ook bewust door de afschrikwekkende afbeeldingen op pakjes sigaretten en met een leeftijdsgrens voor tabaksproducten en e-sigaretten. Samen met verloskundigen, kinderartsen, jeugdartsen, gynaecologen, kraamverzorgenden, verslavingsartsen en huisartsen hebben we de Taskforce Rookvrije Start opgezet om ervoor te zorgen dat zwangere vrouwen en hun omgeving gemotiveerd en beter begeleid worden om te stoppen met roken.
Met de volgende concrete acties willen we komend jaar het verschil maken als het gaat om gezond leven en opgroeien:
– De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt verbeterd: het systematisch zorgen voor veiligheid van (potentiële) slachtoffers krijgt prioriteit. Gemeenten hebben in 2017 26 goed functionerende Veilig Thuis organisaties gerealiseerd, waar professionals en burgers terecht kunnen en goed worden geholpen. We versterken de samenwerking tussen zorg, onderwijs en gemeenten, gericht op een goede uitvoering.
– Het is van belang dat mensen goed geïnformeerd worden over de voor- en nadelen van health-checks en zelftesten en beschermd worden tegen risico’s. Dit zal onder meer worden geregeld in een wetsvoorstel dat we in 2017 aan de Tweede Kamer zullen aanbieden.
– Op Europees niveau is onder Nederlands voorzitterschap afgesproken dat elke lidstaat, en dus ook Nederland, uiterlijk eind 2017 een nationaal plan moet hebben om voedingsproducten te verbeteren. Zo willen we voorkomen dat mensen te veel zout, verzadigde vetten en calorieën binnen krijgen.
– We laten programma’s ontwikkelen om vooral ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking aan het sporten te krijgen. We kijken uit naar de resultaten van de effect- en evaluatiestudies van lopende sportprogramma’s die in 2017 verschijnen.
– Instellingen en professionals gaan in regionale netwerken samenwerken om de verspreiding van resistente bacteriën tegen te gaan en zo antibioticaresistentie aan te pakken. Per 2018 moeten er tien netwerken operationeel zijn.
Welke zorg heb je nodig?
Als mensen toch zorg nodig hebben, weten zij zelf het beste wat wel en niet bij hun situatie past. Daarom hebben wij de positie van patiënten, cliënten en bewoners versterkt, zodat zij kunnen meebeslissen over hun zorg. Thuis, in het ziekenhuis, of in het verpleeghuis.
Niet alleen is er meer informatie, mensen kunnen deze informatie ook makkelijker vinden en begrijpen. En waar vroeger de arts het type behandeling bepaalde, beslissen arts en patiënt nu samen wat de beste optie is. Welke keuzes zijn er als het gaat om onderzoek en behandeling? Wegen de voordelen op tegen de nadelen? Om die afwegingen te kunnen maken is betrouwbare en begrijpelijke informatie nodig. We kunnen daarbij nog veel meer gebruik maken van digitale mogelijkheden, zoals animatievideo’s. Goede informatie geeft patiënten een stevigere positie in het gesprek met hun artsen.
Mede door het Jaar van de Transparantie hebben patiënten meer en betere informatie gekregen over de kwaliteit van behandelingen voor dertig aandoeningen. Er is echter nog een flinke inspanning nodig om iedere patiënt tijdig van gedegen en begrijpelijke informatie te voorzien.
We willen ook de positie van patiënten en premiebetalers tegenover hun zorgverzekeraar sterker maken. Daarom komen we met een wetsvoorstel dat de medezeggenschap van een verzekerde over het beleid van de zorgverzekeraar moet versterken. Ook hebben verzekerden een stem gekregen in het instellen van een onafhankelijke geschillencommissie voor de zorg.
Zeggenschap over je eigen leven is net zo cruciaal als je een beperking hebt of te maken krijgt met de gebreken van het ouder worden. Om zo vrij en onafhankelijk als mogelijk te kunnen blijven functioneren, moet zorg dichtbij huis, of liefst thuis, geleverd kunnen worden, zodat de gang naar het ziekenhuis of verpleeghuis alleen gemaakt hoeft te worden als er geen alternatief is.
Deze omslag is hard nodig: in 2030 is bijna één op de vier Nederlanders ouder dan 65 (www.hetzorgverhaal.nl/zorg-voor-ouderen) en hebben naar schatting zeven miljoen Nederlanders één of meer chronische ziekten, zoals diabetes, hart- en vaatziekten of een longaandoening. Al sinds de jaren tachtig kiezen steeds meer ouderen ervoor zo lang mogelijk thuis te wonen. Ook chronisch zieken doen steeds vaker volop mee in de samenleving, hebben nog een baan en een druk sociaal leven. Dat kan, mede dankzij steeds betere behandelingsmethoden, betere geneesmiddelen en dankzij zorg die steeds vaker thuis of dichtbij huis kan worden geboden. Daarbij gaan we steeds meer uit van de eigen kracht en mogelijkheden die mensen hebben.
Levensverwachting
De levensverwachting bij geboorte is gestegen van 77 jaar in 1990 tot 81,5 jaar in 2015.
Dan is het wel van belang om te weten wat iemand nog wel kan, en wat niet meer. En wat mensen nodig hebben aan zorg en ondersteuning. Dit is niet te bepalen vanuit Den Haag. Dat moet dichterbij huis geregeld worden. Daarom hebben gemeenten vanaf 2015 een aantal zorgtaken overgenomen van het Rijk. Zij kennen hun inwoners en komen bij hen over de vloer. Zij kunnen in een persoonlijk gesprek met mensen bepalen wat nodig is. Dat kan verder gaan dan alleen zorg. Zijn er schulden? Is er sprake van eenzaamheid? Zijn er psychische problemen? De gemeenten hebben meer inzicht en mogelijkheden om al die zaken tegelijkertijd en in samenhang aan te pakken dan de landelijke overheid.
Eenzaamheid
40% van de volwassen bevolking voelt zich eenzaam. Eenzaamheid neemt toe met de leeftijd. Van de groep tussen 75 en 84 voelt bijna 50% zich eenzaam; van de groep 85 plus zelfs bijna 60%.
De decentralisaties zijn pas geslaagd als mensen daadwerkelijk ervaren dat ze goed worden geholpen: tijdige hulp en ondersteuning op maat, thuis of dichtbij huis. In 2017 en de jaren daarna zullen we samen met gemeenten en alle andere betrokkenen met onverminderde inzet verder werken aan deze missie (www.hetzorgverhaal.nl/wmo).
Het regelen van de nieuwe zorgtaken is voor gemeenten niet altijd eenvoudig. Daarom zien wij er op toe dat gemeenten iedereen de ondersteuning geven die nodig is. In veel gemeenten gaat dit goed. Zij kunnen als voorbeeld dienen voor anderen. Gemeenten die het niet goed doen spreken we hierop aan en we ondersteunen bij verbetering.
Wijkverpleegkundige (www.hetzorgverhaal.nl/de-wijkverpleegkundige) Voor mensen die thuis zorg nodig hebben, is de wijkverpleegkundige enorm waardevol. Hij of zij hoort als eerste de vragen en behoeften van mensen, biedt praktische zorg en geeft de zekerheid dat zorg aan huis altijd goed geregeld is. We hebben meer geld vrijgemaakt voor de wijkverpleegkundige en geregeld dat deze zorg in de buurt vergoed wordt door de zorgverzekering. Zorg van de wijkverpleegkundige telt ook niet mee voor het eigen risico. Zoals dat ook al het geval is bij de huisarts, met wie de wijkverpleegkundige intensief samenwerkt. De volgende stap is om mogelijke belemmeringen die de wijkverpleegkundige tegenkomt (zoals overbodige en onduidelijke regels), weg te nemen. We willen dat de wijkverpleegkundige zo veel mogelijk tijd heeft voor mensen en geen tijd kwijt is aan onnodig papierwerk.
Verpleeghuis (www.hetzorgverhaal.nl/verpleeghuiszorg)
Nu mensen steeds langer thuis wonen, zijn degenen die naar een verpleeghuis gaan steeds ouder en vaak ook zieker. Om de zwaardere en ingewikkelder zorg te kunnen bieden die dan nodig is, moet de kwaliteit van de verpleeghuiszorg beter (http://www.hetzorgverhaal.nl/passende-zorg). De sleutel is een combinatie van een goede organisatie, goed management, ruimte voor professionals en betere vaardigheden van zorgmedewerkers. Om tegemoet te komen aan veranderende zorgvraag en de kwaliteit van de ouderenzorg te verbeteren, heeft het kabinet de bezuinigingen op de verpleeghuizen van 500 miljoen euro geschrapt en structureel extra geld vrijgemaakt voor kwaliteit: het gaat om 210 miljoen euro per jaar voor opleidingen en extra dagbestedingactiviteiten. Als onderdeel van het programma Waardigheid en Trots zetten we de voorlopers in het zonnetje en let de Inspectie voor de Gezondheidszorg scherp op de achterblijvers.
Veilig melden
Ruim één miljoen mensen werken elke dag met hart en ziel aan goede zorg in Nederland. Desondanks gaat er wel eens wat mis. Zorg is mensenwerk. Het is belangrijk dat professionals incidenten durven melden, om herhaling te voorkomen. Ook hebben patiënten of cliënten het recht om te weten dat het mis is gegaan. Daarover moeten zij met hun zorgverlener kunnen praten. Een klachtenfunctionaris bemiddelt hierin. Levert dat niks op, dan kan een patiënt een klacht indienen bij de zorgverlener of de zorginstelling. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg regelt dit.
Vermijdbare sterfte
Aandacht voor patiëntveiligheid werkt! Het aantal patiënten dat in het ziekenhuis kwam te overlijden als gevolg van onnodige fouten is gedaald tussen 2008 en 2011/2012. Van de 100 in het ziekenhuis overleden patiënten, overleden er in 2008 5,5 mede als gevolg van potentieel vermijdbare schade; in 2011/2012 waren dat er 2,6.
Kwaliteit en openheid
Openheid over de kosten en kwaliteit is essentieel als we de zorg goed willen organiseren met kwaliteit hoog in het vaandel. In Kwaliteit loont staan de maatregelen die afspraken hierover tussen zorgaanbieders en -verzekeraars stimuleren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg houdt strenger toezicht op de toetreding van nieuwe zorgaanbieders. Instellingen bieden ook zelf openheid over hoe zij kwaliteit en veiligheid garanderen voor de patiënt, zeker in het geval van calamiteiten. De Inspectie zal hier scherp op toezien.
Om verzekeraars te prikkelen zich meer te richten op verzekerden die veel zorg nodig hebben, hebben wij de risicoverevening in 2016 verbeterd. Dat was een eerste stap. Komend jaar zullen we de verevening wederom aanpassen en verder verfijnen. Met een meerjarig onderzoeksprogramma zetten we een derde stap voor verdere verbetering van de risicoverevening.
Cultuuromslag in de geestelijke gezondheidszorg
Ook in de geestelijke gezondheidszorg willen we dat kwaliteit loont. Ook mensen met psychische klachten willen de beste behandeling, volgens de laatste stand van wetenschap en praktijk en op maat. Ook zij hebben recht op betrouwbare informatie die makkelijk te vinden is. Hoe lang duurt de behandeling? Wat mag ik verwachten en wat niet? Welke opties zijn er? Wat past bij mij?
De geestelijke gezondheidszorg heeft hiervoor een plan gemaakt, de zogeheten Toekomstagenda gaat uit van patiënten en verstevigt hun positie. De agenda is een begin. Het komt nu aan op de uitvoering in de praktijk. Professionals in de geestelijke gezondheidszorg werken aan een cultuuromslag waarin patiënten met hun zorgverleners meer inzicht krijgen en meer keuzemogelijkheden, kortom meer regie. Om de financiering dit te laten ondersteunen, werkt de sector samen met de Nederlandse Zorgautoriteit aan een nieuwe bekostiging.
Zorgen voor je naaste (www.hetzorgverhaal.nl/mantelzorg) Mantelzorgers en vrijwilligers zijn onmisbaar in de zorg en verdienen onze steun. Zeker nu steeds meer ouderen zelfstandig thuis willen blijven wonen, wordt er veel van mantelzorgers gevraagd. Mantelzorgers krijgen steeds meer maatschappelijke erkenning en ondersteuning. Toch hebben velen het gevoel dat ze er alleen voor staan. In 2017 is het tijd voor een volgende stap, waaronder meer maatschappelijke bewustwording. Onder meer door een campagne voor een mantelzorgvriendelijke samenleving. Tegelijkertijd moeten we gezamenlijk blijven zoeken naar mogelijkheden om werk en zorgtaken beter te combineren. Ook aan mantelzorgers moeten wij de vraag stellen: Wat heb je nodig?
Aantal mantelzorgers
1 op de 3 Nederlanders van 18 jaar en ouder heeft in 2014 aangegeven – in het jaar voorafgaand aan het onderzoek – een naaste te ondersteunen.
Goede zorg is kijken naar wat mensen echt nodig hebben. Met de volgende concrete acties willen wij komend jaar het verschil maken:
– In het kader van het programma Waardigheid en Trots wordt de basisveiligheid van de instellingen met ingang van 2017 transparant gemaakt en wordt een nieuw kwaliteitskader in gebruik genomen. Met de meerjarige kwaliteitsagenda Samen werken aan een betere gehandicaptenzorg worden bijvoorbeeld activiteiten in gang gezet om de positie van de cliënt te versterken, professionals beter toe te rusten en innovatie en samenwerking te stimuleren. Ook wordt geïnvesteerd in professionals, bijvoorbeeld door het organiseren van een reeks leer-/ werkbijeenkomsten en meer scholing voor zorgprofessionals om de dialoog met de cliënt en/of zijn omgeving te verdiepen. We starten twee grote experimenten (VVT en gehandicaptenzorg) om de langdurige zorg meer persoonsgericht te maken.
– De verbetering van de uitvoering van het persoonsgebonden budget heeft ook in de komende periode onze aandacht. Allereerst willen we de betalingen ook in 2017 stabiel houden. Daarnaast blijven we werken aan een klantvriendelijker en goedwerkend systeem van trekkingsrecht waarmee de budgethouder van het pgb gemakkelijk zelf zijn zaken kan regelen.
– Om samen beslissen meer vorm te geven, worden de drie goede vragen geïntroduceerd in de huisartsenpraktijk en met de partijen in de geestelijke gezondheidszorg is afgesproken dat er meer begrijpelijke informatie beschikbaar komt die ook eenvoudig vindbaar is voor patiënten.
– Door de verbetering van de risicoverevening worden per 2017 naar verwachting 200.000 extra chronisch zieken geïdentificeerd voor wie verzekeraars een passende compensatie ontvangen.
Voor alle aanbieders van curatieve ggz is het vanaf 1 januari 2017 verplicht om een kwaliteitsstatuut te hebben, zodat patiënten meer informatie hebben om hun keuze voor een zorgaanbieder op te baseren.
Minder taboes, meer begrip
Dementie (www.hetzorgverhaal.nl/leven-met-dementie) Dementie wordt volksziekte nummer 1. Mensen met dementie wonen in ons dorp, in onze buurt, in onze straat. Soms hebben ze iemand nodig die ziet wat er aan de hand is, als ze het even niet meer weten bij de kapper of zonder bestemming de bus instappen. Oog hebben voor mensen met dementie is een zaak van ons allemaal.
Depressie (www.hetzorgverhaal.nl/leven-met-depressie) Nederland telt 800.000 mensen met een depressie. Het is de meest voorkomende reden voor een ziekmelding. De maatschappelijke en persoonlijke impact is enorm. Toch zijn depressies en andere psychische problemen vaak nog een taboeonderwerp. Depressie wordt daarbij vaak niet of laat herkend. Met een publiekscampagne willen wij dat patiënten en hun omgeving depressie sneller herkennen en weten wat ze moeten doen en hoe hiermee om te gaan. Zo hopen we voor mensen de drempel te verlagen om bijtijds hulp te zoeken.
Vrouwen met een postnatale depressie
Ongeveer 13 op elke 100 Nederlandse moeders krijgt te maken met een postnatale depressie, die tot 12 maanden na de geboorte kan ontstaan.
Met de volgende acties willen we het komend jaar meer bewustzijn creëren en kennis vergroten:
– Wij willen dat het aantal depressies afneemt en dat de impact van depressie kleiner wordt. Daarom besteedt VWS vanaf het najaar 2016 samen met de betrokken beroepsgroepen en kennisinstellingen aandacht aan depressie via zowel een publiekscampagne depressie als een meerjarenprogramma depressiepreventie.
– Er komt een online training op Samendementievriendelijk.nl, die mensen leert om de signalen van (beginnende) dementie te herkennen en beter om te gaan met patiënten. Ons streven is dat wij in 2020 310.000 «dementievrienden» hebben, voor elke dementerende ten minste één vriend. We maken 30 miljoen euro vrij voor het onderzoeksprogramma Memorabel, dat als doel heeft de diagnoses en behandelmethoden te verbeteren en mensen met dementie meer kwaliteit van leven te bieden.
Werken en vernieuwen in de zorg – wat heb je nodig?
Wetten en regels alleen maken een omslag in de zorg niet mogelijk. Het zijn de mensen die het doen. Om hen bij te staan, hebben we teams gevormd met professionals die praktische hulp en oplossingen bieden en kunnen toelichten welke mogelijkheden regels bieden. Zoals de mensen van het praktijkteam Palliatieve zorg dat bijvoorbeeld in actie kan komen wanneer iemand die in een zorginstelling woont, tóch liever thuis zou willen overlijden. Of het praktijkteam Zorg op de juiste plek, dat de weg weet wanneer iemand die uit het ziekenhuis wordt ontslagen, maar nog niet fit genoeg is om alleen thuis te zijn.
Meer ruimte voor professionals
Regels en registratie helpen om de kwaliteit en veiligheid te verbeteren en daarover openheid te geven. Maar te veel papierhandel gaat ten koste van het werkplezier en de kwaliteit van zorg en belemmeren vernieuwing. Ons doel is dan ook: minder regels, meer tijd voor zorg
(www.hetzorgverhaal.nl/specialistische-zorg-in-de-buurt).
Maar het schrappen van onnodige regels is makkelijker gezegd dan gedaan. Het is daarom mooi om te zien dat zorgverleners met zorgverzekeraars, de Inspectie, de Nederlandse Zorgautoriteit en andere betrokken partijen om tafel gaan om regels tegen het licht te houden. De huisartsen hebben op die manier verschillende overbodige formulieren en registraties afgeschaft waardoor de tijd die zij kwijt waren aan administratie sterk is verminderd. In de langdurige zorg is de CQ-index geschrapt. De index mat de kwaliteit in de ouderenzorg maar werd ervaren als administratieve last. We vervangen deze door een nieuwe en slimmere – nog te ontwikkelen – manier om naar kwaliteit te kijken.
Andere zorgverleners volgen dit najaar en gaan samen om de tafel om overbodige regels tegen het licht te houden.
Overleving kanker
Ruim 85% van de vrouwen met borstkanker is vijf jaar na diagnose nog in leven. Vijfentwintig jaar geleden was dat nog 77%. De overlevingskansen stijgen jaar op jaar.
Innovatieve geneesmiddelen betaalbaar
Er komen steeds meer geneesmiddelen die op de persoon zijn toegesneden. Het gaat om veelbelovende medicijnen die de kwaliteit van leven van ernstig zieke mensen enorm kunnen verbeteren en mensen zelfs kunnen genezen. Tegelijk zijn die middelen zo duur, dat we ze op termijn mogelijk niet meer kunnen betalen. Om dat te voorkomen, hebben we begin 2016 de geneesmiddelenvisie gepubliceerd. Uitgangspunt is dat patiënten die middelen krijgen die veilig zijn en die echt werken, tegen een maatschappelijk aanvaardbare prijs.
We investeren in betere diagnostiek, zodat onnodig medicijngebruik kan worden voorkomen. Want voor medicijnen geldt: baat het niet, dan schaadt het wel. Om een betere inkooppositie te krijgen tegenover de farmaceutische industrie, organiseren we meer samenwerking tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars om samen geneesmiddelen in te kopen. Daarnaast blijft het cruciaal dat dure merkgeneesmiddelen alleen worden ingezet als er geen gelijkwaardig, goedkoper alternatief is. Omdat de meeste geneesmiddelen door internationaal opererende bedrijven worden geproduceerd, trekken we op met andere landen om onze inkooppositie te versterken en informatie over onder meer prijzen en over nieuwe medicijnen die eraan komen, uit te kunnen wisselen.
Gebruik maken van de mogelijkheden van technologie
(www.hetzorgverhaal.nl/digitale-zorg)
Mensen maken thuis en op hun werk steeds meer gebruik van tablets,
apps en games. Ook in de zorg is slimme, persoonlijke technologie sterk in opkomst. Met behulp van sensoren, slimme pleisters, smartphones, of tablets kunnen mensen tegenwoordig zorg ontvangen waar zij maar willen. Tijd en plaats zijn steeds vaker irrelevant waardoor de zorg zich kan verplaatsen van de wachtkamer naar de woonkamer. Hier liggen grote kansen om de zorg te verbeteren en kosten te besparen. Als we meer kwaliteit, maatwerk en service in de zorg willen en tegelijkertijd kosten willen besparen, moeten we de nieuwe, slimme technologie meer omarmen.
Om de basis voor innovatie op orde te krijgen, investeren we de komende drie jaar jaarlijks 35 miljoen euro in digitale informatie-uitwisseling door ziekenhuizen. De koudwatervrees die er nog is voor nieuwe technologieën moeten we wegnemen. Met een gezamenlijke agenda kijken we wat mensen en instellingen nu eigenlijk nodig hebben om innovaties daadwerkelijk te gebruiken en verder te brengen. Duidelijk is ook dat zorgverleners meer ruimte nodig hebben om maatwerk te kunnen bieden, of nieuwe concepten te ontwikkelen. Daarbij moeten zij zo min mogelijk hinder ondervinden. De nieuwe Wet marktordening gezondheidszorg die wij in 2017 hopen in te voeren, zal veel van die obstakels wegnemen.
Onze maatregelen om professionals te bieden wat zij nodig hebben:
– Om regeldruk merkbaar te verminderen in 2017 krijgen succesvolle trajecten zoals Het experiment regelarme instellingen en Het roer moet om navolging. Een vergelijkbare maatwerkaanpak gaan we bij tenminste vijf beroepsgroepen inzetten. Mensen in het veld bespreken de knelpunten met zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, toezichthouders en VWS en pakken deze aan.
– Om ondernemers in het midden- en kleinbedrijf te ondersteunen bij de opschaling van goede e-Healthinitiatieven, gaat in het najaar van 2016 het «Fast Track eHealth initiatief» van start. Om effectieve zorginnovaties te versnellen en te verbreden, maken we in 2017 afspraken met private partijen via minimaal drie zogenoemde Health Deals.
– Het doel van programma ICT in Ziekenhuizen dat in 2017 begint, is dat alle ziekenhuizen dezelfde standaarden gebruiken en hun informatie onderling, met patiënten en met andere zorgverleners kunnen delen. Ook moet ieder ziekenhuis op termijn over een basisinfrastructuur beschikken aan de hand waarvan medische app’s en e-healthinterventies kunnen worden ingezet op het moment dat zorgverlener en patiënt dit zinvol achten.
– Via het op te richten Platform Expertise Inkoop Geneesmiddelen gaan we in 2017 gezamenlijk inkoop van medicijnen door ziekenhuizen en verzekeraars stimuleren. Om de prijzen te verlagen, krijgt het Bureau Financiële Arrangementen Geneesmiddelen een permanente status. In de «roadmap» geneesmiddelenvisie die na de zomer naar de Tweede Kamer wordt gestuurd, staan bij alle maatregelen concrete acties genoemd met de daarbij behorende tijdlijnen.
Onze ambitie blijft ook de komende jaren om de zorg nog beter te laten aansluiten op de wensen van mensen, de kwaliteit verder te verbeteren en de kosten te beheersen. Door de omslag te maken naar het voorkomen van ziekten. Door zorg zinnig en zuinig te leveren. En door digitale mogelijkheden in de zorg veel meer te benutten. Afgelopen jaren hebben wij gezien dat mensen in de zorg keihard hebben gewerkt om de veranderingen mogelijk te maken. Komende jaar zetten we samen met
hen onze schouders eronder om de praktische problemen en uitvoerings-moeilijkheden die zich nog voordoen, op te lossen. Voor goede en betaalbare zorg, nu en in de toekomst.
BELANGRIJKSTE BELEIDSMATIGE MUTATIES
Belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar (uitgaven) Bedragen x € 1.000
Artikel nr
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016 (inclusief NvW) Belangrijkste mutaties
De NIPT betreft een screening tijdens de zwangerschap. De test kan onder andere het downsyndroom opsporen zonder dat sprake is van een verhoogd risico op een miskraam. Omdat opname in het basispakket afhankelijk is van de advisering van het Zorginstituut (en de Gezondheidsraad) kan de NIPT als eerste test niet eerder dan per 2018 opgenomen worden in het basispakket. In 2017 zal de bekostiging daarom lopen via een subsidieregeling. 01
In een bindend advies is de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen vanwege het niet nakomen van twee toezeggingen uit 2009 vastgesteld op € 235,9 miljoen (stand ultimo 2014, exclusief rente). Erasmus MC lijdt schade als gevolg van handelingen en investeringen die het zonder de toezeggingen niet zou hebben verricht respectievelijk gedaan. Erasmus MC heeft op basis van de toezeggingen een nieuwbouwproject met een onrendabele top (lasten ongedekt door relevante inkomsten) ondernomen en zou zonder de toezeggingen een dergelijk nieuwbouwproject niet hebben uitgevoerd (TK 25 268, nrs. 120 en 126). VWS betaalt in 2015 en 2016 een bedrag van € 85 miljoen en het restant in 2017. Aangezien de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen wordt betaald vanuit de VWS-begroting, zijn de hiervoor gereserveerde middelen overgeheveld naar de VWS-begroting. Ze blijven behoren tot het Budgettair Kader Zorg. 02
14.556.514 14.943.880 15.080.193 15.286.502 15.774.027
26.000
85.000
81.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Artikel nr
2016
2017
2018
2019
2020
2021
In het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg 2014–2017 is overeengekomen dat betrokken partijen gezamenlijk een agenda opstellen om zorginhoudelijke verbetering te bewerkstelligen binnen een beperktere beschikbare groei. Daarmee moet de sector niet alleen efficiënter gaan werken maar ook inspelen op demografische en maatschappelijke veranderingen. ICT speelt een belangrijke rol bij het vormgeven van de gewenste verbeterslag. Om de agenda van de sector te faciliteren wordt gedurende drie jaar een jaarlijkse bijdrage van € 35 miljoen beschikbaar gesteld voor het programma ICT in ziekenhuizen. De niet-benodigde middelen voor de uitvoering van de subsidieregeling integrale tarieven worden overgeheveld naar het premiegefinan-cierde BKZ om weer te worden toegevoegd aan de sector medisch-specialistische zorg. Dit betreft de bijstelling van de uitgavenraming Rijksbijdrage 18-naar aanleiding van de actuele raming van het CPB. Dit betreft de bijstelling van de Rijksbijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) naar aanleiding van de actuele ramingen van het CPB. Dit betreft de reservering van middelen ten behoeve van de bijdrage van de gemeenten aan de uitvoeringskosten van de trekkingsrechten PGB door de SVB. Dit betreft de bijstelling van de uitgavenraming zorgtoeslag naar aanleiding van de actuele ramingen van het CPB.
Verhoging van de zorgtoeslag door het structureel lager vaststellen van de normpercentages die de hoogte van de zorgtoeslag vaststellen.
Overige mutaties
Stand ontwerpbegroting 2017
02
35.000 35.000 35.000
02 - 18.840 - 50.000 - 25.000 - 16.000 10.000
02
0 - 216.200 - 260.900 - 292.500 - 286.000 - 226.000
03 14.600 - 85.700 - 263.100 - 436.800 - 610.300 - 549.300
03
35.100
08 - 170.410 - 809.318 - 573.853 - 377.911 - 165.666 - 197.024
08 0 352.000 352.000 352.000 352.000 352.000
11 162.971 59.436 81.704 56.592 - 5.695 15.959.630
14.629.835 14.371.198 14.426.044 14.606.883 15.068.366 15.339.306
Belangrijkste beleidsmatige mutaties |
t.o.v. |
vorig jaar (ontvangsten) Bedragen x € 1.000 |
||||||
Artikel nr |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
||
Stand ontwerpbegroting 2016 (inclusief NvW) Belangrijkste mutaties Overige mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
174.663 21.111 195.774 |
91.663
89.537 |
96.663
94.485 |
91.663 1.276 92.939 |
91.663 1.172 92.835 |
0 92.826 92.826 |
0
0
0
0
0
0
0
0
0
MEERJARENPLANNING BELEIDSDOORLICHTINGEN
Artikel1 Naam artikel |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 Geheel artikel? |
1 Volksgezondheid2 |
Nee |
||||||
|
|||||||
scherming |
X |
||||||
|
X |
||||||
|
X3 |
||||||
|
|||||||
2 Curatieve Zorg4 |
Nee |
||||||
|
X |
||||||
|
|||||||
betaalbaarheid van de zorg |
X |
||||||
|
|||||||
het stelsel |
X |
||||||
3 Langdurige zorg en |
|||||||
ondersteuning |
X |
Ja |
|||||
4 Zorgbreed beleid5 |
Nee |
||||||
|
X |
||||||
|
|||||||
structuur en arbeidsmarkt |
X |
||||||
|
|||||||
en kennisontwikkeling |
X |
||||||
|
|||||||
viteiten6 |
|||||||
|
|||||||
jeugdzorg op Caribisch |
|||||||
Nederland |
X |
||||||
5 Jeugd7 |
X |
Ja |
|||||
6 Sport en bewegen |
X |
Ja |
|||||
7 Oorlogsgetroffenen en |
|||||||
Herinnering WO II |
X |
Ja |
|||||
8 Tegemoetkoming |
|||||||
specifieke kosten |
X |
Ja |
2 Voor artikel 1 is, gegeven de diversiteit van de beleidsonderwerpen en de omvang van het beleidsartikel, gekozen om het beleid per artikelonderdeel door te lichten.
3 Hiervoor is een IBO Gezonde Leefstijl uitgevoerd.
4 Voor artikel 2 is in eerste instantie gekozen om het beleid per artikelonderdeel door te lichten. In 2022 wordt het artikel als geheel doorgelicht.
5 Voor artikel 4 is, gegeven de diversiteit van de beleidsonderwerpen en de omvang van het beleidsartikel, gekozen om het beleid per artikelonderdeel door te lichten.
6 Voor artikelonderdeel 4.4 is geen doorlichting gepland. Binnen de inrichting van uitvoeringsactiviteiten en de daarmee samenhangende beheerskosten vindt per ZBO vijfjaarlijks een evaluatie plaats op grond van de Kaderwet ZBO’s.
In 2014 zijn de NZa en ZiNL geëvalueerd. Bij de NZa is dit in samenhang met de evaluatie van de Wmg gebeurd. Gegeven de aard van artikelonderdeel 4.4 is een beleidsdoorlichting niet aan de orde.
7 Met de transitie van de Jeugdzorg is de structuur van begrotingsartikel 5 aangepast. De resterende budgettaire gevolgen van beleid, die tot 2016 op artikel 5.1 en 5.2 stonden, worden in artikel 5.3 ondergebracht. De beleidsdoorlichting van artikel 5.1 is in 2015 aan de Tweede Kamer verzonden (TK 32 772, nr. 3).
Toelichting per artikel(-onderdeel)
Artikel 1
1.1 Het beleid dat voortvloeit uit het Nationaal Programma Preventie (NPP) beslaat het grootste deel van artikel 1. De komende jaren worden evaluaties op onderdelen van artikel 1 uitgevoerd. Deze beleidsevaluaties worden betrokken in een integrale beleidsdoorlich-ting van artikel 1. Deze is in 2020 gereed.
1.2 De beleidsdoorlichting Ziektepreventie is in 2015 naar de Tweede Kamer verzonden (TK 32 772, nr. 5).
1.3 In 2015/2016 is het IBO Gezonde Leefstijl uitgevoerd en wordt naar verwachting in de tweede helft van september naar de Tweede Kamer verzonden.
1.4 Het beleid van Ethiek wordt voor een belangrijk deel vormgegeven door wetgeving. Hiervoor vindt geen beleidsdoorlichting plaats. Medisch-ethische wetgeving wordt over het algemeen eens per 5 jaar geëvalueerd. Deze wetsevaluaties zijn onafhankelijke onderzoeken, waarvan de resultaten naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
Bovengenoemde beleidsdoorlichtingen bestrijken het totale artikel, met uitzondering van artikelonderdeel 1.4 Ethiek.
Artikel 2
2.1 Het beleid op het gebied van kwaliteit en (patiënt-)veiligheid wordt nu doorgelicht en is eind 2016 gereed. Hierbij wordt een aantal (externe) onderzoekstrajecten rond het VMS-veiligheidsprogramma ziekenhuizen betrokken.
2.2 De doorlichting van het beleid gericht op toegankelijkheid en betaalbaarheid van het stelsel (gereed in 2017) vindt plaats op basis van evaluaties van subsidies en regelingen die onder dit artikelonderdeel vallen.
2.3 Het beleid om de werking van het stelsel te bevorderen is in 2015/2016 doorgelicht, hierbij is onder andere de evaluatie onverzekerden en wanbetalers betrokken. De beleidsdoorlichting is naar de Tweede Kamer verzonden (TK 32 772, nr. 12).
Bovengenoemde beleidsdoorlichtingen bestrijken het totale artikel. In 2022 zal het artikel in zijn geheel worden doorgelicht.
Artikel 3
Vanwege de hervorming van de langdurige zorg (HLZ) is een brede beleidsdoorlichting gepland in 2018.
Artikel 4
4.1 De beleidsdoorlichting op het terrein van de positie van de cliënt is in januari 2016 naar de Tweede Kamer verzonden (TK 32 772, nr. 10).
4.2 De evaluaties stagefonds en regionaal arbeidsmarktbeleid worden in de beleidsdoorlichting (2016) van de opleidingen, beroepenstructuur en de arbeidsmarkt binnen de zorg betrokken.
4.3 De evaluatie van ZonMw (2016) wordt bij de doorlichting (2017) van het kennisontwikkelingsbeleid betrokken.
4.4 Binnen de inrichting van uitvoeringsactiviteiten en de daarmee samenhangende beheerskosten vindt per ZBO vijfjaarlijks een evaluatie plaats op grond van de Kaderwet ZBO’s. In 2014 zijn de NZa en het ZiNL geëvalueerd. Bij de NZa is dit gebeurd in samenhang met de evaluatie van de Wmg. Gegeven de aard van dit artikelonderdeel is een beleidsdoorlichting niet aan de orde.
4.5 In het najaar van 2015 is een beleidsdoorlichting gestart naar de zorg en jeugdzorg op Caribisch Nederland, in navolging van de in 2015 uitgevoerde evaluatie van de Wet op de openbare lichamen Bonaire, St. Eustatius en Saba (WolBES). De doorlichting wordt in 2016 aan de Tweede Kamer verzonden.
Bovenstaande beleidsdoorlichtingen bestrijken het totale artikel, met uitzondering van artikelonderdeel 4.4.
Artikel 5
5.1 Het beleid op het gebied van ondersteuning bij opvoeden en opgroeien is in 2014–2015 doorgelicht en begin 2015 aan de Kamer verzonden (TK 32 772, nr. 3). Voor 2015 en verder staan geen uitgaven begroot op dit artikelonderdeel.
5.2 Voor 2015 en verder staan geen uitgaven begroot op dit artikelonderdeel.
5.3 De jeugdzorg en de daarmee gemoeide begrotingsuitgaven zijn per 2015 gedecentraliseerd. Na drie jaar wordt deze decentralisatie geëvalueerd. De beleidsinstrumenten op artikel 5.3 worden in 2018 doorgelicht.
Bovengenoemde beleidsdoorlichting bestrijkt het totale artikel.
Artikel 6
De Topsportcyclus loopt van 2013 tot en met 2016. De doorlichting van het sportbeleid is gepland in 2017.
Bovengenoemde beleidsdoorlichting bestrijkt het totale artikel.
Artikel 7
Het beleid rondom uitkeringen en pensioenen oorlogsgetroffenen en verzetsdeelnemers en de herinnering aan WOII wordt in 2018 doorgelicht.
Bovengenoemde beleidsdoorlichting bestrijkt het totale artikel.
Artikel 8
8.1 Het beleid omtrent de zorgtoeslag wordt in 2019 doorgelicht.
8.2 De Wtcg is per 2014 afgeschaft.
Toelichting
Doel en werking garantieregeling
De in de tabel vermelde verstrekte garanties komen voort uit drie aparte regelingen: de Garantieregeling inrichtingen voor gezondheidszorg 1958, de Rijksregeling Dagverblijven voor gehandicapten inzake erkenning, subsidiëring, verlening van garanties en toezicht uit 1971 en de Rijksregeling Gezinsvervangende Tehuizen voor gehandicapten, ook uit 1971. De betreffende regelingen dateren uit een tijd dat de overheid een expliciete verantwoordelijkheid had voor bouw en spreiding van intramurale zorgvoorzieningen. Door het afgeven van de garanties was het voor zorginstellingen eenvoudiger om via institutionele beleggers, en in latere jaren door banken, financiering te krijgen voor investeringen in hun vastgoed.
Beheersing risico’s en versobering
De Rijksgarantieregelingen zijn rond de eeuwwisseling gesloten voor nieuwe gevallen waardoor het financiële risico van het Ministerie van VWS door reguliere en vervroegde aflossing van de uitstaande leningen geleidelijk wordt afgebouwd. De laatste rijksgegarandeerde lening loopt af in 2043. Het monitoren van de instellingen aan wie een rijksgarantie verstrekt is, alsmede van de leningen (bijv. renteherziening), wordt sinds 2004 in mandaat uitgevoerd door het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) namens de Minister van VWS (Besluit van 17 december 2003, Stcrt. 2004, nr. 7, blz. 11).
Instellingen die financieel in de gevarenzone dreigen te komen, worden door het WFZ onder verscherpte bewaking gesteld waarbij onder meer frequent informatie wordt ingewonnen. Indien een zorginstelling met een geborgde lening niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen dan neemt het Ministerie van VWS in een dergelijk geval de betalingsverplichting van de zorginstelling over. Dit betekent dat een schade niet ineens hoeft te worden uitgekeerd, maar ook verspreid over de resterende looptijd van de lening kan worden betaald.
Premiestelling en kostendekkendheid
De bovengenoemde regelingen zijn rond de eeuwwisseling gesloten. Voor de afgegeven garanties worden geen risicopremies doorberekend en dit is op basis van de afgesloten contracten ook niet mogelijk.
Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)
Artikel Omschrijving Uitgaven Ontvang- Saldo Uitgaven Ontvang- Saldo Uitgaven Ontvang- Saldo
2015 sten 2015 2016 sten 2016 2017 sten 2017
2015 2016 2017
Voorzieningen tbv instellingen gehandicapten 2.630 0 2.630
Toelichting
In 2014 is de Stichting Vastgoed Pasana failliet verklaard. Deze stichting beschikte over garanties voor een aantal leningen op grond van bovenstaande garantieregelingen. In 2015 heeft het Rijk deze financiële verplichtingen aan de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) in één keer afgelost voor een bedrag van ruim € 2,6 miljoen (TK 32 299, nr. 43).
3
0
0
0
0
0
0
Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)
Artikel Omschrij- Uitstaande Geraamd Geraamd Uitstaande Garantie Geraamd Geraamd Uitstaande Garantie- Totaal ving garanties te te garanties plafond te te garanties plafond plafond
2015 verlenen vervallen 2016 2016 verlenen vervallen 2017 2017
2016 2016 2017 2017
Art.
2 GO Cure 26.851 – 1.525 25.326 – – 1.545 23.781 – 23.781
Toelichting
Garantie ondernemingsfinanciering cure
De tijdelijke regeling Garantie Ondernemingsfinanciering Curatieve Zorg (GO Cure) is in het kader van de kredietcrisis ingesteld om de bouw in de curatieve gezondheidszorg te stimuleren. Ziekenhuizen, categorale instellingen, geestelijke gezondheidszorg en zelfstandige behandelcentra hebben tot en met 2012 gebruik kunnen maken van de regeling. Bij de GO Cure heeft de overheid garanties verstrekt voor 50% van een nieuwe banklening vanaf € 1,5 tot € 50 miljoen, met een maximale looptijd van 8 jaar. De verstrekte garanties lopen af in 2020. De GO Cure maakt deel uit van de bredere Garantieregeling Ondernemingsfinanciering (GO) die wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken. De cijfermatige gegevens van de GO Cure zijn daarom tevens opgenomen onder de GO in de begroting van het Ministerie van Economische Zaken.
Overzicht achterborgstellingen (bedragen x € 1.000.000) |
||
Omschrijving |
2016 |
2017 |
Achterborgstelling Bufferkapitaal Obligo Stand begrotingsreserve |
8.148,1 266,6 243,2 0 |
7.921,7 274,9 237,7 5,0 |
Toelichting
Doel en werking garantieregeling
De bovenstaande tabel is gebaseerd op gegevens van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ). Het WFZ verstrekt garanties aan financiële instellingen voor leningen van de bij het WFZ aangesloten leden. De Staat is achterborg voor het WFZ. Het WFZ is voortgekomen uit de financieringsproblemen voor zorginstellingen die ontstonden begin jaren ’90 van de vorige eeuw. Het WFZ is door de koepels in de sector opgericht om de financiering voor zorginstellingen te vergemakkelijken en daarmee de continuïteit van de zorg veilig te stellen. Het totaal bedrag aan uitstaande verplichtingen is in 2016, volgens de raming van het WFZ, € 8.148,1 miljoen.
Beheersing risico’s en versobering
De risico’s voor het Ministerie van VWS van de achterborg worden beperkt door een aantal maatregelen. Allereerst kent het WFZ een selectieve toelating. Voor deelname aan het WFZ moeten zorginstellingen hun financiële situatie voldoende op orde hebben. Daarnaast worden garanties alleen verstrekt aan vertrouwenwekkende investeringen. Te risicovolle projecten worden niet geborgd. Verder zijn aangesloten leden gebonden aan het reglement van het WFZ en de daarin omschreven risicobeperkende bepalingen. Een deelnemer mag bijvoorbeeld niet zonder toestemming van het WFZ gebruik maken van rentederivaten. In het kader van het kabinetsbeleid van versobering van risicoregelingen heeft een evaluatieonderzoek van het WFZ plaatsgevonden. Dit onderzoek is in maart 2015 afgerond (TK 34 000 XVI, nr. 108). Het onderzoek laat zien dat de doelstellingen van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) nog steeds actueel zijn: bevorderen van de continuïteit van financiering, beperken van de macrorentekosten en stimuleren van goed financieel management bij zorginstellingen. Het WFZ, met het Rijk als achterborg, speelt kortom nog steeds een waardevolle rol bij de financierbaarheid van investeringen in zorgvastgoed.
Premiestelling en kostendekkendheid
Het Ministerie van VWS ontvangt geen premie voor de achterborg. Zorginstellingen betalen een eenmalige premie (disagio) voor de garantstelling aan het WFZ. Hiermee bouwt het WFZ een risicovermogen op waarmee eventuele claims kunnen worden gedekt. Als dit risicovermogen onvoldoende zou zijn om eventuele schades te dekken, kunnen de deelnemers aan het WFZ via de zogenaamde obligo worden verplicht een financiële bijdrage te leveren van maximaal 3% van de uitstaande garanties van de instelling. Als het risicovermogen van het WFZ en de obligoverplichting van de deelnemers tezamen niet voldoende zijn voor het WFZ om aan zijn verplichtingen richting geldverstrekkers te kunnen voldoen, kan het WFZ zich richting VWS beroepen op de achterborg. Dit houdt in dat op dat moment VWS het WFZ van een lening zal voorzien zodat het WFZ aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het WFZ heeft nog nooit een beroep hoeven doen op de obligoverplichting van de WFZ-deelnemers.
Begrotingsreserve
Het is nog nooit nodig is geweest voor het WFZ om de achterborg van het Rijk in te roepen. Niettemin is besloten om in het kader van de verdere beperking van de risico’s vanaf het jaar 2017 een begrotingsreserve aan te leggen voor eventuele schade in het kader van de achterborg. Deze begrotingsreserve is opgenomen onder artikel 9.
Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)
Artikel Omschrijving Uitstaande Looptijd lening lening
2 IJsselmeerziekenhuizen 2.000 2 jaar
De Stichting IJsselmeerziekenhuizen heeft in het voorjaar van 2009 twee leenovereenkomsten (van € 12,5 respectievelijk € 2 miljoen) gesloten met VWS als gevolg van financiële problemen. De IJsselmeerziekenhuizen werden destijds aangemerkt als systeemziekenhuis waarbij de continuïteit van zorg moest worden gewaarborgd. In mijn brief aan de Kamer van 10 december 2014 over de inventarisatie van specifieke toezeggingen staan deze leningen vermeld (TK 34 000-XVI, nr. 95). Over de afbetaling van de twee leningen zijn afspraken gemaakt. Op grond daarvan komt de terugbetaling van de achtergestelde lening van € 2 miljoen te vervallen; dit is verwerkt in de begroting. Van de andere lening dient nog € 2 miljoen te worden terugbetaald.
Maatschappelijke doelstellingen en indicatoren
Monitor
De Kamer heeft naar aanleiding van het wetgevingsoverleg over het VWS-jaarverslag 2014 verzocht de verantwoordingsfunctie van het jaarverslag te verbeteren. In overleg met de werkgroep van de Vaste Kamercommissie is verkend hoe deze verbetering kan worden vormgegeven. Dit heeft geresulteerd in de VWS-monitor, een handzaam overzicht met het doel om meer inzicht te verkrijgen in hoe het met de gezond-heid(szorg) in Nederland gesteld is. De kerncijfers die gekoppeld zijn aan de maatschappelijke doelstellingen en bijbehorende indicatoren zijn te vinden op: www.StaatVenZ.nl.
Toegankelijkheid |
Betaalbaarheid |
Kwaliteit |
Betrokken samenleving |
|
Zorg rond de |
|
|
•Voorkomen relatief |
|
geboorte |
vrijheid voor type |
de wereld zetten is |
hoge geboortesterfte |
gezinsverband |
Doelstellingen |
bevalling en |
voor iedereen |
en/of |
|
begeleiding/meest |
betaalbaar |
|
medische en sociale |
|
geschikt |
laag mogelijk |
problemen |
||
|
||||
keuzes kunnen maken |
||||
Indicatoren |
|
|
|
|
verloskunde binnen 45 |
|
|
(zwangerschaps- |
|
minuten1 |
|
screening)1 |
||
|
|
|||
verloskundigen1 |
depressie2 |
|||
Gezond blijven |
|
|
|
|
Doelstellingen |
laagdrempelige |
preventie draagt bij |
opgroeien |
netwerken, sport en |
ondersteuning naar |
aan voorkomen zware |
|
bewegen, |
|
behoefte |
zorg later |
een gezonde leefstijl |
maatschappelijk en |
|
|
|
vrijwilligerswerk |
||
van |
kosteneffectief plaats |
|||
gezondheidsbevordering |
||||
voor groepen |
||||
Indicatoren |
|
|
|
|
JOGG-gemeenten |
preventie2 |
overgewicht1 |
screeningen1 |
|
(Jongeren op Gezond |
|
|
||
Gewicht, Nationaal |
jongeren)1 |
bewegen 12+-ers1 |
||
Programma Preventie)1 |
|
|
||
|
goed ervaren |
bewegen jongeren1 |
||
JGZ-organisaties2 |
gezondheid1 |
|||
|
||||
verslavingszorg2 |
||||
Beter worden |
|
|
|
|
Doelstellingen |
mensen kunnen bij |
blijft beperkt |
therapietrouw |
snel en worden ook |
voldoende |
|
|
tijdens ziekteproces in |
|
zorgaanbieders binnen |
ongewenste stapeling |
mogelijk belasting en |
staat gesteld te |
|
redelijke termijn |
eigen betalingen |
zo veel mogelijk |
participeren |
|
terecht |
resultaat voor patiënt |
|||
Indicatoren |
|
|
|
|
boven Treeknormen |
totale collectieve |
vermijdbare sterfte1 |
in ziekenhuizen1 |
|
zit1 |
uitgaven dat wordt |
|
|
|
|
besteed aan de |
schade1 |
||
aanrijtijden |
gezondheidszorg1 |
|
||
ambulances1 |
|
ziekenhuisopnamen: aantal ziekenhuisopnamen per 100.000 inwoners per jaar voor |
||
diabetes/astma/COPD/hartfalen1 |
Toegankelijkheid |
Betaalbaarheid |
Kwaliteit |
Betrokken samenleving |
|
Leven met een |
|
|
|
|
chronische ziekte en |
mensen kunnen bij |
blijven beperkt |
participatie en |
maatschappelijke |
beperkingen |
voldoende zorgaan- |
|
zelfredzaamheid |
participatie |
Doelstellingen |
bieders binnen redelijke termijn terecht |
eigen betalingen |
|
|
Indicatoren |
|
|
|
|
verblijf en gebruik |
|
zorgverleners dat |
lichamelijke beperking |
|
zonder verblijf |
|
aangeeft dat de |
die betaald werk |
|
(wijkverpleging)1 |
chronische ziekte |
kwaliteit van zorg |
hebben1 |
|
|
(bijvoorbeeld |
verleend door de eigen |
•Aantal mantelzorgers1 |
|
(treeknormen)1 |
diabetes)2 |
afdeling/team niet goed is1
|
|
|
Zorg in de laatste |
|
|
|
|
fase |
mensen kunnen bij |
doorbehandelen |
cliënt (welke zorg en |
ondersteunen om |
Doelstellingen |
voldoende |
voorkomen door goede |
waar) staan centraal |
laatste levensfase zo |
zorgaanbieders binnen |
(kennis over) |
lang mogelijk in of |
||
redelijke termijn |
palliatieve zorg |
nabij eigen sociale |
||
terecht |
omgeving door te kunnen brengen |
|||
Indicatoren |
|
|
1 Cijfer staat in De Staat
2 Er is een cijfer maar (nog) niet in de Staat
-
3.Beleidsartikelen
Beleidsartikel 1 Volksgezondheid
-
1.Algemene doelstelling
Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij gezond leven.
1981 |
1990 |
2000 |
2005 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
|
|
|||||||||
jaren: |
|||||||||
– mannen |
72,7 |
73,8 |
75,5 |
77,2 |
78,8 |
79,2 |
79,1 |
79,4 |
79,9 |
– vrouwen |
79,3 |
80,1 |
80,6 |
81,6 |
82,7 |
82,9 |
82,8 |
83,0 |
83,3 |
|
|||||||||
gezondheid: |
|||||||||
– mannen |
59,9 |
60,6 |
61,5 |
62,5 |
63,9 |
63,7 |
64,7 |
64,6 |
64,9 |
– vrouwen |
62,4 |
61,9 |
60,9 |
61,8 |
63,0 |
63,3 |
62,6 |
63,5 |
64,0 |
-
1.Bron absolute levensverwachting: Staat van Volksgezondheid en Zorg
-
2.De levensverwachting van in Nederland geboren vrouwen in 2014 bedroeg 83,3 jaar. Dat is 3,4 jaar hoger dan die van mannen (79,9 jaar). Sinds 1981 is het verschil in levensverwachting tussen de seksen kleiner geworden. Mannen boekten vanaf 1981 een winst van 7,2 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 4,0 jaar ouder geworden.
-
3.Bron levensverwachting in goed ervaren gezondheid: CBS-StatLine – Gezonde levensverwachting; vanaf 1981. Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal «gezonde» jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk:
-
1.Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid?
-
2.Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon? Mensen die deze vraag beantwoorden met «goed» of «zeer goed» worden gezond genoemd.
-
2.Rol en verantwoordelijkheid Minister
Een belangrijke beleidsopgave van de Minister van VWS is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Dit laat onverlet dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en zichzelf – indien mogelijk – dienen te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), ziet namens VWS onder meer toe op de naleving van de Warenwet en de Tabakswet. Op het gebied van voedselveiligheid en consumenteninformatie zijn vrijwel uitsluitend Europese Verordeningen rechtstreeks van toepassing.
De Minister vervult de volgende rollen:
Stimuleren:
– Bevorderen dat mensen gezonder leven door gezonde keuzes makkelijker te maken en te zorgen voor betrouwbare informatie over een gezonde leefstijl.
Financieren:
– Financieren van doelmatige, kwalitatieve en toegankelijke bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing van levensbedreigende ziekten, zoals borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.
– Financiering van de neonatale hielprikscreening en de prenatale screening.
– Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere de financiering van het Rijksvaccinatieprogramma en de bescherming tegen infectieziekten.
– Financiering voor het uitvoeren van wettelijke taken en beleidsonder-steuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectie-ziektebestrijding en medische milieukunde.
– Financiering van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.
– Financiering van de abortusklinieken.
– Financiering van de landelijke ondersteuningsstructuur ten behoeve van de kwaliteit en doelmatigheid van publieke gezondheid.
Regisseren:
– Het opstellen van een wettelijk kader voor bescherming van consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen en het handhaven ervan door de NVWA. – Het opstellen van een wettelijk kader voor de bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak en doen handhaven ervan door gemeenten respectievelijk de
NVWA.
Inzetten op een gezonder aanbod van voeding (Akkoord Verbetering
Productsamenstelling).
Aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze de makkelijke keuze is. – Het tegengaan van ontstaan en verspreiding van antibioticaresistentie in de gezondheidszorg, voedsel, milieu en binnen de dierhouderij, in nauwe samenwerking met het Ministerie van EZ. – Opstellen wettelijk kader en doen handhaven van de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg. – In het geval van A-ziekten (Wet publieke gezondheid) geeft de Minister leiding aan de bestrijding van deze infectieziekten. – Coördinatie van het interdepartementaal drugsbeleid en zorgen voor het wettelijk kader (Opiumwet) en voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid. – Het formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken.
-
3.Beleidswijzigingen
Beoordelingskamer vaccins:
In de periode van juli 2014 tot juli 2016 heeft een proefperiode met de beoordelingskamer vaccins (een samenwerking tussen de Gezondheidsraad (GR) en het Zorginstituut Nederland) plaatsgevonden. Op basis van het advies dat de GR en het Zorginstituut (ZiNL) in juli 2016 hierover hebben uitgebracht zal in 2017 een structurele invulling worden gegeven aan de beoordeling van vaccinaties en vaccins. Het doel is het proces rond advisering over vaccinaties en vaccins te stroomlijnen zodat de in Nederland beschikbare vaccins optimaal kunnen worden benut.
Terugdringen van antibioticaresistentie
Antibioticaresistentie is een sluipende bedreiging voor de volksgezondheid. Tijdens het EU-voorzitterschap van Nederland in 2016 was antibioticaresistentie daarom een belangrijk thema. De raadsconclusies op het gebied van zorg en landbouw die aan het eind van het voorzitterschap zijn vastgesteld, vormen de basis voor gezamenlijke afspraken tussen zorg en landbouw in de EU. Er zijn op het zorgdomein 32 zorgpartijen betrokken bij de uitvoering van het plan van aanpak (TK 32 620, nr. 159).
Belangrijkste is het tot stand komen van regionale zorgnetwerken vanaf 2017, met als doel uitbraken te voorkomen en verspreiding van antibioti-caresistentie in de regio terug te dringen. Voor dieren wordt met EZ samengewerkt om het volksgezondheidsbelang bij maatregelen in de dierhouderij goed te borgen. Op het terrein van innovatie is een landelijke structuur opgezet waarin wetenschap, onderzoek en farmacie gezamenlijk werken aan het ontwikkelen en implementeren van nieuwe antibiotica en alternatieven voor antibiotica. Op het gebied van milieu- en voedselveiligheid wordt door onderzoek beter inzicht in de transmissieroutes van (resistente) bacteriën naar de mens verkregen. In 2017 worden gerichte beleidsmaatregelen afgesproken en in gang gezet.
Preventiecoalities
Zorgverzekeraars en gemeenten moeten beter samenwerken om preventieve activiteiten voor risicogroepen meer in samenhang aan te bieden. Het Ministerie van VWS bevordert dit vanaf 2017 met een subsidieregeling waarmee het mogelijk wordt een beperkt deel van de coördinatiekosten via het Rijk te financieren. De effecten van de regeling worden gemonitord. Aan de Tweede Kamer wordt hierover jaarlijks gerapporteerd.
Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)
De NIPT betreft een screening tijdens de zwangerschap. De test kan onder andere het downsyndroom opsporen zonder dat er sprake is van een verhoogd risico op een miskraam. Omdat eventuele opname in het basispakket afhankelijk is van de advisering van het Zorginstituut (en de Gezondheidsraad) kan de NIPT als eerste test niet eerder dan per 2018 opgenomen worden in het basispakket. In 2017 zal de bekostiging derhalve lopen via een subsidieregeling.
Health checks
Consumenten krijgen een steeds uitgebreidere keuze als het gaat om health checks. De huidige wettelijke kaders sluiten daar niet meer bij aan. Voor 2017 is het voornemen om een herziening van de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO) voor te bereiden. De wetswijziging beoogt meer ruimte voor innovatie op dit terrein, de mogelijkheid voor mensen om zelf te kiezen voor de health check die zij nodig vinden en waarborgen voor de kwaliteit.
Depressiepreventie
Depressie is één van de zes speerpunten van het preventiebeleid. Depressie is een belangrijk probleem voor de volksgezondheid: per jaar krijgen ruim 560.000 mensen een depressie en in totaal leiden circa 800.000 mensen aan een depressie. Depressie staat al jaren in de top vijf van aandoeningen met hoogste ziektelast, hoogste ziektekosten en grootste veroorzaker van arbeidsverzuim. Ambitie in het Nationaal Programma Preventie (NPP) Alles is gezondheid is dat het aantal mensen met een depressie afneemt. Streven is om de incidentie en impact van depressie in 2030 met 1/3 af te laten nemen. Daarvoor is het nodig dat meer mensen uit de hoogrisicogroepen bereikt worden met depressiepreventie. Om dit te realiseren besteedt VWS vanaf 2017 samen met de betreffende beroepsgroepen en kennisinstellingen de komende jaren aandacht aan depressie via zowel een publiekscampagne depressie als een meerjarenprogramma depressiepreventie. VWS zet middelen in voor het uitvoeren van dit meerjarenprogramma om te komen tot meer aandacht voor depressiepreventie, te beginnen bij jongeren en jonge vrouwen, een sluitende ketenaanpak, juiste inzet van preventieve interventies voor zowel signaleren als behandelen en het opnemen van deze werkwijze in opleiding, richtlijnen en werkwijze van beroepsgroepen.
Evaluatie Drank- en Horecawet
In 2016 is de Drank- en Horecawet geëvalueerd. In het eerste kwartaal van
2017 wordt de kabinetsreactie op de evaluatie naar beide Kamers gestuurd.
Rookvrij opgroeien
Niet roken vóór, tijdens en na de zwangerschap is een nieuw speerpunt binnen het beleid voor tabaksontmoediging. In het najaar van 2016 start een publiekscampagne om het bewustzijn ten aanzien van rookvrij opgroeien te vergroten, de rol van de sociale omgeving van (aanstaande) ouders maakt hiervan onderdeel uit. Daarnaast is een Taskforce Rookvrij Opgroeien ingesteld die gedurende een periode van 2 jaar bewustwording en onderlinge samenwerking onder professionals moet bevorderen, zodat (aanstaande) ouders vaker gemotiveerd en beter begeleid worden bij het stoppen met roken.
Gezonde School
Een groot aantal programma’s op het gebied van Gezonde School loopt eind 2016 af (onder andere de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en Gezonde Leefstijl, Gezondeschool.nl, vignet Gezonde School). De PO-, VO-en MBO-raad, het RIVM en GGD GHOR Nederland komen gezamenlijk, in afstemming met instituten en fondsen tot een nieuw plan Gezonde School voor de periode 2017–2020. De Ministeries van OCW, VWS, SZW en EZ zijn hierbij nauw betrokken. De Tweede Kamer wordt voor het einde van 2016 geïnformeerd over de samenhangende visie op Gezonde School en de activiteiten die hieruit voor 2017 en verder voortvloeien.
Aanpak gezondheid vergunninghouders
Naar aanleiding van het uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom van 28 april 2016 wordt in 2016, 2017 en 2018 in overleg met de VNG ingezet op de ondersteuning van gemeenten bij het bevorderen van de gezondheid van nieuwe vergunninghouders. Daarbij wordt aangesloten bij de migratieketen (huisvesting, integratie, school, werk) en het bestaande gezondheidsbeleid. Hiervoor worden via het Ondersteuningsteam asielzoekers en vergunninghouders (OTAV, samenwerkingsverband Rijk en VNG) en GGD, 25 regiocoördinatoren ingezet. De concrete behoeften van gemeenten en beschikbare kennis en instrumenten worden landelijk bijeengebracht in een kennisdelingsprogramma, gecoördineerd door Pharos. Dit moet er toe leiden dat gemeenten in 2018 de kennis en vaardigheden bezitten en concrete activiteiten verrichten om de gezondheid van statushouders te bevorderen, geborgd binnen het lokale gezondheidsbeleid.
-
4.Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen |
625.302 |
599.956 |
646.009 |
637.798 |
654.104 |
649.991 |
650.700 |
Uitgaven |
591.257 |
604.871 |
653.099 |
643.568 |
656.749 |
650.957 |
650.700 |
Waarvan juridisch verplicht |
96,1% |
||||||
|
104.033 |
107.126 |
104.232 |
121.156 |
121.831 |
120.213 |
118.591 |
Subsidies |
2.134 |
2.792 |
4.251 |
6.468 |
8.089 |
6.468 |
4.846 |
Uitvoering landelijke nota |
|||||||
gezondheidsbeleid/Nationaal |
|||||||
Programma Preventie |
2.020 |
2.788 |
4.247 |
6.462 |
8.083 |
6.462 |
4.840 |
Overig |
114 |
4 |
4 |
6 |
6 |
6 |
6 |
Opdrachten |
1.227 |
2.949 |
1.450 |
1.787 |
1.509 |
1.509 |
1.509 |
Aanschaf Jodiumtabletten |
0 |
774 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
1.227 |
2.175 |
1.450 |
1.787 |
1.509 |
1.509 |
1.509 |
Bijdragen aan agentschappen |
100.569 |
101.047 |
98.430 |
97.592 |
96.925 |
96.927 |
96.927 |
Nederlandse Voedsel en Warenauto- |
|||||||
riteit |
79.647 |
80.198 |
81.550 |
81.380 |
81.386 |
81.388 |
81.388 |
RIVM: wettelijke taken en beleidsonder- |
|||||||
steuning zorgbreed |
20.526 |
18.700 |
15.846 |
14.956 |
14.273 |
14.273 |
14.273 |
Overig |
396 |
2.149 |
1.034 |
1.256 |
1.266 |
1.266 |
1.266 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
21 |
237 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
21 |
237 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan medeoverheden |
82 |
101 |
101 |
15.309 |
15.308 |
15.309 |
15.309 |
College voor de toelating van gewasbe- |
|||||||
schermingsmiddelen en biociden |
0 |
101 |
101 |
101 |
101 |
101 |
101 |
Lokaal verbinden |
0 |
0 |
0 |
15.208 |
15.207 |
15.208 |
15.208 |
Overig |
82 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
416.453 |
428.378 |
477.291 |
452.555 |
465.235 |
461.044 |
462.404 |
Subsidies |
207.238 |
212.626 |
247.469 |
221.933 |
221.647 |
212.483 |
210.184 |
Ziektepreventie |
7.633 |
11.989 |
16.337 |
14.733 |
14.598 |
8.934 |
8.934 |
RIVM: Regelingen publieke en seksuele |
|||||||
gezondheid |
199.604 |
200.637 |
204.824 |
207.200 |
207.049 |
203.549 |
201.250 |
Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) |
0 |
0 |
26.308 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
284 |
709 |
11.528 |
7.653 |
14.683 |
14.683 |
14.683 |
(Vaccin)onderzoek |
284 |
0 |
10.270 |
7.427 |
7.427 |
7.427 |
7.427 |
Overig |
0 |
709 |
1.258 |
226 |
7.256 |
7.256 |
7.256 |
Bijdragen aan agentschappen |
207.352 |
214.064 |
217.315 |
221.990 |
227.926 |
232.899 |
236.558 |
RIVM: Opdrachtverlening Centra |
207.352 |
214.064 |
217.315 |
221.990 |
227.926 |
232.899 |
236.558 |
Bijdragen aan medeoverheden |
1.579 |
979 |
979 |
979 |
979 |
979 |
979 |
Overig |
1.579 |
979 |
979 |
979 |
979 |
979 |
979 |
|
50.805 |
51.089 |
53.827 |
52.176 |
52.102 |
52.102 |
52.103 |
Subsidies |
33.082 |
32.460 |
33.744 |
32.272 |
31.705 |
31.705 |
31.705 |
Preventie van schadelijk middelenge- |
|||||||
bruik (alcohol, drugs en tabak) |
1.787 |
2.115 |
7.515 |
7.515 |
7.207 |
7.207 |
7.207 |
Gezonde leefstijl en gezond gewicht |
10.326 |
11.339 |
12.270 |
12.240 |
12.340 |
12.540 |
12.540 |
Letselpreventie |
4.325 |
4.172 |
4.207 |
4.187 |
3.612 |
3.612 |
3.612 |
Bevordering kwaliteit en toeganke- |
|||||||
lijkheid zorg |
4.751 |
4.676 |
4.472 |
2.855 |
2.855 |
2.855 |
2.855 |
Bevordering van seksuele gezondheid |
2.631 |
2.815 |
2.767 |
2.767 |
2.867 |
2.867 |
2.867 |
Overig |
9.263 |
7.343 |
2.513 |
2.708 |
2.824 |
2.624 |
2.624 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Opdrachten |
3.647 |
4.340 |
4.814 |
4.636 |
5.054 |
5.054 |
5.054 |
Heroïnebehandeling op medisch |
|||||||
voorschrift |
2.782 |
3.100 |
3.100 |
3.100 |
3.100 |
3.100 |
3.100 |
Communicatie verhoging leeftijds- |
|||||||
grenzen alcohol en tabak |
0 |
0 |
1.060 |
1.060 |
1.060 |
1.060 |
1.060 |
Overig |
865 |
1.240 |
654 |
476 |
894 |
894 |
894 |
Bijdragen aan agentschappen |
0 |
105 |
190 |
190 |
265 |
265 |
265 |
Overig |
0 |
105 |
190 |
190 |
265 |
265 |
265 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
0 |
55 |
700 |
700 |
700 |
700 |
700 |
Overig |
0 |
55 |
700 |
700 |
700 |
700 |
700 |
Bijdragen aan medeoverheden |
14.076 |
14.129 |
14.379 |
14.378 |
14.378 |
14.378 |
14.379 |
Heroïnebehandeling op medisch |
|||||||
voorschrift |
14.076 |
13.932 |
13.932 |
13.932 |
13.932 |
13.932 |
13.932 |
Overig |
0 |
197 |
447 |
446 |
446 |
446 |
447 |
|
19.966 |
18.278 |
17.749 |
17.681 |
17.581 |
17.598 |
17.602 |
Subsidies |
16.573 |
16.877 |
16.688 |
16.699 |
16.599 |
16.616 |
16.620 |
Abortusklinieken |
15.705 |
15.551 |
15.523 |
15.534 |
15.534 |
15.551 |
15.555 |
Beleid Medische Ethiek |
868 |
1.326 |
1.165 |
1.165 |
1.065 |
1.065 |
1.065 |
Opdrachten |
210 |
382 |
332 |
332 |
332 |
332 |
332 |
Overig |
210 |
382 |
332 |
332 |
332 |
332 |
332 |
Bijdragen aan agentschappen |
1.130 |
1.019 |
729 |
650 |
650 |
650 |
650 |
CIBG: Uitvoeringstaken medische |
|||||||
ethiek |
1.130 |
1.019 |
729 |
650 |
650 |
650 |
650 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
2.053 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken |
2.053 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
21.221 |
7.403 |
7.403 |
7.403 |
10.903 |
10.903 |
10.903 |
Bestuurlijke boetes |
4.112 |
4.252 |
4.252 |
4.252 |
4.252 |
4.252 |
4.252 |
Overig |
17.109 |
3.151 |
3.151 |
3.151 |
6.651 |
6.651 |
6.651 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 302,2 miljoen is 95%
juridisch verplicht. Het betreft de financiering van de tot en met 2016
aangegane verplichtingen op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies en de Subsidieregeling publieke gezondheid en de financiering van de abortusklinieken.
Opdrachten
Van het budget voor 2017 van € 18,1 miljoen is 88% juridisch verplicht.
Het betreft de financiering van verplichtingen die tot en met 2016 zijn aangegaan.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget betreft de financiering van de opdrachtverlening voor 2017 aan het RIVM, de NVWA en het CIBG. Op basis van het offertetraject is het budget 2017 van € 316,7 miljoen voor 98% juridisch verplicht.
Bijdragen aan medeoverheden
Dit betreft de heroïneverstrekking door gemeenten op medisch voorschrift via een toevoeging aan het gemeentefonds, de bijdrage aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de bijdrage aan Caribisch Nederland inzake medisch voorschrift via een toevoeging aan het gemeentefonds. Het budget voor 2017 van
€ 15,5 miljoen is voor 100% juridisch verplicht.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Dit betreft de afgifte van Schengenverklaringen via het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Het budget voor 2017 van € 0,7 miljoen is voor 100% juridisch verplicht.
-
5.Toelichting op de instrumenten
-
1.Gezondheidsbescherming
Subsidies
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid/Nationaal Programma
Preventie
In 2017 zal verdere uitwerking worden gegeven aan de voornemens die zijn opgenomen in landelijke nota gezondheidsbeleid die in december
2015 (TK 32 793, nr. 204) is verschenen.
– Nationaal Programma Preventie (NPP)
In het najaar 2016 zal een besluit worden genomen over de wijze van voortzetting van het NPP
– Betrouwbaarheid van de publieke gezondheidszorg
Het Stimuleringsprogramma Betrouwbare publieke gezondheid loopt tot eind 2017.
In 2017 wordt een aantal concrete eindproducten opgeleverd. Eind 2017 zijn bestuurlijk gedragen veldnormen gereed voor de vier pijlers van de GGD (monitoren, uitvoeren gezondheidsbescherming, coördinatie bij crises en toezicht). De resultaten van het onderzoek van de IGZ naar de vier pijlers worden meegenomen in de implementatie van deze veldnormen. Daarnaast komt een set landelijke indicatoren beschikbaar ten aanzien van de inzet en effectiviteit van de publieke gezondheid. Ook in 2017 is er in het stimuleringsprogramma aandacht voor de verbinding tussen publieke gezondheid en het sociaal domein.
– Preventiecoalities
Dit betreft het faciliteren van preventiecoalities. Deze hebben als doel het stimuleren van samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars door middel van een bijdrage aan de coördinatiekosten van preventieve activiteiten bij risicogroepen.
– Veenkoloniën
Tijdens de begrotingsbehandeling van VWS in 2014 heeft de Tweede Kamer het amendement-Wolbert aangenomen. Dit amendement vraagt om een regionale aanpak van gezondheidsachterstanden in de Veenkoloniën waar meerdere gemeenten en regionale (zorg)organisa-ties bij betrokken zijn. VWS financiert deze regionale aanpak, het programma besteedt nadrukkelijk aandacht aan de wensen, behoefte en participatie van bewoners.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De Minister van VWS is opdrachtgever voor het agentschap Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA heeft een centrale rol bij het bewaken van de veiligheid van voedsel- en consumentenproducten op grond van de wettelijke normen en ontvangt hiertoe financiering van de Minister van VWS. In totaal ontvangt de NVWA in 2017 € 81,6 miljoen.
In onderstaande tabel is weergegeven hoe het aantal verloren levensjaren door voedselinfecties zich ontwikkelt.
Kengetallen voedselveiligheid: Aantal verloren gezonde levensjaren |
ten gevolge |
van |
||
voedselinfecties door ziekteverwekkende micro-organismen in voedsel in Nederland |
||||
gegevens 2014 (RIVM Letter Reports disease burden 2012, 2013, 2014 en 2016; M. |
||||
Bouwknegt et al.) |
||||
Micro-organismen |
Aantal verloren gezonde levensjaren (DALY=Disability Adjusted Life Year)1 |
|||
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
|
Toxoplasma gondii |
2.000 |
1.950 |
1.930 |
1.950 |
Campylobacter spp. |
1.650 |
1.560 |
1.430 |
1.530 |
Salmonella spp. |
680 |
1.3502 |
600 |
500 |
|
670 |
670 |
670 |
670 |
|
490 |
490 |
490 |
490 |
Norovirus |
300 |
300 |
280 |
280 |
Rotavirus |
210 |
185 |
210 |
100 |
|
100 |
100 |
100 |
100 |
Listeria monocytogenes |
140 |
90 |
60 |
180 |
STEC O157 |
56 |
57 |
60 |
60 |
Giardia spp. |
17 |
14 |
13 |
13 |
Hepatitis-A virus |
9 |
9 |
8 |
10 |
Cryptosporidium spp. |
8 |
8 |
8 |
8 |
Hepatitis-E virus |
2 |
2 |
2 |
3 |
Totaal |
6.330 |
6.780 |
5.850 |
5.890 |
1 Vanwege noodzakelijke modelaanpassingen zijn de getallen voor 2011 en 2012 enigszins afwijkend van de getallen die in 2014 in de begroting zijn gerapporteerd.
2 Deze geschatte stijging met ca. 700 DALY’S komt door de Salmonella-uitbraak in 2012 ten gevolge van besmette gerookte zalm.
Bron: Nationaalkompas, RIVM
DALY=Disability Adjusted Life Year. Maat voor ziektelast in een populatie uitgedrukt in tijd; opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte) en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten). In deze maat komen de drie belangrijke aspecten van de volksgezondheid terug: kwantiteit (levensduur), kwaliteit van leven en het aantal personen dat een effect ondervindt.
De getallen in de tabel zijn afgerond. Het totaal kan afwijken van de som van de weergegeven getallen.
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed Het RIVM heeft de wettelijke taak periodiek te rapporteren over de toestand en de toekomstige ontwikkeling van de volksgezondheid. Het RIVM heeft samen met een consortium van kennisinstellingen in 2016 de eerste versie van de Staat voor Volksgezondheid en Zorg uitgebracht (www.staatvenz.nl). Op deze website worden actuele en eenduidige cijfers over de domeinen van het Ministerie van VWS gepresenteerd. In 2017 wordt de Staat verder gevuld. Het RIVM brengt verder elke vier jaar de Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (VTV) uit. In 2017 zullen trendscenario’s worden gepresenteerd en verschijnen drie thematische toekomstverkenningen. In totaal is voor het RIVM in 2017 € 15,8 miljoen beschikbaar.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
ZonMw voor uitvoering van het preventieprogramma
Het vijfde Preventieprogramma (PP5) levert kennis op die bijdraagt aan de doelstellingen van het Nationaal Programma Preventie (NPP). Het kader voor PP5 wordt naast het NPP gevormd door vier thema’s waarop VWS
aan ZonMw om onderzoek heeft gevraagd:
– Kennis die bijdraagt aan algemene aspecten van preventiebeleid.
– Kennis die tot verdere verbetering van het instrumentarium leidt.
– Enkele specifieke onderzoeksterreinen passend bij de domeinen van het NPP. – Monitoring van uitvoeringsprogramma’s (het voorstel voor een monitor specifiek voor het NPP wordt nader uitgewerkt). De hiervoor beschikbare middelen (€ 5 miljoen in 2017) staan verantwoord op artikel 4 Zorgbreed beleid. In de paragraaf «Toelichting op de instrumenten» van artikel 4 is een overzichtstabel opgenomen.
Bijdragen aan medeoverheden
Lokaal verbinden
Het huidige programma «Gezond in ...» (TK 32 620, nr. 132) loopt tot en met 2017 via een decentralisatie-uitkering. In 2017 wordt besloten hoe deze gelden vanaf 2018 worden ingezet.
-
2.Ziektepreventie
Subsidies
Ziektepreventie
De Minister zorgt op het terrein van de ziektepreventie subsidies
(€ 16,3 miljoen) voor een goede bescherming tegen infectieziekten,
preventie van chronische ziekten en de jeugdgezondheidszorg (JGZ) door onder andere te zorgen voor:
– Een goede landelijke structuur om bekende en onbekende infectieziektedreigingen inclusief zoönosen en vectorgebonden aandoeningen snel te kunnen signaleren en bestrijden.
– Het internationaal uitwisselen van informatie en afstemmen van voorbereidings- en bestrijdingsmaatregelen.
– Subsidiëring van de stichting Q-support om patiënten, die na de Q-koorts-epidemie te maken hebben met langdurige klachten, te ondersteunen, te adviseren en te begeleiden.
– Het ondersteunen van de oprichting van het Kennisplatform Intensieve Veehouderij en Humane Gezondheid dat handvatten kan meegeven aan lokale bestuurders voor de afweging van gezondheid in de bestuurlijke beslissingen bij ontwikkelingen in de veehouderij.
– Financiering van het vervolgonderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden ten behoeve van kennisvermeerdering over eventuele risico’s van ziekteverwekkers afkomstig uit de veehouderij.
– Financiering van onder andere de herijking en implementatie van richtlijnen voor goed gebruik van antibiotica, de versterking van de positie van ziekenhuizen en GGD’en, nieuwe vormen van bekostiging van diagnostiek en behandeling, en onderzoek om de ontwikkeling van nieuwe antibiotica en alternatieven voor antibiotica te stimuleren zoals verwoord in de kamerbrief van 24 juni 2015 over de aanpak van antibioticaresistentie (TK 32 620, nr. 159). – Financiering van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) voor activiteiten gericht op het ondersteunen van de JGZ-organisaties en de professionals bij het invoeren van vernieuwingen en verbeteringen in de praktijk.
RIVM: Regelingen publieke en seksuele gezondheid
De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt uitgevoerd door het RIVM
en bestaat uit:
– Het financieren, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de landelijke bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker (€ 121,9 miljoen). Het financieren van het Nationaal Programma Grieppreventie. Doel van dit programma is om kwetsbare groepen (alle 60-plussers en mensen onder de 60 jaar met een risico-indicatie, zoals longziekten, hart- of nieraandoeningen en diabetes mellitus) te beschermen tegen (de ernstige gevolgen van) griep (€ 37,1 miljoen).
– Het financieren van soa-onderzoek en aanvullende seksuele gezondheidszorg en coördinatie (€ 33,9 miljoen).
Verder verstrekt het RIVM subsidies op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies op het terrein van de seksuele gezondheid (€ 12 miljoen). Inhoudelijk is dit onderwerp opgenomen onder het artikelonderdeel Gezondheidsbevordering.
Kengetallen Deelname aan vaccinatieprogramma, bevolkingsonderzoeken |
en screeningen in procenten |
|||||||
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
|
|
||||||||
Rijksvaccinatieprogramma |
94,0% |
94,5% |
95,2% |
95,0% |
95,4% |
95,5% |
95,4% |
94,8% |
|
||||||||
Nationaal Programma Grieppre- |
||||||||
ventie |
73,5% |
71,5% |
70,4% |
68,9% |
65,7% |
62,4% |
59,6% |
52,8% |
|
||||||||
Bevolkingsonderzoek borstkanker |
82,4% |
82,0% |
81,5% |
80,7% |
80,1% |
79,7% |
79,4% |
78,8% |
|
||||||||
Bevolkingsonderzoek baarmoeder- |
||||||||
halskanker |
66,6% |
66,0% |
65,3% |
64,3% |
65,0% |
63,9% |
64,7% |
64,6% |
|
||||||||
Bevolkingsonderzoek darmkanker |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
71,3% |
|
||||||||
hielprik |
99,9% |
99,8% |
99,8% |
99,7% |
99,5% |
99,5% |
99,5% |
99,3% |
Bron:
Voor het verslagjaar 2016 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2015) is dit percentage 94,2%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2013 dat basisimmuun is voor DKTP vóór het bereiken van hun 2-jarige leeftijd.
Dit kerncijfer betreft het percentage gevaccineerde personen in de groep patiënten die conform het advies van de Gezondheidsraad in aanmerking komen voor vaccinatie tegen influenza.
Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. De populatie van het bevolkingsonderzoek bestaat uit 50–75 jarige vrouwen. 4.Staat van Volksgezondheid en Zorg
Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De populatie van het bevolkingsonderzoek bestaat uit 30–65 jarige vrouwen.
-
5.Staat van Volksgezondheid en Zorg Dit kerncijfer betreft het percentage personen dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek (screening) naar dikkedarmkanker.
-
6.Staat van Volksgezondheid en Zorg Dit kerncijfer betreft het percentage pasgeborenen dat gescreend is.
Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. De beschermingsgraad ligt in de praktijk hoger dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groeps-immuniteit.
Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)
De NIPT betreft een screening tijdens de zwangerschap. De test kan onder andere het downsyndroom opsporen zonder dat er sprake is van een verhoogd risico op een miskraam. Omdat eventuele opname in het basispakket afhankelijk is van de advisering van het Zorginstituut (en de Gezondheidsraad) kan NIPT als eerste test niet eerder dan per 2018 opgenomen worden in het basispakket. In 2017 zal de bekostiging lopen via een subsidieregeling (€ 26,3 miljoen).
Opdrachten
(Vaccin)onderzoek
Er is onder andere budget beschikbaar voor vaccinonderzoek (€ 5,8 miljoen), ontwikkeling van het Respiratoir syncytieel virus (RSV)-vaccin (€ 2,8 miljoen) en onderzoek naar alternatieven voor dierproeven (€ 1,7 miljoen). Vanaf 2013 zijn deze taken ondergebracht bij de Projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein (ALT). Het voornemen is om het onderdeel (vaccin)onderzoek van Projectdirectie ALT met ingang van 2017 te privatiseren.
Bijdragen aan agentschappen
RIVM: Opdrachtverlening Centra
Het RIVM stelt zich tot doel om de gezondheid van de Nederlandse bevolking te beschermen en te bevorderen. Het RIVM doet dit door middel van het (doen) uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en advisering op het terrein van volksgezondheid en het voeren van de regie op diverse terreinen van de publieke gezondheid. Binnen het RIVM zijn hiertoe verschillende centra actief, zoals:
– Het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) dat financiële middelen ontvangt voor het vervullen van zijn taken ten aanzien van de preventie en bestrijding van infectieziekten met specifiek ook aandacht voor antimicrobiële resistentie, het bevorderen van seksuele gezondheid door de ondersteuning van professionals bij een goede uitvoering en taken op het gebied van vaccinologie (€ 45,9 miljoen). Voor de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma is € 90,2 miljoen beschikbaar. – Het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CVB) dat financiële middelen ontvangt voor het uitvoeren van zijn coördinerende taken gericht op de voorlichting over bevolkingsonderzoeken, het Nationaal Programma Grieppreventie en pre- en neonatale screeningen en de kwaliteit van de uitvoering en monitoring ervan. Mensen die tot de betreffende doelgroep behoren, kunnen vrijwillig aan de bevolkingsonderzoeken deelnemen (€ 14,1 miljoen). Ook verzorgt het CVB de uitvoering van de prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (€ 19,4 miljoen), het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) (€ 13,1 miljoen) en de hielprik (€ 19,1 miljoen). – Het Centrum Gezondheid en Milieu (CGM) dat financiële middelen ontvangt om de Minister van VWS en de regio’s bij te staan met gezondheidskundige advisering, advisering over het uitvoeren van gezondheidsonderzoek en risicoanalyses over mogelijke gezondheidseffecten en over psychosociale nazorg. Vragen over gezondheid en veiligheid in relatie tot milieu en het voorkomen van incidenten en rampen komen samen bij het CGM. Het CGM is erop gericht deze kennis waar nodig te ontwikkelen, te borgen en te ontsluiten voor professionals en bestuurders (€ 6 miljoen).
– De Dienst Vaccinatievoorzieningen en Preventieprogramma’s (DVP) die ervoor zorgt dat er voldoende goede en betaalbare vaccins en antisera beschikbaar zijn voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) en calamiteiten (€ 1,9 miljoen). Voor de aanschaf van Antivirale middelen is € 4,6 miljoen beschikbaar.
– Het Centrum Gezond Leven (CGL) dat financiële middelen ontvangt met als doel samenhangende en effectieve lokale gezondheidsbevordering te faciliteren. Het CGL bevordert het gebruik van erkende leefstijlinterventies, onder meer door beschikbare interventies overzichtelijk te presenteren en te beoordelen op kwaliteit en samenhang en het versterken van gezondheidsbeleid via diverse handreikingen. Daarnaast voert het CGL het programma «Structurele versterking Gezondeschool.nl» uit (€ 2,9 miljoen).
-
3.Gezondheidsbevordering
Subsidies
Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) Organisaties zoals het Trimbos-instituut ontvangen instellings- en projectsubsidies voor het uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op preventie van (schadelijk) alcohol-, tabaks- en drugsgebruik en voor andere VWS-beleidsterreinen, zoals de geestelijke gezondheidszorg. Het Trimbos-instituut zet zich in om wetenschappelijk onderbouwde, onafhankelijke informatie te geven aan professionals en burgers. Voorbeelden zijn de uitvoering van de Nationale Drug Monitor (NDM), het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS), onderzoek op het gebied van uitgaansdrugs en de campagne NIX18. Voor 2017 gaat het om projectsubsidies van circa € 1,3 miljoen en bij de instellingssubsidies gaat het in totaal om circa € 6,1 miljoen.
Gezonde leefstijl en gezond gewicht
De gezonde keuze moet zo makkelijk mogelijk worden gemaakt voor de Nederlandse bevolking, jong en oud. Om te voorzien in de juiste informatie over gezonde voeding voor burgers en professionals wordt subsidie verleend aan het Voedingscentrum.
Om gemeenten, scholen, sportverenigingen en andere lokale partijen te stimuleren om een gezonde(re) omgeving te creëren en in te zetten op een stijging van het aantal jongeren op een gezond gewicht in minimaal 75 (JOGG-)gemeenten in 2020, wordt de stichting Jongeren Op Gezond Gewicht (TK 34 080 A, nr. 1) gesubsidieerd. Hierbij werkt de stichting samen met diverse partijen: overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Vanuit Care for Obesity wordt door middel van 6 proeftuinen in 2017 en 2018 voorzien in een landelijk model voor een sluitende ketenaanpak op obesitas voor kinderen.
Ten slotte worden in nauwe samenwerking met de Ministeries van OCW, EZ en SZW kinderen in het onderwijs en voorschoolse voorzieningen gestimuleerd tot een gezonde leefstijl. Onderdeel daarvan is het streven dat alle schoolkantines beschikken over een gezond aanbod volgens de richtlijnen van het Voedingscentrum.
De totale geraamde subsidies voor gezonde voedingskeuze en gezond gewicht, inclusief de bredere inzet op Gezonde School en Gezonde Kinderopvang, bedragen € 12,3 miljoen in 2017.
Letselpreventie
Voor letselpreventie is € 4,2 miljoen beschikbaar. De Stichting Veilig-heidNL ontvangt € 3,5 miljoen voor het uitvoeren en monitoren van haar activiteiten die zijn gericht op letselpreventie door middel van interventies en programma’s voor bijvoorbeeld jongeren en ouderen.
Bevordering van kwaliteit en toegankelijkheid van zorg De Stichting Pharos ontvangt als kennis- en adviescentrum subsidie voor het stimuleren van de toepassing van kennis in de praktijk voor de verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van de zorg voor migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden (€ 3 miljoen). Het gaat daarbij om mensen die minder vaardig zijn in het verkrijgen, begrijpen en gebruiken van informatie over (hun) gezondheid bij het nemen van gezondheidsgerelateerde beslissingen. Verder worden gemeenten geactiveerd om lokale gezondheidsachterstanden structureel aan te pakken. Het lokale proces wordt ondersteund door het landelijk stimuleringsprogramma waarin kennis van werkzame interventies, goede voorbeelden en ervaringen worden samengebracht, onder regie van Pharos en Platform31. Hiermee is € 1,5 miljoen gemoeid.
Bevordering van de seksuele gezondheid
Om de seksuele gezondheid te bevorderen verleent VWS rechtstreeks (onder andere Stichting Ambulante FIOM), dan wel via het RIVM/Centrum Infectieziektebestrijding (onder andere Rutgers, Soa-Aids Nederland en de HIV-vereniging Nederland) subsidie aan diverse gezondheidsbevorderende instellingen. De middelen aan het RIVM staan verantwoord onder het artikelonderdeel Ziektepreventie. Naar aanleiding van een landelijke impuls aan onbedoeld zwangeren en tienermoeders ontvangt FIOM ook in
2017 een subsidie van € 0,5 miljoen. Uitgangspunt hierbij is dat de expertise op dit gebied wordt behouden en verder kan worden uitgedragen aan de hele sector. Voor deze impuls worden vooralsnog ook in
2018 middelen gereserveerd, waarna dit in de regulier zorg en ondersteuning moet zijn verankerd.
Overig
Dit betreft enkele kleine subsidies (onder € 1 miljoen) gebundeld voor onder andere verslavingszorg en gezonde leefstijl jeugd.
Opdrachten
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift
De geraamde kosten voor de medicatie voor de medische heroïnebehan-deling zijn € 3,1 miljoen; zie verder onder Bijdragen aan medeoverheden.
Bijdragen aan medeoverheden
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift VWS verstrekt een financiële bijdrage (circa € 13,9 miljoen) aan gemeenten voor het binnen een gesloten systeem aanbieden van een behandeling van een beperkte groep langdurige opiaatverslaafden, waarbij naast methadon medicinale heroïne wordt verstrekt.
Kengetallen Gezondheidsbevordering (in procenten) |
|||||||
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
|
Rokers 18 jaar e.o.1 |
28,6 |
26,9 |
27,0 |
24,5 |
24,7 |
25,7 |
26,3 |
Rokers laatste maand, 12–16 jaar2 |
16,9 |
10,6 |
|||||
Alcoholgebruik laatste maand, 12–16 jaar2 |
37,8 |
25,5 |
|||||
Cannabisgebruik laatste jaar, 12–16 jaar2 |
6,0 |
8,2 |
|||||
Cannabisgebruik laatste jaar 18 jaar e.o.3 |
6,8 |
7,6 |
8,5 |
||||
Overgewicht 18 jaar e.o.4 |
46,4 |
47,3 |
47,3 |
47,1 |
47,1 |
49,4 |
49,3 |
Overgewicht 4–18 jaar4 |
13,2 |
13,3 |
12,5 |
12,3 |
11,7 |
11,9 |
11,6 |
Aantal spoedeisende hulpbehandelingen in |
|||||||
ziekenhuizen door privéongevallen en |
|||||||
sportblessures (x 1.000)5 |
640 |
600 |
600 |
590 |
430 |
519 |
1 Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM
2 Jeugd en Riskant Gedrag 2015, Trimbos-instituut
3
Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM. Door wijziging in meetmethoden na 2009 zijn de cijfers met 2014 en 2015 beperkt vergelijkbaar.
4 Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM. Door wijziging in meetmethoden tussen 2009–2010 en 2013–2015 zijn de cijfers vóór en na deze perioden slechts in beperkte mate te vergelijken.
5 Kerncijfers LIS, VeiligheidNL. De daling in 2013 is toe te schrijven aan een technisch registratieprobleem in dat jaar.
-
4.Ethiek
Subsidies
Abortusklinieken
Sinds de inwerkingtreding van Wet langdurige zorg vindt de subsidiëring van de abortusklinieken (€ 15,5 miljoen) plaats via de subsidieregeling Abortusklinieken. De abortusklinieken dienen over een Waz-vergunning (Wet afbreking zwangerschap) te beschikken.
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek
Het CIBG verzorgt het secretariaat van de stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.
De secretariaten van de regionale toetsingscommissies euthanasie en de centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen zijn bij een uitvoeringseenheid van het Ministerie van VWS ondergebracht. De daarmee samenhangende middelen (€ 3,7 miljoen) staan geraamd op artikel 10 onder Personele uitgaven kerndepartement.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) De CCMO is verantwoordelijk voor het waarborgen van de bescherming van proefpersonen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek door middel van toetsing aan de hiervoor geldende wettelijke bepalingen en protocollen. De CCMO ontvangt hiervoor een jaarlijkse bijdrage van € 2,2 miljoen. Deze middelen staan geraamd op artikel 10 bij het onderdeel Personele uitgaven SCP en raden.
Vanwege de implementatie van EU-verordening no 536/2014 i voor klinisch geneesmiddelenonderzoek, die naar verwachting in 2018 in werking zal treden, zal de CCMO een aantal extra taken en bevoegdheden krijgen.
Ontvangsten
Bestuurlijke boetes
In het kader van haar handhavingsbeleid schrijft de NVWA bestuurlijke boetes uit. De ten gunste van de algemene middelen komende ontvangsten die hieruit voortvloeien worden geraamd op € 4,3 miljoen in
2017.
Overig
Dit betreft geraamde ontvangsten als gevolg van in eerdere jaren te hoog
verstrekte subsidievoorschotten (€ 3,1 miljoen).
Beleidsartikel 2 Curatieve zorg
-
1.Algemene beleidsdoelstelling
Een kwalitatief goed en toegankelijk stelsel voor curatieve zorg tegen maatschappelijk verantwoorde kosten.
-
2.Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister van VWS is verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor curatieve zorg. De Zorgverzekeringswet vormt samen met de zorgbrede wetten, zoals de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) en de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) de wettelijke basis van dit stelsel.
Vanuit deze verantwoordelijkheid vervult de Minister de volgende rollen:
Stimuleren:
– Het bevorderen van de kwaliteit, (patiënt)veiligheid en innovatie in de curatieve zorg.
– Het ondersteunen van initiatieven om de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de curatieve zorg te garanderen en/of te verbeteren. Belangrijk daarin zijn de initiatieven om verspilling in de zorg tegen te gaan.
– Het ondersteunen van initiatieven om fraude in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen.
– Het bevorderen van de werking van het stelsel door het systeem van risicoverevening.
– Het bevorderen dat verzekerden beschikken over de juiste en begrijpelijke informatie om een keuze te kunnen maken voor een zorgverzekering.
Financieren:
– Het bevorderen van kwalitatief goede zorg door medefinanciering van hoogwaardig oncologisch onderzoek.
– Het financieren van onderzoek dat gericht is op een snellere ontwikkeling van waarde toevoegende medische producten en behandelwijzen tegen aanvaardbare prijzen.
– Het financieren van onderzoek dat bijdraagt aan kwalitatief goed gepast gebruik van genees- en hulpmiddelen.
– Het financieren van initiatieven voor het ontwikkelen van alternatieve verdienmodellen voor geneesmiddelenontwikkeling.
– Verbetering van de kwaliteit van de zorg door financiering van de familie- en vertrouwenspersonen in GGZ-instellingen.
– Het (mede)financieren van het digitale communicatiesysteem voor de zwaailichtsector.
– Het financieren van initiatieven die bijdragen aan een zorgvuldige orgaandonorwerving in de ziekenhuizen, het onderhouden van het donorregister en het geven van publieksvoorlichting over orgaandonatie.
– Het financieren van bijwerkingenregistraties en onderzoek ten behoeve van het monitoren van de productveiligheid.
– Bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het (deels) compenseren van de gederfde inkomsten van zorgaanbieders als gevolg van het verstrekken van zorg aan onverzekerde (verwarde) personen, illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.
– Bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het financieren van de zorguitgaven voor kinderen tot 18 jaar.
– Het financieren van kostencomponenten die een gelijk speelveld verstoren.
Regisseren:
– Het onderhouden van wet- en regelgeving op het gebied van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, lichaamsmaterialen en bloedvoor-ziening.
– Het (door)ontwikkelen van productstructuren op basis waarvan onderhandelingen over bekostiging plaatsvinden.
– Het bepalen van de normen/criteria, waaraan de registers (bijvoorbeeld het BIG-register) die worden bijgehouden om de werking van het stelsel te bevorderen, moeten voldoen.
– De werking van het zorgverzekeringsstelsel wordt bevorderd door het actief opsporen van onverzekerden en wanbetalers.
-
3.Beleidswijzigingen
Uitvoeren visie Geneesmiddelen
Het toegankelijk houden van innovatieve geneesmiddelen tegen aanvaardbare prijzen staat centraal in het te voeren beleid. Met de ter beschikking gestelde middelen wordt ingezet op het verbeteren van de informatievoorziening door het ontwikkelen en regulier uitvoeren van een nationale horizonscan dure geneesmiddelen, het oprichten van een platform inkoop dure geneesmiddelen, het ontwikkelen en uitvoeren een actieplan gepast gebruik en het aanbrengen van aanpassingen aan het geneesmiddelenvergoedingssysteem in de vorm van het uitvoeren van selectieve herberekeningen en het invoeren van een vergoedingsafslag. Daarnaast wordt voor dure geneesmiddelen een maatregel ingevoerd in de Zorgverzekeringswet (de zogenoemde «sluis»).
Voorts worden middelen ter beschikking gesteld voor het ontwikkelen van alternatieve businessmodellen voor de ontwikkeling van geneesmiddelen. Daarnaast worden ter bevordering van innovatie aan ZonMw nieuwe middelen ter beschikking gesteld voor diagnostisch onderzoek. Doel hiervan is om nieuwe methoden te implementeren die sneller en nauwkeuriger de juiste middelen voor de juiste patiënt te selecteren. In de «roadmap» geneesmiddelenvisie die na de zomer naar de Kamer wordt gestuurd, staan per maatregel concrete acties genoemd met de daarbij behorende tijdlijnen.
Veiligheid, kwaliteit en doelmatigheid van hulpmiddelen In het kader van meer kwaliteit in de zorg wordt ook een impuls gegeven aan het hulpmiddelenbeleid. Er wordt in overleg met betrokken partijen onder meer gewerkt aan het ontwikkelen van richtlijnen en kwaliteitsnormen op het terrein van continentie-, stoma- en diabetes-hulpmiddelenzorg. De eerste resultaten zullen eind dit jaar gereed zijn. Met een intensivering via een ZonMw-programma Goed Gebruik Hulpmiddelen wordt doelmatigheid en kwaliteit in de hulpmiddelenzorg verbeterd. Door de hogere eisen die in Europees verband aan de veiligheid en kwaliteit van hulpmiddelen worden gesteld, wordt er van alle actoren in de markttoelatingsketen, van fabrikant tot inspectie, meer verwacht. VWS zal erop toezien dat er in 2017 een duidelijk implementatietraject wordt gestart waarbij de nieuwe eisen zich daadwerkelijk vertalen in meetbaar verbeterd beleid. Dit betreft voorlichting aan betrokkenen zoals de industrie, het aanscherpen van het markttoezicht, (het bijdragen aan) de totstandkoming van gemeenschappelijke specifi- caties door de Europese Commissie en geharmoniseerde normen, de (voorwaarden voor) klinisch onderzoek en het stimuleren van de ontwikkeling van producten met een meerwaarde voor de patiënt. Het RIVM zal vaker producten aan een onderzoek onderwerpen en gaat zich inzetten om zich als Europees referentielaboratorium/expertcentrum te positioneren op het terrein van medische hulpmiddelen.
Beleid en organisatie donorwerving in ziekenhuizen
Voor het bereiken van een zo groot mogelijk aantal orgaantransplantaties is de inzet en kennis in ziekenhuizen van cruciaal belang. De nu structureel in te bedden werkwijze is geïntroduceerd tijdens de in de jaren 2009–2016 uitgevoerde pilots in het kader van het masterplan orgaandonatie. Verwachte opbrengsten hiervan zijn het optimaliseren van de toestemmingen van nabestaanden, kwalitatief goede uitnameprocedures met zo min mogelijk belasting voor de nabestaanden en een optimale donorherkenning. Streven is financiering per 2018 uit de premie, in 2017 is hiervoor nog subsidie noodzakelijk.
Agenda gepast gebruik en transparantie ggz
Op basis van de Agenda voor gepast gebruik en transparantie in de ggz (agenda ggz voor gepast gebruik) hebben partijen een model kwaliteitsstatuut opgesteld. Voor alle aanbieders van curatieve ggz is het vanaf 1 januari 2017 verplicht om een kwaliteitsstatuut te hebben, zodat patiënten meer informatie hebben om hun keuze voor een zorgaanbieder op te baseren. Vanaf 2017 mogen alleen regiebehandelaren die voorkomen in het model kwaliteitsstatuut declareren. In 2017 moet een dertigtal zorgstandaarden gereed zijn. Voorts werken partijen in 2017 onder aanvoering van de NZa aan een nieuwe bekostiging voor de ggz die beter aansluit bij de zorginhoud en die in 2019 gereed moet zijn. Ook is een onderzoeksprogramma voor de ggz van start gegaan. In 2017 is voor de uitvoering van dit onderzoeksprogramma € 5 miljoen beschikbaar.
Programma Gender en gezondheid
In mei 2015 heeft ZonMw de kennisagenda Gender en gezondheid gepubliceerd. Op verzoek van de Minister heeft ZonMw in aansluiting daarop een programmeringsstudie uitgevoerd die januari 2016 is gepubliceerd. Tijdens het symposium van Women Inc (maart 2016) heeft VWS bekendgemaakt dat VWS vanaf 2016 € 12 miljoen beschikbaar stelt voor de uitvoering van het bij ZonMw in te richten onderzoeksprogramma Gender en gezondheid. Concrete doelstellingen en acties staan in dit onderzoeksprogramma.
Zorgnetwerken Antibioticaresistentie (ABR)
De samenwerking tussen instellingen en tussen de verschillende sectoren in de zorg is nog niet sterk genoeg georganiseerd om de ABR-problematiek toekomstbestendig te kunnen beheersen. Ziekenhuizen, verpleeghuizen, revalidatieklinieken en andere zorgaanbieders, zoals huisartsen, thuiszorg en GGD’en waartussen patiënten relatief vaak worden verplaatst, zullen regionaal in een netwerkverband moeten samenwerken. Een landelijke uniforme structuur met één aanspreekpunt en één verantwoordelijke die aanspreekbaar is als het niet goed loopt, is wenselijk.
Het huidige Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) biedt een basis als structuur om de belangrijkste partijen bijeen te brengen en de taken die nodig zijn binnen het netwerk uit te kunnen voeren.
Alleen op deze manier is het mogelijk de verspreiding van infectieziekten en antibioticaresistentie op een effectieve manier te bestrijden. Voor het opzetten en de uitvoering van deze netwerken wordt vanaf 2017
€ 7,5 miljoen vrijgemaakt. Vanaf 2019 loopt dit bedrag op tot
€ 15,1 miljoen. Per 2018 moeten er tien netwerken operationeel zijn.
Risicoverevening
Per 2017 zal de Zorgverzekeringswet volledig risicodragend worden uitgevoerd door zorgverzekeraars.
Ook in 2017 zullen weer diverse onderzoeken worden uitgevoerd met als doel om de risicoverevening in de toekomst verder te verbeteren. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de uitkomsten van een brede,
fundamentele discussie die in 2016 is gevoerd.
Partijen hebben diverse inhoudelijke verbeteringen aangedragen. Deze inhoudelijke verbeteringen zijn besproken in de Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) en leiden tot een onderzoeksprogramma ten behoeve van het risicovereveningsmodel 2018 en een meerjarig onderzoeksprogramma. Het meerjarige onderzoeksprogramma bevat onderzoeken waarvan de resultaten niet direct betrekking hebben op het vereveningsmodel voor komend jaar vanwege een fundamentele vraagstelling en langere doorlooptijd.
-
4.Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen |
8.697.819 |
3.678.480 |
675.197 |
2.963.307 |
3.090.875 |
3.173.410 |
3.221.435 |
Uitgaven |
4.614.648 |
4.228.774 |
3.816.813 |
3.418.455 |
3.103.057 |
3.173.410 |
3.222.651 |
Waarvan juridisch verplicht (%) |
99,5% |
||||||
|
118.505 |
133.030 |
163.134 |
165.347 |
166.685 |
134.802 |
134.804 |
Subsidies |
111.162 |
122.404 |
154.054 |
155.726 |
157.249 |
125.712 |
125.714 |
IKNL en NKI |
51.542 |
51.730 |
51.730 |
51.730 |
51.730 |
51.730 |
51.730 |
Zwangerschap en geboorte |
3.574 |
3.505 |
3.819 |
3.886 |
3.555 |
3.088 |
3.088 |
Registratie en uitwisseling zorgge- |
|||||||
gevens (PALGA) |
3.264 |
3.303 |
3.647 |
3.647 |
3.647 |
3.647 |
3.647 |
Nictiz |
5.113 |
5.412 |
5.412 |
5.412 |
5.412 |
5.412 |
5.412 |
Ontsluiten patiëntgegevens |
|||||||
ziekenhuizen |
0 |
0 |
35.000 |
35.000 |
35.000 |
0 |
0 |
Orgaandonatie en transplantatie |
11.890 |
11.260 |
11.214 |
11.214 |
11.214 |
11.214 |
11.214 |
Onderzoek Onco XL |
0 |
0 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
FES/LSH projecten |
6.855 |
7.742 |
1.085 |
0 |
0 |
0 |
0 |
UMC Groningen: Lifelines project |
0 |
3.498 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Expertisefunctie zintuigelijk |
|||||||
gehandicapten |
21.263 |
21.644 |
21.633 |
21.633 |
21.633 |
21.633 |
21.633 |
Antibioticaresistentie |
0 |
500 |
7.500 |
10.000 |
15.100 |
15.100 |
15.100 |
Inloophuizen kankerpatiënten |
0 |
450 |
450 |
450 |
450 |
450 |
450 |
Uitvoering Agenda gepast gebruik en |
|||||||
transparantie ggz |
0 |
1.500 |
2.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
7.661 |
11.860 |
8.064 |
10.754 |
7.508 |
11.438 |
11.440 |
Opdrachten |
3.855 |
6.994 |
5.631 |
6.549 |
6.579 |
6.233 |
6.233 |
Publiekscampagne orgaandonatie |
1.461 |
1.720 |
1.720 |
1.720 |
1.720 |
1.720 |
1.720 |
Overig |
2.394 |
5.274 |
3.911 |
4.829 |
4.859 |
4.513 |
4.513 |
Bijdragen aan agentschappen |
3.488 |
3.632 |
3.449 |
3.072 |
2.857 |
2.857 |
2.857 |
CIBG: Donorregister |
2.746 |
2.380 |
2.380 |
2.380 |
2.380 |
2.380 |
2.380 |
Overig |
742 |
1.252 |
1.069 |
692 |
477 |
477 |
477 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
|
|||||||
zorg |
4.324.964 |
3.925.032 |
3.468.912 |
3.147.578 |
2.826.218 |
2.930.153 |
2.993.153 |
Subsidies |
14.224 |
20.879 |
31.217 |
30.067 |
29.648 |
27.621 |
30.621 |
Sluitende aanpak personen met |
|||||||
verward gedrag |
0 |
1.500 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
Eerstelijns gezondheidscentra in |
|||||||
VINEX-gebieden |
1.314 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
Anonieme e-mental health |
925 |
2.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vertrouwenspersoon in de ggz |
6.204 |
6.204 |
6.204 |
6.204 |
6.204 |
6.204 |
6.204 |
Suïcidepreventie |
0 |
4.133 |
4.062 |
3.662 |
3.562 |
3.562 |
3.562 |
Kwaliteitsimpuls apothekers |
0 |
2.858 |
2.823 |
2.848 |
1.964 |
0 |
0 |
Overig |
5.781 |
2.184 |
2.128 |
1.353 |
1.918 |
1.855 |
4.855 |
Bekostiging |
4.306.800 |
3.894.089 |
3.424.884 |
3.101.784 |
2.781.183 |
2.887.784 |
2.947.784 |
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds |
|||||||
voor financiering van verzekerden 18- |
2.470.800 |
2.508.700 |
2.490.500 |
2.618.400 |
2.748.800 |
2.855.400 |
2.915.400 |
Rijksbijdrage dempen premie ten |
|||||||
gevolgen van HLZ |
1.804.000 |
1.353.000 |
902.000 |
451.000 |
0 |
0 |
0 |
Zorg illegalen en andere onverze- |
|||||||
kerbare vreemdelingen |
32.000 |
32.389 |
32.384 |
32.384 |
32.383 |
32.384 |
32.384 |
Opdrachten |
2.670 |
8.646 |
10.852 |
13.800 |
13.616 |
12.977 |
12.977 |
Uitvoeren visie geneesmiddelen |
0 |
800 |
2.000 |
2.700 |
2.700 |
2.700 |
2.700 |
Kwailteit, veiligheid, doelmatigheid |
|||||||
hulpmiddelen |
0 |
0 |
1.000 |
2.000 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
Publiekscampagne Depressie |
0 |
1.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
2.670 |
6.846 |
7.852 |
9.100 |
7.916 |
7.277 |
7.277 |
Bijdragen aan agentschappen |
1.270 |
1.406 |
1.328 |
1.296 |
1.140 |
1.140 |
1.140 |
CIBG: WPG/GVS/APG |
1.270 |
1.406 |
1.328 |
1.296 |
1.140 |
1.140 |
1.140 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
0 |
12 |
631 |
631 |
631 |
631 |
631 |
ZiNL: Uitvoering Compensatie kosten |
|||||||
van zorg illegalen en andere |
|||||||
onverzekerbare vreemdelingen |
0 |
12 |
631 |
631 |
631 |
631 |
631 |
|
171.179 |
170.712 |
184.767 |
105.530 |
110.154 |
108.455 |
94.694 |
Subsidies |
37.183 |
22.267 |
1.362 |
1.362 |
10.362 |
11.362 |
1.362 |
Stichting Klachten en Geschillen |
|||||||
Zorgverzekeringen |
1.085 |
952 |
1.221 |
1.221 |
1.221 |
1.221 |
1.221 |
Overgang integrale tarieven medisch- |
|||||||
specialistische zorg |
35.920 |
20.160 |
0 |
0 |
9.000 |
10.000 |
0 |
Overig |
178 |
1.155 |
141 |
141 |
141 |
141 |
141 |
Inkomensoverdrachten |
113.098 |
112.017 |
105.926 |
23.840 |
19.460 |
16.787 |
13.025 |
Overgangsregeling FLO/VUT ouderen- |
|||||||
regeling ambulancepersoneel |
25.297 |
26.927 |
24.836 |
23.750 |
19.370 |
16.697 |
12.935 |
Schadevergoeding Erasmus MC |
85.000 |
85.000 |
81.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
2.801 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
90 |
Opdrachten |
4.746 |
8.419 |
4.593 |
4.593 |
4.593 |
4.566 |
4.566 |
Risicoverevening |
1.857 |
1.906 |
1.906 |
1.906 |
1.906 |
1.906 |
1.906 |
Uitvoering zorgverzekeringstelsel |
361 |
1.152 |
502 |
502 |
502 |
475 |
475 |
Patiëntenvervoer Waddeneilanden |
0 |
3.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
2.528 |
2.361 |
2.185 |
2.185 |
2.185 |
2.185 |
2.185 |
Bijdragen aan agentschappen |
16.152 |
17.871 |
15.586 |
15.586 |
15.588 |
15.588 |
15.588 |
CJIB: Onverzekerden en wanbetalers |
16.152 |
17.871 |
15.586 |
15.586 |
15.588 |
15.588 |
15.588 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
0 |
10.074 |
53.147 |
55.996 |
55.998 |
55.999 |
56.000 |
Zorginstituut Nederland: |
|||||||
Onverzekerden en wanbetalers |
0 |
6.278 |
42.642 |
42.640 |
42.642 |
42.643 |
42.644 |
Zorginstituut Nederland: Doorlichten |
|||||||
pakket |
0 |
3.271 |
10.355 |
13.356 |
13.356 |
13.356 |
13.356 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Overig |
0 |
525 |
150 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofd- |
|||||||
stukken |
0 |
64 |
4.153 |
4.153 |
4.153 |
4.153 |
4.153 |
VenJ: Bijdrage C2000 |
0 |
64 |
4.153 |
4.153 |
4.153 |
4.153 |
4.153 |
Ontvangsten |
98.455 |
60.955 |
60.955 |
60.955 |
60.955 |
60.955 |
60.955 |
Wanbetalers en onverzekerden |
85.785 |
59.902 |
59.902 |
59.902 |
59.902 |
59.902 |
59.902 |
Overig |
12.670 |
1.053 |
1.053 |
1.053 |
1.053 |
1.053 |
1.053 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget 2017 van € 186,6 miljoen is 93% juridisch verplicht. Het betreft diverse subsidies op het gebied van kwaliteit en (patiënt)veiligheid, subsidies ter bevordering van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en subsidies die de werking van het stelsel bevorderen.
Bekostiging
Van het beschikbare budget 2017 van € 3,6 miljard is 100% juridisch verplicht. Het betreft de rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds voor de financiering van verzekerden jonger dan 18 jaar en de bekostiging van de compensatie van (een deel van) de gederfde inkomsten van zorgaanbieders als gevolg van het verstrekken van zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget 2016 van € 105,9 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de schadevergoeding aan het Erasmus MC en de overgangsregeling FLO/VUT voor het ambulancepersoneel.
Opdrachten
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 21,1 miljoen is 87% juridisch verplicht. Het betreft diverse opdrachten op het gebied van kwaliteit en (patiënt)veiligheid en opdrachten die de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en de werking van het stelsel moeten bevorderen.
Bijdragen aan agentschappen
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 20,4 miljoen is 97% juridisch verplicht. Het betreft voornamelijk de bijdrage aan het CJIB voor de actieve opsporing van onverzekerden en wanbetalers Zorgverzeke-ringswet.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 53,8 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft voornamelijk de bijdrage aan het Zorginstituut Nederland voor de actieve opsporing van onverzekerden en wanbetalers Zorgverzekeringswet en de middelen aan het Zorginstituut Nederland voor stringent pakketbeheer.
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstukken
Van het beschikbare budget 2016 van € 4,2 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bijdrage aan C2000.
-
5.Instrumenten
-
1.Kwaliteit en veiligheid
Subsidies
Integraal kankercentrum Nederland (IKNL) en Nederlands Kanker Instituut (NKI)
Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) is een kennis- en kwaliteitsinstituut voor professionals en bestuurders in de oncologische en palliatieve zorg met als doel deze zorg voortdurend te verbeteren. Het IKNL draagt bij aan het verbeteren van de oncologische en palliatieve zorg door het verzamelen van gegevens, het opstellen van richtlijnen, het bewaken van kwaliteit, het faciliteren van samenwerkingsverbanden en bij- en nascholing. In totaal is voor de uitvoering van deze activiteiten in 2017 een bedrag van € 34,5 miljoen beschikbaar.
Het Nederlands Kanker Instituut (NKI) is een internationaal erkend centre of excellence op het gebied van oncologisch onderzoek. VWS financiert het Nederlands Kanker Instituut met als doel fundamenteel, translationeel en klinisch kankeronderzoek te bevorderen ten behoeve van verbetering van de overleving van kanker en kwaliteit van leven van de patiënt. Het NKI wordt op een aantal gebieden van fundamenteel en translationeel onderzoek gerekend tot de nationale en internationale top, zo blijkt o.a. uit internationale site-visits. In totaal is in 2017 een bedrag beschikbaar van € 17,2 miljoen. Ongeveer € 6,4 miljoen daarvan is bestemd voor de kapitaallasten.
Zwangerschap en geboorte
Vanaf het uitbrengen van het advies van de stuurgroep Zwangerschap en Geboorte «een goed begin» in 2010 is ingezet op de verbetering van de kwaliteit van de geboortezorg. De recente cijfers over de perinatale sterfte laten zien dat er sprake is van een dalende trend. Dat is goed nieuws. De cijfers uit verschillende andere Europese landen laten zien dat een verdere daling van de perinatale sterfte mogelijk is. De komende jaren zal daarom nog steeds worden ingezet op het doorvoeren van verbeteringen in de geboortezorg.
In 2017 is voor zwangerschap en geboorte in totaal circa € 3,8 miljoen beschikbaar. Hiervan worden het College Perinatale Zorg (CPZ) en Perined (de gefuseerde organisatie van de Perinatale Audit Nederland (PAN) en Perinatale Registratie Nederland (PRN) gesubsidieerd. Daarnaast is er voor de periode 2017–2021 € 12,2 miljoen beschikbaar voor een voortzetting van het ZonMw-programma Zwangerschap en geboorte op basis van de nieuwe onderzoeksagenda «Een gezonde start voor moeder en kind; Integrale zorg rondom zwangerschap en geboorte». De middelen voor dit ZonMw-programma zijn overgeheveld naar artikel 4.
Registratie en uitwisseling zorggegevens (PALGA)
De Stichting Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) beheert de landelijke databank met alle pathologie-uitslagen en het computernetwerk voor de gegevensuitwisseling met alle pathologiela-boratoria in Nederland. Voor de uitvoering van deze activiteiten is in 2017 een bedrag beschikbaar van € 3,6 miljoen.
Nictiz
Het Nationaal ICT Instituut in de Zorg (Nictiz) is het landelijke expertisecentrum dat ontwikkeling van ICT in de zorg faciliteert. Voor de invulling van de coördinerende functie die Nictiz heeft bij de ontwikkeling van ICT-en informatiestandaarden en implementatieondersteuning bij het gebruik van deze standaarden is in 2017 een bedrag van € 5,4 miljoen beschikbaar. Om de zorgsector te ondersteunen bij de efficiënte inzet van eHealth, analyseert en duidt Nictiz ontwikkelingen in het gebruik van ICT in de zorg. Tevens fungeert Nictiz als nationaal en internationaal kennis-en expertisecentrum en vervult het een verbindende rol bij de ontwikkeling en het gebruik van ICT in de zorg.
Ontsluiten patiëntgegevens ziekenhuizen
Gedurende de periode 2017–2019 stel het Ministerie van VWS jaarlijks
€ 35 miljoen beschikbaar aan ziekenhuizen om hen in staat te stellen hun
ICT-infrastructuur patiëntgerichter te maken, zodat de patiënt toegang krijgt tot zijn gegevens en deze kan gebruiken voor regie over zijn gezondheid (bijvoorbeeld door de inzet van apps of delen met andere zorgverleners).
Orgaandonatie en transplantatie
Tabel: aantal orgaandonoren en aantal getransplanteerde organen
800
700 600 500 400 300 200 100
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 |
||||||||||||||||||||||
aantal postmortale orgaandonoren van wie minstens één orgaan is getransplanteerd in binnen- of buitenland Aantal orgaantransplantaties in Nederland met postmortale organen |
Bron: Nederlandse Transplantatiestichting. In de tabel is te zien dat gedurende een reeks van jaren zowel het aantal donoren als het aantal transplantaties toeneemt.
Ziekenhuizen in zeven landelijke regio’s rond de academische centra van Groningen, Nijmegen, Maastricht, Utrecht, Amsterdam, Leiden en Rotterdam krijgen subsidie voor beleid en organisatie rond orgaandonatie. Daarnaast wordt een deel van de Zelfstandig Uitname Teams (ZUT) gefinancierd voor zover deze niet onder de beschikbaarheidbijdrage postmortale orgaandonatie vallen. Het streven is erop gericht deze activiteiten vanaf 2018 vanuit de premie te financieren. Voor 2017 is een bedrag van € 6,7 miljoen gereserveerd.
0
De Regeling Donatie bij leven zorgt er voor dat niet-medische kosten die ontstaan door het bij leven afstaan van een nier worden vergoed aan de donor. In 2015 is de regeling geëvalueerd. Dit leidde er toe dat de regeling met ingang van 1 juli 2016 is aangepast. De aanpassingen betreffen onder meer het invoeren van een minimumvergoeding bij inkomstenderving voor ondernemers. De regeling wordt uitgevoerd door de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS). In 2017 is € 0,8 miljoen beschikbaar.
De NTS krijgt op structurele basis subsidie voor activiteiten op het terrein van voorlichting over orgaandonatie en het ondersteunen en monitoren van de donorwerving in ziekenhuizen. In 2017 gaat het om een bedrag van € 3,7 miljoen
Onderzoek OncoXL
Een aantal universiteiten zal haar excellente onderzoek op het gebied van kankeronderzoek bundelen in een virtueel onderzoeksinstituut (werktitel OncoXL). Hiermee wordt het onderzoek versterkt en wordt samenwerking met het bedrijfsleven geïntensiveerd. VWS heeft (net als OCW en EZ) toegezegd € 2 miljoen per jaar aan bij te dragen. Het initiatief zal naar verwachting eind 2016 van start gaan.
Expertisefunctie zintuiglijk gehandicapten
Per 1 januari 2015 is de extramurale zintuiglijk gehandicaptenzorg (ZG) overgaan vanuit de AWBZ naar de Zvw. De specifieke expertisefunctie van de aanbieders van ZG-zorg (voor Kennisinfrastructuur, R&D en innovatie en Voorlichting en kennisoverdracht) past niet binnen de Zvw, omdat zij niet onder te brengen is in prestaties ten behoeve van individuele cliënten. Via een instellingssubsidie wordt er voor zorg gedragen dat de expertisefunctie gecontinueerd kan worden. Voor 2017 is een bedrag van € 21,6 miljoen beschikbaar. Het komende jaar zal een onderzoek plaatsvinden naar de inrichting, reikwijdte en financiering van de expertisefunctie met als doel een andere manier van financieren vanaf 2018.
Antibioticaresistentie
Met veldpartijen zijn in 2015 doelstellingen overeengekomen die zijn vastgelegd in de meerjarenagenda ABR. Voor het verbeteren van de samenwerking tussen instellingen (ziekenhuizen, verpleeghuizen, revalidatieklinieken en andere zorgaanbieders, zoals huisartsen, thuiszorg en GGD’en in een regio) en tussen de verschillende sectoren zal oplopend naar 2019 € 15,1 miljoen worden vrijgemaakt. In 2017 is € 7,5 miljoen beschikbaar. Doel is om de antibioticaresistentieproblematiek in de zorg toekomstbestendig te kunnen beheersen. Hiertoe zullen zorgnetwerken worden gevormd. De middelen worden ingezet om professionals in te schakelen die het netwerk aansturen en ondersteunen en de kennis over antibioticaresistentie en infectiepreventie op niveau zullen brengen en houden. Daarnaast worden diagnostische testen ingezet bij uitbraken of preventieve activiteiten zoals prevalentiescreenings.
Inloophuizen kankerpatiënten
De stichting Inloophuizen en Psycho-oncologische centra Samenwerking en Ondersteuning (IPSO) ontvangt in de periode 2016–2019 projectsubsidie om het kwaliteitsbeleid van inloophuizen en psycho-oncologische centra door te ontwikkelen en te borgen. Ook zal de psychosociale zorg en ondersteuning in de oncologische zorgketen op regionaal niveau worden versterkt door alle relevante partijen in de regio samen te brengen en de formele en informele zorg onderling af te stemmen. In 2017 is € 0,5 miljoen beschikbaar.
Uitvoering Agenda gepast gebruik en transparantie in de ggz De uitvoering van de Agenda voor gepast gebruik en transparantie in de ggz (TK 25 424, nr. 292) wordt gefinancierd met zowel begrotingsmiddelen als met middelen uit het BKZ. Op de begroting is voor 2017 en 2018 een bedrag van respectievelijk € 1,5 miljoen en € 2,5 miljoen gereserveerd. Deze middelen zijn bestemd voor herstelacademies en zelfregienetwerken voor patiënten in de ggz, voor projecten ter versterking van het zelfmanagement van patiënten in de ggz (middelen voor deze projecten gaan naar het Landelijk Platform GGz) en voor destigmatisering (middelen gaan naar de Stichting samen sterk zonder stigma). Daarnaast is er de komende jaren 10 miljoen beschikbaar voor een ZonMw onderzoeksprogramma voor de ggz. De middelen voor dit programma zijn overgeheveld naar artikel 4.
Overig
Hier worden onder meer geraamd de subsidies voor de stichting Lareb (Teratologieservice en bijwerkingenregistratie en -analyse Rijksvaccinatie-programma) € 1,4 miljoen en de subsidies aan de stichting Geneesmiddelenbulletin (€ 0,5 miljoen) en de stichting Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik voor Medicijnbalans (€ 0,5 miljoen). Ook worden hier de middelen geraamd voor een programma translationeel onderzoek. Voor 2017 is hiervoor een bedrag geraamd van € 1,3 miljoen.
Opdrachten
Publiekscampagne orgaandonatie
De publiekscampagne orgaandonatie is er op gericht het publiek te informeren over orgaandonatie en een positieve houding over het onderwerp orgaandonatie tot stand te brengen.
De nieuwe campagne «Een leven redden. Je hebt het in je.» wil twijfels en onzekerheden wegnemen, in eerste instantie door mensen aan te sporen het gesprek over orgaandonatie met elkaar aan te gaan. Voor de campagne wordt € 1,7 miljoen gereserveerd.
Programma Gender en gezondheid
Voor het doen van onderzoek naar genderverschillen in de gezondheidszorg, en het beter verspreiden van kennis gaat ZonMw de komende jaren het programma «Gender en gezondheid» uitvoeren. VWS stelt hiervoor in totaal € 12 miljoen ter beschikking. De middelen hiervoor zijn overgeheveld naar artikel 4.
Doelmatigheid UMC’s/Citrienfonds
Vanaf 2014 is voor een periode van 5 jaar een bedrag van € 25 miljoen beschikbaar gesteld aan de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU) voor projecten die een bijdrage leveren aan een duurzame gezondheidszorg. Dit gebeurt in de vorm van een fonds, genaamd het Citrienfonds. Kern van het fonds is dat gewerkt wordt aan de belangrijkste uitdaging van dit moment: hoe zorgen we dat de kwaliteit van de zorg goed blijft of zelfs nog beter wordt én de zorg ook in de toekomst betaalbaar blijft?
De NFU heeft samen met het Ministerie van VWS een inventarisatie gemaakt van mogelijke projecten die hieraan kunnen bijdragen. Dit betreft onder andere het initiatief «registratie aan de bron» en «naar regionale oncologienetwerken». Deze gekozen projecten kunnen nog wijzigen als gevolg van nieuwe inzichten. ZonMw coördineert het traject. Na afloop van het fonds zal worden geëvalueerd in welke mate de doelstellingen zijn behaald. De middelen hiervoor zijn opgenomen onder artikel 4.
Experiment topklinische ziekenhuizen
Vanaf 2014 is voor een periode van vier jaar een bedrag van € 30 miljoen toegezegd aan een aantal Samenwerkende Topklinische Ziekenhuizen (STZ) voor een experiment waarmee een combinatie van zeer specialistische zorg en onderzoek in bovengenoemde ziekenhuizen gefinancierd kan worden. De middelen hiervoor zijn opgenomen onder artikel 4.
Overig
Hier worden onder meer de kosten voor het implantatenregister geraamd (€ 0,5 miljoen), de kosten voor de campagne vervalste geneesmiddelen (€ 0,5 miljoen) en de kosten van het vervolgprogramma Zwangerschap en Geboorte van ZonMw ter borging van de kennisinfrastructuur van negen regionale consortia. Hierdoor kan antwoord worden gegeven op nieuwe vragen die essentieel zijn om de ingeslagen weg van daling van perinatale sterfte voort te zetten (€ 0,8 miljoen in 2017).
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: Donorregister
Het CIBG verzorgt het Donorregister waarin de keuze omtrent orgaandonatie van burgers wordt vastgelegd. Hiervoor is in 2017 € 2,4 miljoen gereserveerd.
-
2.Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
Subsidies
Sluitende aanpak personen met verward gedrag
Voor een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag wordt een samenhangend pakket aan maatregelen genomen waarvoor in 2016 € 15 miljoen en vanaf 2017 jaarlijks € 30 miljoen beschikbaar is gesteld. Om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland de zorg krijgt die hij/zij nodig heeft, wordt een subsidieregeling opgesteld waar zorgaanbieders – onder strikte voorwaarden – de kosten kunnen declareren voor zorg aan mensen die onverzekerd zijn. Deze subsidieregeling dekt alleen de eerste nood af. Opzet van de regeling is nadrukkelijk om deze mensen hierna alsnog zo snel mogelijk te verzekeren. Voor deze subsidieregeling is een budget van € 1,5 miljoen beschikbaar in 2016 en € 12 miljoen vanaf 2017. Tevens is er op de begroting vanaf 2017 jaarlijks € 2 miljoen beschikbaar voor onder andere de voortzetting van de activiteiten van het aanjaagteam verwarde personen en voor de verbetering van de kwaliteit van het vervoer van deze doelgroep.
Voor het vervoer zelf wordt vanaf 2017 jaarlijks € 6 miljoen beschikbaar gesteld. De middelen hiervoor zijn opgenomen bij de premie uitgaven aan ambulancezorg welke worden toegelicht in het Financieel Beeld Zorg. Daarnaast is er voor de periode 2017–2021 in totaal een bedrag van € 48 miljoen beschikbaar voor een meerjarig ZonMw programma om projecten en initiatieven te faciliteren die bijdragen aan het realiseren van een regionale sluitende aanpak voor personen met verward gedrag. De middelen hiervoor zijn opgenomen onder artikel 4.
Eerstelijns gezondheidscentra in VINEX-gebieden
Het is van belang dat er in grootschalige nieuwbouwlocaties, waar nog niet voldoende patiënten wonen, geïntegreerde eerstelijnszorg wordt aangeboden. Daarom worden gezondheidscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties contractueel belast met het aanbieden van die zorg bij wijze van dienst van algemeen economisch belang. Dit betekent dat zij de taak hebben om op die locaties geïntegreerde eerstelijnszorg te verlenen en verder te ontwikkelen. Hiertoe zullen zij gedurende de aanloopperiode (maximaal vijf jaar) subsidie ontvangen. Hiervoor is voor 2017 € 2 miljoen gereserveerd.
Vertrouwenspersoon in de ggz
De patiëntenvertrouwenspersoon is de onafhankelijke ondersteuner van cliënten in de ggz. De werkzaamheden van de patiëntenvertrouwenspersoon hebben een wettelijke basis in de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en het besluit patiëntenvertrouwenspersoon Bopz. Met de subsidie stelt VWS de Stichting Patiëntvertrouwenspersoon (PVP) in staat deze wettelijke taak onafhankelijk van de instellingen uit te voeren. Daarnaast financiert VWS de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen (LSFVP) om uitvoering te geven aan de motie-Joldersma c.s. (TK 30492, nr. 23). In deze motie is verzocht om in iedere ggz-instelling een familievertrouwenspersoon beschikbaar te hebben. Een familievertrouwenspersoon voorziet familieleden en naasten van advies, bijstand en informatie over de patiënt in de geestelijke gezondheidszorg. De omvang van de financiering is gebaseerd op een landelijk dekkend netwerk van familievertrouwenspersonen die ondersteuning van hoogwaardige kwaliteit kunnen bieden, zorg draagt voor het werken in triade als methodiek en als uitgangspunt van de samenwerking met de ggz-instellingen. De inzet en steun vanuit het familievertrou-wenswerk is in het kader van de instellingssubsidie onlosmakelijk verbonden aan familie van patiënten die reeds in zorg zijn.
In totaal is voor deze activiteiten in 2017 een bedrag beschikbaar van € 6,2 miljoen.
Suïcidepreventie
De impact van een (poging tot) suïcide is groot, zowel voor de nabestaanden en naasten als voor de omgeving en de samenleving. Het aantal suïcides vertoonde sinds 2008 in Nederland een stijgende lijn. De cijfers over het aantal suïcides in 2014 zijn voor het eerst gedaald met ongeveer 1% (van 1.857 in 2013 naar 1.839 in 2014). VWS financiert ten behoeve van acute anonieme hulp die 24/7 beschikbaar is, Stichting 113Online. De instellingssubsidie voor Stichting 113Online (per 1 januari 2016 gefuseerd met Ex 6) is met ingang van 2016 substantieel verhoogd om meer hulp te kunnen bieden en haar expertisefunctie te kunnen verstevigen. De hoogte van de instellingssubsidie loopt gefaseerd op van € 3,1 miljoen. in 2017 tot € 3,6 miljoen in 2019.
Daarnaast financiert VWS de coördinatie en het aanjagen van de uitvoering van de Landelijke agenda suïcidepreventie en een regionale aanpak om suïcidepreventie vorm te geven (Supranet). De Landelijke agenda heeft een looptijd van 2014–2017, de regionale aanpak wordt gedurende 2016–2018 gefinancierd. De Kamer wordt jaarlijks geïnformeerd over de landelijke suïcidecijfers en de uitvoering van deze agenda. In totaal is voor deze activiteiten in 2017 een bedrag beschikbaar van € 0,9 miljoen.
Naar aanleiding van de aangenomen motie Van der Staaij (TK 25424, nr. 264), is voor de periode 2016–2020 een bedrag van € 3,2 miljoen beschikbaar gesteld aan ZonMw ten behoeve van een meerjarig onderzoeksprogramma suïcidepreventie. Met de uitvoering van onderzoek is in
2016 een start gemaakt. De middelen hiervoor zijn opgenomen onder artikel 4.
Memorabel
Voor het vervolg op het ZonMw onderzoeksprogramma Memorabel (deel 2) is in totaal € 32 miljoen beschikbaar voor de periode 2017–2020. Met dit programma wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek naar zowel de oorzaken, preventie, diagnostiek en behandeling van dementie en de zorg voor mensen met dementie. Voor de curatieve zorg is hier jaarlijks € 3 miljoen voor beschikbaar gesteld, die zijn overgeheveld naar artikel 4.
Kwaliteitsimpuls apothekers
In het bestuurlijk overleg Farmacie is het belang van de apotheker als zorgverlener in de eerste lijn benadrukt. De apotheker werkt samen met andere zorgverleners in een sterke, geïntegreerde eerste lijn zo dicht mogelijk bij de patiënt. Om de huidige generatie openbaar apothekers, net als de nieuwe generatie openbaar apothekers, klaar te stomen voor de veranderingen in het beroep en te borgen dat zij bekwaam zijn en blijven in het verlenen van farmaceutische patiëntenzorg wordt via een subsidie aan de KNMP een stimuleringsprogramma voor competentieontwikkeling van openbaar apothekers op de gewenste gebieden georganiseerd. In
2017 is hiervoor € 2,8 miljoen gereserveerd.
Bekostiging
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-Kinderen tot achttien jaar betalen geen nominale premie Zvw. De rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds (circa € 2,5 miljard) voorziet in de financiering van deze premie.
Rijksbijdrage demping premie ten gevolgen van HLZ De transitie van de AWBZ naar de Wlz, waarbij tevens overhevelingen plaatsvinden van de AWBZ naar de Zvw, zorgt voor een effect op de Zvw-premie. Een tegengesteld effect doet zich voor als gevolg van de overheveling van de jeugd-ggz naar de gemeenten. Om het gesaldeerde premie-effect te dempen is een rijksbijdrage ingevoerd. Deze rijksbijdrage loopt af van € 1,804 miljard in 2015 naar € 0 in 2019. In 2017 is de rijksbijdrage circa € 0,9 miljard.
Zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen Zorgaanbieders kunnen een bijdrage vragen aan het Zorginstituut Nederland als zij medisch noodzakelijke zorg hebben verleend aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen en de kosten daarvan niet of niet volledig verhaalbaar blijken op de patiënt. Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor compensatie uit collectieve middelen onder in de wet (Zvw, art. 122a) gestelde voorwaarden. Voor compensatie aan de zorgaanbieders is in 2017 € 32,4 miljoen beschikbaar.
Opdrachten
Uitvoeren visie geneesmiddelen en kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid
hulpmiddelen
Voor het uitvoeren van de visie geneesmiddelen is een bedrag van
€ 2 miljoen in 2017 oplopend naar € 2,7 miljoen vanaf 2018 gereserveerd.
Voor het verbeteren van de kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid van de hulpmiddelenvoorziening is in 2017 een bedrag gereserveerd van
€ 1 miljoen in 2017 oplopend naar € 3 miljoen in 2019.
Aanvulling ZonMw-programma Doelmatigheidsonderzoek
Tijdens de behandeling van de begroting 2015 is het amendement van het lid Rutte (TK 34 000 XVI, nr. 39) aangenomen voor de financiering van de cyclus omtrent zorgevaluaties, aanpassing van richtlijnen en inkoopbeleid van zorgverzekeraars. Doel is hiermee de kwaliteit en doelmatigheid in de zorg te bevorderen. Hierbij zal een inhoudelijke link worden gelegd met de
Kwaliteits- en Doelmatigheidsagenda Medisch-Specialistische Zorg
(hoofdlijnenakkoord MSZ). Hiertoe wordt het budget voor het doelmatig- heidsprogramma bij ZonMw voor drie jaar verhoogd met in totaal
€ 3 miljoen (gegeven de looptijd van het hoofdlijnenakkoord t/m 2017).
Deze middelen worden verantwoord op artikel 4.
Overig
Het resterende deel van het budget voor opdrachten is onder andere bestemd voor opdrachten op het gebied van de Uitvoering wet verplichte GGZ, Monitoring van effecten Basis GGZ, Dwang in de Zorg en de Publiekscampagne GGZ informatievoorziening rond geneesmiddelen door de stichting Farmaceutische Kengetallen, Medicijnbalans, een monitor voorschrijven huisartsen, vervaardiging van FTO-materialen (voor farmacotherapeutisch overleg) en informatievoorziening voor de patiënt.
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: WGP/GVS/APG
Het agentschap zorgt voor het register van apotheekhoudende huisartsen (€ 0,2 miljoen), het Geneesmiddelenvergoedingensysteem (€ 0,4 miljoen) en het uitvoeren van de Wet Geneesmiddelenprijzen (€ 0,6 miljoen). Daarnaast verzorgt het CIBG de vergunning- en ontheffingverlening op grond van diverse wetten.
-
3.Ondersteuning van het stelsel
Subsidies
Stichting klachten en geschillen zorgverzekeringen De subsidie voor het project «Zorgverzekeringslijn» bij de Stichting Kwaliteit en Geschillen wordt de komende jaren voortgezet. In 2017 gaat het om een bedrag van € 1,2 miljoen. De activiteiten van de Zorgverzekeringslijn voorzien in informatie en advies over de zorgverzekering, de verzekeringsplicht, wat te doen bij betalingsproblemen of onverzekerdheid en biedt zo nodig en gewenst een doorverwijzing naar lokaal welzijnswerk of schuldbemiddeling. Deze activiteiten worden op de volgende wijze uitgevoerd:
Telefonisch informatie- en adviespunt voor vragen over de zorgverzekering.
Via Zorgverzekeringslijn.nl wordt aan jongeren van (bijna) 18 jaar en ouder, personen die onlangs in Nederland zijn komen wonen en/of werken, wanbetalers en onverzekerden informatie verstrekt over de Zorgverzekeringswet. Diverse voorlichtingsmaterialen.
Voorlichting in de vorm van onder meer gastlessen over verzekeringsplicht en gevolgen van wanbetaling aan jongeren.
Overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg De budgetten in de jaren 2019 en 2020 betreffen nabetalingen in het kader van de subsidieregeling overgang integrale tarieven MSZ 2015 en 2016. Op aanvraag wordt 80% van het subsidiebedrag van € 100.000 per specialist uitgekeerd. Bij de vaststelling in 2019 respectievelijk 2020 volgt het restant van 20%.
Inkomensoverdrachten
Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel Bij de afschaffing van de regelingen rond Functioneel Leeftijdsontslag/ Vervoegde Uittreding (FLO/VUT) rond 2006 heeft de rechter destijds bepaald dat de kosten van het overgangsrecht in de tarieven voor de publieke ambulancediensten dienden te worden verwerkt. Om de continuïteit van ambulancezorg te garanderen en om een ongelijk speelveld tussen de verschillende soorten ambulancediensten (publiek, B3 en particulier) te voorkomen zijn vervolgens afspraken gemaakt over de vergoeding van het overgangsrecht ouderenregelingen voor de verschillende diensten. Deze afspraken zijn afhankelijk van de cao’s die voor de verschillende diensten golden. Met elk van de groepen is een overeenkomst gesloten, waarin is geregeld dat een groot deel van de kosten bij VWS gedeclareerd kan worden. Om verschillen in de tariefstelling ten gevolge van de ouderenregelingen te voorkomen, is ervoor gekozen de betalingen van alle drie deze regelingen via de begroting van VWS te laten verlopen (bijdrage 2017 € 24,8 miljoen).
Schadevergoeding Erasmus MC
In een bindend advies is de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen vanwege het niet nakomen van twee toezeggingen uit 2009 vastgesteld op € 235,9 miljoen (stand ultimo 2014, exclusief rente). Erasmus MC lijdt schade als gevolg van handelingen en investeringen die het zonder de toezeggingen niet zou hebben verricht respectievelijk gedaan. Erasmus MC heeft op basis van de toezeggingen een nieuwbouwproject met een onrendabele top (lasten ongedekt door relevante inkomsten) ondernomen en zou zonder de toezeggingen een dergelijk nieuwbouwproject niet hebben uitgevoerd (TK 25 268, nrs. 120 en 126). VWS heeft in 2015 en 2016 een bedrag van € 85 miljoen betaald en voldoet het restant in 2017 (€ 81 miljoen).
Opdrachten
Risicoverevening
Het systeem van risicoverevening wordt jaarlijks aangepast aan de gewijzigde omstandigheden in de zorg. In de brief «Kwaliteit loont» (TK 31 765, nr. 116) is al aangekondigd dat extra middelen worden vrijgemaakt voor onderzoek en de begeleidingscapaciteit binnen het ministerie. Hiervoor is in 2017 circa € 1,9 miljoen beschikbaar.
Naar aanleiding van de fundamentele discussie wordt de lijn doorgezet om bij de verbetering van de risicoverevening voor de kosten van de somatische zorg inclusief wijkverpleging en de kosten van de geestelijke gezondheidszorg, de aandacht te richten op het beter compenseren voor chronisch zieken en andere verzekerden die veel zorg gebruiken. Voor verzekeraars wordt het hierdoor aantrekkelijk om zich te richten op deze groep verzekerden. Verder vindt er een kwantitatieve analyse plaats van de werking van het vereveningssysteem.
Verdere ontwikkeling DBC’s
De middelen op de begroting van VWS voor de (door)ontwikkeling en het beheer van de DBC-systematiek worden beschikbaar gesteld aan de NZa. Deze middelen worden geraamd op artikel 4 Zorgbreed beleid.
Bijdragen aan agentschappen
CJIB: onverzekerden en wanbetalers
Het kabinet vindt het ongewenst dat mensen zich aan de solidariteit van de Zorgverzekeringswet onttrekken door zich niet te verzekeren. Op grond van de Wet opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering (Wet Ovoz) worden onverzekerde verzekeringsplichtigen actief opgespoord. Die opsporing vindt plaats door het Zorginstituut Nederland (ZiNL)2 in samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Bij niet nakomen van de verzekeringsplicht kan tot twee keer een bestuursrechtelijke boete worden opgelegd. Inning van de bestuurlijke boetes vindt plaats door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB). De uitvoeringskosten van het ZiNL, de SVB en het CJIB worden door VWS betaald. Hiervoor is in 2017 voor het CJIB € 15,6 miljoen beschikbaar. Nieuw in 2017 zijn de kosten voor het opzetten en uitvoeren van een gegevensuitwisseling met zorgverzekeraars van personen die ingevolge de Zorgverzekeringswet verzekerd zijn, maar geen grondslag hebben voor verzekering ingevolge de Wet langdurige zorg. Dit zijn mogelijk ten onrechte verzekerde personen.
Op grond van de wanbetalersregeling in de Zvw worden wanbetalers (www.staatvenz.nl/kerncijfers/wanbetalers-zorgverzekering) die geen premie betalen bij een premieachterstand van zes maanden overgedragen aan het ZiNL. Via onder andere bronheffing betalen zij verplicht een bestuursrechtelijke premie die vanaf 1 juli 2016 125% van de gemiddelde nominale Zvw-premie bedraagt. De uitvoeringskosten van het ZiNL worden door VWS betaald. Van de bestuursrechtelijke premie die wanbetalers betalen vloeit 23% naar de ontvangsten op de VWS-begroting. De overige ontvangsten vloeien in het Zorgverzekeringsfonds.
Vanaf 1 juli 2016 is de Regeling Uitstroom bijstandsgerechtigden in werking getreden. Door samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars kan de gemeente bijstandsgerechtigden selecteren voor duurzame uitstroom uit het bestuursrechtelijke premieregime. De gemeente houdt op de uitkering premie én een aflossingsbedrag in voor het aflossen van schuld bij de zorgverzekeraar. Als mensen de regeling drie jaar volhouden kunnen ze uitstromen. De resterende schuld wordt dan kwijtgescholden.
Gestreefd wordt naar een overheveling van de burgerregelingen, waaronder de opsporing onverzekerden en de wanbetalersregeling, van Zorginstituut Nederland naar het CAK per 1 januari 2017 Omdat dat besluit nog niet definitief is genomen wordt in deze begroting nog gesproken over Zorginstituut Nederland.
2
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Zorginstituut Nederland: onverzekerden en wanbetalers Het Zorginstituut verricht activiteiten op het gebied van het opsporen van onverzekerden. Hiervoor is in 2017 € 42,6 miljoen beschikbaar. Zie verder de toelichting hiervoor bij Bijdragen aan agentschappen (CJIB).
Zorginstituut Nederland: Doorlichten pakket
In het regeerakkoord Rutte-Asscher is afgesproken dat het Zorginstituut Nederland (ZiNL) jaarlijks een deel van het verzekerd pakket zal doorlichten (stringent pakketbeheer/systematische doorlichting pakket). Hiervoor wordt aan het ZiNL aanvullend budget beschikbaar gesteld ten behoeve van de uitbreiding van personele capaciteit en onderzoek. Voor 2017 is een budget van € 10,4 miljoen beschikbaar.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
VenJ: Bijdrage C2000
VWS draagt 4,8% bij aan de exploitatiekosten van het digitale communicatiesysteem voor de hulpverleningsdiensten, C2000. Daarmee is het aandeel van de ambulancezorg gedekt. Deze uitgaven bedragen voor 2017 € 4,2 miljoen.
Ontvangsten
Wanbetalers en onverzekerden
De ontvangsten als gevolg van de aan wanbetalers opgelegde bestuurs-rechterlijke premie worden met ingang van 2012 voor 30/130ste deel toegevoegd aan de begroting van VWS, waaruit de uitvoeringskosten worden gefinancierd.
Op 1 juli 2016 is de wet «Verbetering wanbetalersmaatregelen» inwerking getreden. Met deze wet komen de bestuurlijke boeten, bedoeld in de artikelen 9b en 9c (onverzekerdenregeling), niet meer ten gunste van het Zorgverzekeringsfonds, maar vloeien naar de ontvangsten op de VWS-begroting (artikel 9c, 4e lid, Zvw) www.staatvenz.nl/kerncijfers/ onverzekerden-zorgverzekering. Voor 2017 worden de totale ontvangsten op de VWS-begroting (voor zowel wanbetalers als onverzekerden) geraamd op € 59,9 miljoen.
Beleidsartikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning 1. Algemene doelstelling
Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat
-
1.ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en 2. – wanneer dit nodig is – thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg aangeboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
In dit begrotingsartikel zijn de begrotingsuitgaven voor de maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg opgenomen.
De premie-uitgaven en -ontvangsten op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg komen aan bod in het hoofdstuk Financieel Beeld Zorg (FBZ).
-
2.Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit of thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen.
Gemeenten dragen zorg voor de ondersteuning via de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het budget voor de Wmo 2015 wordt via de integratie-uitkering Sociaal domein aan gemeenten uitgekeerd. Daarnaast ontvangen gemeenten budget voor de integratieuitkering Wmo/huishoudelijke verzorging, de decentralisatie-uitkeringen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang, en de algemene uitkering van het gemeentefonds.
Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Regisseren:
– De Minister stelt de wettelijke kaders van de Wmo 2015 en de Wlz vast en stuurt onder meer door het maken van bestuurlijke afspraken. – De Minister is verantwoordelijk voor het monitoren en evalueren van de werking van de Wmo 2015 en de Wlz.
Stimuleren:
– De Minister stimuleert vernieuwing in de maatschappelijk ondersteuning en de langdurige zorg en jaagt deze aan. Vernieuwing wordt hoofdzakelijk door burgers, cliëntenorganisaties, gemeenten, zorg- en welzijnsaanbieders en zorgverzekeraars vormgegeven.
– De Minister stimuleert de ontwikkeling en verspreiding van kennis, waaronder goede voorbeelden en innovaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg en initiatieven om de kwaliteit en het innoverend vermogen van de ondersteuning en zorg te versterken.
Financieren:
– De Minister draagt zorg voor het financieren van de Wmo 2015 en de Wlz.
– De Minister is (mede)financier door onder meer de rijksbijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) in de Wlz en door het financieren van partijen die een belangrijke rol vervullen binnen het stelsel, zoals het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE).
-
3.Beleidswijzigingen
Voor 2017 ligt de focus op de praktijk – zorgen dat het werkt – en vernieuwing.
De beleidswijzigingen voor 2017 zijn:
– In de brief «Waardig leven met zorg» van 26 februari 2016
(TK 34 104, nr. F) zijn tien acties aangekondigd om in samenwerking met het veld de uitvoering van de langdurige zorg de komende drie jaar te vernieuwen. De tien acties – waarvan het overgrote deel per 2017 tot implementatie leidt- zijn erop gericht de toegang tot/overgang naar de Wlz soepeler te laten verlopen, zorgaanbieders en zorgkantoren echt naar cliënten te laten luisteren, het zorgaanbod op hun wensen toe te snijden en meer te innoveren. Voorts geldt dat in 2017 twee experimenten met persoonsvolgende bekostiging in de Wlz starten: één experiment voor de sector verpleging en verzorging in de regio Zuid-Limburg en één experiment voor de sector gehandicaptenzorg in de regio Rotterdam.
– Op 10 februari 2015 is het programma «Waardigheid en Trots,
liefdevolle zorg voor onze ouderen» gepresenteerd, met als doel om de verpleeghuiszorg in Nederland te verbeteren (TK 31 765, nr. 124). Het plan bevat een brede aanpak waarbij op 5 speerpunten 25 projecten worden uitgevoerd. In 2017 wordt het nieuwe kwaliteitskader geïmplementeerd dat in 2016 wordt opgeleverd, werken 180 aanbieders op verschillende onderwerpen aan het verbeteren van de kwaliteit en worden de resultaten hiervan gedeeld met de rest van de sector en worden regionaal debatten gevoerd over verpleeghuiszorg van de toekomst. De Tweede Kamer wordt tweemaal per jaar over het programma geïnformeerd door voortgangsrapportages.
– In 2017 zullen de stappen in het actieprogramma voor de kwaliteit in de gehandicaptenzorg, waarmee in de aanloop van 2016 is begonnen, nader worden uitgewerkt ter ondersteuning van de speerpunten (TK 24 170, nr. 152).
– Via het onderzoeksprogramma «Memorabel» zijn de afgelopen vier jaar belangrijke onderzoeken naar zowel de oorzaken, preventie, diagnostiek en behandeling van dementie en de zorg voor mensen met dementie gestart. Ook de internationale samenwerking bij onderzoek door deelname aan het Joint Programme Neurodegenerative Diseases Research (JPND) laat zien dat Nederlands dementie-onderzoek van hoog niveau is. De onderzoeksprojecten leveren beide goede resultaten op. Voor een voortzetting van Memorabel en de deelname aan JPND is via ZonMw in totaal aanvullend € 32 miljoen subsidie beschikbaar voor de periode 2017–2020. Het doel is de komende jaren deze zorg nog verder te verbeteren en te werken aan de volledige implementatie van de zorgstandaard dementie. Het Deltaplan Dementie ontwikkelt in samenspraak met betrokken veldpartijen een zorgverbeterprogramma dementie, zodat degenen die met dementie te maken krijgen, zo goed mogelijke zorg krijgen als zij dat nodig hebben. Alleen zorg is echter niet genoeg voor mensen met dementie en hun naasten. Zij moeten ook in het dagelijks leven begrip en ondersteuning krijgen van de gehele samenleving en deel blijven uitmaken van de samenleving. Daarom is een subsidie van € 2,3 miljoen verstrekt voor de opstart van het programma Dementievrienden. Het Deltaplan Dementie werkt hierin samen met Alzheimer Nederland en PGGM. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd per brief van 9 mei 2016 (TK 25 424, nr. 313). De beoogde totale programmaduur is 5 jaar. In 2017 zal worden besloten over subsidie voor het vervolg, waarbij dan het doel zal zijn voor eind 2017 ten minste 50.000 mensen als dementievriend hebben geregistreerd.
Per 2017 wordt de regeling Palliatieve terminale zorg verlengd en beperkt gewijzigd. De wijzigingen verruimen de reikwijdte van de regeling en faciliteren een bredere inzet van de vrijwillige palliatieve terminale zorg. De nieuwe regeling loopt tot 2022. Tijdens de verdere ontwikkeling van het programma antibioticaresis-tentie is gebleken dat in de langdurige zorg extra inspanningen nodig zijn om de doelstellingen te halen zoals die in juni 2015 met de partijen in het veld zijn overeengekomen. De extra inspanningen in 2017 richten zich op betere hygiëne, zorgvuldiger antibiotica voorschrijven en extra informatie over de prevalentie en incidentie van bijzonder resistente micro organismen (BRMO).
Op 2 mei 2016 is de ontwikkelagenda «Voortgang en ambitie Wmo, volwaardig meedoen» aan de Tweede Kamer gepresenteerd (TK 29 538, nr. 214). Met organisaties van cliënten en de VNG zal op basis van een landelijke ontwikkelagenda ook in 2017 de doorontwikkeling van de uitvoering op lokaal en regionaal niveau van impulsen worden voorzien, zodat het voor de cliënt merkbaar beter wordt. De activiteiten zijn er op gericht om de positie van de cliënt te versterken, echt maatwerk in levensbrede (integrale) ondersteuning mogelijk te maken en een inclusieve samenleving, verrijkt met maatschappelijke initiatieven te bevorderen. Voor meer informatie wordt verwezen naar de ontwikkelagenda.
In 2017 heeft het platform inclusie, een centrale rol bij de implementatie van het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een handicap en zal het onder andere gemeenten, maatschappelijke organisaties en sectoren ondersteunen om tot concrete acties te komen die bijdragen aan een meer toegankelijke en inclusieve samenleving. De ambitie van het Verdrag is dat iedereen, mensen met of zonder een beperking, volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. De afgelopen jaren heeft de overheid beleid ontwikkeld om de mantelzorger te ondersteunen. Zijn juridische positie is versterkt en ondersteuning als respijtzorg krijgt steeds meer vorm. Er is erkenning dat mantelzorg deel uitmaakt van de «driehoek» van de cliënt, professionele zorg en mantelzorgverlener. In 2017 is het tijd voor een volgende stap, met daarin aandacht voor verdere integrale ondersteuning van mantelzorger met bijvoorbeeld aandacht voor werk en mantelzorg of huisvesting en mantelzorg alsook voor meer maatschappelijke bewustwording. Onderdeel hiervan is een campagne voor een mantelzorgvriendelijke samenleving.
– In 2017 is het beleid op het terrein van pgb-trekkingsrechten gericht op het structureel verbeteren, toekomstbestendig maken en meer gebruiksvriendelijk inrichten van het trekkingsrecht voor de budgethouder: hoofdcomponenten hierbij zijn het op nieuwe wijze ontwikkelen van een portaal, standaardiseren en digitaliseren en taken en verantwoordelijkheden van de verstrekker beter borgen.
– In 2017 wordt de pilot integraal pgb afgerond en worden de geleerde lessen (succesfactoren en leerpunten) opgenomen in een eindrapport dat aan de Tweede Kamer zal worden gestuurd. De AMvB integraal pgb en de bestuurlijke afspraken tussen de staatssecretarissen van VWS, SZW en OCW maken het mogelijk dat de gemeenten Delft en Woerden tot 1 juli 2017 kunnen experimenteren. Gedurende het traject worden de geleerde lessen en knelpunten geïnventariseerd door TNO.
– De transitie naar een betere aansluiting van het huidige zorgaanbod en de vraag om langer zelfstandig te wonen met nieuwe zorgarrangemen-ten, zal meerdere jaren beslaan. In regio’s of gemeenten worden afspraken gemaakt tussen gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders over het aantal geschikte woningen en de te leveren zorg en ondersteuning om mensen langer zelfstandig te kunnen laten wonen. Zoals aangekondigd in de brief «Reactie op het Eindrapport «Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen»» van 23 mei 2016 (TK 32 847, nr. 228) bereiden de Staatssecretaris van VWS en de Minister voor Wonen en Rijksdienst met de VNG een ondersteuningsprogramma voor de ontwikkeling van een meerjarige, integrale visie en uitvoeringsagenda op het gebied van wonen en zorg. Dit ondersteuningsprogramma is eind 2016 gereed en wordt in 2017 geïmplementeerd.
– Om vernieuwing in de thuisondersteuning te stimuleren wordt een kennis- en ontwikkelprogramma thuisondersteuning opgezet, zoals is aangekondigd in de brief Uitgangspunten voor een toekomstvaste langdurige zorg en ondersteuning van 4 december 2015 (TK 29 282, nr. 238). In dit programma worden goede voorbeelden en innovaties uit lokale pilots gericht op integrale thuisondersteuning verzameld, ten behoeve van een brede verspreiding van deze kennis. De gemeenten die pilots gaan doen worden in 2016 geworven en de eerste resultaten en kennisproducten worden in 2017 verwacht en verspreid.
– In 2017 zal tevens de nadruk blijven liggen op en geïnvesteerd worden in het versterken van burger- en cliëntregie (onder andere right to challenge), een vermindering van de regeldruk en administratieve lasten voor burgers en instellingen en het verbeteren van de informatie aan cliënten en de informatie-uitwisseling tussen de verschillende ketenpartners.
-
4.Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen Uitgaven Waarvan juridisch verplicht (%) |
7.052.568 3.604.436 |
3.815.527 3.734.022 |
317.872 3.768.067 99,4% |
3.756.684 3.756.684 |
3.799.426 3.799.426 |
3.854.224 3.854.224 |
3.918.381 3.918.381 |
|
113.809 |
91.186 |
87.815 |
87.153 |
87.254 |
87.921 |
87.923 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Subsidies |
31.381 |
24.737 |
21.435 |
21.864 |
21.966 |
22.633 |
22.634 |
Movisie |
8.204 |
7.198 |
7.225 |
7.225 |
7.225 |
7.225 |
7.225 |
Volwaardig meedoen |
3.971 |
4.515 |
1.700 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Wmo-werkplaatsen |
2.685 |
2.600 |
2.600 |
2.600 |
0 |
0 |
0 |
Ondersteuning vrijwilligers |
0 |
1.400 |
1.000 |
1.000 |
0 |
0 |
0 |
Mezzo |
3.262 |
3.200 |
3.160 |
3.160 |
3.160 |
3.160 |
3.160 |
Siriz (opvang specifieke groepen) |
1.518 |
1.517 |
1.500 |
750 |
0 |
0 |
0 |
Aanpak Laaggeletterdheid |
0 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
11.741 |
2.307 |
2.250 |
5.129 |
11.581 |
12.248 |
12.249 |
Inkomensoverdrachten |
20.867 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mantelzorg ondersteuning |
20.867 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
60.329 |
66.449 |
66.380 |
65.289 |
65.288 |
65.288 |
65.289 |
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer |
55.645 |
60.564 |
60.652 |
60.652 |
60.652 |
60.652 |
60.652 |
Evaluatie Wmo 2015 |
0 |
980 |
1.680 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Categorale opvang slachtoffers |
|||||||
mensenhandel |
0 |
1.700 |
1.700 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
4.684 |
3.205 |
2.348 |
4.637 |
4.636 |
4.636 |
4.637 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
1.232 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
SVB: uitvoering Regeling maatschappe- |
|||||||
lijke ondersteuning |
1.232 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
|||||||
maatschappelijk aanvaardbare kosten |
3.490.627 |
3.642.936 |
3.680.252 |
3.669.531 |
3.712.172 |
3.766.303 |
3.830.458 |
Subsidies |
79.651 |
110.744 |
107.261 |
106.079 |
107.713 |
108.343 |
111.498 |
Compensatieregeling |
|||||||
pgb-trekkingsrechten |
0 |
20.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vilans |
5.158 |
4.689 |
4.689 |
4.689 |
4.689 |
4.689 |
4.689 |
Centrum Consultatie en Expertise (CCE) |
11.194 |
11.349 |
11.158 |
10.989 |
10.892 |
10.892 |
10.892 |
InVoorZorg! (IVZ) |
22.541 |
5.598 |
6.933 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Joodse en Indische instellingen |
2.593 |
2.504 |
2.415 |
2.265 |
2.115 |
1.888 |
1.608 |
Palliatieve zorg |
21.163 |
21.543 |
23.610 |
24.123 |
24.662 |
25.215 |
25.790 |
Dementie |
38 |
3.163 |
3.200 |
3.200 |
3.200 |
3.200 |
0 |
Waardigheid en trots |
2.432 |
17.500 |
25.000 |
25.000 |
25.000 |
25.000 |
25.000 |
Antibioticaresistentie |
0 |
0 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
Kwaliteit gehandicaptenzorg |
0 |
1.600 |
5.800 |
5.800 |
5.800 |
5.800 |
5.800 |
Overig |
14.532 |
22.798 |
22.456 |
28.013 |
29.355 |
29.659 |
35.719 |
Bekostiging |
3.250.000 |
3.380.300 |
3.463.300 |
3.489.000 |
3.530.000 |
3.583.500 |
3.644.500 |
Bijdrage in de kosten van kortingen |
|||||||
(BIKK) |
3.250.000 |
3.380.300 |
3.463.300 |
3.489.000 |
3.530.000 |
3.583.500 |
3.644.500 |
Opdrachten |
4.188 |
4.986 |
3.407 |
3.573 |
3.579 |
3.579 |
3.579 |
Overig |
4.188 |
4.986 |
3.407 |
3.573 |
3.579 |
3.579 |
3.579 |
Bijdragen aan agentschappen |
2.735 |
2.882 |
55 |
54 |
54 |
54 |
54 |
CIBG: Opdrachtgeverschap |
2.735 |
2.824 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
0 |
58 |
55 |
54 |
54 |
54 |
54 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
154.053 |
143.924 |
106.229 |
70.825 |
70.826 |
70.827 |
70.827 |
Uitvoeringskosten SVB |
|||||||
pgb-trekkingsrechten |
76.241 |
72.644 |
35.100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Centrum Indicatiestelling Zorg |
77.811 |
71.268 |
68.573 |
68.269 |
68.269 |
68.269 |
68.269 |
ZiNL: iWlz |
0 |
0 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
Overig |
1 |
12 |
556 |
556 |
557 |
558 |
558 |
Ontvangsten |
2.755 |
3.441 |
3.441 |
3.441 |
3.441 |
3.441 |
3.441 |
Overig |
2.755 |
3.441 |
3.441 |
3.441 |
3.441 |
3.441 |
3.441 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget van circa € 128,7 miljoen is 85% juridisch verplicht. Dit betreft zowel instellingsubsidies die jaarlijks worden verleend als projectsubsidies die meerjarig kunnen zijn.
Bekostiging
Van het beschikbare budget van circa € 3,5 miljard is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK).
Opdrachten
Van het beschikbare budget van circa € 69,8 miljoen is 94% reeds juridisch verplicht. Het betreft met name bovenregionaal gehandicapten-vervoer ad € 60,7 miljoen.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget circa € 106,2 miljoen is 100% reeds juridisch verplicht. Het betreft met name de bijdrage aan het CIZ van € 68,6 miljoen.
-
5.Toelichting op de instrumenten
-
1.Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen
Kengetal: De participatie van mensen met een lichamelijke beperking, lichte of matige verstandelijke beperking, ouderen (≥ 65 jaar) en de algemene bevolking in 2015 (percentages)
100
90 80 70 60 50 40 30 20 10
93 89
73
lichamelijke beperking ouderen (= 65 jaar)
lichte of matige verstandelijke beperking algemene bevolking (= 18 jaar)
-
*< 65 jaar. Bij mensen met een verstandelijke beperking gaat het om (on)betaald werk, zowel
65-plus als 65-min.
Bron: Nivel Participatiecijfers 2008–2015
Bovenstaand kengetal toont de participatie van thuiswonende mensen met beperkingen, ouderen en de algemene bevolking in 2015 op basis van de participatiemonitor van het NIVEL. Het kengetal geeft inzicht in de participatie op negen deelgebieden. Het overkoepelende beeld dat naar voren komt is in 2015 hetzelfde als in de jaren ervoor: op alle deelgebieden zijn verschillen in participatie tussen de groep mensen met beperkingen en de algemene bevolking. Met name op het gebied van betaald werk zijn de verschillen groot. Op veel andere deelgebieden is de participatie van mensen met een verstandelijke beperking ook een stuk lager dan in de algemene bevolking. De participatie van ouderen (≥65 jaar) is vergelijkbaar met die van de algemene bevolking (met uitzondering van betaald werk en opleiding).
87
86
84
79
67
66
62
40
38
38
5
0
Subsidies
Movisie
Het kennisinstituut Movisie ontvangt in 2017 circa € 7,2 miljoen subsidie voor het verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis voor de ondersteuning van gemeenten en instellingen ten behoeve van een adequate uitvoering van de Wmo 2015 en aanpalende terreinen.
Volwaardig meedoen
Samen met cliëntorganisaties en de VNG zijn drie prioritaire doelstellingen vastgesteld ten behoeve van de ontwikkeling van de uitvoering de Wmo 2015 zodat op termijn: 1) de positie van de cliënt versterkt is (zodat het goede gesprek kan plaatsvinden), 2) er daadwerkelijk maatwerk wordt geboden in levensbrede ondersteuning (gericht op participatie en zelfredzaamheid) en 3) er een inclusieve samenleving wordt bevorderd, verrijkt door maatschappelijke initiatieven. Om deze doelen te realiseren ontvangen het programma «Aandacht voor Iedereen»(AVI) en de Koepel Adviesraden sociaal domein beiden een subsidie van in totaal € 1,7 miljoen.
Wmo-werkplaatsen
In 2017 worden de 14 Wmo-werkplaatsen voor € 2,6 miljoen gesubsidieerd. Dit zijn regionale samenwerkingsverbanden van hogescholen en lectoraten, gemeenten en zorg- en welzijnsinstellingen, gericht op praktijkonderzoek en deskundigheidsbevordering op het terrein van maatschappelijke ondersteuning.
Ondersteuning vrijwilligers
In 2016 is gestart met een impuls aan de versterking van de ondersteuning van vrijwilligers op lokaal niveau (€ 1,4 miljoen, amendement Dik-Faber en Van der Staaij TK 34 000-XVI, nr. 38). Dit gebeurt in een programma van drie jaar, onder de vlag van de Vereniging Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk (NOV) en het Landelijk Overleg Vrijwilligers in de Zorg (LOVZ).
Mezzo
Mezzo ontvangt in 2017 instellingssubsidie vanwege hun kennis en activiteiten gericht op het versterken en verlichten van mantelzorgers en vrijwilligers (€ 3,2 miljoen).
Siriz
Voor een landelijke impuls voor de hulp aan onbedoeld zwangeren en tienermoeders ontvangt Siriz ook in 2017 een subsidie van € 1,5 miljoen. Uitgangspunt hierbij is dat de expertise op dit gebied wordt behouden en verder kan worden uitgedragen aan de hele sector. Voor deze impuls worden vooralsnog ook in 2018 middelen gereserveerd, waarna dit in de reguliere zorg en ondersteuning moet zijn verankerd.
Aanpak laaggeletterdheid
Het actieprogramma «Tel mee met taal» is een integrale aanpak van de ministeries OCW, SZW en VWS om in periode 2016–2018 gezamenlijk taalachterstanden te voorkomen, het lezen te bevorderen en laaggelet-terdheid te bestrijden. Het programma biedt ondersteuning aan gemeenten, provincies en maatschappelijke organisaties. VWS participeert in het programma omdat laaggeletterdheid een negatief effect heeft op welzijn en gezondheid. Het gezamenlijke jaarlijkse budget is € 18 miljoen, waarvan € 2 miljoen vanuit VWS wordt bijgedragen.
Opdrachten
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer (BRV)
Mensen met een mobiliteitsbeperking kunnen gebruik maken van het bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer (ook bekend als Valys) per (deel)taxi (circa € 60,7 miljoen in 2017).
Over het geheel genomen geven de pashouders het reizen met het BRV een hoog waarderingscijfer (zie onderstaand overzicht).
200
150
100
50
108107 110 108 111 100 99 99 99 100---------- 100---96 99
93UI
100
91 90
85
Klanttevreden- Aantal Aantal heid over Valys pashouders pashouders
(2011 = 8,67) met standaard met hoog pkb Valys pkb Valys
(2011 = 346.062) (2011 = 9.142)
Percentage van het aantal Valys-pashouders dat daadwerkelijk reist met bovenregionaal vervoer gehandicapten (2011 = 48,8%)
2011
2012
2013
D 2014
■ 2015
Bron & toelichting
Bron: Tevredenheidsonderzoek Valys, november 2015, Jes marketing en onderzoek.
pkb = persoonlijk kilometer budget
Het BRV is vraagafhankelijk vervoer, dit betekent dat factoren zoals de toegankelijkheid van het
lokale openbaar vervoer, het weer of de gezondheid van de pashouders invloed kunnen hebben
op het aantal verreden kilometers.
-
2.Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten
Subsidies
Vilans
Vilans is het kenniscentrum voor de langdurige zorg. Vilans werkt aan de beschikbaarheid van een kennisinfrastructuur voor professionals in de langdurige zorg. Het doel is om op basis van kennis de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren (€ 4,7 miljoen).
Stichting Centrum Consultatie en Expertise (CCE) De stichting CCE ontvangt subsidie voor diverse activiteiten rond het hanteerbaar maken van probleemsituaties bij cliënten in de langdurige zorg die kampen met ernstige en aanhoudende gedragsproblemen. Zo
115
0
mobiliseert het CCE in dit kader expertise en ondersteuning op maat via een netwerk van circa 600 velddeskundigen (consultatiefunctie inclusief signalering en feedback) en toetst het CCE aanvragen voor diverse toeslagen (toeslag reguliere meerzorg, meerzorg pgb-ZZP en extramurale interventies Kinderdienstencentra). CCE ontvangt hiervoor een subsidie (€ 11,2 miljoen).
InVoorZorg! (IVZ)
Via «InVoorZorg!» worden zorgaanbieders geholpen met het invoeren van bestaande vernieuwingen. Gezien het kwaliteitsvraagstuk in de verpleeghuiszorg, is «InVoorZorg!» vanaf 2015 omgevormd tot een stimuleringsprogramma voor aanbieders van verpleeghuiszorg met een urgent kwaliteitsprobleem. Verpleeghuizen met een urgent kwaliteitsprobleem kunnen een beroep doen op «InVoorZorg!». Hiervoor is in 2017 € 6,9 miljoen beschikbaar.
Joodse en Indische instellingen
Een aantal Joodse en Indische instellingen ontving, in aanvulling op de reguliere bekostiging, budgettoeslagen in verband met de specifieke problematiek van de eerste generatie Joodse en Indische oorlogsgetroffenen van de Tweede Wereldoorlog. Vanwege de veranderingen in de bekostiging in de Zvw en AWBZ konden deze toeslagen niet meer via de NZa worden verstrekt. Vanaf 1 januari 2015 zijn deze toeslagen omgezet in een subsidie. De subsidie zal jaarlijks, met een afbouw, tot en met het jaar 2025 worden verstrekt aan deze doelgroep (€ 2,4 miljoen).
Palliatieve zorg
De rijksoverheid verstrekt vanuit de subsidieregeling Vrijwillige Palliatieve
Zorg instellingssubsidies aan organisaties voor vrijwillige palliatieve zorg
(€ 17,5 miljoen). Het gaat hierbij om inzet van vrijwilligers en vrijwillige zorg in bijna-thuis-huizen, hospices, de thuissituatie en in zorginstellingen.
Daarnaast is vanuit de subsidies netwerken palliatieve zorg een bijdrage mogelijk voor de coördinatie van de netwerken palliatieve zorg
(€ 3,7 miljoen). Ten slotte wordt via ondersteuning van de instellingen
Agora, Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ), Fibula (netwerken) en
Stichting Pal gezorgd dat de verbinding met het veld aanwezig blijft om projecten voor kwaliteitsverbetering uit te voeren.
Via ZonMw (zie artikel 4) verstrekt de rijksoverheid een subsidie voor het Nationaal programma ouderenzorg, waarmee belangrijke verbeteringen in de zorg en ondersteuning voor kwetsbare ouderen worden gerealiseerd. In het Nationaal Programma Ouderenzorg zijn sinds 2008 vele nieuwe interventies ontwikkeld en wetenschappelijk onderzocht. Hiermee worden belangrijke – door ouderen gewenste – verbeteringen in de zorg en ondersteuning voor kwetsbare ouderen gerealiseerd. Er is via ZonMw in totaal € 10 miljoen subsidie beschikbaar gesteld voor 2015, 2016 en een deel van 2017 om, met betrokkenheid van de regionale netwerken ouderenzorg, de implementatie te versnellen. Het jaar 2016 is het laatste jaar van het NPO maar van enkele programma- activiteiten is de afronding in 2017 voorzien. Het gaat om bijvoorbeeld de verspreiding van de resultaten die in de loop van 2016 beschikbaar zijn gekomen, het overbrengen van kennis en ervaring naar het programma «Gewoon Bijzonder» en de eindevaluatie van het programma. Het digitale platform «Beteroud.nl» faciliteert voor alle mensen die hieraan meewerken of anders betrokken zijn de uitwisseling van kennis en ervaring. Het is ook het beoogde platform voor partijen die gezamenlijk verder willen werken aan de verbeteringen van de zorg en ondersteuning voor kwetsbare ouderen.
Daarnaast wordt een subsidie verstrekt voor het vervolg op het onderzoeksprogramma Memorabel (Memorabel deel 2). Met dit programma wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek naar zowel de oorzaken, preventie, diagnostiek en behandeling van dementie en de zorg voor mensen met dementie. Er is via ZonMw in totaal € 32 miljoen subsidie beschikbaar voor de periode 2017–2020.
Ook worden subsidies verstrekt voor Gewoon Bijzonder, nationaal programma gehandicapten, waarmee wordt gewerkt aan de inhoud en de structuur van het kennisbeleid in deze sector en voor »Palliantie. Meer dan Zorg» binnen het Nationaal Programma Palliatieve Zorg dat in 2015 van start is gegaan.
In het kader van Gewoon Bijzonder, het nationaal programma gehandicapten (gestart medio 2015, looptijd 8 jaar; uitvoerder ZonMw) zal in 2017 verder worden ingezet op het ontwikkelen van kennis, bundelen en verspreiden van bestaande kennis in de gehandicaptensector en richting het onderwijs. Ook zal het traject richting het sociaal domein verder worden vormgegeven en zal worden bezien waar het traject Verbeteren Kwaliteit Gehandicaptenzorg en het nationaal programma Gewoon Bijzonder elkaar kunnen versterken.
Dementie
In 2017 gaat de regering verder met de aanvullende maatregelen voor deze doelgroep die zijn aangekondigd in de brief «Samenleven met dementie» die op 8 juli 2015 aan de Tweede Kamer is aangeboden (TK 25 424, nr. 281). Er is gekozen voor een brede benadering die bestaat uit verschillende pijlers: (1) dementievriendelijke samenleving; (2) netwerken rondom de mensen met dementie en de mantelzorger; (3) structureel verbeteren van dementiezorg en (4) (regel)ruimte voor dementiezorg. De maatregelen bestaan uit het stimuleren van: – de dementievriendelijke samenleving door steun aan het programma «Dementievrienden» in het kader van het Deltaplan Dementie en activiteiten op advies van de Werkgroep vanuit Dementie Bekeken, zoals nader toegelicht in de brief van 9 mei 2016 (TK 25 424, nr. 313); – een verbetertraject, langs de lijnen van de Zorgstandaard Dementie,
voor tijdige, passende en continue zorg en ondersteuning; – de herziening van de Zorgstandaard Dementie; – de begeleiding bij experimenten met zorg en ondersteuning over domeinen heen; – de «Monitor woonvormen dementie» van het Trimbos-instituut; – de «Dementie verhalenbank» van de stichting Dementie verhalenbank. Voor de periode 2016–2020 is het totale budget € 16 miljoen.
Waardigheid en trots
Voor de uitvoering van het programma «Waardigheid en Trots» is via de begroting € 25 miljoen beschikbaar. In het onderdeel «ruimte voor verpleeghuizen» krijgen verpleeghuislocaties de ruimte om in thema-groepen te werken aan een verbeterplan en een best practice te worden. Er doen ruim 180 zorginstellingen met ruim 700 locaties mee. Het ondersteuningsprogramma Kwaliteitsverbetering Verpleeghuizen is gericht op verbetering van de kwaliteit van zorg in verpleeghuizen waar sprake is van urgente kwaliteitsproblemen zoals vastgesteld door IGZ, de Wlz-uitvoerder en/of de bestuurder zelf. Jaarlijks kunnen 50 organisaties instromen. Het nieuwe kwaliteitskader en een leidraad voor een verantwoorde personeelssamenstelling worden in 2017 geïmplementeerd.
Antibioticaresistentie
Een aantal voorlopers in de langdurige zorg in Nederland heeft alle aspecten die van belang zijn om antibioticaresistentie te beheersen voor elkaar. Het gaat om voldoende basishygiëne, restrictief maar voldoende voorschrijven van antibiotica en het beheersen van uitbraken met BRMO. Er is echter ook een groot aantal instellingen die nog niet aan de vereisten voldoet. Via subsidies wordt ondersteuning voor deze instellingen gefaciliteerd om hun beleid aan te passen aan de vereisten.
Kwaliteit gehandicaptenzorg
Om een extra impuls te geven aan de kwaliteit in de gehandicaptenzorg en het bestaan van cliënten te verbeteren is een actieprogramma opgesteld waarvoor de komende jaren extra middelen beschikbaar zijn gesteld (€ 5,8 miljoen per jaar). De acties zullen nader worden uitgewerkt en gericht zijn op de speerpunten: versterking van de positie van de cliënt, investeringen in cliënten met bijzondere zorg- en ondersteuningsvragen, toegeruste, betrokken professionals, sturen met visie en bevorderen samenwerking en transparantie, (technologische) innovatie en samenwerking.
Overig
Dit betreft onder andere de uitgaven voor de transitie Hervorming Langdurige Zorg, toe te kennen loon- en prijsbijstelling, en subsidies met een beperkt kasbeslag in 2017 (onder de € 1 miljoen).
Bekostiging
Bijdrage in kosten van kortingen (BIKK)
De BIKK is een rijksbijdrage die is ingesteld bij de invoering van het nieuwe belastingstelsel in 2001 en wordt ingezet om de lagere premieopbrengst als gevolg van de grondslagverkleining van de Wlz te compenseren. De raming voor 2017 bedraagt circa € 3,5 miljard.
Opdrachten
Overig
Dit betreft onder andere de doorontwikkeling van de monitor langdurige zorg en Zorg op de kaart.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Uitvoeringskosten SVB pgb-trekkingsrechten
Dit betreft onder andere € 35,1 miljoen dat uit het gemeentefonds is genomen voor de bekostiging van de SVB voor de uitvoeringskosten van het pgb-trekkingsrecht voor de Wmo 2015 en de Jeugdwet tezamen. Ook in 2017 zal de bekostiging van de SVB voor de uitvoeringskosten voor het gemeentelijke deel via de begroting van VWS verlopen.
Centrum Indicatiestelling Zorg
Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) verzorgt de onafhankelijke en regelgebonden indicatiestelling voor de Wlz (€ 68,6 miljoen inclusief de loon- en prijsbijstelling voor 2016). 2017 zal het eerste jaar worden dat het CIZ alle transitiewerkzaamheden heeft afgerond en op basis van een volledig uitgewerkt en ingevoerd klantbedieningsconcept de werkzaamheden zal verrichten.
ZiNL: iWlz
Vanaf 1 januari 2015 werken ketenpartners binnen de Wlz met de iWlz 1.0-berichtenstandaard. Dit is een uniforme systematiek waarmee indicatieorganen, zorgkantoren en zorgaanbieders elektronisch informatie over cliënten kunnen uitwisselen. Het Zorginstituut Nederland (ZiNL) draagt zorg voor de specificaties van iWlz, de standaarden en de bedrijfsregels en begeleidt de implementatie. Daarvoor ontvangt het ZiNL een bijdrage van VWS (€ 2 miljoen).
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen voornamelijk subsidieontvangsten naar aanleiding van de subsidievaststellingen.
Beleidsartikel 4 Zorgbreed beleid
-
1.Algemene doelstelling
Het scheppen van randvoorwaarden om het zorgstelsel te laten werken zodat de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg voor de burger is gewaarborgd.
-
2.Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister bevordert de werking van het stelsel door partijen in staat te stellen hun rol te spelen en door belemmeringen weg te nemen die een goede werking van het stelsel in de weg staan.
Daar waar publieke belangen in het geding zijn die niet voldoende door (partijen in) het stelsel behartigd kunnen worden, bevordert de Minister dat deze belangen worden behartigd.
Stimuleren:
– Dat verzekerden, waaronder patiënten, een stevige positie innemen in het zorgstelsel, ondermeer door goed samenwerkende patiënten- en gehandicaptenorganisaties.
– Van kwalitatief goede en veilige zorgverlening met keuzevrijheid voor consumenten.
– Van transparantie over kwaliteit en kosten van zorg.
– Van een logische beroepenstructuur die aansluit op de huidige en toekomstige zorg- en ondersteuningsvraag.
– Van beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel door kwalitatief goede en samenhangende opleidingen.
– Van innovaties in de zorg en de ontwikkeling en toepassing van ontwikkelde kennis.
– Van betrokken partijen om het aanbod van (jeugd)zorg in Caribisch Nederland te verbeteren. Wat de zorg betreft conform de aanbevelingen van de Commissie Goedgedrag en wat jeugd betreft conform de bestuurlijke afspraken uit 2009; En beiden conform de door het kabinet overgenomen aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting 2011–2015 die in 2016 is afgerond.
– Van initiatieven om fouten en fraude in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen en fraude aan te pakken.
Financieren:
– Van patiënten- en gehandicaptenorganisaties om de belangen van verzekerden, waaronder patiënten in het systeem te behartigen en hen goed te infomeren.
– Van ZBO’s (CAK, NZa, ZiNL, CSZ) om hun wettelijke verantwoordelijkheid in het zorgstelsel invulling te kunnen geven.
– Van projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg (ZonMw).
– Van agentschappen (CIBG, RIVM) om hun taken in het zorgstelsel uit te voeren.
– Van betrokken partijen met een subsidie om informatie over de kwaliteit van het zorgaanbod snel te ontsluiten voor patiënten.
– Van instrumenten om personeel in de zorg goed op te leiden en bij te scholen (Stagefonds, kwaliteitsimpuls ziekenhuispersoneel, subsidieregelingen opleidingen publieke gezondheidszorg en jeugd-ggz).
– Van zorg en welzijn in Caribisch Nederland.
Regisseren:
– Van een stevige positie van de patiënt in het zorgstelsel door wet- en regelgeving en toepassing en handhaving daarvan, zoals de Wet BIG.
– Dat alle betrokken partijen in de zorg in staat zijn hun verantwoordelijkheid in het zorgstelsel waar te maken.
– Van goed bestuur in de zorg en het toezicht daarop.
– Van de dialoog tussen betrokken partijen, gericht op de toekomstige (arbeidsmarkt-) uitdagingen en de (arbeidsmarkt-)gevolgen van de transities.
– Van verlagen van regeldruk in de zorg.
– Van het voorkomen van systeemrisico’s bij financiering in de zorg.
– Door het ontwikkelen van een wettelijk kader voor de taken van ondermeer NZa en ZiNL.
– Van het tot stand komen van een passend aanbod van (jeugd)zorg in Caribisch Nederland.
– Van de totstandkoming, implementatie en monitoring van een ketenbrede aanpak voor preventie, toezicht, opsporing en handhaving op het gebied van fraude, oneigenlijk gebruik en onrechtmatig declareren in de zorg.
-
3.Beleidswijzigingen
Positie cliënt
In de beleidsdoorlichting op dit artikelonderdeel (TK 32 772, nr. 10) is onder andere de aanbeveling gedaan om op korte termijn de financiële armslag van de patiënten- en gehandicaptenorganisaties groter te maken. Dit is opgevolgd door de instellingssubsidie vanaf 2017 te verhogen (TK 29 214, nr. 73).
Toegezegd is de Tweede Kamer rond de zomer van 2017 te informeren over de conclusies van de verkenning voor een meer fundamentele herziening van het beleidskader subsidiering pg-organisaties per 1 januari 2019. Omdat dit meer tijd in beslag neemt is het gewijzigde beleidskader nu vastgesteld tot 1 januari 2019.
Innovatie en zorgvernieuwing
De activiteiten zijn mede gericht op het bereiken van de drie doelstellingen die het kabinet in 2014 heeft geformuleerd ter ondersteuning van de brede maatschappelijke beweging naar meer zelfredzaamheid, meer zelfregie en meer zelfzorg. In 2019 heeft 80% van de chronisch zieken toegang tot bepaalde medische gegevens (van de overige Nederlanders 40%), kan 75% van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen die dit wil en er toe in staat is zelfstandig metingen uitvoeren en deze op afstand laten monitoren en heeft iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangen de mogelijkheid om 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren.
In vervolg op de succesvolle internationale eHealthweek die in het kader van het EU-voorzitterschap in 2016 heeft plaatsgevonden, zal begin 2017 een meerdaags landelijk eHealth evenement worden georganiseerd. Centrale doelstelling is burgers, zorgprofessionals en bestuurders bekend te maken met de mogelijkheden die digitaal ondersteunde zorg kan bieden, en handreikingen te doen voor een succesvolle toepassing en implementatie.
Bij het introduceren van nieuwe gebruiksmogelijkheden blijkt opschaling van lokale naar regionale of landelijke toepassing in de praktijk traag te verlopen door financiële, regeltechnische of organisatorische obstakels. Teneinde de doorlooptijd van innovatieve toepassingen te verkorten, ontwikkelen wij samen met het Ministerie van EZ, Startupdelta en private partners een «fasttrack», waarin veelbelovende innovaties begeleid worden naar voldragen nationale en internationale implementaties. Voor dit initiatief is over een periode van vier jaar in totaal € 20 miljoen beschikbaar.
In 2017 zullen de uitkomsten van een Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar het innovatiebeleid in de zorg beschikbaar komen.
Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling
Er wordt versterkt ingezet op verdere vermindering van de bureaucratie in de zorg. Dit om in de hele zorgsector te komen tot een betekenisvolle en merkbare vermindering van de ervaren regeldruk zodat er meer ruimte komt voor de zorgprofessional. De vernieuwde aanpak krijgt onder andere vorm door domeinoverstijgende zorgaanbieders te ondersteunen om regelarme werkwijzen in de praktijk te brengen en binnen de maatwerkaanpak samen met betrokken partijen vanuit het gezichtspunt van de (zorg)professional concrete knelpunten aan te pakken.
Om te bepalen of het beleid op dit artikelonderdeel doeltreffend en doelmatig is zal deze in 2017 worden doorgelicht. De onderzoeksopzet van de beleidsdoorlichting wordt dit jaar aan de Kamer aangeboden. De mogelijke effecten en voornemens zullen hun beslag hebben op de periode na 2017.
Inrichten uitvoeringsactiviteiten
Om de taken die door intermediaire organisaties voor VWS worden uitgevoerd doelmatiger te organiseren zijn taakoverhevelingen in gang gezet. Het streven is om vanuit het Zorginstituut Nederland de vier burgerregelingen (wanbetalers-, onverzekerden-, gemoedsbezwaarden – en de buitenlandregeling (inclusief het Nationaal contactpunt)) en de uitvoering van de compensatieregeling voor zorg aan onverzekerbare vreemdelingen per 1 januari 2017 over te hevelen naar het Centraal administratiekantoor (CAK).
Met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg (TK 34 445), zal de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) duidelijker worden gepositioneerd, zodat deze als een robuuste en onafhankelijke autoriteit kan functioneren. De zorgspecifieke fusietoets en het instrument van de aanmerkelijke marktmacht, die nu nog bij de NZa liggen, zullen overgaan naar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en een deel van de reguleringstaken zal worden overgeheveld van de NZa naar het Ministerie van VWS. Het betreft de huidige verplichting voor de NZa om op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg beleidsregels over prestatie- en tariefregulering vast te stellen. Door de overheveling wordt het voor de sector duidelijker dat alleen VWS over de beleidsvorming gaat en dat de NZa alleen aangesproken kan worden op de wijze waarop zij uitvoering geeft aan dit beleid.
Opleidingen beroepenstructuur en arbeidsmarkt
In 2017 staat de samenwerking tussen overheid, onderwijs en arbeidsmarkt centraal. Dat is nodig om het huidige en toekomstige personeel optimaal voor te bereiden op de eisen die nu en in de toekomst aan de zorg worden gesteld. Het advies van de commissie Innovatie, Zorgbe- roepen en Opleidingen van het Zorginstituut over een passend opleidings-continuüm zal in de praktijk geïmplementeerd moeten worden. Het Zorgpact en het regionaal arbeidsmarktbeleid moeten dit faciliteren en stimuleren. In nauw overleg met de landelijke en regionale sociale partners in de zorg en met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt bekeken hoe de gevolgen van de veranderende zorg en ondersteuning voor verschillende groepen werknemers op een verantwoorde manier kunnen worden opgevangen.
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) In 2017 zal de gewijzigde Wet BIG van kracht worden, met daarin opgenomen verbeteringen voor de herkenbaarheid van de zorgverlener, voorbehouden handelingen, de cosmetische sector en het tuchtrecht.
Verbeteren van het zorgaanbod Caribisch Nederland In 2016 is een beleidsdoorlichting opgesteld met betrekking tot het gevoerde beleid van 2011 tot en met 2015 ten aanzien van de (jeugd)zorg in Caribisch Nederland. Het kabinet zal in het najaar 2016 de doorlichting, voorzien van een reactie, aan de Tweede Kamer sturen en daar in aangeven welke aanbevelingen op welke wijze zullen worden meegenomen in het beleid voor 2017 en verdere jaren.
Jeugdzorg in Caribisch Nederland
De focus voor de jeugd ligt op het bieden van goede basisvoorzieningen. Voorbeelden zijn de verbetering van de jeugdgezondheidszorg, het bieden van opvoedingsondersteuning, het versterken van seksuele educatie, het verbeteren van de gezinsvoogdij en een sluitende aanpak van kindermishandeling.
Voorkomen oneigenlijk gebruik en aanpak fraude Een verdere verbetering van rechtmatigheid in de zorg vraagt een integrale aanpak waarin elke partij in de keten zijn verantwoordelijkheid neemt. VWS zet hier op in door het programmaplan Rechtmatige Zorg: aanpak fouten en fraude 2015–2018 (TK 28 828, nr. 89) uit te voeren. De verschillende activiteiten in het programmaplan voorzien in een samenhangende aanpak op de thema’s: samenwerking, preventie, controle en handhaving. In de begroting van VWS zijn middelen gereserveerd voor de uitvoering van de activiteiten uit dit programma. Het gaat hierbij onder andere om de inrichting en doorontwikkeling van het centraal meldpunt zorgfraude (CMZF), de verdere ondersteuning van gemeenten bij fraudepreventie en handhaving in het gemeentelijk domein, en de vorming en inzet van een pool van onafhankelijk deskundige artsen ten behoeve van mogelijke inzet bij strafrechtelijke onderzoeken. Daarnaast versterkt VWS het toezicht en de (strafrechtelijke) handhaving in de zorg. Hiertoe zijn extra middelen beschikbaar gesteld waarmee meer (en complexere) strafrechtelijke onderzoeken kunnen worden opgepakt. Deze middelen zijn ten behoeve van de Inspectie SZW en het Openbaar Ministerie (OM) overgeheveld naar de begrotingen van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid respectievelijk Veiligheid en Justitie.
Jaarlijks rapporteert VWS over de activiteiten en behaalde resultaten uit het programmaplan. In het najaar van 2016 komt de vijfde voortgangsrapportage Rechtmatige Zorg beschikbaar.
-
4.Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen |
1.146.830 |
825.541 |
811.100 |
832.601 |
886.352 |
904.433 |
783.184 |
Uitgaven |
873.245 |
939.812 |
915.450 |
910.828 |
913.697 |
904.433 |
897.680 |
Waarvan juridisch verplicht (%) |
97,0% |
||||||
|
24.556 |
25.943 |
24.796 |
24.772 |
24.771 |
24.771 |
24.773 |
Subsidies |
17.890 |
20.105 |
20.615 |
20.591 |
20.591 |
20.591 |
20.592 |
Patiënten- en gehandicapten- |
|||||||
organisaties |
17.463 |
19.555 |
20.337 |
20.313 |
20.313 |
20.313 |
20.313 |
Overig |
427 |
550 |
278 |
278 |
278 |
278 |
279 |
Opdrachten |
5.466 |
5.766 |
4.181 |
4.181 |
4.180 |
4.180 |
4.181 |
Ondersteuning cliëntorganisaties |
3.144 |
3.144 |
3.798 |
3.851 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
Overig |
2.322 |
2.622 |
383 |
330 |
180 |
180 |
181 |
Bijdragen aan agentschappen |
1.200 |
72 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
CIBG: Landelijk Meldpunt Zorg |
1.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
200 |
72 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
|||||||
markt |
389.110 |
436.126 |
439.622 |
434.611 |
436.342 |
436.708 |
436.782 |
Subsidies |
373.060 |
421.504 |
424.856 |
418.210 |
419.248 |
419.548 |
419.621 |
Kwaliteitsimpuls personeel zieken- |
|||||||
huiszorg |
135.468 |
191.433 |
200.000 |
200.000 |
200.000 |
200.000 |
200.000 |
Stageplaatsen zorg/Stagefonds |
109.950 |
112.000 |
112.020 |
112.020 |
112.021 |
112.021 |
112.021 |
Publieke Gezondheidszorgopleidingen |
16.634 |
20.615 |
21.000 |
21.000 |
21.000 |
21.000 |
21.000 |
Vaccinatie stageplaatsen zorg |
4.504 |
4.700 |
4.800 |
4.800 |
4.800 |
4.800 |
4.800 |
Opleiding tot verpleegkundig specialist/ |
|||||||
physician assistant |
19.433 |
38.197 |
38.800 |
38.800 |
38.800 |
38.000 |
38.000 |
Opleidingsplaatsen jeugd ggz |
0 |
1.550 |
1.550 |
1.550 |
1.550 |
1.550 |
1.550 |
Versterking regionaal onderwijs- en |
|||||||
arbeidsmarktbeleid |
7.949 |
8.500 |
11.500 |
10.500 |
10.500 |
10.500 |
10.500 |
Innovatie, beroepen en opleidingen |
0 |
2.412 |
12.000 |
12.000 |
12.000 |
12.000 |
12.000 |
Vernieuwing arbeidsmarkt sociaal |
|||||||
domein |
0 |
1.000 |
2.000 |
1.500 |
0 |
0 |
0 |
Veilige gegevensuitwisseling en |
|||||||
authenticatie in de zorg |
0 |
779 |
5.122 |
4.170 |
3.083 |
0 |
0 |
Pilots Opleiding tot ziekenhuisarts |
0 |
0 |
4.500 |
2.800 |
1.650 |
700 |
0 |
Overig |
79.122 |
40.318 |
11.564 |
9.070 |
13.844 |
18.977 |
19.750 |
Opdrachten |
4.619 |
7.390 |
8.293 |
8.293 |
8.986 |
9.051 |
9.051 |
Arbeidsmarktonderzoek |
2.042 |
1.250 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
Celsus |
0 |
650 |
800 |
500 |
500 |
500 |
500 |
Overig |
2.577 |
5.490 |
5.493 |
5.793 |
6.486 |
6.551 |
6.551 |
Bijdragen aan agentschappen |
11.431 |
7.232 |
6.473 |
6.399 |
6.399 |
6.400 |
6.400 |
CIBG: bijdrage voor onder andere |
|||||||
UZI-register, BIG-register en SVB-Z |
11.431 |
7.232 |
6.073 |
5.999 |
5.999 |
6.000 |
6.000 |
RIVM: opleiding publieke gezondheids- |
|||||||
sector en kosten van ziekten |
0 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
|
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
0 |
0 |
0 |
1.709 |
1.709 |
1.709 |
1.710 |
ZiNL: sectie Zorgberoepen en |
|||||||
opleidingen |
0 |
0 |
0 |
1.709 |
1.709 |
1.709 |
1.710 |
|
|||||||
keling |
124.203 |
143.753 |
147.789 |
148.438 |
148.705 |
133.229 |
122.503 |
Subsidies |
7.711 |
17.549 |
13.524 |
11.790 |
11.660 |
5.019 |
5.019 |
Nivel |
5.835 |
6.121 |
5.682 |
5.149 |
5.019 |
5.019 |
5.019 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Programma Innovatie en zorgver- |
|||||||
nieuwing |
0 |
6.428 |
7.842 |
6.641 |
6.641 |
0 |
0 |
Jaar van de transparantie |
1.805 |
5.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
71 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
226 |
1.812 |
1.797 |
1.797 |
1.797 |
497 |
497 |
Programma Innovatie en |
|||||||
zorgvernieuwing |
0 |
1.333 |
1.300 |
1.300 |
1.300 |
0 |
0 |
Overig |
226 |
479 |
497 |
497 |
497 |
497 |
497 |
Bijdragen aan agentschappen |
2.535 |
1.478 |
4.550 |
4.518 |
4.502 |
4.502 |
4.502 |
CIBG: WTZi en JMV |
750 |
1.300 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
Overig |
1.785 |
178 |
550 |
518 |
502 |
502 |
502 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
113.731 |
122.914 |
127.918 |
130.333 |
130.746 |
123.211 |
112.485 |
ZonMw: programmering |
113.731 |
122.914 |
127.768 |
130.333 |
130.746 |
123.211 |
112.485 |
Overig |
0 |
0 |
150 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
227.614 |
212.451 |
187.343 |
185.445 |
183.365 |
186.017 |
186.138 |
Subsidies |
80 |
26 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitvoering Wtcg |
80 |
26 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
2.526 |
219 |
401 |
451 |
451 |
451 |
451 |
Uitvoering Wtcg |
156 |
184 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
2.370 |
35 |
401 |
451 |
451 |
451 |
451 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
225.008 |
212.182 |
186.912 |
184.964 |
182.884 |
183.036 |
183.157 |
CAK |
100.916 |
84.189 |
76.353 |
76.081 |
74.761 |
74.790 |
74.791 |
NZa |
52.756 |
57.002 |
55.794 |
55.639 |
55.051 |
55.053 |
55.053 |
Zorginstituut Nederland |
67.738 |
68.433 |
52.207 |
50.474 |
50.170 |
50.170 |
50.170 |
CSZ |
2.700 |
2.558 |
2.558 |
2.770 |
2.902 |
3.023 |
3.143 |
CBZ |
898 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofd- |
|||||||
stukken |
0 |
24 |
30 |
30 |
30 |
2.530 |
2.530 |
EZ: ACM |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2.500 |
2.500 |
Overig |
0 |
24 |
30 |
30 |
30 |
30 |
30 |
|
|||||||
Nederland |
106.717 |
117.525 |
113.945 |
117.093 |
120.045 |
123.239 |
127.015 |
Subsidies |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bekostiging |
106.717 |
117.525 |
113.945 |
117.093 |
120.045 |
123.239 |
127.015 |
Zorg en welzijn |
104.083 |
114.787 |
111.607 |
114.756 |
117.903 |
121.097 |
124.873 |
Overig |
2.634 |
2.738 |
2.338 |
2.337 |
2.142 |
2.142 |
2.142 |
|
|||||||
fraude |
1.044 |
4.014 |
1.955 |
469 |
469 |
469 |
469 |
Subsidies |
444 |
2.204 |
1.500 |
450 |
450 |
450 |
450 |
Overig |
444 |
2.204 |
1.500 |
450 |
450 |
450 |
450 |
Opdrachten |
600 |
1.810 |
455 |
19 |
19 |
19 |
19 |
Overig |
600 |
1.810 |
455 |
19 |
19 |
19 |
19 |
Ontvangsten |
36.609 |
4.858 |
4.858 |
4.858 |
4.858 |
4.858 |
4.858 |
Overig |
36.609 |
4.858 |
4.858 |
4.858 |
4.858 |
4.858 |
4.858 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Subsidies
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 460,5 miljoen is 94% juridisch verplicht. Het betreft de subsidies aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties, subsidies opleidingen, beroepen en arbeidsmarktbeleid, een subsidie aan Nivel en voor de fraudeaanpak.
Bekostiging
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 113,9 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van de zorg, welzijn en jeugdzorg van Caribisch Nederland.
Opdrachten
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 15,1 miljoen is 78% juridisch verplicht. Het betreft onder andere opdrachten gericht op de ondersteuning van patiënten- en cliëntenorganisaties, arbeidsmarktonderzoek, opdrachten aan Celsus (de academie voor betaalbare zorg) en opdrachten gericht op de fraudeaanpak.
Bijdragen aan agentschappen
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 11 miljoen is 95% juridisch verplicht. Het betreft onder andere bijdragen aan het CIBG ten behoeve van werkzaamheden in verband met het beheer van een aantal registers.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 314,8 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bijdragen aan het Zorginstituut Nederland, NZa, CAK, CSZ en ZonMw.
-
5.Toelichting op de instrumenten
-
1.Positie cliënt
Subsidies
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties
Er worden subsidies verstrekt aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties, zodat kennis en ervaringen van cliënten zelf optimaal benut worden voor goede zorg en ondersteuning (€ 20,3 miljoen in 2017). Doel is het inbrengen van cliëntenervaringen en het cliëntperspectief voor beter beleid, zorg en ondersteuning. Daarnaast kunnen patiënten en gehandicapten hun ervaringsdeskundigheid uitwisselen, zodat zij hun eigen leven met ziekte of beperking zo goed mogelijk kunnen inrichten en de zorg ontvangen die het beste bij hun behoeften past.
Opdrachten
Ondersteuning cliëntenorganisaties
Met PGO-support, een onafhankelijke netwerkorganisatie die versterking en ondersteuning biedt aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties, is een overeenkomst gesloten voor de ondersteuning van de cliëntenorganisaties bij het opstellen van subsidieaanvragen en het inbrengen van het cliëntenperspectief. Deze overeenkomst is voor onbepaalde tijd maar kan vanaf 2019 worden bijgesteld (€ 3,8 miljoen in 2017).
-
2.Opleidingen, Beroepenstructuur en Arbeidsmarkt
Subsidies
Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg
Doel van de Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg (looptijd 2014–2017) is de ziekenhuizen en UMC’s te stimuleren de benodigde investeringen in het personeel te realiseren, zodat de medewerkers in staat zijn om ook in de toekomst de steeds ingewikkelder wordende zorgverlening passend te kunnen blijven leveren. In 2017 is voor de kwaliteitsimpuls € 200 miljoen beschikbaar.
Stageplaatsen zorg/Stagefonds
Doel van het Stagefonds Zorg is het beschikbaar komen van een voldoende aantal kwalitatief goede stageplaatsen via een relatief stabiel en op toekomstige zorgbehoeften gebaseerd stageaanbod. Het Stagefonds is één van de instrumenten die VWS inzet om de kwaliteit en toegankelijkheid van zorgopleidingen te verbeteren. Zorginstellingen die een stage aanbieden aan studenten van bepaalde zorgopleidingen krijgen een tegemoetkoming in de kosten van de begeleiding van deze studenten, waardoor zij in de kwaliteit en de kwantiteit van de stages kunnen investeren. In 2016 is het Stagefonds geëvalueerd (TK 29 282, nr. 252). Op basis van de evaluatie is besloten om het Stagefonds voort te zetten. In 2017 en verder wordt het Stagefonds voortgezet met een budget van € 112 miljoen per jaar.
Publieke Gezondheidszorgopleidingen
Per 1 oktober 2012 is de Subsidieregeling opleidingen publieke gezondheidszorg 2013–2017 in werking getreden. Op grond van deze regeling kan een instellingssubsidie worden verstrekt aan opleidingsinrichtingen die een opleiding tot arts maatschappij en gezondheid voor de profielen infectieziektebestrijding, jeugdgezondheidszorg, medische milieukunde of tuberculosebestrijding verzorgen. De regeling heeft als doel te stimuleren dat voldoende gespecialiseerde artsen worden opgeleid voor de uitvoering van de Wet publieke gezondheidszorg en de Jeugdwet. In 2017 is hiervoor € 21 miljoen beschikbaar.
Vaccinatie stageplaatsen zorg
De Subsidieregeling vaccinatie stageplaatsen zorg (€ 4,8 miljoen in 2017) draagt eraan bij dat jaarlijks 30 à 35 duizend stagiairs voorafgaand aan hun stage gevaccineerd worden tegen hepatitis B. Dit komt ten goede aan de volksgezondheid en voorkomt studie-uitval of -vertraging.
Opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistant Zorgverleners moeten daar ingezet worden waar ze het beste tot hun recht komen. Nieuwe beroepsbeoefenaren (verpleegkundig specialisten (vs) en physician assistants (pa)) worden speciaal opgeleid om minder complexe en routinematige taken van de huisarts of de specialist over te nemen. Er komen meer opleidingsplaatsen voor deze nieuwe beroepen. Volgens de laatste cijfers van het Landelijk Platform PA/VS stijgt de instroom van 480 in studiejaar 2015–2016 naar 620 in studiejaar 2016–2017. Voor 2017 is hiervoor een bedrag van € 38,8 miljoen beschikbaar.
Opleidingsplaatsen jeugd ggz
Sinds de inwerkingtreding van de Jeugdwet op 1 januari 2015 wordt de geestelijke gezondheidszorg voor jongeren tot 18 jaar (jeugd-ggz) niet langer vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) gefinancierd. De bekostiging van de jeugd-ggz valt sinds dat moment onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten, waarmee de opleidingsplekken niet langer in aanmerking komen voor de beschikbaarheidsbijdrage medische vervolgopleidingen. Om instellingen die niet langer zorg verlenen uit hoofde van de Zvw alsnog in aanmerking te laten komen voor bekostiging van opleidingsplaatsen is er vanaf 2015 een Subsidieregeling opleidingen in een jeugd-ggz-instelling 2015–2017. Hierin zijn de regels vastgelegd voor de verstrekking van subsidies voor opleidingsplaatsen voor de opleiding tot gezondheidszorg psycholoog, psychiater, psychotherapeut en klinisch psycholoog in een (ggz-)instelling die zich uitsluitend richt op de kinderen jeugdpsychiatrie. De regeling heeft als doel te borgen dat dergelijke zorgverleners tijdens hun opleiding ook praktijkervaring in deze sector kunnen opdoen. In 2017 is hiervoor € 1,6 miljoen beschikbaar.
Versterking regionaal onderwijs- en arbeidsmarktbeleid Om de noodzakelijke omslag in denken en werken in de zorg daadwerkelijk vorm te geven is op regionaal niveau een goede dialoog tussen zorginkopers, zorgaanbieders, werknemers, cliënten en het onderwijs noodzakelijk. Regionale samenwerking tussen aanbieders uit verschillende branches en sectoren is bovendien van groot belang om te kunnen anticiperen op de arbeidsmarktopgave die voortkomt uit deze nieuwe organisatie van de zorg. VWS ondersteunt deze dialoog via onder andere het Zorgpact en RegioPlus. Via Regioplus, de koepel van regionale werkverbanden in zorg en welzijn, wordt in 2017 een subsidie van € 8,5 miljoen beschikbaar gesteld. Met deze subsidie wordt in elke regio gewerkt aan een viertal programmalijnen, te weten strategisch arbeidsmarktbeleid, werven met beleid, duurzame inzetbaarheid en kwalificeren voor zorg en welzijn. Vanuit deze regionale arbeidsmarktinfrastructuur wordt ook een aanzienlijke bijdrage geleverd aan bijvoorbeeld de uitvoering van de sectorplannen, waarmee meer dan 80.000 scholingstrajecten in gang zijn gezet. Voor het versterken van het regionale arbeidsmarktbeleid is € 11,5 miljoen gereserveerd.
Innovatie beroepen en opleidingen
De omslag in de zorg en ondersteuning vraagt een beroepencontinuüm dat mee verandert. Aanpassing van bestaande beroepen, experimenteren met nieuwe zorgberoepen en taakherschikking tussen beroepen spelen daarbij een belangrijke rol. Dit heeft ook gevolgen voor de wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg en de uitvoering daarvan, hetgeen tot extra uitgaven in 2017 zal leiden. Voor innovatie op het terrein van beroepen en opleidingen in de zorg en ondersteuning is in 2017 € 12 miljoen geraamd.
Vernieuwing arbeidsmarkt sociaal domein
Op 4 december 2015 zijn afspraken gemaakt met de bonden en VNG over een toekomstvaste langdurige zorg en ondersteuning. Onderdeel van die afspraken is het bieden van nieuw perspectief aan medewerkers in het sociaal domein door vernieuwing van de ondersteuning thuis, bijvoorbeeld door het creëren van nieuwe integrale functies in de thuisonder-steuning. VWS ondersteunt de landelijke en regionale partijen bij het maken van deze omslag. Specifiek voor de oudere medewerkers is een extra impuls afgesproken gericht op het ondersteunen van oudere medewerkers in deze vernieuwing. Hiervoor is in 2017 € 2 miljoen beschikbaar.
Veilige gegevensuitwisseling en authenticatie in de zorg Zorgpartijen hebben een gezamenlijk plan opgesteld voor de implementatie van gespecificeerde toestemming zoals bepaald in het wetsvoorstel Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens. Voor de uitvoering van dit plan is voor de periode 2016–2018 een subsidie beschikbaar gesteld van in totaal € 1,9 miljoen. In 2017 is ruim € 1 miljoen beschikbaar. De toename van elektronische informatieuitwisseling in de zorg en de groei in het gebruik van eHealth toepassingen vragen om een veilige en betrouwbare authenticatie door patiënten en door zorgverleners die dit thans doen met behulp van de UZI-pas.
Voor het doorontwikkelen, implementeren en stimuleren van het gebruik van veilige authenticatie in de zorg is in 2017 € 4 miljoen beschikbaar.
Pilots Opleiding tot Ziekenhuisarts
VWS verleent sinds 2012 subsidie voor pilot trajecten met opleidingsplaatsen tot ziekenhuisarts. Het achterliggend doel van de pilots is om meer inzicht te krijgen in welke mate de opzet van een opleiding tot ziekenhuisarts, een toegevoegde waarde biedt voor de (toekomstige) beroepen- en opleidingsstructuur in de zorg. Er zijn twee trajecten met driejarige opleidingen gesubsidieerd. Begin 2016 is besloten om nieuwe opleidingsplaatsen voor de ziekenhuisarts te subsidiëren om zo de instroom in de opleiding te kunnen continueren. Besloten is om 16 extra opleidingsplaatsen te subsidiëren. In 2017 is hiervoor € 4,5 miljoen geraamd.
Overig
Hieronder vallen ondermeer de subsidie voor « Het Bewustzijnsproject» met als doel kosteneffectief werken in de zorg te verankeren in opleidingsplannen; de subsidie voor het project «dedicated schakeljaar» gericht op het sneller doorlopen van de medische vervolgopleiding; de instellingssubsidies voor acht beroepsorganisaties ten behoeve van de uitvoering van artikel 14 wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg en het programma aanpak disfunctionerende artsen.
De overige subsidiemiddelen die niet apart benoemd zijn binnen dit artikelonderdeel worden ondermeer ingezet ter dekking van de kosten die samenhangen met de uitvoering van de Wet Normering Topinkomens in de zorg en het verlenen van subsidies aan de partijen die betrokken zijn bij het proces van bekostiging van medische vervolgopleidingen, zoals het capaciteitsorgaan.
Opdrachten
Arbeidsmarktonderzoek
De beschikbaarheid van betrouwbare arbeidsmarktinformatie is een noodzakelijke voorwaarde voor een goed functionerende arbeidsmarkt. Hiertoe wordt geïnvesteerd in eenduidige en voor iedereen toegankelijke arbeidsmarktinformatie via onder andere het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, waaraan ook de sociale partners in zorg en welzijn een belangrijke bijdrage leveren. De arbeidsmarktinformatie uit het onderzoeksprogramma is beschikbaar via de vernieuwde website www.azwinfo.nl. Daarnaast wordt voorzien in een versterking van het regionaal arbeidsmarktonderzoek. Voor arbeidsmarktonderzoek is in 2017 € 2 miljoen gereserveerd.
Celsus
Om een kennisprogramma te ontwikkelen dat het vraagstuk van stijgende zorguitgaven in al zijn aspecten in kaart brengt en verbindingen tussen academische en beleidsmatige kennis en ervaring te verbeteren is, samen met IQ Health Care – Radboud Universiteit Nijmegen, Celsus, academie voor betaalbare zorg opgericht. Hiervoor is € 2,7 miljoen beschikbaar in de jaren 2012–2017, waarvan € 0,8 miljoen beschikbaar is in 2017. Celsus kent zowel langlopend onderzoek (door verschillende promovendi) als kortdurend (beleids)onderzoek, biedt opleidingen aan, verbindt onderzoekers en beleidsmakers en verspreidt kennis over dit onderwerp.
Overig
De overige bedragen worden ingezet voor de ontwikkeling van kennis en expertise op het terrein van de zorg, voor beleid en praktijk. Daarbij gaat het onder meer om bijdragen aan de onderzoeksprogramma’s van het
Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het Centraal
Planbureau (CPB), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). De
concrete onderzoeksopdrachten die hieronder vallen worden niet separaat benoemd binnen dit artikelonderdeel.
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: bijdrage voor onder andere BIG-register, UZI-register, SBV-Z en
toezicht en handhaving WNT
– Het CIBG is als registerautoriteit verantwoordelijk voor het beheer van het BIG-register. In het BIG-register kunnen zowel Nederlands als buitenlands gediplomeerde zorgverleners zich registreren. De buitenlands gediplomeerden die in de Nederlandse gezondheidszorg willen werken moeten – voor zover zij niet vallen onder de automatische erkenning van diploma’s op grond van de Europese regelgeving – een aanvraag indienen voor een verklaring van vakbekwaamheid of voor een erkenning van de opleidingstitel(s) of de beroepskwalificatie. Voor de procedure van buitenlands gediplomeerden ontvangt het CIBG een financiële bijdrage.
– Het UZI-register (Unieke Zorgverlener Identificatie register) van het CIBG verstrekt UZI-passen aan zorgaanbieder en indicatieorganen waarmee unieke identificatie van zorgaanbieders en indicatieorganen in de zorg mogelijk wordt gemaakt.
– De Sectorale Berichten Voorziening in de Zorg (SBV-Z) van het CIBG is een betrouwbare bron voor het leveren van burgerservicenummers (BSN’s) aan de zorgsector.
– In de Wet Normering Topinkomens (WNT) is in artikel 5 het toezicht en de handhaving geregeld. Voor de zorg is het toezicht en de handhaving ondergebracht bij het CIBG.
In totaal is voor al deze taken in 2016 € 6,1 miljoen gereserveerd.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Zorginstituut Nederland: sectie Zorgberoepen en Opleidingen Op 10 april 2015 is het rapport «Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren» uitgebracht over de verandering in zorgvraag en wat dit betekent voor de zorg (TK 29 282, nr. 221). In november 2016 verschijnt het vervolgadvies van de Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen over het opleidingscontinuüm dat daarbij past. In 2017 staat de implementatie van het advies van de commissie centraal. De middelen voor 2016 en 2017 (€ 1 miljoen per jaar) staan op onderdeel 4 (Inrichting uitvoeringsactiviteiten) van dit artikel geraamd.
-
3.Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling
Subsidies
Nivel
Voor onderzoek naar de effectiviteit en de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland en (de relatie tussen) de verschillende partijen in de zorg wordt subsidie verleend (€ 5,7 miljoen in 2017) aan het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel). Het Nivel ontwikkelt en beheert hiertoe databases, panels en monitors.
Programma Innovatie en zorgvernieuwing
Voor het bereiken van een verbeterde informatiepositie van burgers, verbeterde informatie-uitwisseling tussen zorgverleners en brede beschikbaarheid van eHealth-toepassingen als telemonitoring, beeld-schermzorg en domotica worden door het programma Innovatie en Zorgvernieuwing subsidies verstrekt aan initiatieven die aan deze doelen bijdragen. Zo vindt, samen met Zorgverzekeraars Nederland, financiering plaats van het programma MedMij. In dit programma onder voorzitterschap van de NPCF worden de eisen en standaarden ontwikkeld waaraan digitale persoonlijke gezondheidsomgevingen moeten voldoen, gebruik makend van koploperervaringen uit de praktijk.
Vitavalley en Zorginovatie.nl organiseren het Landelijk Netwerk Zorginnovatie, waarmee structureel vorm wordt gegeven aan het delen van expertise, nationaal en internationaal uitwisselen van kennis en het tot stand brengen van bovenregionale samenwerking en versterking van ecosystemen gericht op zorginnovatie.
Tevens vindt onderzoek plaats naar de wijze waarop de kennis en expertise over de opzet van succesvolle zorgnetwerken zoals Parkinsonnet beschikbaar kan worden gemaakt ten behoeve van andere aandoeningen. In totaal is er voor het programma Innovatie en Zorgvernieuwing € 7,8 miljoen gereserveerd.
Opdrachten
Programma Innovatie en zorgvernieuwing
Binnen het programma I&Z worden activiteiten uitgevoerd waarvoor in 2017 aan diverse partijen opdrachten worden verstrekt. Ingezet wordt enerzijds op vergroting van kennis over toepassingsmogelijkheden en nieuwe vormen van zorgorganisatie en anderzijds op het vergroten van de opschalingspotentie van veelbelovende initiatieven. Zo wordt begin 2017 een meerdaags landelijk eHealthevenement georganiseerd, wordt bijgedragen aan het vergroten van digitale vaardigheden van burgers en zorgprofessionals en worden ervaringsdeskundigen geschoold in het participeren in zorginnovatieprocessen.
In 2016 zijn de instrumenten Health Deals en Health Impact Bonds geïntroduceerd. Doelstelling is om in 2017 minimaal drie Health Deals en twee Health Impact Bonds te sluiten.
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: WTZi (toelatingen) en Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JMV)
Op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) dienen instellingen die zorg willen aanbieden, die op grond van de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg voor vergoeding in aanmerking komt, een toelating te hebben. De uitvoering van de WTZi (toelatingen) vindt plaats bij het CIBG. Aan de Tweede Kamer is toegezegd dat de WTZi wordt aangepast om scherper toezicht op kwaliteit te houden (TK 31 765, nr. 116). Daarbij zal een meldplicht voor alle nieuwe zorgaanbieders worden geïntroduceerd.
Via het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JMV) verantwoorden zorgaanbieders zich jaarlijks over de geleverde (financiële) prestaties. Zij zijn verplicht om een aantal gegevens aan te leveren aan de hiervoor bedoelde database. Alle partijen die een rol spelen binnen het zorgstelsel hebben toegang tot deze uniforme, digitale informatie via www.jaarverslagenzorg.nl.
Verkend zal worden of Standard Business Reporting (SBR) als alternatieve aanlevermethode gebruikt kan worden voor het JMV. SBR wordt zowel binnen de overheid als het bedrijfsleven gezien als de «rapportagestandaard voor gestructureerd digitaal gegevensverkeer». Voor zorginstellingen kan SBR in de toekomst tot een vermindering van de administratieve lasten leiden. De totale geraamde bijdrage is € 4 miljoen in 2017.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
ZonMw
ZonMw is een intermediaire organisatie die op programmatische wijze projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg laat uitvoeren. ZonMw bewaakt daarbij de kwaliteit, relevantie en samenhang. In onderstaande tabel zijn de activiteiten uitgesplitst naar de verschillende beleidsterreinen waarop de programma’s bij ZonMw betrekking hebben.
Overzichtstabel geraamde programma-uitgaven ZonMw 2017–2021 (bedragen x € 1.000) |
|||||
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Totaal ZonMw |
127.768 |
130.333 |
130.746 |
123.211 |
112.485 |
Artikel 1 Volksgezondheid: onder andere Preventieprogramma’s, |
|||||
Antibioticaresistentie, Infectieziektebestrijding en Translationeel Adult |
|||||
Stamcelonderzoek |
29.021 |
23.587 |
25.712 |
24.824 |
26.713 |
Artikel 2 Curatieve zorg: onder andere Doelmatigheidsonderzoek, |
|||||
Goed Gebruik Geneesmiddelen, Topzorg, Citrienfonds, Verwarde |
|||||
personen, Gender en gezondheid, Zwangerschap en geboorte en |
|||||
onderzoeksprogramma GGz |
65.471 |
69.244 |
73.377 |
69.132 |
60.877 |
Artikel 3 Maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg: onder |
|||||
andere Nationaal Programma Ouderenzorg, Palliantie, meer dan Zorg, |
|||||
«Gewoon Bijzonder»: nationaal programma gehandicapten en Active |
|||||
and Assisted Living |
19.174 |
21.719 |
19.011 |
17.055 |
14.910 |
Artikel 5 Jeugd: onder andere Academische Werkplaatsen Transfor- |
|||||
matie Jeugd, Versterking Uitvoeringspraktijk JGZ, Effectief Werken in |
|||||
de Jeugdsector en Richtlijnen Jeugdgezondheidszorg |
8.944 |
9.838 |
8.202 |
9.178 |
7.803 |
Artikel 6 Sport en bewegen: onder andere Onderzoeksprogramma |
|||||
Sport, Kennis- en innovatieagenda sport en Sportimpuls |
5.158 |
5.945 |
4.445 |
3.022 |
2.182 |
Op de andere begrotingsartikelen staan ook begrotingsposten op het gebied van Kennisontwikkeling en innovatie, bijvoorbeeld RIVM (artikel 1), Nivel (artikel 2), Vilans (artikel 3) en Movisie (artikel 3).
-
4.Inrichten uitvoeringsactiviteiten
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
CAK
Het CAK voert diverse wettelijke taken uit, te weten:
de centrale betaling aan 3.500 instellingen voor langdurige zorg
(namens de Wlz-uitvoerders) (Wlz);
het innen van de eigen bijdragen voor langdurige zorg (Wlz);
het vaststellen, opleggen en innen van de eigen bijdrage maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015);
het verstrekken van de Schengenverklaringen;
het beheer van de website Regelhulp.
Daarnaast is het CAK bezig met de afhandeling van de laatste werkzaamheden rond de afgeschafte Wtcg en CER.
Ook wordt met de maatregelen uit de wet «verbetering wanbetalersmaat-regelen» (die 1 juli 2016 in werking is getreden) de komende jaren gewerkt aan het verminderen van het aantal wanbetalers. Onderdeel daarvan is het aanwijzen van groepen die onder voorwaarden uit de wanbetalersregeling kunnen stromen.
Tot slot wordt er naar gestreefd om het CAK in 2017 verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van de burgerregelingen wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en de zogeheten buitenlandtaak, inclusief het Nationaal contactpunt. Dit geldt ook voor de uitvoering van de regeling voor compensatie van verleende zorg aan onverzekerbare vreemdelingen «Overgang van taken van het Zorginstituut Nederland naar het CAK» is op 5 april 2016 aangenomen door de Eerste Kamer. Het beschikbare budget in 2017 bedraagt € 76,4 miljoen.
NZa
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is belast met het markttoezicht specifiek voor de zorgsector en moet het algemeen consumentenbelang voorop stellen bij de uitoefening van haar taken. Die taken zijn tarieven en prestaties in de zorg reguleren, toezien op de rechtmatige uitvoering van de Zvw en op de recht- en doelmatige uitvoering van de Wlz, alsmede de naleving van de Wmg.
Het beschikbare budget in 2017 bedraagt circa € 55,8 miljoen. Dit is inclusief de middelen vanaf 2017 voor het doorontwikkeld centraal meldpunt zorgfraude (€ 1 miljoen).
Zorginstituut Nederland
Het Zorginstituut Nederland adviseert over het verzekerde Zvw- en Wlz-pakket, stimuleert de verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland en zorgt er voor dat iedereen toegang heeft tot begrijpelijke en betrouwbare informatie over de kwaliteit van geleverde zorg (het Kwaliteitsinstituut). Daarnaast adviseert het Zorginstituut over de gewenste ontwikkeling van beroepen en opleidingen in de gezondheidszorg (de adviescommissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen).
Tot slot is het Zorginstituut de fondsbeheerder van het Zorgverzekeringsfonds, het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten en het Fonds Langdurige Zorg en is uitvoerder van de financiering van zorgverzekeraars uit de fondsen (in het bijzonder de risicoverevening) en bevordert de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wlz.
Het Kwaliteitsinstituut, als onderdeel van het Zorginstituut, heeft met betrekking tot transparantie een belangrijke rol en is daarom gemandateerd (Staatscourant 27102, nr. 1) voor het verstrekken van subsidies voor de stimulering van de transparantie over de kwaliteit van zorg (Staatscourant 26926) (€ 5 miljoen).
Het beschikbare budget bedraagt in 2017 circa € 52,2 miljoen. De budgettaire gevolgen van de taakoverhevelingen van het ZiNL naar het CAK worden in 2017 in beeld gebracht.
CSZ
Het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) voert onder andere de meldings- en goedkeuringsregeling voor de vervreemding van onroerende zaken uit. In 2017 is hiervoor € 2,6 miljoen gereserveerd.
-
5.Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland
Bekostiging
Zorg en Welzijn
Per 1 januari 2011 is er één zorgverzekering voor iedereen in Caribisch
Nederland. Dat wil zeggen dat iedereen die legaal op Bonaire, Sint
Eustatius en Saba woont en/of werkt is verzekerd van zorg. De totale geraamde kosten die naar verwachting in 2017 gemoeid zijn met de
(jeugd)zorg op Caribisch Nederland bedragen circa € 111,6 miljoen. circa
€ 2,4 miljoen hiervan is voor de jeugdzorg op Caribisch Nederland beschikbaar. De rest van de middelen voor de jeugdzorg, circa
€ 2,5 miljoen, worden verantwoord op artikel 10. Op alle drie eilanden is een Centrum voor Jeugd en Gezin.
-
6.Voorkomen oneigenlijk gebruik en aanpak fraude
Subsidies
VWS werkt aan het realiseren van de totstandkoming en monitoring van een ketenbrede aanpak voor preventie, toezicht, opsporing en vervolging op het gebied van onrechtmatigheden in de zorg. De invulling van deze aanpak vindt plaats door uitvoering van het Programmaplan Rechtmatige Zorg: aanpak fouten en fraude 2015–2018.
VWS draagt met subsidies bij aan initiatieven op het terrein van het versterken van rechtmatige zorg. VWS subsidieert de VNG om gemeenten te ondersteunen bij het voorkomen en aanpakken van fouten en fraude in de Wmo 2015 en de Jeugdwet. De ondersteuning krijgt onder andere vorm via een informatiepunt bij de VNG voor gemeenten, relevante beleidsproducten voor gemeenten zoals een gegevensmatrix en handreikingen hoe om te gaan met fraudesignalen en het verzorgen van een reeks van regiobijeenkomsten voor gemeenten om de opgedane kennis actief te verspreiden. Het OndersteuningsTeam Fraudesignalen van de VNG adviseert gemeenten in huis over hoe om te gaan met concrete fraudesignalen.
Daarnaast onderzoekt VWS in samenwerking met andere partijen de mogelijkheden om pgb-budgethouders een instrument te bieden om een keuze te maken voor een pgb-zorgaanbieder. Ervaringen van andere budgethouders, deelname aan keurmerken en informatie over de betrouwbaarheid van de zorgaanbieder maken mogelijk onderdeel uit van dit instrument.
Verder zijn op 5 juli 2016 afspraken gemaakt met de KNMG, het Openbaar Ministerie, de Inspectie SZW en de FIOD over de inzet van een pool van onafhankelijk deskundige artsen die kunnen worden ingezet bij het anonimiseren van medische persoonsgegevens in strafrechtelijke onderzoeken. VWS subsidieert via de KNMG de inzet van deze artsen.
Opdrachten
VWS heeft een stimulerende en regisserende rol. Door de inzet van een mix van instrumenten wordt het programmaplan Rechtmatige Zorg uitgevoerd. Dit wordt in sommige gevallen gedaan door een opdracht zoals de verbetering van de gegevensuitwisseling tussen partijen van de Taskforce Integriteit Zorgsector (TIZ).
Beleidsartikel 5 Jeugd
-
1.Algemene beleidsdoelstelling
Kinderen in Nederland groeien gezond en veilig op, ontwikkelen hun talenten en doen mee aan de samenleving.
-
2.Rol en verantwoordelijkheid Minister
Ouders/verzorgers zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. Als ouders of het ondersteunende sociale netwerk hun rol niet kunnen vervullen, is er een taak weggelegd voor de overheid om jeugdigen met hulp op maat naar een zelfstandige toekomst te leiden. Kinderen die in hun ontwikkeling worden bedreigd, moeten passende hulp krijgen en indien nodig in bescherming worden genomen.
Met de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor de ondersteuning, hulp en zorg van jeugdigen (jeugdhulp) die voorheen viel onder de Wet op de Jeugdzorg, de Zorgverzekeringswet (jeugd-geestelijke gezondheidszorg) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (zorg voor jeugdigen met een verstandelijke beperking). De Ministers van VWS en VenJ zijn systeemverantwoordelijk voor het gedecentraliseerde stelsel van jeugdhulp waaronder het wettelijk kader (de Jeugdwet).
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
– Stimuleren dat de kwaliteit en veiligheid in de jeugdhulp geborgd worden door verdere professionalisering en het stellen van kwaliteitseisen.
– Bevorderen van een effectieve aanpak van kindermishandeling, onder andere door gemeenten in staat te stellen de werking van het stelsel voor de aanpak van kindermishandeling op lokaal en regionaal niveau te verbeteren.
– Het stimuleren van gemeenten om de samenhang tussen beleid en uitvoering op de terreinen van zorg, school en werk te verbeteren.
– Een landelijke kennisinfrastructuur voor beleidsontwikkeling en
-implementatie en zorgvernieuwing en hierbij gemeenten en het veld van jeugdhulp de ruimte geven om de eigen aanpak verder te ontwikkelen.
Financieren:
– Financieren van de gemeenten via het gemeentefonds (integratieuitkering sociaal domein) om hun verantwoordelijkheid voor jeugd-hulp op grond van de Jeugdwet waar te maken.
– Uitvoeren van de Regeling vergoeding bijzondere transitiekosten Jeugdwet.
– Uitvoeren van de Subsidieregeling schippersinternaten.
Regisseren:
– Het wettelijk kader (Jeugdwet) dat regels bevat voor de inrichting van het systeem onder andere op het gebied van toegang, kwaliteit en beleidsinformatie. – Bestuurlijk overleg met de relevante actoren in het jeugdstelsel gericht op het realiseren van de maatschappelijke doelen van het jeugdstelsel.
– De Inspectie Jeugdzorg (IJZ), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Veiligheid en Justitie zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van onafhankelijk toezicht op de aanbieders van jeugdhulp.
– Monitoren en evalueren van de werking van het jeugdstelsel. De Jeugdwet verplicht tot een evaluatie na 3 jaar.
-
3.Beleidswijzigingen
– In 2017 en volgende jaren wordt volop ingezet op verbetering van de uitvoeringspraktijk. Een belangrijk aandachtspunt zal de verbetering zijn van de hulp aan jongeren die 18 jaar worden, onder meer door verbeterde aansluiting op andere domeinen zoals de Wmo. Samen met de VNG, het Ministerie van VenJ en het Nederlands Jeugdinstituut worden gemeenten en zorgaanbieders ondersteund met goede voorbeelden en regionale workshops.We stimuleren het werken in wijkteams met een gezamenlijk programma van de kennisinstituten. Met www.denieuwepraktijk.nl bieden we een platform voor zorgprofessionals, zorgaanbieders en gemeenten om goede voorbeelden te delen.
– Om de vernieuwing van het zorglandschap soepel te laten verlopen bemiddelt de Transitie Autoriteit Jeugdhulp (TAJ) ussen gemeenten en aanbieders. Er is een Transitiebudget beschikbaar om noodzakelijke frictiekosten te financieren. Er is een landelijk regievoerder bovenregionaal aanbod aangesteld die het samenspel van de regio’s coördineert rond de toekomst van de gespecialiseerd jeugdhulp. Gezien de cruciale rol van de TAJ in de transitie, zal in 2017 een eventuele verlenging van een jaar van de TAJ worden overwogen. Rekening houdend met het ritme van de subsidieaanvragen in 2016 en 2017 zal het subsidiebudget gelijk blijven.
– In 2017 vindt onder leiding van ZonMw een tussenevaluatie van de Jeugdwet plaats. De evaluatie wordt voorjaar 2018 aan het parlement aangeboden.
Gepaste zorg
– Kinderen moeten de zorg krijgen die ze nodig hebben zonder dat er sprake is van over- of onderbehandeling. In 2017 volgt een nieuw plan voor «gepaste zorg» van de beroepsgroepen en het onderwijs.
– Met het Interventieteam Onderwijs en Zorg wordt een duurzame oplossing geboden voor kinderen die door hun problemen en beperkingen langdurig niet naar school gaan (zogenoemde thuiszit-ters).
Kinderen veilig
– In 2017 wil het Rijk in samenwerking met de VNG gemeenten in staat stellen om op lokaal/regionaal niveau een goed werkend stelsel voor de aanpak van geweld in huiselijke kring te realiseren. De rol van het advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (Veilig Thuis) is hierin speerpunt. Evenals die van professionals. Op basis van de uitkomsten van het advies van de heer Sprokkereef over het aanscherpen van het gebruik van de meldcode en de werkwijze Veilig Thuis, wordt in 2017 invulling gegeven aan de benodigde activiteiten.
– In 2017 zal de inrichting van de organisatie van het landelijk aanbod voor forensisch-medische expertise worden aangepast. Doel is om deze inrichting aan te laten sluiten op het netwerk van een landelijk dekkende infrastructuur voor slachtoffers van huiselijk geweld,
kindermishandeling en seksueel geweld dat door gemeenten wordt ontwikkeld en eind 2018 operationeel moet zijn. – De commissie De Winter heeft in mei 2016 de uitkomsten gepubliceerd van het vooronderzoek naar geweld in de jeugdzorg, met als conclusie dat verder onderzoek zinvol is. Het door de commissie in te stellen vervolgonderzoek dat in de zomer van 2016 start, zal doorlopen tot medio 2018. Het Ministerie van VenJ is het eerstverantwoordelijke ministerie voor deze commissie.
Professionalisering jeugdhulp
– In 2017 voeren branche- en beroepsorganisaties, cliëntenorganisaties en gemeenten met financiële steun van VWS – totaal € 13,4 miljoen voor een periode van vier jaar – gezamenlijk het werkprogramma
Professionalisering jeugdhulp 2015–2018 uit. Belangrijke elementen in het werkprogramma zijn:
C Ontwikkelen, versterken en borgen van een gemeenschappelijke basis in het handelen van jeugdprofessionals.
C Stimuleren van een lerende sector waarbij veldpartijen gezamenlijk beoordelen hoe de kwaliteit van de beroepsbeoefenaar zich ontwikkelt en wat er nodig is om ontvankelijk te zijn voor veranderingen in de omgeving.
C De te zetten stappen om te borgen dat alle professionals werkzaam in de jeugdhulp op een HBO- of WO-functie of hoger, ook geregistreerde professionals worden. – In 2016 is het principebesluit genomen dat de jeugdsector aansluit bij het Kwaliteitsinstituut. Dit biedt onder andere de kans om in 2017 het beheer en het onderhoud van de 14 richtlijnen jeugdhulp te borgen in het Kwaliteitsregister van het Kwaliteitsinstituut.
Preventie van extremisme
– In 2017 wordt een gezamenlijk plan van VWS, OCW, SZW en VenJ uitgevoerd om het sociaal domein beter toe te rusten bij de aanpak van extremisme. Voor de uitvoering van het plan is de komende drie jaar jaarlijks € 1 miljoen beschikbaar voor een kenniscentrum voor professionals in het jeugddomein, onderzoek, ontwikkelkosten van opleidingen (op maat) en pilots waarmee ervaringen van kansrijke interventies overgedragen kunnen worden.
– In 2016 heeft speciaal rapporteur Azough goede ervaringen én plekken waar samenwerking niet vanzelf tot stand komt in kaart gebracht en geanalyseerd wat daarbij de onderliggende problemen zijn. De goede ervaringen en de knelpunten heeft zij gebundeld. Deze uitkomsten worden in 2017 gebruikt om het gesprek tussen jeugdwelzijnwerkers en onderwijsprofessionals te stimuleren, dit met als doel om in kaart te brengen wat goed en minder goed werkt in de strijd tegen radicalisering en extremisme.
-
4.Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen Uitgaven Waarvan juridisch verplicht (%) |
117.034 110.430 |
202.864 202.864 |
115.531 115.531 44,5% |
61.943 61.943 |
70.805 70.805 |
72.473 72.473 |
55.875 55.875 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
|
|||||||
opvoeden en opgroeien |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
110.430 |
202.864 |
115.531 |
61.943 |
70.805 |
72.473 |
55.875 |
103.068 |
191.927 |
104.971 |
51.052 |
59.733 |
60.733 |
44.135 |
|
Schippersinternaten |
20.076 |
18.578 |
18.577 |
18.577 |
18.577 |
18.577 |
18.577 |
Participatie |
1.630 |
1.769 |
2.050 |
2.011 |
1.958 |
1.958 |
1.959 |
Kennis, beleidsinformatie en kindermis- |
|||||||
handeling |
8.268 |
9.017 |
8.879 |
7.462 |
7.462 |
7.462 |
7.462 |
Jeugdhulp |
56.511 |
38.330 |
20.791 |
19.757 |
31.736 |
32.736 |
16.137 |
Transitie jeugd |
16.582 |
124.233 |
54.674 |
3.245 |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
3.522 |
9.608 |
9.280 |
9.427 |
9.608 |
10.276 |
10.276 |
Kennis, beleidsinformatie en kindermis- |
|||||||
handeling |
1.119 |
3.703 |
3.434 |
2.199 |
2.199 |
2.199 |
2.199 |
Jeugdhulp |
1.023 |
1.902 |
2.631 |
6.478 |
6.659 |
7.327 |
7.327 |
Transitie jeugd |
1.349 |
3.432 |
2.465 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
31 |
571 |
750 |
750 |
750 |
750 |
750 |
Bijdragen aan agentschappen |
1.209 |
1.307 |
1.258 |
1.259 |
1.259 |
1.259 |
1.259 |
Overig |
1.209 |
1.307 |
1.258 |
1.259 |
1.259 |
1.259 |
1.259 |
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofd- |
|||||||
stukken |
2.631 |
22 |
22 |
205 |
205 |
205 |
205 |
OCW: Onderwijskosten JeugdzorgPlus |
|||||||
en kijkwijzer |
183 |
22 |
22 |
205 |
205 |
205 |
205 |
Overig |
2.448 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
11.647 |
82.508 |
4.508 |
4.508 |
4.508 |
4.508 |
4.508 |
Laagdrempelige ondersteuning |
|||||||
opvoeden en opgroeien |
0 |
4.423 |
4.423 |
4.423 |
4.423 |
4.423 |
4.423 |
Effectief en efficiënt werkend jeugd- |
|||||||
stelsel |
8.099 |
78.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Noodzakelijke en passende zorg |
3.548 |
85 |
85 |
85 |
85 |
85 |
85 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Dit betreft zowel instellingsubsidies die jaarlijks worden verleend als projectsubsidies. Projectsubsidies kunnen meerjarig zijn. Van het beschikbare budget voor 2017 van € 105 miljoen is circa 41% juridisch verplicht. Het betreft de vergoeding van kapitaallasten gesloten jeugdzorg, subsidies aan schippersinternaten, het Nederlands jeugdinstituut, de Nationale jeugdraad, LOC, de Nederlandse vereniging pleeggezinnen en het Kinderrechtencollectief.
Opdrachten
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 9,3 miljoen is circa 76%
juridisch verplicht. Het betreft kaseffecten van opdrachten uit 2016.
Bijdragen aan agentschappen
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 1,3 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan het CIBG voor de uitvoeringskosten en het beheer van de Verwijsindex risicojongeren.
-
5.Instrumenten
Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel
Subsidies
Schippersinternaten
Voor de opvang en verzorging van minderjarige kinderen van binnenschippers, kermisexploitanten en circusartiesten ontvangen internaten subsidie (€ 18,6 miljoen). In verband met een dalend kindertal is het budget ten opzichte van voorgaande jaren structureel verlaagd met € 4 miljoen.
Participatie,
Op grond van het internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind worden activiteiten gesubsidieerd die de rechten van kinderen onder de aandacht brengen en jongeren laten participeren. Daarom worden activiteiten van de Nationale Jeugdraad (de landelijke vereniging van jongerenorganisaties) en Unicef gesubsidieerd, waaronder (media)cam-pagnes.
Subsidies en opdrachten
Kennis, beleidsinformatie en kindermishandeling
Voor kennis & beleidsinformatie en kindermishandeling is een bedrag van
€ 12,3 miljoen beschikbaar voor subsidies en opdrachten.
Voor het verzamelen van gegevens door het CBS zijn middelen beschikbaar ten behoeve van de beleidsinformatie. Het CBS publiceert twee keer per jaar statistieken en rapportages over het jeugdhulpgebruik per gemeente.
Daarnaast wordt de Jeugdmonitor eenmaal per jaar gepubliceerd. Deze bevat een aantal maatschappelijke indicatoren die het brede jeugdveld bestrijken, te weten: wonen, school, werken, middelengebruik, politiecontacten en kindermishandeling.
De aanpak van kindermishandeling is een belangrijk onderdeel van de brede aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties De exacte invulling van projecten is afhankelijk van de uitkomsten van het traject Aanscherping meldcode en werkwijze Veilig Thuis dat in 2016 wordt afgerond. Om de inzet van de benodigde forensisch-medische expertise op peil te houden tot de aansluiting met het netwerk van een landelijk dekkende infrastructuur voor slachtoffers van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld is volbracht, krijgen de twee landelijke organisaties de Forensische Polikliniek Kindermishandeling en het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling overbruggingsfinanciering. De aansluiting is in 2018 voorzien.
Jeugdhulp
Voor de vergoeding van de kosten kapitaallasten gesloten jeugdzorg zijn middelen begroot (€ 18 miljoen), professionalisering van de jeugdzorg
(€ 4 miljoen) en meerdere kleine opdrachten en subsidies. In totaal is in
2017 € 20,8 miljoen beschikbaar voor subsidies en € 2,6 miljoen voor opdrachten.
Transitie Jeugdwet
Hier zijn middelen gereserveerd voor de uitvoering van de Jeugdwet. Het betreft onder meer de organisatiekosten van de Transitieautoriteit Jeugd. Om noodzakelijke jeugdhulp te kunnen blijven bieden kan er door jeugdhulpinstellingen subsidie worden aangevraagd voor bijzondere transitiekosten. De Transitieautoriteit Jeugd geeft advies over de subsidieaanvragen. Voor deze subsidieregeling is in 2017 circa € 54,7 miljoen beschikbaar voor subsidies en € 2,5 miljoen voor opdrachten.
Kennisprogramma’s jeugd
De middelen voor de ZonMw-programma’s worden begroot op artikel 4 Zorgbreed beleid. In de paragraaf «instrumenten» van artikel 4 is een overzichtstabel opgenomen.
De kennisprogramma’s van ZonMw zijn gericht op de gewenste vernieuwing van de jeugdhulp. Vanaf 2013 loopt het programma «Effectief werken in de jeugdsector» van ZonMw, dat een vervolg is op het programma «Zorg voor jeugd». Naast de ontwikkeling van effectieve instrumenten en interventies is de programma gericht op de rol die de cliënt, de professional en de organisatie hebben op de effectiviteit van ondersteuning en zorg; evenals op de relatie die bestaat tussen deze dimensies. Ook wordt de effectiviteit van preventie onderzocht.
Met het programma «Academische Werkplaatsen (Transformatie) Jeugd 2015–2020» wordt met de inmiddels beproefde werkplaatsformule ondersteuning geboden aan de transformatie jeugd, op het niveau van de 42 gemeentelijke jeugdregio’s. Academische werkplaatsen jeugd verbinden de werelden van wetenschap, praktijk, onderwijs en beleid met structurele inbreng van ouders en jongeren. Zo brengen werkplaatsen kennis samen die nodig is voor de aanpak van praktische vraagstukken in de jeugdsector. Verkregen kennis wordt direct vertaald naar praktijk of beleid in de vorm van toepasbare kennisproducten.
Ontvangsten
In 2017 worden alleen ontvangsten verwacht van niet volledig uitgeputte subsidies. Na het vaststellen van deze subsidies wordt het te veel bevoorschotte bedrag teruggevorderd. Deze ontvangsten worden totaal geraamd op € 4,5 miljoen.
Beleidsartikel 6 Sport en bewegen
-
1.Algemene doelstelling
Een sportieve samenleving waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden aanwezig zijn en waarin uitblinken in sport wordt gestimuleerd.
-
2.Rol en verantwoordelijkheid Minister
Aan het sportbeleid van de rijksoverheid ligt vooral de maatschappelijke betekenis van sport ten grondslag. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van schoolprestaties en het verminderen van schooluitval. Daarnaast erkent de rijksoverheid de intrinsieke waarde van sport.
Stimuleren:
– Het bevorderen van de samenwerking tussen partijen uit verschillende sectoren, zodat op lokaal niveau passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden tot stand komen en blijven. – Het bevorderen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.
Financieren:
– Het ontwikkelen en (mede)financieren van programma’s die er aan bijdragen dat er voor iedere Nederlander passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden in de buurt aanwezig zijn.
– Het faciliteren en mede financieren van de top 10 ambitie. Het scheppen van randvoorwaarden voor talenten en topsporters in Nederland, waardoor zij op een professionele en verantwoorde wijze kunnen uitblinken in sport, ook tijdens topsportevenementen in eigen land.
– Het (mede) financieren van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.
-
3.Beleidswijzigingen
De uitwerking van de beleidsbrief «Sport» (TK 30 234, nr. 37) vormt het fundament voor het huidige sportbeleid. In 2017 wordt op enkele dossiers een belangrijke stap gezet:
– De eerste stappen worden gezet in de uitvoering van de Nationale Kennisagenda Sport en Bewegen. Belangrijk doel is dat de Nederlandse sportpraktijk direct kan profiteren van nieuwe wetenschappelijke gegevens en inzichten. Daarbij wordt waarde gehecht aan borging van de opbrengsten van het huidige onderzoekprogramma sport.
– Het actieplan «Naar een Veiliger Sportklimaat» wordt in 2017 aangepast en vernieuwd. Dit houdt in dat binnen het actieplan de focus meer gelegd wordt op de zwakkere verenigingen waar relatief meer incidenten en excessen plaatsvinden. Ook wordt er in het bijzonder aandacht besteed aan de verdere opleiding van bestuurders van verenigingen omdat zij vanuit hun functie een grote invloed hebben op het creëren van een veilig en plezierig sportklimaat. Tevens wordt een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om de integriteit van de sport verder te versterken.
– Het programma «Sport en Bewegen in de Buurt» wordt in 2017 op basis van de ervaringen en effecten tot nu toe, op een aantal punten aangepast. Zo wordt voor het realiseren van nieuw sport- en beweeg- aanbod het maximaal aan te vragen bedrag per sportimpulsaanvraag verlaagd en wordt een verplichte cofinanciering ingevoerd om zodoende de kans op borging van het nieuwe aanbod te vergroten. Daarnaast zal meer aandacht worden gevraagd voor kwetsbare doelgroepen zoals ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking, ook om beter aansluiting te vinden binnen het sociaal domein. Tot slot zal in 2017 binnen de sportimpuls ruimte worden gecreëerd voor een aantal kleinere experimenten die extra input geven voor en meegenomen worden in de voorbereiding van een nieuw beleidskader.
– In 2017 wordt een nieuw voorzieningenbeleid voor topsporters ingevoerd. Uitgangspunt is dat de financiële voorziening sober is ingericht en er scherper wordt gekeken naar wie hiervoor in aanmerking komt.
– In 2016 is de Nederlandse Sportraad ingesteld. Deze raad is ingesteld om te adviseren over de vraag op welke manier meer rendement kan worden gehaald voor Nederland uit het organiseren van (grote) sportevenementen. In 2017 staan de thema’s professionalisering, versterken ondernemerschap en versterken maatschappelijke impact centraal.
– Het nieuwe topsportbeleid, zoals beschreven in de Sportagenda 2017+ van NOC*NSF en de sportbonden, bouwt grotendeels voort op het beleid dat in de Sportagenda 2013–2016 is ingezet: focus op (potentieel) succesvolle takken van sport en topsporters om zo tot de 10 beste topsportlanden ter wereld te horen. De richting van het toekomstige topsportbeleid wordt door VWS ondersteund. VWS zet vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de rijksoverheid een aantal herkenbare accenten neer, waaronder: blijvende aandacht voor integriteit in de topsport, het versterken van de positie van topsporters, het vastleggen van afspraken met topsporters over hun maatschappelijke inzet, voldoende aandacht voor paralympische topsport en het stimuleren van een divers topsportlandschap dat uitnodigt om te presteren.
-
4.Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen Uitgaven |
63.971 73.079 |
67.727 66.458 |
112.747 126.704 |
118.729 128.509 |
128.045 128.045 |
112.373 128.608 |
117.782 128.452 |
Waarvan juridisch verplicht (%)
|
25.144 |
19.340 |
97,7% 79.514 |
83.461 |
82.869 |
83.431 |
82.920 |
Subsidies Gehandicaptensport |
16.468 3.071 |
14.984 1.921 |
22.272 1.849 |
26.222 1.848 |
25.632 1.848 |
26.193 1.848 |
25.681 1.848 |
Verantwoord sporten en bewegen Sport en bewegen in de buurt Stimuleren van een veiliger sport-klimaat Bekostiging Compensatie van betaalde energiebelasting |
2.418 3.459 7.520 8.638 8.638 |
104 5.622 7.337 3.400 400 |
292 12.880 7.251 3.000 0 |
292 16.832 7.250 3.000 0 |
292 16.241 7.251 3.000 0 |
621 16.473 7.251 3.000 0 |
609 15.973 7.251 3.000 0 |
Energiebesparing en duurzame energie Opdrachten |
0 38 |
3.000 203 |
3.000 0 |
3.000 0 |
3.000 0 |
3.000 0 |
3.000 0 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Sport en bewegen in de buurt |
38 |
203 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
753 |
47.755 |
47.753 |
47.751 |
47.752 |
47.753 |
Sport en bewegen in de buurt |
0 |
664 |
47.755 |
47.753 |
47.751 |
47.752 |
47.753 |
Energiebesparing en duurzame energie |
0 |
89 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofd- |
|||||||
stukken |
0 |
0 |
6.487 |
6.486 |
6.486 |
6.486 |
6.486 |
Energiebesparing en verduurzaming |
0 |
0 |
6.487 |
6.486 |
6.486 |
6.486 |
6.486 |
|
41.006 |
39.098 |
38.343 |
36.000 |
36.002 |
36.002 |
36.002 |
Subsidies |
29.783 |
26.477 |
27.748 |
25.406 |
25.407 |
25.407 |
25.407 |
Topsportevenementen |
6.771 |
4.631 |
7.231 |
4.891 |
4.891 |
4.891 |
4.891 |
Topsportprogramma’s |
21.465 |
20.188 |
19.016 |
19.015 |
19.015 |
19.015 |
19.015 |
Dopingbestrijding |
1.547 |
1.658 |
1.501 |
1.500 |
1.501 |
1.501 |
1.501 |
Inkomensoverdrachten |
11.025 |
12.441 |
10.415 |
10.414 |
10.415 |
10.415 |
10.415 |
Stipendiumregeling |
11.025 |
12.441 |
10.415 |
10.414 |
10.415 |
10.415 |
10.415 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
198 |
180 |
180 |
180 |
180 |
180 |
180 |
Dopingbestrijding |
198 |
180 |
180 |
180 |
180 |
180 |
180 |
|
|||||||
kennisdeling |
6.929 |
8.020 |
8.847 |
9.048 |
9.174 |
9.175 |
9.530 |
Subsidies |
6.626 |
7.929 |
8.479 |
8.680 |
8.806 |
8.807 |
9.162 |
Kennis als fundament |
6.626 |
7.929 |
8.479 |
8.680 |
8.806 |
8.807 |
9.162 |
Opdrachten |
251 |
29 |
306 |
306 |
306 |
306 |
306 |
Kennis als fundament |
251 |
29 |
306 |
306 |
306 |
306 |
306 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
52 |
62 |
62 |
62 |
62 |
62 |
62 |
Overig |
52 |
62 |
62 |
62 |
62 |
62 |
62 |
Ontvangsten |
274 |
740 |
740 |
740 |
740 |
740 |
740 |
Overig |
274 |
740 |
740 |
740 |
740 |
740 |
740 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Belastinguitgaven:
Naast de genoemde begrotingsuitgaven zijn er ook belastinguitgaven: diensten door sportbonden en sportorganisaties aan de aangesloten sportclubs en diensten van sportclubs aan hun leden zijn vrijgesteld van BTW, als de bond, organisatie of club geen winstoogmerk heeft en de diensten te maken hebben met sportbeoefening. Hiermee is in 2017 een bedrag van circa € 46 miljoen gemoeid. Deze uitgaven zijn terug te vinden in bijlage 5 van de Miljoenennota (Belastinguitgaven en Inkomstenbeper-kende regelingen).
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 58,5 miljoen is 95% juridisch verplicht in verband met de financiering van aangegane verplichtingen voor instellingssubsidies en meerjarige projectsubsidies. Het betreft onder meer de instellingssubsidies aan NOC*NSF, het Kenniscentrum sport en de Anti-Doping Autoriteit Nederland. Bij de projectsubsidies betreft het onder meer de Sportimpuls voor lokale sport- en beweegaanbieders en het programma «Naar een veiliger sportklimaat».
Bekostiging
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 3 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de subsidieregeling energiebesparing en verduurzaming.
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 10,4 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de Stipendiumregeling voor topsporters.
Bijdragen aan medeoverheden
Van het beschikbare budget voor 2017 van € 47,8 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de bestuurlijke afspraken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten over de inzet van buurtsportcoaches binnen de gemeenten.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Van het beschikbare budget voor 2017 vand € 6,5 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de subsidieregeling energiebesparing en duurzame energie.
-
5.Instrumenten
-
1.Passend sport- en beweegaanbod
In 2015 deed 53% van de personen van 12 jaar en ouder wekelijks aan sport. Dit percentage is sinds 2001 stabiel. Ruim de helft van de Nederlanders van 12 jaar en ouder beweegt voldoende volgens de combinorm, dat wil zeggen voldoet aan de norm gezond bewegen (voor volwassenen is dat minstens een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op minimaal vijf dagen per week en voor jongeren een uur matig intensief bewegen op alle dagen van de week) en/of de fitnorm (minimaal drie keer per week gedurende minimaal 20 minuten zwaar intensieve lichamelijke activiteit). Bron: www.staatvenz.nl
Subsidies
Gehandicaptensport
Sport en bewegen is voor iedereen, ook voor gehandicapten en chronisch zieken, van belang ter stimulering van een gezonde leefstijl. In 2015 is een nieuw beleidskader gehandicaptensport gestart waarbij de focus ligt op het bevorderen dat iedereen met een beperking sport- en beweegmoge-lijkheden in de regio gemakkelijker kan vinden en het aantal passende mogelijkheden wordt uitgebreid en versterkt. Om de sportdeelname van gehandicapten te bevorderen worden meerjarige subsidies aan NOC*NSF, VSG, Mee Nederland, Sportkracht 12 en SOS beschikbaar gesteld. In 2017 is hiervoor € 1,8 miljoen beschikbaar.
Verantwoord sporten en bewegen
Om het aantal sportblessures te verminderen is in 2016 een nieuw meerjarig programma sportblessurepreventie (via ZonMw) gestart dat zich richt op sporten met het hoogste aantal blessures. Daartoe zijn middelen overgeboekt naar artikel 4.3 Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling (€ 0,7 miljoen). Daarnaast wordt in het kader monitoring en kennisfunctie met betrekking tot blessurepreventie een subsidie aan Stichting VeiligheidNL verstrekt. In totaal is in 2017 € 0,3 miljoen beschikbaar.
Sport en bewegen in de buurt
In het kader van het programma Sport en Bewegen in de buurt wordt subsidie verstrekt voor onder meer de sportimpuls. Deze regeling is bedoeld om lokale initiatieven voor het creëren van een passend sport- en beweegaanbod in de buurt tot stand te brengen, waaronder speciale initiatieven voor kinderen met overgewicht en voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. De uitvoering van de sportimpuls is uitbesteed aan ZonMw. Daarnaast worden subsidies verstrekt voor ondersteuning van partijen bij het implementeren van de buurtsportcoaches en van de sportimpuls en voor monitoring van het programma. Tevens wordt ingezet op competentieontwikkeling pedagogische en organisatorische vaardigheden van het vrijwilligerskader in het lokale sport- en beweegveld. Totaal is in 2017 € 12,9 miljoen beschikbaar.
Stimuleren van een veiliger sportklimaat
Iedereen moet veilig en met plezier kunnen sporten zonder last te hebben van intimidatie of geweld. Daartoe wordt subsidie verleend aan NOC*NSF (circa € 7,3 miljoen), dat de uitvoering van het programma verzorgt in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB). Bij de uitvoering van dit programma zijn 42 andere sportbonden actief betrokken.
Bekostiging
Energiebesparing en duurzame energie
Aan de Stichting Waarborgfonds Sport wordt € 3 miljoen beschikbaar gesteld voor het verlenen van borgstellingen voor leningen van sportverenigingen die willen investeren in energiebesparende maatregelen en/of duurzame energie.
Bijdragen aan medeoverheden
Sport en bewegen in de buurt
Gemeenten stellen professionals aan als buurtsportcoaches en buurtcul-tuurcoaches. Zij leggen verbindingen tussen sport en sectoren als onderwijs, cultuur, zorg, welzijn en buitenschoolse opvang. De middelen (€ 47,8 miljoen in 2017) worden via het gemeentefonds in de vorm van decentralisatie-uitkeringen aan de gemeenten beschikbaar gesteld. Ook het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap draagt hier met € 10,9 miljoen aan bij. Per fte ontvangen de deelnemende gemeenten een rijksbijdrage van € 20.000. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor cofinanciering van € 30.000 per fte.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Energiebesparing en duurzame energie
Per 1 januari 2016 is de subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen en duurzame energie in de sport van start gegaan. Deze regeling heeft als doel energiebesparende maatregelen en duurzame energie te stimuleren bij sportaccommodaties. De regeling komt voort uit de motie van de leden Bruins Slot en Dijkstra (TK 33 400 XVI, nr. 108). Met de regeling worden de sportverenigingen gestimuleerd maatregelen te nemen zoals LED-verlichting, isolatie, zonnepanelen en zonneboilers. De
regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In 2017 is hiervoor € 6,5 miljoen beschikbaar.
-
2.Uitblinken in sport
De medailleklassementen zijn een momentopname, maar geven wel een indicatie van de mate waarin Nederland erin slaagt om zich te scharen bij de beste tien sportlanden.
Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Zomerspelen
10
19
28
Seoul 1988
Barcelona Atlanta Sydney Athene Beijing 1992 1996 2000 2004 2008
Londen 2012
Olympische spelen
Paralympische spelen
Kengetal: Positie Nederland in medailleklassement Olympische en Paralympische Winterspelen
10
19
28
6 |
^^9 |
10 |
10/ |
5 |
||
12 |
15 / *18 |
15 |
14 f |
|||
20 |
20 |
/ 22 |
Albertville Lillehammer Nagano 1992 1994 1998
Salt Lake City 2002
Turijn 2006
Vancouver 2010
Sotsji 2014
Olympisch
Paralympisch
Bron: De medailleklassementen van de Olympische zomer- en winterspelen worden opgesteld
door het International Olympic Committee (IOC).
In Turijn 2006 deed Nederland niet mee aan de Paralympische Winterspelen.
Subsidies
Topsportevenementen
Er zijn middelen beschikbaar voor (sport)organisaties voor het verkrijgen en organiseren van aansprekende topsportevenementen in Nederland (€ 7,2 miljoen). Daarbij ligt de focus op strategische evenementen en op vergroting van de maatschappelijke spin-off daarvan.
Topsportprogramma’s
Om de top 10 ambitie waar te kunnen maken voeren NOC*NSF en de sportbonden topsportprogramma’s uit. VWS verleent subsidie aan
NOC*NSF (€ 19 miljoen) om bij te dragen aan de uitvoering van die topsportprogramma’s.
Subsidies en Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Dopingbestrijding
Voor het tegengaan van dopinggebruik worden op basis van internationale afspraken subsidies (€ 1,5 miljoen) en bijdragen (€ 0,2 miljoen) verleend aan (inter)nationale anti-dopingorganisaties.
Inkomensoverdrachten
Stipendiumregeling
Het Fonds voor de Topsporter verzorgt het uitkeren van een stipendium aan A-topsporters en nationale toptalenten met een inkomen dat lager is dan het minimumloon. Zo kunnen zij zich vrij maken voor hun sportcar-rière. Het Fonds voor de Topsporter zorgt bovendien voor het uitkeren van onkostenvergoedingen aan topsporters. De bijdrage bedraagt € 10,4 miljoen.
-
3.Borgen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling
Subsidies
Kennis als fundament
Een aantal boegbeelden uit sport, bedrijfsleven, wetenschap en overheid is door de Minister van VWS gevraagd om voor de komende jaren een Kennis- en Innovatieagenda sport op te stellen en uit te voeren:
Topteam Sport (www.sportinnovator.nl) geeft met het programma Sportinnovator een belangrijke impuls aan een rendabel ecosysteem voor sportonderzoek en innovatie. Regionale centra voor sportinnova-tie worden (tijdelijk) gesubsidieerd en er vindt begeleiding plaats via het Topteam. Een belangrijk initiatief is ook de Sport Data Valley, waarin data kunnen worden gedeeld en gezamenlijke projecten tussen sportonderzoekers en sportinnovatoren kunnen worden opgezet. Op 25 april 2016 is de «Kennisagenda Sport en Bewegen - Van traplopen tot podium» verschenen. De kennisagenda is in opdracht van het Topteam opgesteld. Er is € 6 miljoen beschikbaar voor de periode tot en met 2020, waarvan € 0,9 miljoen in 2017. Deze middelen zijn aanvullend op de huidige inzet op het programma Sportinnovator. Het is de inzet om zo te komen tot een geïntegreerd programma voor sportonderzoek en innovatie.
De VWS-middelen voor het verder brengen van het sportonderzoek zullen in partnerschap met de NWO-familie, ZonMw en NRPO-SIA worden ingezet.
Daarnaast wordt ingezet op het valideren van kansrijke sport- en beweeginterventies en op het borgen en verspreiden van beschikbare kennis via het Kenniscentrum en Kennisportal sport. Het Mulier Instituut, het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) krijgen subsidie om de monitoring van kernindicatoren in de sport uit te voeren. In totaal is voor kennissubsidies € 8,5 miljoen beschikbaar in 2017.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Overig
In internationaal verband vindt afstemming plaats binnen de Europese Unie en in de Raad van Europa. Daarbij hebben onder meer zaken als goed sportbestuur, doping, spelersmakelaars en matchfixing de aandacht. Voor onderzoeken en bijdragen, onder meer voortvloeiend uit de European Partial Agreement on Sports, is € 0,1 miljoen beschikbaar.
Beleidsartikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Tweede Wereldoorlog
-
1.Algemene doelstelling
De zorg voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit de Tweede Wereldoorlog (WO II) is geborgd en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WO II, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven.
-
2.Rol en verantwoordelijkheid Minister
Het is belangrijk om de herinnering aan WO II levend te houden en te borgen dat blijvend betekenis kan worden gegeven aan het verhaal van «de oorlog». Ook dit is onderdeel van de leidende begrippen «ereschuld» en «bijzondere solidariteit» ten aanzien van de deelnemers aan voormalig verzet en de oorlogsgetroffenen. Het belang van het levend houden van de herinnering geldt niet alleen voor (nabestaanden van) mensen die deze oorlog hebben meegemaakt, maar juist ook voor nieuwe generaties. Generaties van nu en later moeten – ook als de eerste generatie is weggevallen – betekenis kunnen geven aan alle facetten van deze geschiedenis. Dat geldt zowel voor de oorlog zoals deze zich in Nederland en Europa heeft afgespeeld, en dan vooral de Holocaust als dieptepunt van het menselijk handelen, als voor de oorlog (en de Bersiap-periode – 1945–1949) in voormalig Nederlands-Indië. De betekenis van het levend houden van de herinnering aan WO II is gerelateerd aan hedendaagse vraagstukken van grondrechten, democratie, (internationale) rechtsorde en vrijheid. De invulling hiervan vindt plaats langs vier domeinen benodigde kennis, museale functie, educatie en informatie alsmede herdenken, eren en vieren.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
– De herinnering aan WO II blijvend betekenis laten houden.
Financieren:
– Subsidiëring van begeleidende instellingen voor maatschappelijk werk en sociale dienstverlening aan erkende deelnemers aan het voormalig verzet en oorlogsgetroffenen. – Subsidiëring van instellingen die de herinnering aan de WO II levend houden.
Regisseren:
– Het in stand houden en ondersteunen van een infrastructuur die het mogelijk maakt de zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II te garanderen en de herinnering aan WO II blijvend betekenis te laten houden.
– Het actueel houden van de wet – en regelgeving voor verzetsdeelne-mers en oorlogsgetroffenen WO II.
(Doen) uitvoeren:
– Opdrachtgever van en toezichthouder op de zelfstandige bestuursorganen Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) en Sociale Verzekeringsbank, afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen (SVB-V&O), voor toepassing en uitvoering van de wetten en regelingen voor verzets-deelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.
– Opdrachtgever van en toezichthouder op het Nationaal Comité 4 en 5 mei (NC) voor het invullen van herdenken, eren en vieren.
-
3.Beleidswijzigingen
Op het terrein van de «erfenis van WO II» vindt het kabinet continuïteit en toekomstbestendigheid belangrijk.
Het beleid voor 2017 is:
– Bijdragen aan continuïteit, kwaliteit en toekomstgerichtheid van het stelsel van voorzieningen en uitvoeringsorganisaties door middel van het monitoren en zo nodig bijsturen van ontwikkelingen op het terrein van de zorg- en dienstverlening en de herinnering WO II.
– Zeker stellen dat (de uitvoering van) het wettelijk stelsel van pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II actueel en effectief blijft, ondanks een door demografische ontwikkelingen steeds kleinere doelgroep.
– Invulling geven aan de beschreven ambitie van veldpartijen voor het levend houden van de herinnering WO II langs de domeinen kennis (onder leiding van het NIOD), museale functie (onder leiding van de Stichting Musea en Herinneringscentra 40–45 (SMH), educatie en informatie (SMH en NC) en herdenken, eren en vieren (NC): het betreft de uitwerking van de Commissie Cohen. De ambities zijn onder andere gericht op het vormgeven van herdenken en vieren, ook naar aanleiding van het visiedocument hierover van het NC.
– Voorzetten bestaand beleid: inhoudelijke en financiële ondersteuning van projecten en organisaties stroomlijnen met de beschreven ambities. De herinnering aan de WO II kan hierbij verbonden worden met hedendaagse vragen van burgerschap.
-
4.Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen |
574.551 |
42.179 |
273.515 |
257.860 |
242.211 |
227.859 |
213.985 |
Uitgaven |
301.646 |
311.387 |
273.515 |
257.860 |
242.211 |
227.859 |
213.985 |
Waarvan juridisch verplicht (%) |
99,2% |
||||||
|
|||||||
nemers en oorlogsgetroffenen WO II en de |
|||||||
herinnering aan WO II |
16.262 |
17.944 |
21.127 |
21.026 |
21.026 |
21.026 |
20.851 |
Subsidies |
16.107 |
17.141 |
20.300 |
20.199 |
20.199 |
20.199 |
20.024 |
Nationaal Comité 4 en 5 mei |
5.803 |
5.562 |
4.837 |
4.837 |
4.526 |
4.526 |
4.526 |
Nationale herinneringscentra |
1.814 |
1.848 |
1.791 |
1.791 |
1.791 |
1.791 |
1.791 |
Zorg- en dienstverlening |
5.955 |
5.473 |
7.745 |
7.745 |
7.745 |
7.745 |
7.745 |
Overig |
2.535 |
4.258 |
5.927 |
5.826 |
6.137 |
6.137 |
5.962 |
Bekostiging |
0 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
Overig |
0 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
Opdrachten |
155 |
403 |
403 |
403 |
403 |
403 |
403 |
Overig |
155 |
403 |
403 |
403 |
403 |
403 |
403 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofd- |
|||||||
stukken |
0 |
0 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
Overig |
0 |
0 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
|
|||||||
nemers en oorlogsgetroffenen WO II |
285.384 |
293.443 |
252.388 |
236.834 |
221.185 |
206.833 |
193.134 |
Inkomensoverdrachten |
271.095 |
278.322 |
239.213 |
224.679 |
210.049 |
195.696 |
181.997 |
Wetten en regelingen verzetsdeel- |
|||||||
nemers en oorlogsgetroffenen |
262.000 |
249.100 |
239.213 |
224.679 |
210.049 |
195.696 |
181.997 |
Backpay |
0 |
19.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
9.095 |
10.222 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
14.289 |
15.121 |
13.175 |
12.155 |
11.136 |
11.137 |
11.137 |
SVB |
10.956 |
10.986 |
10.292 |
9.759 |
9.271 |
8.785 |
8.012 |
PUR |
3.160 |
2.761 |
2.299 |
1.949 |
1.557 |
1.200 |
1.200 |
Stichting Administratie Indonesische |
|||||||
Pensioenen |
37 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
136 |
1.374 |
584 |
447 |
308 |
1.152 |
1.925 |
Ontvangsten |
3.765 |
5.013 |
901 |
901 |
901 |
901 |
901 |
Overig |
3.765 |
5.013 |
901 |
901 |
901 |
901 |
901 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget circa € 20,3 miljoen is 90% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van aangegane verplichtingen op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies. Dit betreft zowel instellingsubsidies die jaarlijks worden verleend als projectsubsidies die meerjarig kunnen zijn.
Bekostiging
Van het beschikbare budget van € 0,4 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van wachtgelden, de vervoerskosten en de niet op grond van een wettelijke regeling of ziektekostenregeling vergoede kosten van behandeling door stichting Centrum «45, inclusief de noodzakelijke verblijfskosten en deels de vergoeding in de FPU plus- en WW/BWU-regeling voor ex-werknemers van de Stichting 1940–1945.
Opdrachten
Van het beschikbare budget van € 0,4 miljoen is 80% juridisch verplicht. Het betreft opdrachten ten behoeve van de herinnering aan WO II en de zorg- en dienstverlening.
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget van € 239,2 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van de pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget van € 13,2 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bijdragen aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).
-
5.Toelichting op de instrumenten
-
1.De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II en de herinnering aan WO II
100% 95% 90% 85% 80% 75% 70% 65% 60% 55% 50%
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Percentage van de bevolking dat (veel) belang aan 4 mei hecht Percentage van de bevolking dat (veel) belang aan 5 mei hecht
Bron: Nationaal Comité 4 en 5 mei – Nationaal Vrijheidsonderzoek
Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2016 van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, dat sinds 2001 jaarlijks wordt uitgevoerd, blijkt dat driekwart van de Nederlanders de herdenking op 4 mei (heel) belangrijk vindt. Dit draagvlak is groot door de tijd heen, maar is licht gedaald ten opzichte van 2015 toen 79% aangaf de herdenking op 4 mei (heel) belangrijk te vinden. Een ruime meerderheid van de Nederlanders vindt niet dat de herdenking per definitie aan betekenis verliest alleen maar omdat de Tweede Wereldoorlog steeds verder achter ons ligt. Dit komt mede doordat een toenemend aantal mensen de laatste jaren een andere – meer actuele – invulling aan 4 mei is gaan geven. Ten aanzien van de viering van 5 mei geeft driekwart van de Nederlanders aan dat zij de viering van 5 mei (heel) belangrijk vinden. Dit draagvlak was de afgelopen jaren minder groot, maar is sinds 2015 stabiel. Ruim zeven op de tien geven aan zich op 5 mei verbonden te voelen met elkaar en zich solidair te voelen met mensen die niet in vrijheid leven. Een even grote groep staat stil bij het feit dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Een meerderheid geeft aan 5 mei belangrijk te vinden vanwege nieuws en actualiteiten (73%) en ruim driekwart vindt dat 5 mei zijn actualiteitswaarde blijft behouden zolang er oorlog en onderdrukking bestaan en vindt dat de viering van 5 mei ook in de toekomst door moet gaan.
Subsidies
Nationaal Comité 4 en 5 mei (NC)
Het ministerie van VWS verleent een instellingssubsidie van circa
€ 4,5 miljoen aan het NC voor de organisatie van de nationale herdenking op 4 mei en de viering op 5 mei en activiteiten op het brede terrein van de herinnering aan WO II. Daarnaast ontvangt het NC een subsidie voor gastsprekers van € 0,3 miljoen.
Monument
Mijn opa droeg een gele ster en mocht plotseling niet meer met zijn moeder naar het park
Mijn oma woonde in een kamp en moest buigen voor Japanners in de felle rode zon
Mijn opa deelde zijn kamer
met een Duitse soldaat
het pistool ligt nog op zolder
Mijn oma werd pas na de oorlog geboren op een boerderij precies een jaar na de bevrijding
Op haar twaalfde hoorde ze
hoe haar ouders in de oorlog
joden en piloten verstopten in de schuur
En in deze twee minuten
vraag ik me af
wat er gebeurd zou zijn
als die Duitser die nacht
bij een ander van die vier was ondergebracht
was ik er dan geweest?
Sterre Wolthers (16) uit Haren heeft op 4 mei 2016 haar gedicht voordragen tijdens de Nationale Herdenking op de Dam.
Nationale herinneringscentra
Het Ministerie van VWS verleent instellingssubsidies aan de vier nationale herinneringscentra: Kamp Vught, Kamp Westerbork, Kamp Amersfoort en het Indisch Herinneringscentrum. Deze spelen een belangrijke rol in de blijvende betekenis van en de collectieve herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Gezien de bezoekersaantallen wordt het bereik van de herinneringscentra steeds groter. Naast het beheer en behoud van historische plekken gaat het vooral om educatieve activiteiten die vanuit de herinneringscentra worden georganiseerd. In totaal gaat het om een bedrag van circa € 1,8 miljoen in 2017.
Zorg- en dienstverlening
Na WO II is in Nederland voor de deelnemers aan het voormalig verzet en de oorlogsslachtoffers geleidelijk een – in de wereld uniek – stelsel van pensioenen, uitkeringen en hulp- en dienstverlening ontstaan, vanuit de principes van «ereschuld» tegenover de deelnemers aan het voormalig verzet en «bijzondere solidariteit» tegenover de oorlogsslachtoffers. Het aantal voormalig verzetdeelnemers en oorlogsgetroffen neemt gestaag af. Gezien deze ontwikkeling moeten ook de uitvoeringsorganisaties zich aanpassen. Het is belangrijk dat dit op een verantwoorde manier gebeurt, zodat continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening zijn gewaarborgd. Het Ministerie van VWS begeleidt en faciliteert deze ontwikkeling, bijvoorbeeld door samenwerking of fusie te stimuleren tussen die instellingen waar het organisatorisch draagvlak van de afzonderlijke organisaties te smal dreigt te worden.
Om zorg- en dienstverlening (maatschappelijk werk, sociale dienstverlening) aan (erkende) verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen mogelijk te maken, worden subsidies (in totaal in 2017 circa € 7,7 miljoen) verleend aan gespecialiseerde instellingen.
Overig
Dit betreft onder andere subsidies voor het levend houden van de herinnering WO II langs de domeinen kennis, museale functie, educatie en informatie en overige subsidies met een beperkt kasbeslag in 2017 (onder andere subsidies op grond van het «Beleidskader voor de subsidiering van projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van de Sinti en Roma in Nederland»).
-
2.Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II
Inkomensoverdrachten
Wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen De wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen worden alleen nog bijgesteld als wijzigingen in aanpalende wetten, bijvoorbeeld op het terrein van zorg en sociale zekerheid, dat noodzakelijk maken. In het kader van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit WO II (Wuv, Wubo en Wbp) worden onder andere tegemoetkomingen (inkomensafhankelijk) en vergoedingen (inkomensonafhan-kelijk) voor bijzondere voorzieningen toegekend als onderdeel van de totale uitkering. Het betreft met name uitgaven voor medische voorzieningen, huishoudelijke hulp, «deelname maatschappelijk verkeer» en overige voorzieningen zoals vervoer.
Voor 2017 is circa € 239,2 miljoen beschikbaar, waarvan het merendeel voor de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (circa € 140,5 miljoen). Voor de Wubo en de Wbp is in 2017 € 62,2 miljoen respectievelijk € 30,6 miljoen beschikbaar.
150-100- |
||||
———__ |
||||
50- |
*"--------•- |
|||
0- |
||||
2015 2016 |
2017 2018 2019 |
2020 |
2021 |
|
AOR |
||||
Bedragen x € 1 miljoen Bron: SVB
Wuv = Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945; Wubo = Wet uitkeringen burgeroorlogsslachtoffers 1940–1945; Wbp = Wet buitengewoon pensioen 1940–1945; AOR= Algemene Ongevallenregeling.
Bovenstaande figuur geeft een overzicht van (de ontwikkeling van) de totale programma-uitgaven in het kader van de wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen over de periode 2015–2021. De uitgaven betreffen ramingen inclusief een aanname voor de wettelijk verplichte indexering voor loon- en prijsbijstelling. De uitgaven dalen geleidelijk met circa 5% per jaar.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
SVB en PUR
Om pensioenen, uitkeringen en bijzondere voorzieningen te kunnen toekennen aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen, worden in 2017
bijdragen (circa € 12,6 miljoen) ter beschikking gesteld aan de SVB en de
PUR.
Indicator: percentage eerste aanvragen dat door de PUR en de SVB binnen de (verlengde) wettelijke termijn is afgehandeld.
100% 95% 90% 85% 80% 75% 70%
2010 2011 2012 2013 2014 2015
Percentage eerste aanvragen die binnen de (verlengde) wettelijke termijn is afgehandeld
Streefwaarde afhandeling eerste aanvragen binnen de (verlengde) wettelijke termijn
Bron: Jaarverslag van de PUR en de SVB 2015
De realisatie van de gestelde behandeltermijnen is voor de eerste aanvragen, ondanks het toevoegen van de uitvoering van de Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië (AOR), in 2015 op hetzelfde niveau gebleven als in 2014. Het aantal nieuwe «eerste» aanvragen in 2013 was 619 en in 2014 546 per jaar en in 2015 (inclusief AOR) 797 per jaar. De percentages voor de afhandeling van de eerste aanvragen betreffen een gewogen gemiddelde van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Wuv), de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 (Wubo) en de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Wbp). De feitelijke behandeltijd is mede afhankelijk van derden (geldt met name voor medische gegevens). Er wordt door de SVB gestreefd naar minimale doorlooptijden. Het percentage aanvragen dat is afgehandeld binnen de (verlengde) wettelijke termijn is een cruciale indicator voor de kwaliteit van de wetsuitvoering.
Beleidsartikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten
-
1.Algemene doelstelling
De zorg financieel toegankelijk houden.
-
2.Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor:
Financieren:
Financieren van de zorgtoeslag. Vaststellen van de hoogte van de zorgtoeslag en de vormgeving van het stelsel van wet- en regelgeving. De uitbetaling van de tegemoetkomingen Wtcg aan rechthebbenden waarvan het rekeningnummer in 2016 pas bekend wordt en de tegemoetkoming alsnog kan worden uitbetaald (Wtcg 2009 t/m Wtcg 2013).
De tegemoetkoming voor personen die in de inkomstenbelasting hun uitgaven voor specifieke zorgkosten als gevolg van heffingskortingen niet of niet geheel kunnen verzilveren.
-
3.Beleidswijzigingen
Zorgtoeslag
Met ingang van 2017 is de zorgtoeslag structureel verhoogd. Deze verhoging wordt bereikt door de normpercentages die de hoogte van de zorgtoeslag bepalen structureel lager vast te stellen (0,35 procentpunt bij alleenstaanden en 0,70 procentpunt bij meerpersoonshuishoudens). Omdat in 2016 tot een tijdelijke verhoging besloten was stijgt de zorgtoeslag nu vrijwel evenveel als de standaardpremie. De Zorgtoeslag groeit iets minder vanwege de stijging van het minimumloon en omdat zowel de normpercentages als de afbouwpercentages iets stijgen als gevolg van een maatregel uit 2010.
-
4.Budgettaire gevolgen van beleid
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget voor 2017 van ruim € 4,4 miljard is 100% juridisch verplicht. Het betreft de wettelijke regelingen zorgtoeslag, Wtcg en TSZ.
-
5.Instrumenten
Inkomensoverdrachten
Zorgtoeslag
De Belastingdienst kent als tegemoetkoming in de kosten van de nominale premie Zvw en het gemiddeld eigen risico de zorgtoeslag toe aan alle burgers die daar recht op hebben en toeslag aanvragen (zie onderstaand figuur). Hierdoor betaalt idealiter niemand een groter dan aanvaardbaar deel aan Zvw-premie. De raming voor 2017 is circa € 4,4 miljard. De gemiddelde zorgtoeslag was in 2015 € 866 voor een eenpersoonshuishouden en € 1.107 voor een tweepersoonshuishouden.
Kengetal: Het aantal «voorlopige» toekenningen per eenpersoons/ en tweepersoonshuishouden.
6.000.000
5.000.000
4.000.000
2.000.000
1.000.000
3.000.000------------------
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
2p
D 1p
Bron: Belastingdienst
In bovenstaande figuur staat de stand van het aantal toekenningen voor de zorgtoeslag voor het betreffende toeslagjaar. De cijfers betreffen de stand op 1 juli 2016. In de stand van het aantal toekenningen zijn zowel definitieve als voorlopige toekenningen meegenomen. Het aantal ontvangers zorgtoeslag in een jaar kan hoger of lager uitvallen, omdat de zorgtoeslag met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd. Als alle aanvragen definitief toegekend zijn, is pas duidelijk hoeveel rechthebbenden er zijn.
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)
Chronisch zieken en gehandicapten ontvangen een algemene tegemoetkoming in de meerkosten die zij hebben als gevolg van hun chronische ziekte of handicap. De raming voor 2017 is circa € 3,8 miljoen. Dit bedrag bestaat uit nabetalingen over de tegemoetkomingsjaren 2009 t/m 2013.
0
Het betreft betalingen aan rechthebbenden waarvan het rekeningnummer (alsnog) beschikbaar is gekomen.
De Wtcg is per 1 januari 2014 afgeschaft (EK 33 726, A). Doordat de tegemoetkoming een jaar later wordt uitbetaald dan dat de rechten zijn opgebouwd, heeft eind 2014 de grote betaalronde van de tegemoetkomingen over 2013 plaatsgevonden. In 2015 en 2016 hebben nog betalingen plaatsgevonden, bijvoorbeeld aan personen van wie het rekeningnummer pas later bekend werd. Ook in 2017 zullen er nog betalingen worden gedaan aan rechthebbenden waarvan de rekeningnummers bekend worden.
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten
Conform het begrotingsakkoord 2014 blijft de fiscale aftrek mogelijk van uitgaven voor specifieke zorgkosten. De TSZ-regeling is een tegemoetkomingsregeling voor personen die in de inkomstenbelasting hun uitgaven voor specifieke zorgkosten als gevolg van heffingskortingen niet of niet geheel kunnen verzilveren. De raming voor 2017 is € 38,3 miljoen.
Ontvangsten
VWS baseert zich bij zijn raming van de zorgtoeslag op ramingen van het CPB ten aanzien van de inkomensontwikkeling van huishoudens en het daaruit volgende recht op zorgtoeslag. De belastingdienst maakt hier gebruik van bij de voorlopige toekenning van de zorgtoeslag. De inkomensramingen zullen bij een deel van de huishoudens echter te hoog of te laag uitvallen. Er volgen dan terugvorderingen en nabetalingen bij de definitieve vaststelling. Deze worden niet geraamd waardoor er in de budgettaire tabel aan de ontvangstenkant geen bedrag wordt opgenomen voor 2017. Bij Slotwet worden de uitgavenramingen aangepast aan de werkelijke realisaties (inclusief de nabetalingen) en worden de gerealiseerde terugvorderingen aan de ontvangstenkant in beeld gebracht en zo nodig toegelicht.
-
4.Niet-beleidsartikelen Beleidsartikel 9 Algemeen
-
1.Inleiding
In dit niet-beleidsartikel worden de departementsbrede uitgaven vermeld die niet zinvol kunnen worden toegerekend aan een beleidsartikel.
-
2.Ministeriële verantwoordelijkheid
Het Ministerie van VWS is verantwoordelijk voor het stimuleren, afstemmen en waarborgen van internationale samenwerking op de beleidsterreinen van volksgezondheid, welzijn en sport. Op specifieke gebieden wordt hiertoe nadrukkelijk samengewerkt met andere ministeries. Vooral de samenwerking met de Ministeries van Buitenlandse Zaken (WHO, drugs, geneesmiddelenbeleid en life sciences and health), Veiligheid en Justitie (drugs), Economische zaken (antimicrobiële resistentie, life sciences and health, geneesmiddelenbeleid en voedselveiligheid) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (EU) is hierbij van belang.
-
3.Prioriteiten 2017
Het is van belang om de afspraken die we onder het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie hebben gemaakt, verder uit te werken. Hierbij is het vooral van belang om zorg te dragen dat lidstaten nationale plannen op het gebied van antibiotica resistentie gaan maken en dat er een nieuw EU actieplan komt. Op het terrein van het geneesmiddelen- en prijsbeleid moet de vrijwillige samenwerking tussen die lidstaten, verder worden geconcretiseerd en erop worden toegezien dat de overeengekomen analyse van het stelsel van incentives die marktexclusiviteit creëren, wordt vormgegeven op een wijze die meerwaarde geeft. Op het terrein van productverbetering moet worden gezorgd dat het afgesproken actieplan tussen bedrijven, lidstaten en de Europese Commissie, verder zal worden vormgegeven. Op het terrein van het sportbeleid moeten de afspraken ten aanzien van transparantie bij de toewijzing van grote sportevenementen, worden uitgewerkt. Hiertoe wordt samenwerking gezocht met de aankomende voorzitterschappen, de Europese Commissie en andere lidstaten.
Samenwerking op Europees en mondiaal niveau
Het Ministerie van VWS vertegenwoordigt Nederland met betrekking tot de voor volksgezondheid, welzijn en sport relevante onderwerpen bij internationale organisaties als de Europese Unie, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Raad van Europa, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Verenigde Naties (VN). Contacten met een beperkt aantal, voor het Ministerie van VWS belangrijke landen, worden gestimuleerd. Het gaat dan om contacten met landen als China en India, de politiek en groeiende economische mogendheden en de Verenigde Staten. Bovendien ondersteunt het Ministerie van VWS activiteiten op het gebied van economische diplomatie voor een beperkt aantal landen in samenspraak met het Ministerie van Economische en het Ministerie van Buitenlandse zaken en mede vanuit de behoeften van het bedrijfsleven. Waar dit gewenst is, wordt voor het Partners in International Business programma van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland advies gegeven over het government to government onderdeel in dit programma. Ook bevordert het ministerie een goede aansluiting tussen het VWS kennisbeleid, topsectorenbeleid en de Europese onderzoek- en innovatie-instrumenten, waaronder Horizon2020, het actieprogramma Volksgezondheid en het EIP Active and Healthy Ageing.
Specifiek met betrekking tot de WHO kan worden gemeld dat Nederland tijdens de 69ste World Health Assembly (23-28 mei 2016) is gekozen tot lid (één van de 34) van de Executive Board (Uitvoerende Raad). Eind 2017 loopt het huidige partnerschapprogramma met de WHO (2014–2017) af. In 2017 zal een nieuw vierjarig partnerschapprogramma (2018–2021) worden opgesteld.
Daarnaast zal samen met de Minister van BHOS worden gewerkt aan de implementatie van de actiepunten uit de gezamenlijke beleidsreactie op de IOB-doorlichting van de WHO 2011–2015. Het rapport en de beleidsreactie zijn op 8 juli 2016 door de Ministers voor BHOS en van VWS aan het parlement aangeboden. Concreet betekent dit het volgende voor de inzet van Nederland:
-
1)pleiten voor een duurzaam en structureel financieringsmodel door verhoging van de verplichte contributie;
-
2)in nauwe samenwerking met gelijkgezinde landen druk blijven uitoefenen op de Wereldgezondheidsorganisatie om institutionele hervormingen door te voeren, opdat een heldere efficiënte aansturing van de WHO tot stand komt;
-
3)toezien op snelle en volledige implementatie van het nieuwe medische noodhulp programma, inclusief een mondiaal implementatieplan Internationale Gezondheidsregeling;
-
4)streven naar concrete resultaten op de inhoudelijke Nederlandse prioriteiten, te weten grensoverschrijdende gezondheidsbedreigin-gen, terugdringen van antibioticaresistentie, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en toegang tot geneesmiddelen.
Internationale samenwerking
Op het gebied van internationale samenwerking is toenemende aandacht voor internationale grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen. Besmettelijke ziekten stoppen niet bij grenzen en tekorten aan gezondheidswerkers hebben een mondiale dimensie. Er wordt samengewerkt met andere lidstaten en binnen multilaterale organisaties om de verspreiding van ziekten te beperken en om te komen tot de ontwikkeling van geneesmiddelen en vaccins ter bestrijding en voorkoming van deze ziekten, en in het bijzonder voor het tegengaan van antimicrobiële resistentie. Ook zal Nederland in 2017 activiteiten entameren in het kader van de Global Health Security Agenda in vervolg op de ministeriele bijeenkomst in oktober 2016.
Internationaal personeels- en detacheringsbeleid
Om internationaal goed samen te kunnen werken, plaatst en detacheert het Ministerie van VWS medewerkers in het buitenland en bij multilaterale organisaties, zoals bij de World Health Organization (Geneve of Kopenhagen) en bij de Europese Commissie in Brussel. De personele en materiële uitgaven met betrekking tot internationale samenwerking staan vermeld op artikel 10 Apparaatsuitgaven.
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen |
31.095 |
25.718 |
28.185 |
32.367 |
35.515 |
40.515 |
40.515 |
Uitgaven |
33.736 |
25.718 |
28.185 |
32.367 |
35.515 |
40.515 |
40.515 |
|
4.843 |
7.107 |
5.127 |
5.127 |
5.127 |
5.127 |
5.127 |
Opdrachten |
75 |
2.215 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
75 |
2.215 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
3.964 |
4.563 |
5.127 |
5.127 |
5.127 |
5.127 |
5.127 |
World Health Organization |
3.260 |
3.539 |
3.868 |
3.868 |
3.868 |
3.868 |
3.868 |
Overig |
704 |
1.024 |
1.259 |
1.259 |
1.259 |
1.259 |
1.259 |
Bijdrage aan agentschappen |
804 |
329 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
804 |
329 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
28.893 |
18.611 |
18.058 |
17.240 |
15.388 |
15.388 |
15.388 |
Bekostiging |
28.893 |
18.611 |
18.058 |
17.240 |
15.388 |
15.388 |
15.388 |
Eigenaarsbijdrage RIVM |
28.893 |
18.611 |
18.058 |
17.240 |
15.388 |
15.388 |
15.388 |
|
0 |
0 |
5.000 |
10.000 |
15.000 |
20.000 |
20.000 |
Garanties |
0 |
0 |
5.000 |
10.000 |
15.000 |
20.000 |
20.000 |
Overig |
0 |
0 |
5.000 |
10.000 |
15.000 |
20.000 |
20.000 |
Ontvangsten |
0 |
283 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overig |
0 |
283 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
-
1.Internationale samenwerking
Bij internationale samenwerking gaat het erom dat een gemeenschappelijke benadering meerwaarde biedt boven een nationale aanpak. De nadruk moet liggen op het zoeken naar oplossingen voor grensoverschrijdende problemen, waarbij er concrete meerwaarde moet zijn vanuit de missie van het Ministerie van VWS. VWS ontplooit activiteiten om invulling te geven aan de internatonale samenwerking op de beleidsterreinen van volksgezondheid, welzijn en sport met een beperkt aantal landen en met multilaterale organisaties bij het vormgeven van onze internationale ambities binnen de gezondheidszorg.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
World Health Organization
In 2014 is VWS een nieuw partnerschapprogramma (2014–2017) met de World Health Organization (WHO) gestart. Hiermee is in totaal een bedrag van € 15,9 miljoen over 4 jaar gemoeid. De bijdrage voor 2017 bedraagt € 3,9 miljoen.
-
3.Eigenaarsbijdrage RIVM
Bekostiging
Eigenaarsbijdrage RIVM
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is een agentschap van het Ministerie van VWS en doet projectmatig onderzoek voor zijn primaire opdrachtgevers: de Ministeries van VWS, IenM, EZ en SZW. Op dit artikel worden middelen voor het Strategisch Programma RIVM (SPR) en een aantal overige specifieke eigenaarsbijdragen geraamd (in 2017 circa € 18,1 miljoen).
Het SPR (€ 10,9 miljoen) bestaat uit onderzoek en andere werkzaamheden die het RIVM uitvoert om de kennis en expertise te ontwikkelen die nodig zijn voor de continuïteit van het instituut. Zo kan het RIVM zijn toekomstige taken voor de opdrachtgevers adequaat uitvoeren, op zowel de middellange als de lange termijn. Het SPR richt zich enerzijds op lacunes in actuele kennis en anderzijds op nieuwe ontwikkelingen. Bij de start van elke nieuwe vierjarige ronde worden inhoudelijke speerpunten gekozen. De speerpunten dekken de kennisdomeinen af, waarop het RIVM zijn kennis en kunde moet vernieuwen of intact moet houden.
Het SPR 2015–2018 omvat zes speerpunten. Alle opdrachten worden jaarlijks geëvalueerd en door de Commissie van Toezicht gevolgd om de kennispositie van het instituut te garanderen. De Wet op het RIVM vormt de wettelijke basis voor het SPR dat dit instituut uitvoert. Deze wet bepaalt dat de directeur-generaal RIVM jaarlijks een programma van onderzoek opstelt. Hierin beschrijft hij welke inzichten het instituut moet verwerven om zijn taken adequaat te kunnen uitvoeren. Het programma is gericht op de continuïteit van het RIVM op de langere termijn, bedoeld om te kunnen anticiperen op nieuwe kennisvragen van de opdrachtgevers op de middellange en lange termijn en om de positie van het RIVM in het wetenschappelijk veld te handhaven en waar nodig te versterken. Met deze wettelijke bepaling laat de wetgever zien dat het RIVM professioneel zelfstandig is. In het licht van de betekenis van het SPR voor de toekomstige kennispositie van het RIVM is het budget hiervoor belegd bij de plaatsvervangend secretaris-generaal van VWS, als eigenaar van het agentschap RIVM. Om deze reden worden deze middelen bekostigd vanuit dit niet-beleidsartikel.
De resterende middelen (€ 3,6 miljoen) zijn bestemd voor specifieke huisvestingskosten (€ 2,6 miljoen) en organisatieontwikkeling (€ 1 miljoen). De specifieke huisvestingskosten zijn gerelateerd aan kosten als gevolg van wijzigingen in de huisvesting van het RIVM. Dit zijn deels Rijksbreed wijzigingen (aanpassing Rijkshuisvestingsstelsel per 1 januari 2016), maar ook specifieke wijzigingen als gevolg van verkoop van het ALT (BTW-compensatie). Naast de specifieke huisvestingskosten doet de eigenaar gelijk aan de opdrachtgevers van het RIVM (via de tarieven) ook een bijdrage in de organisatieontwikkeling (RIVM brede ontwikkelingen zoals: digitale document huishouding, aanpassingen SAP en leer-werktrajecten).
-
4.Begrotingsreserve achterborg WFZ
Garanties
In het kader van het kabinetsbeleid van versobering van risicoregelingen heeft een evaluatieonderzoek van het WFZ plaatsgevonden. Dit onderzoek is in maart 2015 afgerond (TK 34 000 XVI, nr. 108). Het onderzoek laat zien dat de doelstellingen van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) nog steeds actueel zijn: bevorderen van de continuïteit van financiering, beperken van de macrorentekosten en stimuleren van goed financieel management bij zorginstellingen. VWS ontvangt geen premie voor de achterborg. In het kader van de verdere beperking van de risico’s is daarom besloten een begrotingsreserve aan te leggen voor eventuele schade in het kader van de achterborg.
Niet-beleidsartikel 10 Apparaatsuitgaven
-
1.Inleiding
In dit niet-beleidsartikel wordt ingegaan op de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
-
2.Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen |
299.399 |
302.883 |
259.117 |
252.502 |
250.877 |
245.999 |
245.737 |
Uitgaven |
300.730 |
302.924 |
259.159 |
252.508 |
250.877 |
245.999 |
245.737 |
– Personele uitgaven |
206.155 |
215.658 |
201.812 |
197.256 |
196.897 |
193.063 |
193.523 |
waarvan eigen personeel |
188.569 |
198.146 |
193.590 |
190.777 |
190.049 |
186.052 |
185.844 |
waarvan externe inhuur |
15.575 |
15.100 |
5.813 |
4.069 |
4.438 |
4.601 |
5.269 |
waarvan overige personele uitgaven |
2.011 |
2.412 |
2.409 |
2.410 |
2.410 |
2.410 |
2.410 |
– Materiële uitgaven |
94.575 |
87.266 |
57.347 |
55.252 |
53.980 |
52.936 |
52.214 |
waarvan ICT |
5.480 |
8.750 |
5.712 |
5.609 |
5.609 |
5.632 |
5.629 |
waarvan bijdrage SSO’s |
45.535 |
36.372 |
27.769 |
28.358 |
28.416 |
28.393 |
28.243 |
waarvan overige materiële uitgaven |
43.560 |
42.144 |
23.866 |
21.285 |
19.955 |
18.911 |
18.342 |
Ontvangsten |
35.866 |
25.573 |
6.731 |
11.679 |
6.633 |
6.529 |
6.520 |
Overig |
35.866 |
25.573 |
6.731 |
11.679 |
6.633 |
6.529 |
6.520 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Nadere uitsplitsing apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van VWS |
300.730 |
302.924 |
259.159 |
252.508 |
250.877 |
245.999 |
245.737 |
Personele uitgaven kerndepartement |
136.598 |
139.721 |
123.458 |
118.701 |
118.331 |
115.131 |
115.592 |
waarvan eigen personeel |
123.410 |
127.153 |
116.674 |
113.661 |
112.922 |
109.734 |
109.527 |
waarvan externe inhuur |
11.557 |
10.886 |
5.104 |
3.360 |
3.729 |
3.717 |
4.385 |
waarvan overige personele uitgaven |
1.631 |
1.682 |
1.680 |
1.680 |
1.680 |
1.680 |
1.680 |
Materiële uitgaven kerndepartement |
75.915 |
64.303 |
38.188 |
36.671 |
35.399 |
35.355 |
34.633 |
waarvan ICT |
3.508 |
4.884 |
2.348 |
2.313 |
2.313 |
2.316 |
2.313 |
waarvan bijdrage SSO’s |
45.125 |
32.193 |
23.298 |
24.197 |
24.255 |
24.312 |
24.162 |
waarvan overige materiële uitgaven |
27.282 |
27.226 |
12.542 |
10.161 |
8.831 |
8.727 |
8.158 |
Personele uitgaven inspecties |
54.336 |
62.852 |
64.639 |
64.846 |
64.848 |
64.217 |
64.216 |
waarvan eigen personeel |
50.473 |
58.114 |
63.397 |
63.603 |
63.605 |
62.974 |
62.973 |
waarvan externe inhuur |
3.483 |
4.008 |
513 |
513 |
513 |
513 |
513 |
waarvan overige personele uitgaven |
380 |
730 |
729 |
730 |
730 |
730 |
730 |
Materiële uitgaven inspecties |
12.731 |
18.346 |
15.516 |
15.156 |
15.156 |
15.156 |
15.156 |
waarvan ICT |
1.092 |
3.061 |
2.961 |
2.961 |
2.961 |
2.961 |
2.961 |
waarvan bijdrage SSO’s |
407 |
3.948 |
4.260 |
3.950 |
3.950 |
3.950 |
3.950 |
waarvan overige materiële uitgaven |
11.232 |
11.337 |
8.295 |
8.245 |
8.245 |
8.245 |
8.245 |
Personele uitgaven SCP en raden |
15.221 |
13.085 |
13.715 |
13.709 |
13.718 |
13.715 |
13.715 |
waarvan eigen personeel |
14.686 |
12.879 |
13.519 |
13.513 |
13.522 |
13.344 |
13.344 |
waarvan externe inhuur |
535 |
206 |
196 |
196 |
196 |
371 |
371 |
waarvan overige personele uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Materiële uitgaven SCP en raden |
5.929 |
4.617 |
3.643 |
3.425 |
3.425 |
2.425 |
2.425 |
waarvan ICT |
880 |
805 |
403 |
335 |
335 |
355 |
355 |
waarvan bijdrage SSO’s |
3 |
231 |
211 |
211 |
211 |
131 |
131 |
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
waarvan overige materiële uitgaven
5.046
3.581
3.029
2.879
2.879
1.939
1.939
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Apparaatskosten agentschappen, ZBO’s en RWT’s (Bedragen |
x € 1.000) |
||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Totaal apparaatskosten agentschappen |
411.716 |
392.918 |
427.725 |
425.152 |
422.783 |
423.218 |
422.958 |
Agentschap College Ter Beoordeling van |
|||||||
Geneesmiddelen |
39.097 |
35.750 |
38.250 |
38.250 |
38.250 |
38.250 |
38.250 |
Centraal Informatiepunt Beroepen Gezond- |
|||||||
heidszorg |
45.678 |
42.758 |
42.675 |
43.102 |
43.533 |
43.968 |
44.408 |
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu |
326.941 |
314.410 |
346.800 |
343.800 |
341.000 |
341.000 |
340.300 |
Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT’s |
303.5801 |
295.694 |
266.813 |
263.708 |
261.093 |
260.888 |
261.009 |
Zorg Onderzoek Nederland/ Medische |
|||||||
Wetenschappen (ZonMw) |
6.239 |
6.216 |
5.916 |
5.516 |
5.366 |
5.366 |
5.366 |
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) |
68.981 |
71.268 |
68.573 |
68.269 |
68.269 |
68.269 |
68.269 |
Centraal Administratie Kantoor (CAK) |
100.916 |
84.189 |
76.353 |
76.081 |
74.761 |
74.790 |
74.791 |
Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) |
3.160 |
2.761 |
2.299 |
1.949 |
1.557 |
1.200 |
1.200 |
Centrale Commissie voor Mensgebonden |
|||||||
Onderzoek (CCMO), inclusief Medisch Ethische |
|||||||
Commissies (METC’s) |
1.845 |
2.517 |
2.363 |
2.260 |
2.267 |
2.267 |
2.267 |
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) |
51.617 |
57.002 |
55.794 |
55.639 |
55.051 |
55.053 |
55.053 |
Zorginstituut Nederland (ZiNL) |
67.738 |
68.433 |
52.207 |
50.474 |
50.170 |
50.170 |
50.170 |
College Sanering Zorginstellingen (CSZ) |
2.374 |
2.558 |
2.558 |
2.770 |
2.902 |
3.023 |
3.143 |
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen |
710 |
750 |
750 |
750 |
750 |
750 |
750 |
1 Het totaalbedrag wijkt af van het jaarverslag. Dit is het gevolg van de toevoeging van het ZBO College ter Beoordeling van Geneesmiddelen aan de tabel.
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
2.1 Toelichting apparaatsuitgaven kerndepartement
Op dit artikel worden de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor ambtelijk personeel, inhuur externen en materieel geraamd die nodig zijn voor het functioneren van het kerndepartement.
De personele uitgaven kerndepartement bestaan uit alle personeelsuitgaven van het kerndepartement inclusief de inhuur van externen voor zowel primaire als ondersteunende processen. De materiële uitgaven hebben uitsluitend betrekking op de ondersteunende processen. Dit omvat onder andere ICT, bijdragen aan shared service organisaties (SSO’s) en overige materiële kosten zoals huisvestingskosten.
De ontwikkeling van de budgetten wordt in 2017 en opvolgende jaren beïnvloed door enerzijds de personele taakstelling uit het kabinet Rutte I en anderzijds een aantal intensiveringen. Een deel van deze intensiveringen is van tijdelijke aard en hangt samen met de zorgvuldige implementatie van de gecompliceerde en veelomvattende beleidsagenda van VWS. Bij eerste suppletoire begroting 2016 zijn reeds enkele meerjarige intensiveringen toegelicht. Op het gebied van personele uitgaven zal in 2017 de informatiseringsfunctie (I-functie) binnen het ministerie zijn versterkt. Daarnaast vindt er een gerichte intensivering plaats op de middelen voor structureel onderhoud en beheer van de diverse ICT-voorzieningen.
De actuele raming voor de uitgaven voor externe inhuur is aanmerkelijk lager dan de realisatie van de afgelopen jaren. Naar verwachting zal het budget (en de realisatie) als gevolg van interne herschikkingen lopende het begrotingsjaar hoger worden.
In de suppletoire begrotingen zullen deze mutaties worden gemeld en zo nodig toegelicht.
Apparaatsuitgaven kernministerie 2017 onderverdeeld naar |
Directoraat-Generaal |
(bedragen x € 1.000) |
|
Omschrijving |
Apparaats- |
uitgaven |
|
Directoraat-generaal Volksgezondheid |
27.266 |
Directoraat-generaal Curatieve zorg |
14.774 |
Directoraat-generaal Langdurige zorg |
15.298 |
Totaal beleid |
57.338 |
Secretaris-generaal/(plaatsvervangend) secretaris-generaal |
104.308 |
Totaal apparaatsuitgaven kerndepartement |
161.646 |
Extracomptabele tabel invulling taakstelling (bedragen |
x € 1.000) |
|||
2016 |
2017 |
2018 |
Structureel |
|
Departementale taakstelling (totaal) |
16.900 |
26.200 |
30.550 |
30.850 |
Inspecties |
||||
IGZ |
630 |
1.440 |
1.800 |
1.800 |
IJZ |
70 |
160 |
200 |
200 |
Totaal inspecties |
700 |
1.600 |
2.000 |
2.000 |
Agentschappen |
||||
CIBG |
300 |
800 |
1.000 |
1.000 |
RIVM |
4.400 |
7.900 |
9.300 |
9.300 |
Totaal Agentschappen |
4.700 |
8.700 |
10.300 |
10.300 |
ZBO’s/RWT’s |
||||
CAK |
200 |
500 |
600 |
600 |
ZiNL |
500 |
500 |
1.200 |
1.500 |
ZonMw |
300 |
700 |
850 |
850 |
CIZ |
2.600 |
6.100 |
7.500 |
7.500 |
Totaal ZBO’s/RWT’s |
3.600 |
7.800 |
10.150 |
10.450 |
Kennisinfrastructuur |
||||
Preventie, jeugd en sport |
3.600 |
3.600 |
3.600 |
3.600 |
Langdurige zorg |
3.300 |
3.300 |
3.300 |
3.300 |
Curatieve zorg |
1.000 |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
Totaal kennisinfrastructuur |
7.900 |
8.100 |
8.100 |
8.100 |
2.2 Toelichting apparaatsuitgaven inspecties
Inspectie voor de Gezondheidszorg
Het kunnen beschikken over goede, veilige zorg wanneer dat nodig is, is een essentieel publiek goed. Of het nu in de rol van betrokken familielid, patiënt of cliënt is, burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat zorgprofessionals adequaat behandelen, verzorgen en begeleiden en de fabrikant van geneesmiddelen of medische hulpmiddelen veilige producten levert. De verantwoordelijkheid voor dat vertrouwen ligt bij de zorgaanbieder en fabrikant. De inspectie ziet erop toe dat zorgaanbieders en fabrikanten deze verantwoordelijkheid nakomen. Vanuit het maatschappelijk belang bij veilige en verantwoorde zorg houdt de inspectie scherp, deskundig en onafhankelijk toezicht op de veiligheid en kwaliteit van zorg.
In haar toezicht gaat de IGZ uit van de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om veilige en goede zorg te verlenen. Dit vat zij in de term «gezond vertrouwen», wat ook de titel is van het Meerjarenbeleidsplan 2016–2019 van de IGZ. Dit gezond vertrouwen is niet vanzelfsprekend: het is een dynamisch proces waarvoor steeds weer de resultaten van de zorgaanbieder over goede zorg de basis vormen. Bij onwil, onvermogen en roekeloos gedrag van bestuurders en zorgverleners, treedt de inspectie direct op. Door het toezicht op deze manier in te richten wil de IGZ bijdragen aan het gezonde vertrouwen van eenieder in de Nederlandse zorg.
Ontwikkelingen zoals de decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten, de invoering van de Wet kwaliteit en klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de vorming van het medisch specialistisch bedrijf in de ziekenhuizen, maken dat de zorgsector volop in beweging is. Hetzelfde geldt voor de relatie tussen zorgaanbieder en patiënt in zorginstellingen en thuis. Deze transities vragen veel van de mensen die in de zorg werkzaam zijn: zij moeten en willen zorg blijven leveren die aan alle kwaliteitseisen voldoet. Daarbij veranderen de kwaliteitseisen zelf ook: het perspectief en de behoeften van de patiënt staan hierin steeds meer centraal.
De IGZ werkt er naar toe een meer proactieve toezichthouder te zijn, die belangrijke thema’s weet te agenderen bij het zorgveld en politiek, maar ook kan ingrijpen voordat risico’s zich voordoen. Daarnaast spreekt de inspectie zorgprofessionals en -bestuurders nadrukkelijker aan op hun verantwoordelijkheden voor de kwaliteit van de zorg en de bewaking daarvan. Het perspectief van de burger, die soms patiënt of cliënt is, vormt voor de zorg en daarmee ook voor het toezicht een belangrijk uitgangspunt.
Kortom, de zorgsector is volop in beweging, maar de IGZ beweegt mee: de ontwikkelingen in de zorg, gecombineerd met nieuwe wetgeving, risicothema’s en de eigen ontwikkeling vormen een ambitieuze uitdaging naast de «reguliere» taak van de IGZ op het gebied van toezicht en handhaving. Een goed voorbeeld van een punt waarop de IGZ in beweging is, is de voorgenomen fusie met de Inspectie Jeugdzorg (IJZ) die in 2017 voltooid zal zijn. Beide inspecties gaan dan verder onder de naam «Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd».
Inspectie Jeugdzorg
De Inspectie Jeugdzorg voert samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie het landelijk toezicht in het kader van de Jeugdwet uit. Zij ziet toe op de kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming en jeugdreclassering en op de naleving van de wetgeving. De inspectie stimuleert met haar toezicht de voorzieningen tot goede en veilige verzorging, opvoeding en behandeling van kinderen in de jeugdhulp en in de jeugdbescherming en jeugdreclassering en de ondersteuning van ouders en verzorgers van die kinderen. De inspectie draagt er met haar toezicht aan bij dat de samenleving er op kan vertrouwen dat kinderen en ouders op tijd en op maat de hulp en zorg krijgen van de instellingen en de professionals. Het onafhankelijk oordeel over de kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming en jeugdreclas- sering is relevant voor de professional, de instelling en de overheid en helpt bij het verbeteren van die kwaliteit.
De inspectie verzamelt informatie over de kwaliteit, vormt zich een oordeel en grijpt zo nodig in. Daarnaast kijkt de inspectie of het beleid goed werkt. Daarover doet de inspectie gevraagd en ongevraagd voorstellen tot verbeteringen aan de betreffende instellingen en verantwoordelijke overheden.
De Inspectie Jeugdzorg houdt op grond van de Jeugdwet en een aantal andere wetten en regelingen toezicht op de volgende organisaties:
jeugdhulpaanbieders;
instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering;
certificerende instelling voor jeugdbescherming en jeugdreclassering;
Veilig Thuis (advies- en meldpunten huiselijk geweld en kindermishandeling);
Raad voor de Kinderbescherming;
justitiële jeugdinrichtingen;
vergunninghouders voor interlandelijke adoptie;
opvangvoorzieningen voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen;
schippersinternaten.
Binnen het bredere sociaal domein werkt de inspectie samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Inspectie Veiligheid en Justitie, de Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het samenwerkingsverband Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Toezicht Sociaal Domein.
De inspectie werkt onder verantwoordelijkheid van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie en is organisatorisch onderdeel van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De begroting 2017 bedraagt € 6,8 miljoen.
De Minister heeft de Tweede Kamer op 18 maart 2016 geïnformeerd over haar voornemen om te komen tot een fusie tussen de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg tot de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, daar deze inspecties in de praktijk al steeds nauwer samenwerken in het kader van het gezamenlijk toezicht op basis van de Jeugdwet. De voorbereidingen voor de fusie zijn in werking gezet, inclusief de voorbereiding van de benodigde wijzigingen in de wetgeving.
Sociaal en Cultureel Planbureau
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is een interdepartementaal, wetenschappelijk instituut, opgericht bij koninklijk besluit op 30 maart 1973. Het koninklijk besluit is per 1 april 2012 ingetrokken en vervangen door de Regeling van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, houdende de vaststelling van de Aanwijzingen voor de Planbureaus (1 april 2012).
Het SCP verricht zelfstandig onderzoek en rapporteert - gevraagd en ongevraagd - aan de regering, de Eerste- en Tweede Kamer, ministeries en andere maatschappelijke en overheidsorganisaties. De belangrijkste taken van het SCP zijn:
Het beschrijven van de situatie op sociaal en cultureel terrein in
Nederland en de te verwachte ontwikkelingen.
Het bijdragen aan verantwoorde keuzen van doeleinden en middelen in het sociaal en cultureel beleid en het ontwikkelen van alternatieven.
Aantal |
Uren in |
Uitgaven in |
rapporten |
2017 |
2017 (bedragen x € 1.000) |
45 |
82.789 |
10.800 |
- |
9.199 |
1.200 |
45 |
91.988 |
12.000 |
Het beoordelen van het gevoerde beleid, speciaal het interdepartementale beleid.
Het SCP verricht daartoe sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de leefsituatie en de opvattingen van de burger, evenals naar het (overheids)beleid dat daarop van invloed is. Het werk van het SCP omvat de terreinen van nagenoeg alle Ministeries. Eens per jaar geeft het SCP een overzicht van de voorgenomen activiteiten in een werkprogramma. Het werkprogramma wordt gepubliceerd op de website van het bureau (www.scp.nl).
Activiteiten SCP 2017
-
1.Wetenschappelijk onderzoek
-
2.Kennisverspreiding
-
3.Totaal
Toelichting
-
1.Wetenschappelijk onderzoek
Het onderzoeksprogramma van het SCP staat in het teken van het ondersteunen van het beleid van de overheid, waar dat gericht is op het behoud en de verhoging van het welzijn en het welbevinden van de Nederlandse burger en samenleving. Veel van de door het SCP in 2017 uit te voeren projecten vloeien voort uit eerder gemaakte afspraken of verkregen opdrachten.
In oneven jaren brengt het SCP «De Sociale Staat van Nederland» uit (een brede inventarisatie van de levensomstandigheden van de Nederlandse bevolking), in even jaren een meer thematisch Sociaal Cultureel Rapport.
Er zijn langjarige afspraken over de opstelling van bijvoorbeeld de Verdiepende studie Integratie, de Emancipatiemonitor, «De Sociale Staat van het Platteland», «Het Cultureel Draagvlak», de pgb-monitor en de ontwikkeling van ramingsmodellen voor de vraag naar jeugdzorg en langdurige zorg. Veel van het SCP-onderzoek is gebaseerd op door het CBS verzamelde en ter beschikking gestelde gegevens. Daarnaast laat het SCP zelf ook enkele grote surveys uitvoeren. Ook in 2017 zal het SCP ten behoeve van het kabinet rapporteren over de uitkomsten van het in 2008 gestarte onderzoek naar zorgen en maatschappelijke kwesties die leven onder de bevolking en van belang zijn voor de politiek («Continu Onderzoek Burgerperspectieven»).
-
2.Kennisverspreiding
Vele SCP-medewerkers hebben contacten met of maken deel uit van voor het SCP relevante wetenschappelijke of maatschappelijke organisaties, of hebben vanwege hun SCP-werk of -expertise een adviserende rol in allerlei gremia. Kennisverspreiding via presentaties, artikelen, papers e.d. zijn een belangrijk onderdeel van het werk.
Een kerntaak van het SCP is het adviseren van departementen en andere overheidsinstanties op basis van de beschikbare kennis en inzichten. De positionering van het bureau binnen de rijksoverheid maakt het mogelijk deel te nemen aan het commissie- en advieswerk binnen de overheid
(onderraden en voorportalen). Afgezien van deze vorm van indirecte advisering brengt het bureau ook met regelmaat adviezen uit aan (beleidsdirecties van) departementen. Deze advisering kan zeer uiteenlopend van karakter zijn, bijvoorbeeld via participatie in de kenniskamers van verschillende Ministeries.
Raad voor Volksgezondheid en Samenleving
De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) is een onafhankelijk adviesorgaan voor de regering en de beide kamers der Staten-Generaal. De RVS heeft tot taak strategische adviezen te geven over het te voeren beleid. De vraagstukken waarover de RVS adviseert zijn per definitie domeinoverstijgend. De RVS werkt aan een sterkere verbinding met VWS alsmede met andere departementen, zoals OCW, BZK, SZW en VenJ. Vanuit zijn onafhankelijke positie en opdracht laat de RVS zijn licht schijnen over toekomstige strategische beleidsvraagstukken voor zorg en gezondheid. Hierbij beziet de RVS de mogelijkheid om dit in samenwerking met andere kennisinstellingen te doen.
De RVS heeft bij zijn start gekozen voor het opstellen van een meerjarige werkagenda 2015–2018, met de volgende vier thema’s: (1) Veranderende verzorgingsstaat, (2) Verantwoord sturen, (3) De belofte van wetenschap en technologie en (4) De levensloop levenslang en levensbreed. Het werken met een meerjarige werkagenda past bij de brede opdracht van de RVS en biedt ruimte om gedurende het jaar een vraag of probleem te agenderen. Dit kan leiden tot een gevraagd of ongevraagd advies van de RVS.
Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) is een samenwerkingsverband van de Gezondheidsraad en de RVS dat informeert over nieuwe ontwikkelingen op het snijvlak van ethiek, gezondheid en beleid. Het CEG publiceert jaarlijks signalementen over ethische thema’s en geeft uitvoering aan de publieksfunctie, onder meer via de website www.ceg.nl (kennisbron over ethische thema’s) en diverse publieksbijeenkomsten, waaronder de jaarlijkse Els Borst Lezing. In 2017 zal het CEG extra aandacht besteden aan de verbetering van de publieksfunctie, onder meer door het vernieuwen van de website.
Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad is een onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan en heeft als taak de regering en het parlement van advies te dienen over de stand van kennis ten aanzien van vraagstukken op het gebied van de volksgezondheid.
Het werkterrein van de Gezondheidsraad omvat de volgende aandachtsgebieden: preventie, gezondheidszorg, voeding, leefomgeving, arbeidsomstandigheden, innovatie en kennisinfrastructuur. De raad brengt gevraagd en ongevraagd adviezen uit. In september stelt de Minister van VWS het werkprogramma voor het komende jaar vast (www.gezondheids-raad.nl).
Niet-beleidsartikel 11 Nominaal en onverdeeld
-
1.Inleiding
Dit niet-beleidsartikel heeft een technisch-administratief karakter. Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstellingen naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen de begroting plaats. Ook worden er taakstellingen of extra middelen op dit artikel geplaatst die nog niet aan de beleidsartikelen zijn toegedeeld.
-
2.Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Verplichtingen |
0 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
0 0 0 0 |
0 4.580 0
|
0 1.629 0
|
0 4.443 0
|
0 4.474 0
|
0 4.470 0
|
0 4.492 0
|
Ontvangsten Overig |
0 0 |
5.000 5.000 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
Loonbijstelling
Op dit onderdeel worden de in het kader van de loonbijstelling ontvangen bedragen geboekt totdat toerekening plaatsvindt aan begrotingsartikelen.
Prijsbijstelling
Op dit onderdeel worden de in het kader van de prijsbijstelling ontvangen bedragen geboekt totdat toerekening plaatsvindt aan begrotingsartikelen. Het betreft nog niet toegedeelde middelen van de prijsbijstelling tranche 2016.
Onvoorzien
De grondslag voor dit onderdeel ligt in de Comptabiliteitswet, waarin de mogelijkheid bestaat een artikel voor onvoorziene uitgaven op te nemen. VWS maakt hier in 2017 geen gebruik van.
Taakstelling
Op dit onderdeel worden taakstellingen geboekt in afwachting van concrete invulling. De actuele stand omvat grosso modo de taakstellende onderuitputting die op de VWS-begroting is ingeboekt en die jaarlijks bij de tweede suppletoire begroting wordt ingevuld.
-
5.Begroting agentschappen
-
1.Agentschap College ter beoordeling van geneesmiddelen (ACBG)
1.1 Inleiding
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) bestaat uit een College en een secretariaat dat is ondergebracht in een agentschap (ACBG). Het College is een organisatie met een zelfstandige bevoegdheid, een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). De uitvoeringsorganisatie ter ondersteuning van het CBG is een baten-lastenagentschap van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Naast de taken voor het CBG ondersteunt het agentschap tevens het Ministerie van Economische Zaken (EZ) bij de uitvoering van veterinaire geneesmiddelenbeoordeling en -bewaking door de Commissie Registratie Diergeneesmiddelen (CRD) en het Ministerie van VWS bij de beoordeling van nieuwe voedingsmiddelen.
De belangrijkste taken op basis van de Geneesmiddelenwet, de Diergeneesmiddelenwet en Europese Verordeningen zijn voor het CBG: – Verstrekken, handhaven en schorsen van handelsvergunningen op basis van de beoordeling van werkzaamheid, risico’s en kwaliteit; – Vaststellen van de afleverstatus humaan, dus het bepalen of het geneesmiddel uitsluitend op recept, uitsluitend via de apotheek, via de drogist of in de vrije verkoop verkrijgbaar mag zijn; – Vaststellen van de afleverstatus veterinair, dus het bepalen of het diergeneesmiddel uitsluitend door een dierenarts mag worden toegediend, afgeleverd mag worden door dierenarts of apotheker, op recept afgeleverd mag worden door dierenarts, apotheker of vergunninghouder, of vrij verkrijgbaar is; – Geneesmiddelenbewaking;
– Geven van wetenschappelijk advies in het kader van geneesmiddelontwikkeling.
De meest up-to-date informatie over de organisatiestructuur, collegesamenstelling en achtergrondinformatie over processen en procedures vindt men op de CBG-website: www.cbg-meb.nl.
1.2 Begroting 2017
Begroting van baten en |
lasten ACBG |
voor het jaar 2017 (bedragen x € 1.000) |
||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
||
Baten Opbrengst moederdepartement Opbrengst overige departementen |
192 683 |
225 612 |
225 612 |
225 612 |
225 612 |
225 612 |
225 612 |
|
Opbrengst derden Rentebaten Vrijval voorzieningen Bijzondere baten |
45.867 7 0 0 |
39.163 0 0 0 |
41.663 0 0 0 |
41.663 0 0 0 |
41.663 0 0 0 |
41.663 0 0 0 |
41.663 0 0 0 |
|
Totaal baten |
46.749 |
40.000 |
42.500 |
42.500 |
42.500 |
42.500 |
42.500 |
|
Lasten Apparaatskosten – Personele kosten Waarvan: |
39.807 26.110 |
36.500 23.500 |
39.000 25.500 |
39.000 25.500 |
39.000 25.500 |
39.000 25.500 |
39.000 25.500 0 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
eigen personeel |
22.961 |
21.500 |
23.500 |
23.500 |
23.500 |
23.500 |
23.500 |
externe inhuur |
3.149 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
Waarvan overige personele kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Materiële kosten |
13.697 |
13.000 |
13.500 |
13.500 |
13.500 |
13.500 |
13.500 |
Waarvan: |
|||||||
apparaat ICT |
3.750 |
2.000 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
bijdrage SSO’s |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan overige materiële kosten (ZBO |
|||||||
college) |
710 |
750 |
750 |
750 |
750 |
750 |
750 |
Rentelasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Afschrijvingskosten |
1.749 |
3.500 |
3.500 |
3.500 |
3.500 |
3.500 |
3.500 |
– Materieel |
1.181 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
Waarvan apparaat ICT |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Immaterieel |
568 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
Overige kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
41.556 |
40.000 |
42.500 |
42.500 |
42.500 |
42.500 |
42.500 |
Saldo van baten en lasten |
5.193 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting begroting van baten en lasten
Voor het jaar 2017 en verder jaren verwacht ACBG meer werkzaamheden en daarmee een hogere omzet uit aanvragen dan voorheen; daarom is de opbrengst derden voor de jaren 2017 en verder € 2,5 miljoen hoger dan het uitgangspunt dat voor eerdere jaren gold.
Baten
Het ACBG verwacht van opdrachtgever VWS een bedrag van
€ 0,225 miljoen te ontvangen ter dekking van de kosten van het Bureau
Nieuwe Voedingsmiddelen.
Het Bureau Diergeneesmiddelen van het ACBG verricht voor het Ministerie van Economische zaken (EZ) beleidsondersteunende activiteiten. Hiervoor is een bedrag begroot van € 0,612 miljoen.
In de volgende tabel wordt de omzet derden 2017 verdeeld naar productgroepen. De hierbij gehanteerde tarieven zijn gebaseerd op de regeling Geneesmiddelenwet en de Diergeneesmiddelenregeling.
Opbrengst derden naar productgroepen (bedragen x € 1.000)
Productgroep
Omzet
Beoordelen van nationale aanvragen
Beoordelen van Europese aanvragen: centraal
Beoordelen van Europese aanvragen: MRP
Beoordelen DCP’s
Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen
Jaarvergoedingen (humaan en dieren)
Bureau Diergeneesmiddelen
Totaal opbrengst derden
2.000
7.300
400
10.513
250
18.900
2.300
41.663
Onderstaand worden de productgroepen kort toegelicht.
Beoordelen van nationale aanvragen
Het beoordelingsproces van een nationale aanvraag betreft de aanvraag van een handelsvergunning voor een nieuw op de Nederlandse markt te brengen geneesmiddel. De handelsvergunning wordt door het ACBG
afgegeven. Het betreffende geneesmiddel komt alleen in Nederland op de markt.
Beoordelen van Europese aanvragen: centraal
Om een Europese handelsvergunning voor een geneesmiddel van de Europese Commissie toegekend te krijgen, moet de fabrikant de centrale procedure volgen. De fabrikant kan dan een handelsvergunning krijgen die in alle EU-lidstaten geldig is. De coördinatie van de centrale procedure berust bij het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMA).
Beoordelen van Europese aanvragen: MRP (Mutual Recognition Procedure)
In een MRP-procedure heeft een andere EU-lidstaat een handelsvergunning verleend. Het ACBG beoordeelt of deze geneesmiddelen, op basis van het beoordelingsrapport van de andere lidstaat, toegelaten kunnen worden tot de Nederlandse markt.
Beoordelen van Europese aanvragen: DCP (Decentrale Procedure) Een Decentrale Procedure kan door de fabrikant worden gebruikt om een handelsvergunning in meerdere lidstaten te verkrijgen als nog in geen enkel land een handelsvergunning is verkregen. De fabrikant kan een EU-lidstaat vragen om het beoordelingsproces te verrichten. Deze lidstaat wordt dan Referentieland (RMS). Na het beoordelingsproces starten de overige lidstaten een MRP-procedure.
Beoordeling van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe
voedingsmiddelen
Het ACBG verricht beoordelingswerkzaamheden voor homeopathische geneesmiddelen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen. Nieuwe voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen of voedselingrediënten die voor
15 mei 1997 niet in significante mate in de Europese Gemeenschap voor de menselijke voeding zijn gebruikt.
Jaarvergoedingen
Voor het op de markt brengen van een geneesmiddel moet door de registratiehouder jaarlijks een vergoeding worden betaald.
Bureau Diergeneesmiddelen
Het Bureau Diergeneesmiddelen beoordeelt en verleent vergunningen voor de productie en distributie van diergeneesmiddelen.
Lasten
Onderdeel van de materiële lasten is de subsidie aan het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, ter waarde van € 2,2 miljoen. Dit bedrag wordt door VWS (subsidieverstrekker) toegewezen aan Lareb.
Het ACBG werkt voor de markt en meer «aanvragen» betekent meer omzet, dus ook meer werk. De personele kosten zijn verhoogd in verhouding tot de vermeerderde omzet. Investeringen in ICT zullen tot verhoogde ICT-kosten leiden.
Er wordt thans een inventarisatie gemaakt van een nieuwe ICT-oplossing voor het ACBG voor de komende jaren.
1.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht ACBG voor het jaar 2017 (bedragen x € 1.000) |
|||||||
Omschrijving |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
11.309 |
17.070 |
17.070 |
17.070 |
17.070 |
17.070 |
17.070 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom |
|||||||
(+/+) |
44.578 |
40.000 |
42.500 |
42.500 |
42.500 |
42.500 |
42.500 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) |
|
|
|
|
|
|
|
|
5.872 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
Totaal investeringen (–/–) |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+) |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
4a. Eenmalige uitkering aan moederdepar- |
|||||||
tement (-/-) |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Eenmalige storting door het moederdepar- |
|||||||
tement (+/+) |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Aflossingen op leningen (–/–) |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
Beroep op leenfaciliteit (+/+) |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
|
- |
- |
- |
- |
- |
- |
- |
|
|||||||
(=1+2+3+4) |
17.070 |
17.070 |
17.070 |
17.070 |
17.070 |
17.070 |
17.070 |
Toelichting kasstroomoverzicht
De investeringen 2017 hebben voornamelijk betrekking op vervanging van kantoorautomatisering (primair proces systeem ICI).
1.4 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen ACBG |
voor het jaar 2017 |
||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Generiek |
|||||||
|
85 |
85 |
85 |
85 |
85 |
85 |
85 |
|
|||||||
€ 1.000) |
|||||||
– Boordelen van nationale aanvragen |
1.554 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
– Beoordelen van Europese aanvragen: |
|||||||
centraal |
8.769 |
5.600 |
7.300 |
7.300 |
7.300 |
7.300 |
7.300 |
– Beoordelen van Europese aanvragen: MRP |
496 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
400 |
– Beoordelen van Europese aanvragen: DCP |
12.762 |
10.213 |
10.513 |
10.513 |
10.513 |
10.513 |
10.513 |
– Beoordelen van homeopathische aanvragen, |
|||||||
kruiden en nieuwe voedingsmiddelen |
49 |
250 |
250 |
250 |
250 |
250 |
250 |
– Bureau Diergeneesmiddelen |
2.740 |
2.300 |
2.300 |
2.300 |
2.300 |
2.300 |
2.300 |
– Jaarvergoedingen |
19.414 |
18.400 |
18.900 |
18.900 |
18.900 |
18.900 |
18.900 |
– Overig |
83 |
||||||
|
288 |
280 |
290 |
290 |
290 |
290 |
290 |
|
11,1% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
Specifiek |
|||||||
|
14 |
32 |
25 |
25 |
25 |
25 |
25 |
|
85 |
86 |
86 |
86 |
86 |
86 |
86 |
Omschrijving specifiek deel |
|||||||
|
1,26 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|
0,72 |
0,92 |
0,92 |
0,92 |
0,92 |
0,92 |
0,92 |
|
0,75 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
|||||||
totale personele kosten |
9,5% |
8,5% |
8,5% |
8,5% |
8,5% |
8,5% |
8,5% |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
|
>90% |
>90% |
>90% |
>90% |
>90% |
>90% |
>90% |
Toelichting overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tarieven/uur
Uurtarieven om de kostenefficiency aan te tonen. Deze indicator is een gemiddelde over alle functies waarbij naar het primaire proces exclusief onderzoekskosten wordt gekeken.
Omzet per productgroep
De omzet per productgroep geeft inzicht in de samenstelling van de totale omzet van het ACBG. De samenstelling en omvang worden deels beïnvloed door internationaal opgelegde (EMA) tarieven. Op grond van marktontwikkelingen wordt rekening gehouden met een daling van de nationale afzet en ondanks een verwachte stijging van de tarieven die het ACBG hanteert, wordt rekening gehouden met een consolidatie van de omzet op het niveau 2016. Bij centrale Europese aanvragen verwachten we daarentegen een omzetstijging en verder wordt er vanaf 2015 een vergoeding ontvangen voor de eerder onbetaalde werkzaamheden in het kader van geneesmiddelenbewaking.
De diverse zaken (producttypes) zijn verschillend qua werkbelasting; binnen de omzet vinden substantiële verschuivingen plaats, met andere woorden de samenstelling van de omzet kan jaarlijks wijzigen.
Aantal fte totaal
Het totaal aantal fulltime equivalenten werkzaam bij het agentschap per
31 december van het jaar, exclusief externe inhuur. De toename van het aantal vaste medewerkers houdt verband met toegenomen structurele werkzaamheden. Daarnaast is sprake van beperking van externe inhuur/
uitbesteding.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten. Het ACBG streeft er naar als agentschap kostenneutraal te opereren. De omzet wordt bepaald door de marktvraag en deels door de internationaal opgelegde (EMA) tarieven.
Aantal gegronde klachten
Het aantal gegronde klachten wordt bijgehouden om inzicht te krijgen in de geleverde kwaliteit van de productie. Het streven is het aantal gegronde klachten niet te laten stijgen.
Aantal zaken per fte
Het aantal zaken per fte wordt bijgehouden om de efficiency van de
productie inzichtelijk te maken.
-
2.CIBG
2.1 Inleiding
De maatschappij roept om transparantie. Betrouwbare registers zijn steeds belangrijker. Organisaties, mensen en soms zelfs de gezondheid van mensen zijn hiervan afhankelijk. Als agentschap van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zorgt het CIBG voor een betrouwbare verzameling, verwerking en koppeling (gegevensknoop-punten) van (gecertificeerde) gegevens en uitlevering aan gebruikers. Het CIBG heeft een breed takenpakket zoals het BIG-register, het Donorre-gister, Registerleraar en het UZI-register. Meer informatie over de organisatie en taken van het CIBG is te vinden op: www.cibg.nl.
Het CIBG heeft de ambitie om binnen de rijksoverheid op termijn dé organisatie te worden op het gebied van registers voor (gewaarmerkte) identiteiten. De organisatie wil waarde creëren voor opdrachtgevers en de maatschappij door deskundig te zijn en betrouwbare informatie klant- en opdrachtgevergericht te koppelen en ter beschikking te stellen.
Het CIBG staat opnieuw voor een uitdagend jaar. Met slimme organisatie en digitale communicatie streeft het CIBG naar kwalitatief goede en betrouwbare dienstverlening. Er is geïnvesteerd in een meer flexibele manier van werken: digitaal en eigentijds. Hiermee gaan we komend jaar verder. We verhuizen naar een nieuwe locatie en gaan daar activiteitgere-lateerd werken. We professionaliseren onze IT en de werkprocessen en zetten de eerste stappen naar het creëren van een generiek systeem voor alle dienstverlening van het CIBG.
2.2 Begroting
Begroting van agentschap CIBG voor |
het jaar 2017 |
||||||
(bedragen x € 1.000) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand |
Vastge- |
||||||
Slotwet |
stelde begroting |
||||||
Baten |
|||||||
Omzet moederdepartement |
22.860 |
18.655 |
21.221 |
21.433 |
21.648 |
21.864 |
22.083 |
Omzet overige departementen |
4.835 |
4.088 |
4.490 |
4.535 |
4.580 |
4.626 |
4.672 |
Omzet derden |
21.436 |
22.590 |
21.821 |
22.039 |
22.260 |
22.482 |
22.707 |
Rentebaten |
1 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
49.132 |
45.333 |
47.532 |
48.007 |
48.488 |
48.972 |
49.462 |
Lasten |
|||||||
Apparaatskosten |
45.678 |
42.758 |
42.675 |
43.102 |
43.533 |
43.968 |
44.408 |
– Personele kosten |
20.346 |
19.348 |
19.572 |
19.768 |
19.965 |
20.165 |
20.367 |
waarvan eigen personeel |
15.783 |
17.370 |
17.970 |
17.788 |
17.985 |
18.185 |
18.387 |
waarvan externe inhuur |
2.903 |
1.978 |
1.602 |
1.980 |
1.980 |
1.980 |
1.980 |
waarvan overige personele kosten |
1.660 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Materiële kosten |
25.332 |
23.410 |
23.103 |
23.334 |
23.568 |
23.803 |
24.041 |
waarvan apparaat ICT |
6.446 |
6.916 |
6.916 |
6.985 |
7.055 |
7.126 |
7.197 |
waarvan bijdrage aan SSO’s |
3.440 |
3.900 |
3.900 |
3.939 |
3.978 |
4.018 |
4.058 |
waarvan overige materiële kosten |
15.446 |
12.594 |
12.287 |
12.410 |
12.535 |
12.659 |
12.786 |
Rentelasten |
5 |
100 |
100 |
101 |
102 |
103 |
104 |
Afschrijvingskosten |
3.312 |
2.475 |
4.757 |
4.804 |
4.853 |
4.901 |
4.950 |
– Materieel |
13 |
10 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
waarvan apparaat ICT |
13 |
10 |
9 |
9 |
7 |
6 |
5 |
– Immaterieel |
3.299 |
2.465 |
4.748 |
4.795 |
4.844 |
4.892 |
4.941 |
Overige kosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
48.995 |
45.333 |
47.532 |
48.007 |
48.488 |
48.972 |
49.462 |
Saldo van baten en lasten |
137 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Baten
De omzet moederdepartement bestaat uit de omzet op basis van opdrachten vanuit de beleidsdirecties van VWS, zoals Vakbekwaamheids-verklaring, Donorregister, TZI, SBVZ en WNT. Daarnaast is er bij het CIBG ook sprake van omzet op basis van opdrachten van andere departementen, zoals OCW-registers en Register Diergeneeskundigen. Een stijgend aandeel van de omzet is afkomstig van derden (burgers en bedrijven). Deze hangt samen met het verrichten van verschillende (wettelijke) registratieactiviteiten, het verstrekken van UZI-passen en -certificaten, het verlenen van vergunningen en ontheffingen tegen door het departement vastgestelde tarieven alsmede met de verkoop van medicinale cannabis.
De omzet overige departementen stijgt als gevolg van uitbreiding van bestaande taken zoals het Lerarenregister en het Schoolleidersregister. (OCW)
Lasten
De lasten bewegen mee met de verwachte uitbreiding van taken. De afschrijvingen nemen toe als gevolg van investeringen met als grootste post de investering in het digitaliseringsprogramma van de werkprocessen.
Omzet per opdrachtgever |
|
(bedragen x € 1.000) |
|
Omzet 2017 |
|
MEVA |
7.870 |
EST |
35 |
GMT |
4.237 |
PG |
810 |
MC |
3.886 |
DJ |
1.230 |
IGZ |
928 |
VWS Bijdrage I-Strategie |
1.720 |
Reeds gefinancierd |
505 |
Subtotaal VWS |
21.221 |
OCW |
1.630 |
EZ |
490 |
Reeds gefinancierd |
2.370 |
Subtotaal overige departementen |
4.490 |
BIG-(her)registratie |
8.290 |
Vakbekwaamheid |
150 |
UZI-register |
8.780 |
Vergunningen |
953 |
Medische hulpmiddelen |
511 |
Opiaten |
561 |
BMC |
1.830 |
RIN |
746 |
Subtotaal Derden |
21.821 |
Totaal |
47.532 |
2.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht CIBG voor het jaar 2016 |
|||||||
(Bedragen x € 1.000) |
|||||||
Omschrijving |
2015 Stand Slotwet |
2016 Vastgestelde begroting |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
|||||||
depositorekeningen |
15.518 |
16.090 |
10.890 |
5.290 |
2.690 |
5.490 |
3.290 |
+/+ totaal ontvangsten operationele |
|||||||
kasstroom |
5.680 |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
–/– totaal uitgaven operationele |
|||||||
kasstroom |
3.768 |
10.000 |
9.000 |
0 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
|
1.912 |
|
|
6.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
–/– totaal investeringen |
|
|
|
|
|
|
|
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen |
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
–/– eenmalige uitkering aan moederde- |
|||||||
partement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
+/+ eenmalige storting door moederde- |
|||||||
partement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
–/– aflossingen op leningen |
|
|
|
|
|
|
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
6.000 |
4.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
|
|
|
4.800 |
1.400 |
1.400 |
|
|
|
|
|||||||
stand depositorekeningen (=1+2+3+4) |
8.009 |
10.890 |
5.290 |
2.690 |
5.490 |
3.290 |
1.090 |
Toelichting
De totale begrote ontvangsten voor 2017 zijn ruim € 47 miljoen, de totale uitgaven voor 2017 zijn naar verwachting € 50 miljoen. De operationele kasstroom fluctueert tevens als gevolg van de instroom van inschrijfgelden periodieke herregistratie in 2018, er wordt in 2018 éénmalig betaald voor 5 jaar, de baten en kosten worden ook over deze 5 jaar verdeeld.
Er wordt in 2016 een beroep gedaan op de leenfaciliteit voor een investering van € 6 miljoen. in ICT-systemen (digitaliseringsprogramma van de werkprocessen). De totale investeringen hebben vrijwel geheel betrekking op ICT en behoren tot de immateriële activa. Er wordt uitgegaan van een afschrijvingstermijn van 5 jaar. Voor de geplande investeringen vanaf 2017 wordt later bezien of een beroep op de leenfaciliteit noodzakelijk is.
2.4 Doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren CIBG voor het jaar 2017 |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand |
Vast- |
||||||
Slotwet |
gestelde begroting |
||||||
Omschrijving generiek deel |
|||||||
|
|||||||
– Beschikking BIG-register |
174,41 |
96,61 |
125,00 |
125,00 |
125,00 |
125,00 |
125,00 |
– Beschikking herregistratie BIG |
96,61 |
125,00 |
125,00 |
125,00 |
125,00 |
125,00 |
|
|
5.922 |
5.255 |
5.182 |
5.182 |
5.182 |
5.182 |
5.182 |
– Vergunning Farmatec |
1.408 |
2.769 |
2.769 |
2.769 |
2.769 |
2.769 |
2.769 |
– UZI-pas/certificaat |
357,31 |
290,51 |
259,54 |
259,54 |
259,54 |
259,54 |
259,54 |
– Wilsbeschikking Donorregister |
11,83 |
11,9 |
11,9 |
11,9 |
11,9 |
11,9 |
11,9 |
|
|||||||
– BIG-register + herregistratie |
5.536 |
6.550 |
8.290 |
8.290 |
8.290 |
8.290 |
8.290 |
– Vakbekwaamheid |
2.470 |
2.890 |
2.850 |
2.850 |
2.850 |
2.850 |
2.850 |
|
1.815 |
1.240 |
1.240 |
1.240 |
1.240 |
1.240 |
1.240 |
– UZI-register |
10.216 |
11.940 |
8.980 |
8.980 |
8.980 |
8.980 |
8.980 |
|
2.367 |
2.380 |
2.380 |
2.380 |
2.380 |
2.380 |
2.380 |
|
0,28% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
|
227,07 |
238,4 |
261,38 |
261,38 |
261,38 |
261,38 |
261,38 |
Omschrijving specifiek deel |
|||||||
|
|||||||
– Beschikkingen BIG register |
13.235 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
– Beschikking herregistratie BIG |
54.000 |
33.000 |
33.000 |
33.000 |
33.000 |
33.000 |
|
|
480 |
550 |
550 |
550 |
550 |
550 |
550 |
– Vergunningen Farmatec |
863 |
450 |
450 |
450 |
450 |
450 |
450 |
– UZI-pas/certificaat |
28.590 |
41.100 |
34.600 |
34.600 |
34.600 |
34.600 |
34.600 |
– Wilsbeschikkingen donorregister |
181.396 |
200.000 |
200.000 |
200.000 |
200.000 |
200.000 |
200.000 |
|
|||||||
|
8 |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
10 |
– wilsbeschikkingen donorregister |
10 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
5 |
|
|||||||
– wilsbeschikkingen donorregister |
11 |
16 |
16 |
16 |
16 |
16 |
16 |
Toelichting
Het overzicht doelmatigheidsindicatoren bevat een selectie van de belangrijkste producten uit het takenpakket van het CIBG die op basis van prijs maal hoeveelheid worden afgerekend.
Omzet per productgroep
Bij de BIG-herregistraties is de omzet niet gelijk aan het volume x kostprijs omdat de kostprijs is gebaseerd op een meerjarig gemiddelde en het volume per jaar sterk fluctueert. Daarom wordt de omzet ook op basis van het aantal ingeschrevenen in het register gespreid geboekt over 5 jaar.
Aantal fte totaal
Het totaal aantal fulltime-equivalenten werkzaam bij de baten-lastendienst per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten.
Aantallen per productgroep
De genoemde producten hebben met uitzondering van de herregistratie een vrij stabiele instroom.
Aantal klachten/bezwaar en beroep
Aantal afgehandelde klachten en gegronde bezwaren.
Doorlooptijden
De gemiddelde netto doorlooptijd in dagen.
-
3.Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
3.1 Inleiding
Sinds 1 januari 2004 is het RIVM een baten-lasten agentschap van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gevestigd in Bilthoven (in 2019/2020 volgt verhuizing naar een nieuw gebouw op de Uithof Utrecht). Het RIVM bevordert door onderzoek, uitvoering en ondersteuning de publieke gezondheid en een gezonde leefomgeving. Kerntaak van het RIVM is het verrichten van onderzoek en het wereldwijd verzamelen van kennis. De uitkomsten daarvan dienen als beleidsonder-steuning voor de overheid. Het RIVM voert onderzoek uit voor de Ministeries van VWS, IenM, EZ, SZW en DEF, voor diverse inspecties (waaronder ILT, NVWA en ANVS) en voor internationale organisaties zoals de Europese Unie, de WHO en de Verenigde Naties. Informatie over de resultaten van het RIVM-onderzoek is te vinden via de thematische ingangen van de website www.rivm.nl. Het RIVM vervult ook regiefuncties en verzorgt de landelijke coördinatie van preventie- en interventieprogramma’s, zoals het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).
3.2 Begroting 2017
Begroting van baten en lastenagentschap RIVM |
voor het jaar 2017 (bedragen x € 1.000 |
) |
|||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand |
Vastge- |
||||||
Slotwet |
stelde begroting |
||||||
Baten |
|||||||
Omzet moederdepartement |
245.963 |
238.595 |
252.600 |
250.200 |
247.600 |
247.800 |
247.600 |
Omzet overige departementen |
70.500 |
60.975 |
70.000 |
70.000 |
70.000 |
70.000 |
69.500 |
Omzet derden |
19.461 |
17.800 |
27.800 |
27.700 |
27.700 |
27.700 |
27.700 |
Rentebaten |
1 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzieningen |
913 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
336.838 |
317.370 |
350.400 |
347.900 |
345.300 |
345.500 |
344.800 |
Lasten |
|||||||
Apparaatskosten |
326.942 |
314.410 |
346.800 |
343.800 |
341.000 |
341.000 |
340.300 |
– Personele kosten |
122.527 |
119.760 |
137.200 |
135.800 |
135.000 |
135.000 |
134.800 |
waarvan eigen personeel |
105.697 |
102.500 |
117.700 |
116.500 |
115.800 |
115.800 |
115.800 |
waarvan externe inhuur |
9.295 |
10.760 |
13.100 |
12.900 |
12.800 |
12.800 |
12.800 |
waarvan overige p-kosten |
7.535 |
6.500 |
6.400 |
6.400 |
6.400 |
6.400 |
6.200 |
– Materiële kosten |
204.415 |
194.650 |
209.600 |
208.000 |
206.000 |
206.000 |
205.500 |
waarvan apparaat ICT |
14.214 |
10.075 |
15.000 |
14.800 |
14.700 |
14.700 |
14.700 |
waarvan bijdrage aan SSO’s |
9.193 |
5.550 |
9.700 |
9.600 |
9.500 |
9.500 |
9.500 |
waarvan overige m-kosten |
181.007 |
179.025 |
184.900 |
183.600 |
181.800 |
181.800 |
181.300 |
Rentelasten |
1 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Afschrijvingskosten |
3.326 |
2.960 |
3.600 |
4.100 |
4.300 |
4.500 |
4.500 |
– Materieel |
3.212 |
2.935 |
3.600 |
3.600 |
3.600 |
3.600 |
3.600 |
waarvan apparaat ICT |
1.911 |
1.050 |
2.100 |
2.100 |
2.100 |
2.100 |
2.100 |
– Immaterieel |
24 |
25 |
0 |
500 |
700 |
900 |
900 |
Overige kosten |
1.035 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Dotaties voorzieningen |
1.035 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
331.213 |
317.370 |
350.400 |
347.900 |
345.300 |
345.500 |
344.800 |
Saldo van baten en lasten |
5.625 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting begroting van baten en lasten
Baten
De omzetbedragen voor 2017 voor de primaire opdrachtgevers (VWS, IenM, EZ, SZW en DEF) zijn ramingen op grond van de verwachte opdrachtvolumes bij ongewijzigd beleid voor de komende jaren, waarin thans bekende ontwikkelingen zijn meegenomen. De overige omzet-bedragen zijn gebaseerd op lopende en naar verwachting nog af te sluiten contracten met overige (derden) opdrachtgevers.
De hoogte van de omzet is afhankelijk van overeenstemming tussen opdrachtgevers en het RIVM over aard en omvang van de te verrichten activiteiten en – daarmee samenhangend – de in rekening te brengen kosten (zijnde uren x tarief plus directe projectgebonden kosten). De geraamde omzetbaten van VWS-eigenaar zijn hoofdzakelijk bestemd voor het strategisch onderzoek van het RIVM (SPR) en als aanvullend huisvestingsbudget.
De geraamde omzetbaten van VWS-opdrachtgevers betreffen inkomsten die het RIVM op grond van lopende werkprogramma’s en thans bekende ontwikkelingen verwacht te verkrijgen door opdrachtverlening door de beleidsdirecties van VWS en de IGZ. De geraamde baten van IenM, EZ, SZW en DEF volgen uit werkzaamheden die op het taakveld milieu in relatie tot volksgezondheid worden uitgevoerd in opdracht van de beleidsdirecties van IenM, de Inspectie Leefomgeving en Transport (IenM), EZ, de NVWA (EZ), SZW en DEF. Omzetbaten van derden verkrijgt het RIVM door het uitvoeren van werkzaamheden voor derden in Nederland en in internationaal verband (EU, WHO en VN).
Lasten
De personele kosten bedragen voor 2017 circa € 137,2 miljoen, waarin inbegrepen circa € 11,7 miljoen voor ambtelijk personeel en circa € 13,1 miljoen voor externe inhuur. Ten opzichte van 2016 is rekening gehouden met een indexatie van de loonkosten. De externe inhuur maakt 10% van de totale loonkosten uit.
De materiële kosten bedragen in 2017 circa € 209,6 miljoen. Een groot deel betreft uitvoeringskosten voor het Rijksvaccinatieprogramma (circa € 102 miljoen).
Afschrijvingskosten zijn op basis van de te verwachte investeringen omtrent de bouw van een nieuw administratief systeem ter ondersteuning van de uitvoering van het RVP, NHS en PSIE.
Eerder opgelegde bezuinigingstaakstellingen waaronder Rutte II zijn in de opgenomen baten en lasten verwerkt.
3.3 Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht RIVM voor het jaar 2017 (Bedragen x € 1.000) |
||||||
Omschrijving 2015 Stand Slotwet |
2016 Vastgestelde begroting |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
depositorekeningen 34.148 |
57.763 |
57.226 |
57.913 |
57.788 |
57.622 |
57.622 |
Omschrijving |
2015 Stand Slotwet |
2016 Vastgestelde begroting |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
+/+ totaal ontvangsten operationele |
||||||||
kasstroom |
355.524 |
317.647 |
348.733 |
347.917 |
345.300 |
345.500 |
344.800 |
|
–/– totaal uitgaven operationele |
||||||||
kasstroom |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
34.565 |
2.423 |
4.287 |
3.975 |
4.133 |
4.500 |
4.459 |
– /– totaal investeringen |
|
|
|
|
|
|
|
|
+/+ totaal boekwaarde desinveste- |
||||||||
ringen |
4 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom – /– eenmalige uitkering aan moeder- |
|
|
|
|
|
|
|
departement |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moeder- |
||||||||
departement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– /– aflossingen op leningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december + |
|||||||
stand depositorekeningen (=1+2+3+4) |
57.763 |
57.226 |
57.913 |
57.788 |
57.622 |
57.622 |
57.580 |
Toelichting kasstroomoverzicht
Het RIVM investeert jaarlijks in software en licenties, gebouwinstallaties en infrastructuur, laboratoriumapparatuur, vervoermiddelen, IT en audiovisuele apparatuur en facilitaire apparatuur. Dit betreft vervangingsinvesteringen, nodig om de continuïteit te waarborgen. In 2017, 2018 en 2019 zal er waarschijnlijk een investering plaats vinden in het administratieve systeem ter ondersteuning van de uitvoering van het RVP (Rijksvaccinatieprogramma), NHS (Nationale Hielprik Screening) en PSIE (Prenatale Screening Infectieziekten). Hiervoor wordt geen beroep gedaan op de leenfaciliteit agentschappen.
3.4 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren RIVM voor |
het jaar 2017 |
||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand |
Vastge- |
||||||
Slotwet |
stelde begroting |
||||||
Omschrijving generiek deel |
|||||||
|
|||||||
– Gewogen uurtarief in € |
104 |
105 |
105 |
105 |
105 |
105 |
105 |
– Ontwikkeling uurtarief |
|||||||
(2015 = 100) |
100 |
101 |
101 |
101 |
101 |
101 |
101 |
|
1.487 |
1.579 |
1.618 |
1.602 |
1.602 |
1.592 |
1.592 |
|
1,7% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
Omschrijving specifiek deel |
|||||||
|
|||||||
(current ratio; norm: > 1,5) |
1,19 |
1,19 |
1,19 |
1,19 |
1,19 |
1,19 |
1,19 |
|
0,88 |
0,87 |
0,88 |
0,88 |
0,88 |
0,88 |
0,88 |
|
34,8% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
|
|||||||
personele kosten |
8,1% |
9,5% |
10,0% |
10,0% |
10,0% |
10,0% |
10,0% |
|
|||||||
dagen |
93,4% |
95,0% |
95,0% |
95,0% |
95,0% |
95,0% |
95,0% |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand |
Vastge- |
||||||
Slotwet |
stelde begroting |
||||||
|
63,7% |
65,0% |
65,0% |
65,0% |
65,0% |
65,0% |
65,0% |
|
17,3% |
22,0% |
22,0% |
22,0% |
22,0% |
22,0% |
22,0% |
|
3,4% |
4,0% |
4,0% |
4,0% |
4,0% |
4,0% |
4,0% |
|
66,2% |
80,0% |
8,0% |
80,0% |
80,0% |
80,0% |
80,0% |
Toelichting overzicht doelmatigheidsindicatoren
Generieke indicatoren
-
1.Uurtarieven: het RIVM hanteert als indicator voor de doelmatigheid het gemiddeld gewogen uurtarief. De uurtarieven worden jaarlijks door de eigenaar vastgesteld. De hoogte van de tarieven wordt onder meer bepaald door de ontwikkeling van de loonkosten, de materiële kosten (waaronder huisvestingslasten) en het aantal te declareren uren per medewerker evenals efficiencytaakstellingen.
-
2.Aantal fte: opgenomen is het aantal fulltime equivalenten werkzaam bij het RIVM per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur. Het percentage externe inhuur 2017 bedraagt 10,0% (incl. SSC Campus). De ontwikkeling van het aantal verwachte fte is gekoppeld aan de verwachte ontwikkeling van de orderportefeuille van het RIVM.
-
3.Saldo van baten en lasten: het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten.
Specifieke indicatoren
-
1.Liquiditeit: de kortlopende vorderingen ten opzichte van de kortlopende schulden.
-
2.Solvabiliteit: het totaal van de schulden ten opzichte van het balanstotaal.
-
3.Rentabiliteit eigen vermogen: het onverdeeld resultaat als percentage van het totaal eigen vermogen.
-
4.Percentage externe inhuur: zie tevens personele kosten.
-
5.Percentage facturen betaald binnen 30 dagen: voor dit percentage sluit het RIVM qua norm aan bij de Rijksbrede afspraken hierover.
-
6.Declarabiliteit % primair proces: norm binnen het RIVM is 65%. De declaribiliteit geeft enig inzicht in de productiviteit die binnen het RIVM wordt behaald.
-
7.Percentage overhead.
-
8.Ziekteverzuim: gehanteerde norm voor het RIVM is de Verbaan-norm van 4%.
-
9.% F-gesprekken gevoerd.
Voor wat betreft de specifieke doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren, zoals vermeld in bovenstaande tabel. Over de geleverde prestaties legt het RIVM systematisch verantwoording af richting de opdrachtgevers. Voor de primaire opdrachtgevers VWS en IenM gebeurt dat in periodieke voortgangsrapportages die door deze opdrachtgevers worden vastgesteld. Voor de overige opdrachtgevers gebeurt dat via de tijdige levering van de afgesproken producten en diensten en de daarop volgende tijdige betaling door de opdrachtgevers van de overeengekomen opdrachtsom.
Audits en benchmarkonderzoeken vinden periodiek plaats. Over de (wetenschappelijke) audits op onderdelen van de primaire processen wordt gerapporteerd aan de Commissie van Toezicht.
-
6.Financieel beeld zorg begroting 2017
-
1.Inleiding
In het Financieel Beeld Zorg (FBZ) staat de ontwikkeling van het Budgettair Kader Zorg (BKZ) centraal. Hierin worden de financiële ontwikkelingen binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), Jeugdwet en de begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven afzonderlijk toegelicht.
Het FBZ bestaat uit de volgende onderdelen:
-
1.Inleiding
-
2.Zorguitgaven in vogelvlucht
2.1. Ontwikkeling van het BKZ en de netto-BKZ-uitgaven
2.2. Verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten
-
3.Uitgaven Budgettair Kader Zorg
3.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)
3.1.1. Algemene doelstelling
3.1.2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
3.1.3. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
3.2. Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en Jeugdwet
3.2.1. Algemene doelstelling
3.2.2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
3.2.3. Verticale ontwikkeling van de Wlz, Wmo 2015 en Jeugdwet-uitgaven en -ontvangsten
3.3. Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven
-
4.Financiering van de zorguitgaven
4.1. Totaalbeeld
4.2. De financieringssystematiek
4.3. De financiering in 2017
4.3.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)
4.3.2. Wet langdurige zorg (Wlz)
4.4. Wat betaalt de gemiddelde burger aan zorg
-
5.Meerjarige ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten
5.1. Ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten 2007-2017
5.2. Horizontale groeiontwikkeling van de zorguitagven 2013-2017
-
6.Verdieping Financieel Beeld Zorg 6.1. Verdieping in de BKZ-deelsectoren
6.1.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)
6.1.2. Wet langdurige zorg (Wlz)
In het verdiepingshoofdstuk «Verdieping Financieel Beeld Zorg» wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van de ontwikkelingen binnen het Budgettair Kader Zorg op het niveau van de deelsectoren binnen de Zvw en de Wlz.
Wijzigingen in het Financieel Beeld Zorg
Het FBZ in de ontwerpbegroting 2017 heeft ten opzichte van dat in de ontwerpbegroting 2016 de onderstaande veranderingen ondergaan: Paragraaf 2.2. horizontale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per sector uit de ontwerpbegroting 2016 is vervallen en daarvoor in de plaats is in paragraaf 5.2 de horizontale groeiontwikkeling van de zorguitgaven opgenomen.
Zoals reeds in het VWS-jaarverslag 2015 is gemeld, worden de kerncijfers vanaf de ontwerpbegroting 2017 niet meer opgenomen in het FBZ, maar in de Staat van Volksgezondheid en Zorg (www.staat-venz.nl), een online publicatie van het RIVM. De Staat bevat niet alle cijfers die eerder werden opgenomen in de kerncijfertabel. Bij de volgende release in november wordt het aantal opgenomen cijfers uitgebreid.
De indeling van de verticale toelichting en het verdiepingshoofdstuk is gewijzigd in de onderstaande categorieën bijstellingen:
-
-Autonoom
-
-Beleidsmatig
-
-Technisch
Hiermee wordt aangesloten bij de indeling behorend bij de verticale toelichting van de Miljoenennota.
Paragraaf 5.1 actuele stand van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per sector van de oude jaren (2012 t/m 2015) is komen te vervallen.
Het Budgettair Kader Zorg
De BKZ-uitgaven bestaan uit de zorguitgaven op grond van de Zorgverze-keringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Een deel van de begrotingsuitgaven wordt ook toegerekend aan het BKZ. Tot deze categorie hoort onder andere een deel van de uitgaven aan de zorgoplei-dingen, de uitgaven voor zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland, de subsidieregeling abortusklinieken en de schadevergoeding Erasmus MC. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord. Tot slot zijn er BKZ-uitgaven die via andere begrotingshoofdstukken beschikbaar komen. Het gaat hierbij om de middelen die via het gemeentefonds worden uitgekeerd aan gemeenten voor uitgaven in het kader van de Wmo 2015 en de Jeugdwet.
Tabel 1 De bruto-BKZ-uitgaven en -ontvangsten.
Tabel 1 Samenstelling van de bruto-BKZ-uitgaven en -ontvangsten naar financieringsbron (bedragen x € 1 miljard)1
Omschrijving 2017
Bruto-BKZ-uitgaven stand ontwerpbegroting 2017 73,5
Premiegefinancierd 66,5
waarvan Zvw 46,5
waarvan Wlz 20,0
Begrotingsgefinancierd 7,1
waarvan Wmo 2015 en Jeugdwet 6,5
waarvan overig begrotingsgefinancierd2 0,5
BKZ-ontvangsten standontwerpbegroting 2017 5,0
waarvan eigen bijdrage Zvw 3,2
waarvan eigen bijdrage Wlz 1,8
Netto-BKZ-uitgaven stand ontwerpbegroting 2017 68,5
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
2 Onder de post «overig begrotingsgefinancierd» zijn opgenomen de subsidieregeling abortusklinieken, subsidie NIPT, subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg, schadevergoeding Erasmus MC, subsidie kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid, zorgopleidingen, zorg Caribisch Nederland en loon- en prijsbijstelling.
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens.
Figuur 1 De bruto-BKZ-uitgaven per sector als aandeel in de totale BKZ-uitgaven 2017.
Wet langdurige zorg 27%
**Jeugdwet 3%
-
*Overig begrotings- gefinancierd1
1%
-Zorgverzekeringswet 63%
-
*Begroting VWS
** Gemeentefonds/BZK
1 Onder de post «overig begrotingsgefinancierd» zijn opgenomen de subsidieregeling abortusklinieken, Subsidie NIPT, subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg, schadevergoeding Erasmus MC, subsidie kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid, zorgopleidingen, zorg Caribisch Nederland en loon-en prijsbijstelling.
-
2.Zorguitgaven in vogelvlucht
De begroting 2017 is de laatste die dit kabinet (in missionaire staat) indient. De begroting kijkt vooral vooruit, maar bevat ook een terugblik op de huidige kabinetsperiode. Eén van de belangrijkste doelstellingen van het kabinet is om de ontwikkeling van de zorguitgaven op een houdbaar pad te brengen. Op basis van de nu bekende gegevens is deze doelstelling bereikt. Doordat de zorguitgaven ruim binnen de beschikbare kaders zijn gebleven, kon de trendmatige groei van de zorguitgaven na 2012 worden omgebogen. De uitgavengroei in de periode 2007–2012 bedroeg circa 6,4%. De groei na 2012 is teruggebracht tot circa 1,3% (zie ook figuur 2). Paragraaf 5.1 en 5.2 gaan nader in op de ontwikkeling van de zorguitgaven in de huidige kabinetsperiode.
Figuur 2 Ontwikkeling van de netto-BKZ-uitgaven 2007–2017.
5
80.000-70.000- |
..--' |
||
^ |
|||
60.000-50.000-40.000-30.000- |
|||
2007 |
2009 |
2011 2013 2015 2017 Begrotingsjaar |
|
Trendlijn |
Netto BKZ-uitgaven |
Het beperken van de uitgavengroei is één kant van de medaille. De inzet van het kabinet is ook gericht op betere kwaliteit van zorg en het organiseren van zorg dichtbij huis. Een van de belangrijkste veranderingen betrof de hervorming van de langdurige zorg, waardoor sinds 2015 verschillende zorgtaken binnen de langdurige zorg zijn overgeheveld naar gemeenten en naar de Zvw. Om zorgaanbieders meer ruimte te geven kwalitatief goede zorg te leveren is de taakstelling op de Wlz van € 500 miljoen vanaf 2017 structureel teruggedraaid. Met de kwaliteitsimpuls in verpleeghuizen, waarvoor in 2017 een bedrag van € 160 miljoen beschikbaar is, oplopend tot € 210 miljoen vanaf 2020, worden kwetsbare cliënten beter in staat gesteld het leven te leiden zoals zij dat willen.
De toegenomen risicodragendheid van zorgverzekeraars en de hoofdlijnenakkoorden met veldpartijen waarin afspraken zijn gemaakt over de maximale groei, hebben bijgedragen aan een meer beheerste uitgavengroei. Bij de uitvoering van de hoofdlijnenakkoorden wordt ook zichtbaar dat kwaliteit en een beheerste kostenontwikkeling in de zorg hand in hand kunnen gaan. In het kader van het traject «Kwaliteit loont» is daarom een pakket aan maatregelen gepresenteerd, waarmee langs de weg van kwaliteitsverbetering een aanzienlijk besparing op de zorgkosten kan worden gerealiseerd. Kern van de maatregelen is dat patiënten, zorgverleners en verzekeraars gestimuleerd worden om te kiezen voor de beste zorg.
Als gevolg van het door het kabinet succesvol gevoerde preferentiebeleid op het terrein van de geneesmiddelen konden de uitgaven in het geneesmiddelenkader aanzienlijk worden teruggebracht. Nu is het zaak om ondanks de komst van steeds meer dure geneesmiddelen deze gematigde groei vast te houden. De in 2016 gepubliceerde geneesmiddelenvisie van het kabinet zet een duurzame koerswijziging uiteen: patiënten moeten sneller toegang hebben tot nieuwe, baanbrekende geneesmiddelen, maar wel tegen aanvaardbare prijzen.
Mensen hebben in de afgelopen jaren toegang gehouden tot kwalitatief goede zorg, ondanks de gevolgen van de economische crisis. Innovatie heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. In de afgelopen decennia is met de inzet van nieuwe technologie al veel verbeterd. Maar innovatie blijft van belang, vooral ook voor het realiseren van de gewenste kwaliteitsslag in de zorg. Het is noodzakelijk ook de komende jaren met de zorgsector tot een ambitieuze en afgewogen agenda voor innovatie in de zorg te komen. Dit vraagt vertrouwen om ruimte te geven aan kansrijke innovaties en zorgconcepten.
Tot slot. Het Nederlandse zorgstelsel heeft als doel dat elke patiënt toegang heeft – en blijft houden – tot kwalitatief goede zorg die betaalbaar is. Door de gematigde uitgavengroei kunnen patiënten blijven rekenen op betaalbare zorg. De hoogte van de zorgpremie over 2016 is met € 1.199 gelijk aan dat van 2011, terwijl de kwaliteit van de zorg zich positief heeft ontwikkeld. De uitdaging voor de komende jaren is om te blijven investeren in kwalitatief goede en toegankelijke zorg, waarbij de zorguitgaven beheersbaar blijven.
2.1 Ontwikkeling van het Budgettair Kader Zorg en de netto-BKZ-uitgaven
Het Budgettair Kader Zorg legt aan het begin van de kabinetsperiode de genormeerde ontwikkeling van de collectieve zorguitgaven vast voor elk van de komende vier jaren. Gedurende de kabinetsperiode wordt het kader aangepast voor de jaarlijkse prijsstijging. Hiervoor wordt de CPB-raming van de prijsindex van de nationale bestedingen (pNB) gebruikt.
Het BKZ is bij de start van het kabinet-Rutte-Asscher voor de periode 2013–2017 vastgesteld bij Startnota (TK 33 400, nr. 18). Op deze stand zijn de maatregelen uit het aanvullend beleidspakket en de macro-economische doorwerking conform de laatste inzichten van het CPB verwerkt. Bij de start van dit kabinet zijn de uitgavenkaders herijkt en is de stand ontwerpbegroting 2013 (TK 33 400 XVI, nr. 1 en 33 400 XVI, nr. 2) als uitgangspunt genomen.
Na de Startnota zijn de uitgavenkaders opnieuw herijkt en is de stand ontwerpbegroting 2014 (TK 33 750 XVI, nr. 1 en 33 750 XVI, nr. 2) als uitgangspunt genomen. Voor het BKZ betekende dit een neerwaartse aanpassing voor het jaar 2016 met € 558 miljoen en voor 2017 met € 757 miljoen.
Tabel 2 laat de ontwikkeling zien van het BKZ en de netto-BKZ-uitgaven over de jaren 2016 en 2017 vanaf de stand ontwerpbegroting 2016.
Tabel 2 Ontwikkeling van het BKZ en de netto-BKZ-uitgaven 2016–2017 (bedragen x € 1
miljoen)1
2016
2017
BKZ stand ontwerpbegroting 2016
Prijs nationale bestedingen (pNB) IJklijnmutaties (overboekingen) Schrappen taakstelling Wlz
Bijstelling BKZ
BKZ stand ontwerpbegroting 2017
68.564 |
70.449 |
|
|
|
|
462 |
|
|
|
67.927 |
69.951 |
67.129 |
68.544 |
|
|
Netto-BKZ-uitgaven stand ontwerpbegroting 2017 Onderschrijding BKZ
1 Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens.
Het BKZ is ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2016 verlaagd met € 0,6 miljard in 2016 en € 0,5 miljard in 2017 (zie tabel 2). Dit is het gevolg van een neerwaartse bijstelling van de prijs Nationale Bestedingen (pNB) naar aanleiding van de laatste inzichten van het CPB en overboekingen die hebben plaatsgevonden van het Budgettair Kader Zorg naar de VWS-begroting (behorend tot het kader Rijksbegroting). Daarnaast zijn de uitgavenkaders aangepast voor het pakket ten behoeve van maatschappelijke prioriteiten.
Voor het BKZ betreft dit een opwaartse bijstelling met € 0,5 miljard in 2017. Het BKZ heeft nu een verwachte onderschrijding van bijna € 0,8 miljard in 2016 oplopend tot € 1,4 miljard in 2017.
In de paragrafen 3.1.3, 3.2.3 en 3.3 is de ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per financieringsbron verder toegelicht.
2.2 Verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten
Tabel 3 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2016 de verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten op hoofdlijnen zien.
Tabel 3 Verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten (bedragen x € 1 |
miljoen) |
|||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Netto-BKZ-uitgaven ontwerpbegroting 2016 |
67.841,1 |
69.170,9 |
72.264,5 |
75.364,9 |
79.043,8 |
79.043,8 |
Bijstellingen in de netto-Zvw-uitgaven |
|
|
|
|
|
|
Bijstellingen in de netto-Wlz-uitgaven |
|
311,4 |
661,8 |
763,0 |
980,4 |
2.402,7 |
Bijstellingen in de netto-begrotingsgefinancierde |
||||||
BKZ-uitgaven |
226,3 |
|
|
|
|
|
Totaal bijstellingen |
|
|
|
|
|
2.103,7 |
Netto-BKZ-uitgaven ontwerpbegroting 2017 |
67.129,2 |
68.543,7 |
71.251,7 |
74.018,4 |
77.337,6 |
81.147,5 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens.
Toelichting
Ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2016 nemen de netto-BKZ-uitgaven in 2017 af met € 0,6 miljard. De daling van de netto-BKZ-uitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door de daling van de netto-Zvw-uitgaven met circa € 0,9 miljard en een stijging van de Wlz-uitgaven met € 0,3 miljard.
In paragraaf 3 wordt de ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per financieringsbron verder toegelicht. Paragraaf 6 geeft een nadere toelichting per deelsector.
-
3.Uitgaven Budgettair Kader Zorg 3.1 Zorgverzekeringswet (Zvw)
3.1.1 Algemene doelstelling
Een kwalitatief goede en toegankelijke curatieve zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
3.1.2 Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister van VWS is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel voor curatieve zorg en voor de beheersing van de collectieve zorguitgaven.
Dit omvat het stellen van eisen aan de kwaliteit van zorg en het opstellen en handhaven van de wettelijke kaders waarbinnen het zorgstelsel functioneert. Het wettelijk kader wordt gevormd door de Zorgverzeke-ringswet, de Wet bijzondere medische verrichtingen, de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet geneesmiddelenprijzen en de Wet Toelating zorginstellingen en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.
De Minister wordt ondersteund door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland.
Het Zorginstituut en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beheersing van de zorguitgaven. Het Zorginstituut adviseert de Minister over de samenstelling van het verzekerde pakket en beheert het Zorgverzekeringsfonds (ZVF). De NZa behartigt het belang van de zorgconsument, onder andere door te adviseren over beleid en regelgeving. Daarnaast is de NZa onafhankelijk toezichthouder in de zorg die kijkt of zorgaanbieders en zorgverzekeraars de wet naleven. De NZa stelt op aanwijzing van de Minister regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor concurrentie vast in zorgsectoren met vrije prijsvorming.
Daarnaast ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toe op de naleving van wetten en regels op het gebied van concurrentie en marktwerking op basis van de Mededingingswet. Ook beoordeelt de ACM fusies in de zorg en controleert de ACM of zorgaanbieders en zorgverzekeraars geen concurrentiebeperkende afspraken maken.
Het Zorginstituut en de NZa brengen de omvang van de gerealiseerde zorguitgaven in kaart. Zij baseren zich daarbij op informatie van zorgverzekeraars en instellingen, die na afloop van het jaar door een externe accountant wordt beoordeeld. Op basis van de rapportages van het Zorginstituut en de NZa legt de Minister verantwoording af aan de Tweede Kamer.
De uitvoering van het zorgstelsel is in handen van private partijen. Private zorgverzekeraars sluiten contracten met een veelheid aan private, over het land verspreide zorgaanbieders: ziekenhuizen, zelfstandige behandel-centra, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en vrijgevestigde beroepsbeoefenaren, zoals huisartsen, apothekers, paramedici. Door middel van onderlinge concurrentie proberen verzekeraars een zo goed mogelijke prijs/kwaliteitverhouding en doelmatigheid in de zorg te bereiken.
De zorg die aanbieders verlenen en de uitgaven die daarmee gemoeid zijn vloeien voort uit de aanspraken die zijn vastgelegd in de Zorgverzeke-ringswet (Zvw). De zorgsector is privaat binnen publieke randvoor-woorden. De Minister heeft sturingsmogelijkheden door invloed op de samenstelling van het verplicht verzekerde pakket (het basispakket) en de (maximale) hoogte van tarieven in sectoren waar de prijsvorming niet is vrijgegeven. Tevens streeft de Minister naar het bevorderen van doelmatigheid in de zorgsector door bijvoorbeeld het maken van afspraken met het veld en het stimuleren van gepast zorggebruik.
3.1.3 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2016. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de veranderingen wordt verwezen naar het verdiepingshoofdstuk.
De verticale toelichting onderscheid drie categorieën bijstellingen: Autonoom Beleidsmatig Technisch
Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2016 de verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten van de Zvw zien.
Tabel 4 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en |
-ontvangsten (bedragen x € 1 |
miljoen) |
||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2016 |
45.860,1 |
47.468,7 |
50.075,3 |
52.488,9 |
55.302,5 |
|
Autonoom |
|
|
|
|
|
|
Actualisering Zvw-uitgaven (tabel 4A) |
|
|
|
|
|
|
Nominale ontwikkeling |
|
|
|
|
|
|
Grondslagverlegging en overig |
84,2 |
47,9 |
18,6 |
|
|
|
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021 |
|
|
|
|||
Beleidsmatig |
|
|
|
|
|
|
Schadevergoeding Erasmus MC |
|
|
|
|
||
Taakstelling stringent pakketbeheer |
75,0 |
225,0 |
225,0 |
225,0 |
225,0 |
|
Invulling stringent pakketbeheer msz |
|
|
|
|
||
Invulling stringent pakketbeheer ggz |
|
|
|
|
|
|
Invulling stringent pakketbeheer hulpmiddelen |
|
|
|
|
|
|
Dekking pakketuitbreiding |
|
|
|
|||
Besluitvorming overschrijdingen msz |
|
|
||||
Correctie extrapolatie integrale tarieven |
50,0 |
|||||
Kasschuif resterende middelen integrale tarieven |
|
25,0 |
34,0 |
10,0 |
||
Migratieproblematiek |
23,6 |
76,5 |
94,9 |
94,9 |
94,9 |
|
Verwarde personen |
15,0 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
|
Kasschuif verwarde personen |
|
|
5,0 |
8,0 |
4,5 |
|
Nominaal en onverdeeld Zvw |
|
|
|
|
|
|
Verhoging budget eerstelijns verblijf |
77,0 |
76,0 |
76,0 |
76,0 |
||
Dekking verhoging budget eerstelijns verblijf vanuit de |
||||||
Zvw |
|
|
|
|
||
Plastische chirurgie |
14,8 |
14,8 |
14,8 |
14,8 |
||
Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) |
26,0 |
26,0 |
26,0 |
|||
Besparingsverlies werelddekking |
15,8 |
16,6 |
17,4 |
18,2 |
||
Dekking besparingsverlies werelddekking Marokko |
|
|
|
|
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen msz |
|
|
|
|
||
Indicatiestelling gebitsprothese |
|
|
|
|
||
Overige |
|
|
|
|
|
|
Technisch |
|
|
|
|
|
|
Overheveling resterende middelen integrale tarieven |
18,8 |
50,0 |
25,0 |
16,0 |
|
|
Overheveling orthocommunicatieve behandeling |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
||
Overheveling ggz-B vanuit Zvw naar Wlz |
|
|
|
|
|
|
Totaal bijstellingen |
|
|
|
|
|
|
Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2017 |
44.975,5 |
46.456,2 |
48.407,2 |
50.390,3 |
52.672,6 |
55.198,6 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2016 |
3.194,8 |
3.285,1 |
3.404,8 |
3.546,8 |
3.681,5 |
|
Autonoom |
|
|
|
|
||
Bijstelling opbrengst eigen risico |
|
|
|
|
||
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021 |
20,2 |
37,4 |
58,6 |
|||
Totaal bijstellingen |
|
|
|
|
||
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2017 |
3.194,8 |
3.187,1 |
3.350,0 |
3.509,2 |
3.665,1 |
3.859,6 |
Netto-Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2016 |
42.665,2 |
44.183,6 |
46.670,5 |
48.942,1 |
51.621,0 |
|
Totaal bijstellingen in de netto-Zvw-uitgaven |
|
|
|
|
|
|
Netto-Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2017 |
41.780,7 |
43.269,0 |
45.057,2 |
46.881,1 |
49.007,5 |
51.338,9 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens.
Uitgaven
Autonoom
Actualisering Zvw-uitgaven
Tabel 4A Actualisering Zvw-uitgaven (bedragen x € 1 miljoen) |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Eerstelijnszorg Tweedelijnszorg Genees- en hulpmiddelen Ziekenvervoer Wijkverpleging Grensoverschrijdende zorg |
3,6 - 9,5
|
|
|
|
|
|
Totaal bijstellingen |
|
|
|
|
|
|
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens.
In tabel 4A is het onderdeel «Actualisering zorguitgaven» uit tabel 4 nader uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens 2015 van het Zorginstituut en de NZa. Voor de curatieve ggz en de medisch-specialistische zorg zijn vooralsnog alleen zeer voorlopige realisatiecijfers over 2015 beschikbaar. Omdat er met de huisartsen, de medisch-specialistische zorg en de ggz akkoorden zijn gesloten, zijn de ramingen voor deze sectoren niet bijgesteld. In het verdiepingshoofdstuk is de actualisering van de Zvw-uitgaven per deelsector verder toegelicht.
Nominale ontwikkeling
De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
Grondslagverlegging en overig
De grondslag van het loon-prijsmodel is zoals ieder jaar na Prinsjesdag een jaar opgeschoven, van begroting 2015 naar 2016. Voorts zijn enkele technische wijzigingen verwerkt.
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021
Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning 2018–2021 van het CPB.
Beleidsmatig
Schadevergoeding Erasmus MC
In een bindend advies is de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen vanwege het niet nakomen van twee toezeggingen uit 2009 vastgesteld op € 235,9 miljoen (stand ultimo 2014, exclusief rente); zie TK 25 268, nrs. 120 en 126. Aangezien de schadevergoeding wordt betaald vanuit de VWS-begroting, worden de hiervoor gereserveerde middelen (€ 4 miljoen in 2016 en € 10 miljoen in 2017 en 2018), alsmede (vanaf 2017) niet meer benodigde middelen voor de garantieregeling kapitaallasten, overgeheveld naar artikel 2 van de VWS-begroting. Ze blijven behoren tot het BKZ (begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven).
Taakstelling stringent pakketbeheer
De nog te verwerken taakstelling stringent pakketbeheer bedraagt € 75 miljoen in 2016 en € 225 miljoen vanaf 2017. Dekking voor de taakstelling in 2016 is gevonden binnen de sectoren msz, ggz en hulpmiddelen.
Invulling stringent pakketbeheer msz
In verband met de taakstelling stringent pakketbeheer wordt in 2017 € 125 miljoen en vanaf 2018 € 150 miljoen afgeboekt van het mbi-kader voor de medisch-specialistische zorg.
Invulling stringent pakketbeheer ggz
De invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer bij de ggz wordt gerealiseerd door begrenzing en gepast gebruik van zorg in de ggz conform een advies van het Zorginstituut. Het Zorginstituut heeft op basis van het advies een besparingsbedrag van € 25 miljoen geraamd. Het kader ggz wordt met dit bedrag worden verlaagd.
Invulling stringent pakketbeheer hulpmiddelen De hulpmiddelenraming laat voldoende ruimte zien om de onder-schrijding in 2015 van circa € 91 miljoen structureel door te trekken. Een deel hiervan (€ 50 miljoen structureel vanaf 2016 en incidenteel € 25 miljoen extra boven op de € 50 miljoen in 2017) wordt ingezet voor de invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer. In de afgelopen periode hebben zorgverzekeraars gestuurd op doelmatigheid en gepast gebruik van extramurale hulpmiddelen.
Dekking pakketuitbreiding
De hulpmiddelenraming laat voldoende ruimte zien om de onder-schrijding in 2015 van circa € 91 miljoen structureel door te trekken. Vanaf 2018 wordt € 25 miljoen ingezet voor de dekking van pakketuitbreiding binnen het BKZ.
Besluitvorming overschrijdingen msz
Naar aanleiding van bestuurlijk overleg met partijen van het bestuurlijk Hoofdlijnenakkoord msz is eerder, in verband met de geconstateerde overschrijding in 2012 eenmalig € 70 miljoen in mindering gebracht op het beschikbare mbi-kader msz 2016. Zie de brief hierover van 31 maart 2015, Kamerstuk TK 29 248, nr. 282. Deze korting is in de eerste supple-toire wet 2016 verwerkt. Inmiddels heeft ook besluitvorming plaatsgevonden over de geconstateerde overschrijding 2013. Op basis daarvan wordt eenmalig € 29 miljoen in mindering gebracht op het beschikbare mbi-kader MSZ 2017. Zie de brief hierover van 29 april 2016, Kamerstuk 2016D18344.
De besluitvorming over de overschrijding 2013 is gebaseerd op de stand jaarverslag 2015 (voorjaar 2016). Uit de definitieve gegevens over de schadelast 2013 die bij de voorbereiding van de begroting 2017 beschikbaar zijn gekomen, blijkt dat de uitgaven voor instellingen in de medisch-specalialistische zorg in 2013 € 69 miljoen hoger waren. Daar staat tegenover dat de uitgaven voor vrijgevestigde medisch specialisten € 31 miljoen lager waren. De actualisatie van oudere jaren zal worden toegelicht in de verdiepingsbijlage van het jaarverslag over 2016.
Correctie extrapolatie integrale tarieven
Bij de extrapolatie 2020 (bij ontwerpbegroting 2016) zijn abusievelijk de gereserveerde middelen voor de overgang naar integrale tarieven in het jaar 2020 gedeeltelijk buiten beschouwing gebleven. Deze omissie wordt bij deze hersteld.
Kasschuif resterende middelen integrale tarieven
Op basis van het hoofdlijnenakkoord voor de medisch-specialistische zorg (msz) 2014–2017 zijn voor de periode 2015–2024 middelen beschikbaar gesteld voor de overgang naar integrale tarieven. Deze middelen zijn eerder overgeheveld naar artikel 2 van de begroting om een subsidieregeling voor de overgang naar integrale tarieven mogelijk te maken. Voor zover de middelen niet nodig zijn voor de subsidieregeling worden ze weer toegevoegd aan de sector msz c.q. het mbi-kader msz. De vrijval in 2016 bedraagt € 68,8 miljoen: € 50 miljoen die eerder op het premiegefi-nancierde BKZ was gereserveerd, alsmede € 18,8 miljoen op het begrotingsgefinancierde BKZ. Deze middelen worden doorgeschoven. Het beschikbare budget komt daarmee op € 75 miljoen in 2017 (inclusief € 25 miljoen die na verwerking van eerdere mutaties nog op het premiegefinancierde BKZ was gereserveerd) en € 50 miljoen vanaf 2018.
Migratieproblematiek
De verhoogde instroom van vluchtelingen leidt tot hogere zorguitgaven op het BKZ. Op korte termijn wordt een extra beslag op de curatieve zorg verwacht (o.a. huisartsenzorg, ggz en msz). Ook op het terrein van preventie en de jeugd(gezondheids)zorg worden additionele uitgaven verwacht. De raming gaat uit van een instroom van 58.000 asielzoekers in
2016.
Verwarde personen
Het aanjaagteam verwarde personen heeft samen met haar partners knelpunten en verbeteracties in beeld gebracht in de persoonsgerichte aanpak voor mensen met verward gedrag. Voor structurele oplossingen en een sluitende aanpak is een krachtige beweging nodig. De kosten die aan de diverse verbeteracties zijn verbonden bedragen voor VWS
€ 15 miljoen in 2016 en € 30 miljoen structureel vanaf 2017. Eén van de acties is een regeling voor onverzekerden. Een deel van de middelen is bestemd voor pilots en projecten in het land.
Kasschuif verwarde personen
Vanwege de uitlopende voorbereiding van de maatregelen die worden ingezet voor het realiseren van een sluitende aanpak van verwarde personen, zullen de uitgaven aan deze maatregelen in de loop van 2017 op gang komen.Om de verwachte uitgaven beter aan te sluiten bij de beschikbaar gestelde middelen, worden er middelen geschoven van 2016 en 2017 naar 2018 t/m 2020.
Nominaal en onverdeeld Zvw
Een deel van de gereserveerde middelen op de post Nominaal en onverdeeld blijkt niet nodig te zijn en valt daarom vrij. Deze ruimte bestaat uit niet-toegedeelde middelen voor nominale bijstellingen en groeiruimte Zvw. Daarnaast is ruimte ontstaan als een gevolg van het verschil tussen de oorspronkelijk beschikbaar gestelde groeiruimte voor de curatieve zorg en de in de verschillende zorgakkoorden gemaakte afspraken over de toegestane groei in die sectoren. Voorts is na verwerking van de gemaakte afspraken over de afwikkeling van de schadevergoeding aan Erasmus MC, in de jaren na 2019, sprake van vrijval van gereserveerde middelen voor de garantieregeling kapitaallasten.
Verhoging budget eerstelijns verblijf
Het subsidieplafond voor eerstelijns verblijf is vorig jaar voor de jaren 2015 en 2016 incidenteel verhoogd. Deze verhoging wordt nu structureel verwerkt. Dekking hiervoor is gevonden binnen de Zvw en Wlz.
Dekking verhoging budget eerstelijns verblijf vanuit de Zvw Binnen de Zvw is dekking voor de verhoging gevonden binnen de sector «Nominaal en onverdeeld.» Deze ruimte is ontstaan doordat een deel van de op die sector gereserveerde ruimte voor nominale bijstellingen en toe te delen groei niet nodig bleek.
Plastische chirurgie
Dit betreft een pakketuitbreiding voor borstvergroting bij agenesie of aplasie van de borst, ooglidcorrectie bij ernstige en objectiveerbare gezichtsveldbeperking en circumcisie om medische redenen. De genoemde ingrepen zullen per 1 januari 2017 aan de te verzekeren prestaties van de Zvw worden toegevoegd.
Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)
De Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) betreft een screening tijdens de zwangerschap. De test kan onder andere de aanwezigheid van het downsyndroom vaststellen zonder dat er sprake is van een verhoogd risico op een miskraam. Omdat eventuele opname in het basispakket afhankelijk is van de advisering van het Zorginstituut (en de Gezondheidsraad) kan de NIPT als eerste test niet eerder dan per 2018 opgenomen worden in het basispakket. In eerste instantie (2017) zal de eventuele bekostiging derhalve lopen via een subsidieregeling ten laste van het begrotingsgefinancierd BKZ (€ 26 miljoen).
Besparingsverlies werelddekking
Ten aanzien van Marokko is er tot en met 2020 een besparingsverlies van € 5 miljoen per jaar omdat met het akkoord het schrappen van de aanspraak op zorg bij tijdelijk verblijf met 4 jaar wordt vertraagd. Aanvullend is er een besparingsverlies bij de verdragsgerechtigden met een Nederlands pensioen omdat met het akkoord de besparing (€ 0,8 miljoen per jaar oplopend) niet meer optreedt. Deze besparingsverliezen worden gedekt uit het kader grensoverschrijdende zorg; zie hieronder.
Daarnaast is er een besparingsverlies van € 10 miljoen per jaar ten aanzien Turkije en de overige verdragslanden. De voortzetting of het opstarten van de onderhandelingen met Turkije en de andere verdrags-landen is aangehouden totdat zicht is op het aannemen van het wetsvoorstel beperken werelddekking. De financiële dekking van dit besparingsverlies is meegenomen in het totale budgettair overzicht in de voorjaarsbesluitvorming.
Dekking besparingsverlies werelddekking Marokko
Het besparingsverlies vanwege het akkoord met Marokko wordt gedekt uit het kader van grensoverschrijdende zorg.
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen msz
Het Capaciteitsorgaan heeft een voorstel gedaan voor de opleidingsplaatsen 2017–2019 voor de medische vervolgopleidingen. Het aantal geraamde benodigde opleidingsplaatsen is lager dan voorheen, zodat de uitgavenraming neerwaarts bijgesteld kan worden.
Indicatiestelling gebitsprothese
Gewijzigde richtlijnen, strengere indicatiestelling en wijziging in eigen bedragen systematiek voor de gebitsprothesen leiden tot lagere uitgaven binnen het tandheelkundig kader.
Technisch
Overheveling resterende middelen integrale tarieven De resterende middelen voor de overgang naar integrale tarieven op artikel 2 van de begroting worden overgeheveld naar het premiegefinan-cierde BKZ.
Overheveling orthocommunicatieve behandeling De afgelopen jaren is een nieuwe methode van orthocommunicatieve behandeling van patiënten met het autisme spectrum syndroom (ASS) vergoed vanuit een Wlz-subsidieregeling. Omdat de nieuwe methode onvoldoende aantoonbaar effectief is, wordt de subsidieregeling beëindigd. Personen met ASS die deze behandeling ontvingen, zullen een behandeling krijgen die onder de Jeugdwet (groep -18) of de Zvw (groep 18+) valt. De beschikbare middelen worden overgeheveld naar het macrobudget Jeugdhulp en de Zvw.
Overheveling ggz-B vanuit Zvw naar Wlz
Vanuit de realisaties in de Wlz is naar voren gekomen dat de eerder geraamde overheveling naar de Zvw te hoog is geweest. De raming is geactualiseerd en op basis hiervan is de overheveling gecorrigeerd.
Ontvangsten
Autonoom
Bijstelling opbrengst eigen risico
Zoals blijkt uit tabel 4, wordt de raming van de Zvw-uitgaven structureel neerwaarts bijgesteld. Dit heeft ook gevolgen voor de raming van de opbrengst van het eigen risico. Deze wordt in 2017 met € 98 miljoen en structureel met € 75 miljoen verlaagd.
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021
Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning 2018–2021 van het CPB.
3.2 Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Jeugdwet
3.2.1 Algemene doelstelling
Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en – wanneer dit nodig is – om thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg te krijgen. Daarbij worden ondersteuning en zorg aangeboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag, de kwetsbaarheid van de burger en de mogelijkheden van zijn informele netwerk staan centraal. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
3.2.2 Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor een goed en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit zoveel mogelijk thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen.
Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.
De Minister wordt ondersteund door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt op basis van de geldende normen toezicht op de kwaliteit van de zorg in Nederland.
Het Zorginstituut en de NZa spelen een belangrijke rol bij de beheersing van de zorguitgaven. Het Zorginstituut adviseert de Minister over de samenstelling van het verzekerde pakket en beheert het Fonds Langdurige Zorg (Flz). De NZa behartigt het belang van de zorgconsument, onder andere door te adviseren over beleid en regelgeving en stelt beleidsregels en maximumtarieven vast. Daarnaast is de NZa onafhankelijk toezichthouder in de zorg die kijkt of zorgaanbieders en zorgverzekeraars de wet naleven. Het Zorginstituut en de NZa brengen bovendien de omvang van de gerealiseerde zorguitgaven in kaart. Zij baseren zich daarbij op informatie van zorgkantoren en instellingen, die na afloop van het jaar door een externe accountant wordt beoordeeld. Op basis van de rapportages van het Zorginstituut en de NZa legt de Minister verantwoording af aan de Tweede Kamer.
Daarnaast ziet de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toe op de naleving van wetten en regels op het gebied van concurrentie en marktwerking op basis van de Mededingingswet. Ook beoordeelt de ACM fusies in de zorg en controleert de ACM of zorgaanbieders en zorgkantoren geen concurrentiebeperkende afspraken maken.
De verantwoordelijkheid voor het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie ligt bij gemeenten. De Wmo 2015 biedt gemeenten hiervoor het wettelijk kader dat op lokaal niveau verder wordt ingevuld en waarover verantwoording wordt afgelegd aan de gemeenteraad. De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel dat optimaal bijdraagt aan het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie en legt over de resultaten van dit stelsel verantwoording af aan de Tweede Kamer. Daarnaast is de Minister verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende financiële middelen voor de uitvoering van deze taak door gemeenten. Het budget voor de Wmo 2015 wordt via de integratieuitkering Sociaal Domein aan gemeenten uitgekeerd. Daarnaast ontvangen gemeenten ook budget via de integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging, de decentralisatie-uitkeringen maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huishoudelijke hulp toelage (HHT), en de algemene uitkering van het gemeentefonds.
Ook de verantwoordelijkheid voor het bieden van passende jeugdhulp aan kinderen ligt vanaf 1 januari 2015 bij gemeenten. De Jeugdwet biedt hiertoe het wettelijk kader. Gemeenten vullen hun verantwoordelijkheden op basis van de Jeugdwet en passend bij de lokale en regionale situatie in. Hiertoe wordt verantwoording afgelegd aan de gemeenteraad. De Jeugdwet kent verschillende waarborgen om te garanderen dat kinderen passende jeugdhulp wordt geboden. Daarnaast is de Minister verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende financiële middelen voor de uitvoering van deze taak door gemeenten. Het budget voor jeugdhulp wordt via de integratie-uitkering Sociaal Domein aan gemeenten uitgekeerd.
3.2.3 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten
De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2016. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de veranderingen wordt verwezen naar het verdiepingshoofdstuk.
De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen: – Autonoom – Beleidsmatig – Technisch
Tabel 5 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2016 de verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten van de Wlz zien.
Tabel 5 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten (bedragen x € 1 |
miljoen) |
||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 2021 |
|
Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2016 |
19.899,0 |
19.732,2 |
20.393,6 |
21.255,0 |
22.260,5 |
Autonoom |
47,5 |
63,5 |
344,6 |
418,4 |
678,0 |
Actualisering zorguitgaven |
22,4 |
7,7 |
7,7 |
7,7 |
7,7 |
Zorg in natura |
17,0 |
32,0 |
|||
Nominale ontwikkeling |
|
0,6 |
|
|
|
Grondslagverlegging en overig |
25,8 |
23,2 |
28,0 |
29,7 |
13,3 |
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021 |
310,2 |
383,1 |
660,1 |
||
Beleidsmatig |
|
98,7 |
181,5 |
196,0 |
184,9 |
Waardigheid en Trots |
|
|
|
|
|
Uitvoeringskosten/compensatie pgb gemeenten |
|
||||
Uitstel overheveling HH MPT vanuit Wmo naar Wlz |
|
||||
Nominaal en onverdeeld Wlz |
|
|
|
|
|
Onderuitputting EB en overheveling huisvestingskosten |
|||||
ELV |
|
|
|
|
|
Uitvoeringskosten SVB pgb trekkingsrechten vanaf 2017 |
16,2 |
13,9 |
13,9 |
13,9 |
|
Hogere toestroom pgb |
122,0 |
193,0 |
193,0 |
193,0 |
|
Overheveling ZiN naar pgb |
|
|
|
|
|
Tarieven NHC’s |
|
|
|
||
Uitdeling lpo 2016 Wmo en Jeugd |
|
|
|
|
|
Schrappen taakstelling Wlz |
400,0 |
400,0 |
400,0 |
400,0 |
|
Meevallend besparingsverlies overheveling HH MPT naar |
|||||
Wlz |
|
|
|
|
|
Herverdeeleffecten Hlz |
226,1 |
185,6 |
184,4 |
177,2 |
|
Overige |
|
|
|
13,2 |
9,1 |
Technisch |
73,7 |
129,6 |
129,2 |
129,2 |
129,2 |
Overheveling orthocommunicatieve behandeling |
|
|
|
|
|
Overheveling uitvoeringskosten pgb TR SVB |
8,4 |
5,7 |
5,7 |
5,7 |
|
Overheveling ggz-B vanuit Zvw naar Wlz |
73,7 |
99,2 |
101,5 |
101,5 |
101,5 |
Overheveling HH MPT vanuit Wmo naar Wlz |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
|
Totaal bijstellingen |
|
291,8 |
655,3 |
743,6 |
992,1 |
Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2017 |
19.823,4 |
20.024,0 |
21.048,9 |
21.998,6 |
23.252,6 24.719,4 |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2016 |
1.848,0 |
1.834,9 |
1.840,2 |
1.890,0 |
1.903,4 |
Autonoom |
|
|
|
|
11,7 |
Ramingsbijstelling eigen bijdragen |
|
|
|
|
|
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021 |
15,4 |
32,2 |
45,5 |
||
Totaal bijstellingen |
|
|
|
|
11,7 |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2017 |
1.826,1 |
1.815,3 |
1.833,7 |
1.870,6 |
1.915,1 1.959,6 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Netto-Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2016 Totaal bijstellingen in de netto-Wlz-uitgaven Netto-Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2017 |
18.051,0
17.997,3 |
17.897,3 311,4 18.208,7 |
18.553,4 661,8 19.215,2 |
19.364,9 763,0 20.127,9 |
20.357,1 980,4 21.337,5 |
22.759,8 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens.
Uitgaven
Autonoom
Actualisering
Op basis van voorlopige realisatiegegevens van de NZa en het Zorgin-stituut zijn de zorguitgaven 2015 geactualiseerd. De opwaartse bijstelling komt voor rekening van het eerstelijnsverblijf (circa € 15 miljoen), de tandheelkundige zorg in Wlz-instellingen (€ 4 miljoen) en de bovenbud-gettaire vergoedingen (€ 8 miljoen). Daar tegenover staat een onder-schrijding van circa € 4 miljoen bij de ziekenhuiszorg Wlz. In het verdiepingshoofdstuk is de actualisering van de Wlz-uitgaven per deelsector verder toegelicht.
Zorg in natura
Dit betreffen extra Wlz-uitgaven in 2016 en 2017 vanwege het niet extramuraliseren van het zorgprofiel VG3.
Nominale ontwikkeling
De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
Grondslagverlegging en overig
De grondslag van het loon- prijsmodel is zoals ieder jaar na Prinsjesdag een jaar opgeschoven, van begroting 2015 naar 2016. Voorts zijn enkele technische wijzigingen verwerkt.
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021
Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning 2018–2021 van het CPB.
Beleidsmatig
Waardigheid en Trots
In totaal is een bedrag van € 185 miljoen in 2016 oplopend tot € 210 miljoen structureel vanaf 2020 beschikbaar gesteld voor Waardigheid en Trots. In de begroting 2016 is dit gehele bedrag gereserveerd binnen het Budgettair Kader Zorg omdat de nadere verdeling tussen het Budgettair Kader Zorg en de begroting nog niet was gemaakt. Vanaf 2016 is structureel € 17,5 miljoen overgeboekt naar de VWS-begroting voor uitgaven in het kader van Waardigheid en Trots door middel van opdrachten en subsidies.
Uitvoeringskosten/compensatie pgb gemeenten
VWS levert, zoals aangekondigd in de decembercirculaire 2015 van het gemeentefonds, in 2016 eenmalig een bijdrage van € 12,5 miljoen in de uitvoeringskosten van de gemeenten voor de pgb trekkingsrechten. In 2016 ontvangen gemeenten aanvullend eenmalig nog een bedrag van € 11,5 miljoen in het kader van meerkosten. Tot slot ontvangen gemeenten in het kader van het «1-meibesluit» (geen budgetwijzigingen mogelijk tot 1 mei 2016) eenmalig een bedrag van € 7 miljoen. In totaal dus € 31 miljoen. Daar staat een uitname van € 47,6 miljoen voor de gemeentelijke bijdrage aan de uitvoeringskosten van de SVB voor 2016 voor de uitvoering van het trekkingsrecht tegenover. Dit betekent dat de € 31 miljoen voor de financiering van de SVB vanuit het BKZ direct naar de begroting van VWS wordt overgeboekt en dat er per saldo nog een bedrag van € 16,6 miljoen uit het gemeentefonds wordt uitgenomen en overgeboekt naar de begroting van VWS.
Uitstel overheveling huishoudelijke hulp Modulair Pakket Thuis vanuit Wmo naar Wlz
De Wlz-uitgaven 2016 zijn neerwaarts bijgesteld omdat de overheveling van huishoudelijke hulp vanuit de Wmo 2015 naar de Wlz ten behoeve van het modulair pakket thuis (MPT) met een jaar is uitgesteld.
Nominaal en onverdeeld Wlz
Een deel van de gereserveerde ruimte op de sector nominaal en onvoorzien is ingezet ter dekking van problematiek binnen de Wlz. Deze problematiek bestaat voornamelijk uit enkele (technische) ramingsbijstellingen zoals de ruilvoetproblematiek (circa € 170 miljoen), grondslagverlegging van het loon- en prijsmodel en bijstelling van de opbrengst van de eigen bijdragen. Daarnaast is er een incidentele ramingsbijstelling van het Wlz-kader in 2017.
Onderuitputting EB en overheveling huisvestingskosten ELV Er is sprake van minder uitgaven aan de subsidieregeling extramurale behandeling. Deze middelen zijn ingezet ter compensatie van de meerkosten op de subsidieregeling eerstelijnsverblijf, die deels worden gedekt door de cure en deels door de care. Daarnaast is het deel van de huisvestingskosten dat betrekking heeft op eerstelijnsverblijf overgeheveld naar de subsidieregeling eerstelijnsverblijf.
Uitvoeringskosten SVB pgb trekkingsrechten vanaf 2017 Voor het resterende knelpunt vanaf 2017 voor de uitvoeringskosten van de SVB worden nu extra middelen ingezet. Vanwege het voornemen om de financiering van de SVB (niet zijnde het gemeentelijke deel) vanuit 2017 uit de beheerskosten te bekostigen, worden deze middelen toegevoegd aan het budget beheerskosten in het BKZ.
Hogere toestroom pgb
Cliënten met een Wlz-indicatie hebben keuzevrijheid qua leveringsvorm: zorg in natura of een persoonsgebonden budget. Het aantal cliënten met een voorkeur voor pgb is hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dit leidt tot hogere pgb-uitgaven.
Overheveling van ZiN naar pgb
Cliënten met een Wlz-indicatie hebben keuzevrijheid qua leveringsvorm. Het aantal cliënten met een voorkeur voor pgb is hoger dan oorspronkelijk geraamd. Daar staat tegenover dat het gebruik van zorg in natura minder snel groeit dan oorspronkelijk geraamd. De hogere toestroom pgb kan hierdoor gedeeltelijk worden gedekt door overheveling van middelen vanuit het kader voor zorg in natura naar het pgb-kader.
Tarieven NHC’s
In het kader van de invoering van de NHC’s zijn voor de periode 2012–2017 vaste en niet-onderhandelbare tarieven afgesproken. Met ingang van de 2018 kunnen deze tarieven worden herijkt op grond van onder meer de renteontwikkelingen. Dit leidt tot lagere NHC-tarieven.
Uitdeling lpo 2016 Wmo en Jeugd
De tranche 2016 van de loon- en prijsbijstelling is toegevoegd aan de budgetten voor de Wmo 2015 en de Jeugdwet.
Schrappen taakstelling Wlz
Het kabinet heeft extra middelen vrijgemaakt voor de langdurige zorg vanaf 2017. Hierdoor is het mogelijk om de taakstelling op de Wlz van € 500 miljoen vanaf 2017 structureel terug te draaien. Dat betekent dat er in 2017 (en latere jaren) meer ruimte is voor zorgaanbieders om kwalitatief goede zorg te leveren waarmee kwetsbare cliënten beter in staat worden gesteld om het leven te leiden zoals zij dat willen. Het schrappen van de bezuiniging van € 500 miljoen wordt voor € 400 miljoen gedekt vanuit de middelen uit het pakket voor maatschappelijke prioriteiten en voor € 100 miljoen gedekt door meevallers binnen de Wlz.
Meevallend besparingsverlies overheveling huishoudelijke hulp Modulair Pakket Thuis vanuit Wmo naar Wlz
Deze middelen vallen vrij omdat er een kleiner besparingsverlies optreedt dan waar eerder van uit werd gegaan. Bij het besluit tot uitstel van de overheveling van de Wmo naar de Wlz van huishoudelijke hulp ten behoeve van het modulair pakket thuis is eerder rekening gehouden met een groter besparingsverlies.
Herverdeeleffecten Hlz
In het Bestuurlijk Overleg van 24 augustus 2016 zijn de VNG en het Rijk overeengekomen om een aantal correcties door te voeren ten aanzien van de overheveling van budgetten in het kader van de hervorming van de langdurige zorg (correctie startstreep). In de verdiepingsbijlage zijn deze mutaties afzonderlijk weergegeven.
Technisch
Overheveling orthocommunicatieve behandeling De afgelopen jaren is een nieuwe methode van orthocommunicatieve behandeling van patiënten met het autisme spectrum syndroom (ASS) vergoed vanuit een Wlz-subsidieregeling. Omdat de nieuwe methode onvoldoende aantoonbaar effectief is, wordt de subsidieregeling beëindigd. Personen met ASS die deze behandeling ontvingen, zullen een alternatieve behandeling krijgen die onder de Jeugdwet (groep -18) of de Zvw (groep 18+) valt. De beschikbare middelen worden overgeheveld naar het macrobudget Jeugdhulp en de Zvw.
Overheveling reservering uitvoeringskosten SVB pgb trekkingsrechten Deze technische mutatie betreft de overboeking van de beschikbare middelen die op de VWS-begroting waren gereserveerd voor de uitvoering van pgb trekkingsrechten Wlz door de SVB. Vanaf 2017 worden deze uitgaven gedaan vanuit het budget van de beheerskosten in het BKZ.
Overheveling ggz-B vanuit Zvw naar Wlz
Zoals aangekondigd in de voorlopige kaderbrief Wlz 2016 is de ontwikkeling van ggz-B gemonitord. De afbouw van het aantal plaatsen in de Wlz bleek in 2015 minder snel te verlopen dan geraamd. Op basis van deze ontwikkeling is het kader van de Wlz en Zvw gecorrigeerd.
Overheveling huishoudelijke hulp Modulair Pakket Thuis vanuit Wmo naar
Wlz
Vanwege de overheveling van huishoudelijke hulp voor Wlz-clienten met een mpt van de Wmo naar de Wlz vanaf 2017 wordt structureel
€ 30 miljoen overgeheveld van de Wmo naar de Wlz.
Ontvangsten
Autonoom
Ramingsbijstelling eigen bijdragen
Het lagere aantal cliënten in de intramurale ouderenzorg dan eerder geraamd, leidt tot minder opbrengsten van de eigen bijdrage in de Wlz.
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021
Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning 2018–2021 van het CPB.
Tabel 6 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2016 de verticale ontwikkeling van de Wmo 2015 en Jeugdwet zien.
Tabel 6 Verticale ontwikkeling van de Wmo 2015 en Jeugdwet-uitgaven en -ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)1
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Uitgaven ontwerpbegroting 2016
Beleidsmatig
Compensatie derving eigen bijdrage Jeugdwet (Gemeentefonds)
Compensatie beschermd wonen (Gemeentefonds) Compensatie eigen bijdragen gemeenten Compensatie Wmo 2015 Uitdeling lpo 2016 Wmo en Jeugd Herverdeeleffecten Hlz Overige
Technisch
Overheveling orthocommunicatieve behandeling Overheveling HH MPT vanuit Wmo naar Wlz
Totaal bijstellingen
Uitgaven ontwerpbegroting 2017
6.716,1 |
6.653,5 |
6.630,5 |
6.640,5 |
6.638,7 |
148,9 |
|
|
|
|
26,6 |
26,6 |
26,6 |
26,6 |
26,6 |
9,8 |
||||
5,0 |
||||
2,3 |
||||
105,2 |
105,8 |
105,5 |
105,6 |
105,4 |
|
|
|
|
|
0,6 |
0,6 |
0,6 |
0,7 |
|
|
|
|
|
|
6,0 |
6,0 |
6,0 |
6,0 |
|
|
|
|
|
|
148,9 |
|
|
|
|
6.865,0 |
6.536,4 |
6.553,6 |
6.564,9 |
6.570,2 |
6.617,5
1 Alleen de middelen die behoren tot het Budgettair Kader Zorg (BKZ) worden hier verantwoord
Uitgaven
Beleidsmatig
Compensatie derving eigen bijdrage Jeugdwet
Het kabinet heeft besloten om de ouderbijdrage die in de Jeugdwet is opgenomen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016 af te schaffen. In verband hiermee is sprake van een toevoeging aan de integratie-uitkering Sociaal domein van € 26,6 miljoen.
Compensatie beschermd wonen
Het betreft de compensatie voor het zevental centrumgemeenten dat op grond van de huidige verdeling van het budget 2015 minder heeft gehad dan dat zij dat jaar op basis van de verbeterde verdeling zouden hebben gehad.
Compensatie eigen bijdragen gemeenten
Gemeenten worden gecompenseerd voor de eigen bijdragen die zij mislopen voor huishoudelijke hulp, woningaanpassingen en hulpmiddelen aan Wlz-cliënten die thuis wonen door de anticumulatiebepaling met de Wlz.
Compensatie Wmo 2015
In het bestuurlijk overleg van 25 april 2016 tussen VWS en de VNG is overeengekomen dat een bedrag van circa € 2,3 miljoen aan het budget Wmo 2015 van de integratie-uitkering Sociaal domein wordt toegevoegd.
Uitdeling lpo 2016 Wmo en Jeugd
De raming van de budgetten voor de Wmo en de Jeugdwet is verhoogd ter compensatie van ontwikkeling van de loonkosten en prijzen.
Herverdeeleffecten Hlz
In het Bestuurlijk Overleg van 24 augustus 2016 zijn de VNG en het Rijk overeengekomen om een aantal correcties door te voeren ten aanzien van de overheveling van budgetten in het kader van de hervorming van de langdurige zorg (correctie startstreep).
Technisch
Overheveling orthocommunicatieve behandeling De afgelopen jaren is een nieuwe methode van orthocommunicatieve behandeling van patiënten met het autisme spectrum syndroom (ASS) vergoed vanuit een Wlz-subsidieregeling. Omdat de nieuwe methode onvoldoende aantoonbaar effectief is, wordt de subsidieregeling beëindigd. Personen met ASS die deze behandeling ontvingen, zullen een alternatieve behandeling krijgen die onder de Jeugdwet (groep -18) of de Zvw (groep 18+) valt. De beschikbare middelen worden overgeheveld naar het macrobudget Jeugdhulp en de Zvw.
Overheveling HH MPT vanuit Wmo naar Wlz
Vanwege de overheveling van huishoudelijke hulp voor Wlz-clienten met een mpt van de Wmo naar de Wlz vanaf 2017 wordt structureel € 30 miljoen overgeheveld van de Wmo naar de Wlz.
3.3 Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven
Naast de Wmo 2015 en de Jeugdwet vallen enkele andere begrotingsgefi-nancierde posten onder de bruto-BKZ-uitgaven. Tot deze categorie horen de uitgaven voor de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland, bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de subsidieregeling abortusklinieken, de subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg, de schadevergoeding Erasmus MC, NIPT en de subsidie kwaliteit, transparantie en patientenveiligheid. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord op de artikelen 1, 2, en 4. Voor de doelstelling van dit beleid en de rol en verantwoordelijkheid van de Minister wordt verwezen naar de betreffende passages op de artikelen in de VWS-begroting. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën die onder het BKZ vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begro-tingsgefinancierde BKZ-uitgaven.
In tabel 7 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven weergegeven.
Tabel 7 Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde-BKZ-uitgaven en -ontvangsten (bedragen x € 1 |
miljoen) |
||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 2021 |
|
Begrotingsgefinancierde-BKZ-uitgaven ontwerpbegroting |
|||||
2016 |
7.124,9 |
7.090,0 |
7.040,5 |
7.057,8 |
7.065,8 |
Bijstelling Wmo 2015 en Jeugdwet (Gemeentefonds) |
148,9 |
|
|
|
|
Bijstelling subsidieregeling abortusklinieken (Art.1) |
|
|
|
|
|
Bijstelling subsidie NIPT (Art.1) |
26,3 |
||||
Bijstelling subsidieregeling overgang integrale tarieven |
|||||
medisch-specialistische zorg (Art.2) |
|
|
|
|
|
Bijstelling schadevergoeding Erasmus MC (Art.2) |
85,0 |
81,0 |
|||
Bijstelling subsidie kwaliteit, transparantie en patiëntvei- |
|||||
ligheid (Art.2) |
35,4 |
35,4 |
35,4 |
||
Bijstelling zorgopleidingen (Art.4) |
2,9 |
3,2 |
3,0 |
3,3 |
|
Bijstelling Caribisch Nederland (Art.4) |
6,9 |
0,7 |
0,9 |
0,9 |
1,1 |
Bijstelling loon- en prijs |
|
|
|
|
|
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021 |
4,1 |
6,6 |
10,5 |
||
Totaal bijstellingen |
226,3 |
|
|
|
|
Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven ontwerpbegroting |
|||||
2017 |
7.351,2 |
7.066,0 |
6.979,3 |
7.009,4 |
6.992,7 7.048,8 |
Tabel 8 Opbouw van de begrotingsgefinancierde-BKZ-uitgaven en -ontvangsten (bedragen x € 1 |
miljoen) |
|||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Wmo en Jeugdwet (Gemeentefonds) |
6.865,0 |
6.536,4 |
6.553,6 |
6.564,9 |
6.570,2 |
6.617,5 |
Integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging |
1.161,4 |
1.239,4 |
1.239,4 |
1.239,4 |
1.249,7 |
1.300,4 |
Integratie-uitkering Sociaal domein deel Wmo 2015 |
3.642,6 |
3.461,9 |
3.433,5 |
3.444,8 |
3.439,8 |
3.436,4 |
HHT en restant RA middelen arbeidsmarkt |
141,0 |
|||||
Jeugdwet |
1.920,0 |
1.835,0 |
1.880,7 |
1.880,7 |
1.880,7 |
1.880,7 |
Overig begrotingsgefinancierd (VWS-begroting) |
486,2 |
529,6 |
425,7 |
444,5 |
422,5 |
431,2 |
Subsidieregeling abortusklinieken (Artikel 1) |
15,6 |
15,5 |
15,5 |
15,5 |
15,6 |
15,6 |
Subsidie NIPT (Artikel 1) |
26,3 |
|||||
Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch- |
||||||
specialistische zorg (Artikel 2) |
20,2 |
9,0 |
10,0 |
|||
Schadevergoeding Erasmus MC (Artikel 2) |
85,0 |
81,0 |
||||
Subsidie kwaliteit, transparantie en patientveiligheid |
||||||
(Artikel 2) |
0,0 |
35,4 |
35,4 |
35,4 |
||
Zorgopleidingen (Artikel 4) |
242,2 |
249,0 |
242,9 |
244,6 |
244,9 |
245,1 |
Caribisch Nederland (Artikel 4) |
114,8 |
111,6 |
114,8 |
117,9 |
121,1 |
124,9 |
Wtcg (Artikel 8) |
7,7 |
3,8 |
1,9 |
|||
Loon- en prijsbijstelling |
0,8 |
6,9 |
15,2 |
22,0 |
30,9 |
45,7 |
Bruto-uitgaven stand ontwerpbegroting 2017 |
7.351,2 |
7.066,0 |
6.979,3 |
7.009,4 |
6.992,7 |
7.048,8 |
Overige ontvangsten |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Netto-uitgaven stand ontwerpbegroting 2017 |
7.351,2 |
7.066,0 |
6.979,3 |
7.009,4 |
6.992,7 |
7.048,8 |
Figuur 3 Begrotingsgefinancierde-BKZ-uitgaven 2017
Overig begrotingsgefinancierd
(VWS-begroting)
7%
Jeugdwet
(Gemeentefonds)
26%
Wmo HV
(Gemeentefonds)
18%
Wmo 2015
(Gemeentefonds)
49%
4 Financiering van de zorguitgaven
4.1 Totaalbeeld
Deze paragraaf gaat in op de financiering van de zorguitgaven die toegerekend worden aan het Budgettair Kader Zorg (BKZ). Het grootste deel van de zorguitgaven betreft uitgaven in het kader van de Zorgverze-keringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Een substantieel deel van de zorguitgaven verloopt via de rijksbegroting en wordt gefinancierd via belastinginkomsten. Een uitsplitsing voor het jaar 2017 staat in tabel 9. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de financiering van de Zvw en de Wlz afzonderlijk.
Tabel 9 Financiering bruto BKZ- uitgaven (bedragen x € 1 miljard) |
|
2017 |
|
Zvw |
46,5 |
w.v. eigen betalingen |
(3,2) |
Wlz |
20,0 |
w.v. eigen betalingen |
(1,8) |
Overheid (Arbeidsmarktbeleid/Caribisch Nederland) |
0,5 |
Overheid (Gemeentefonds/Wmo en Jeugdwet) |
6,5 |
Bruto BKZ-uitgaven stand VWS ontwerpbegroting 2016 |
73,5 |
Bron: VWS
4.2 De financieringssystematiek
Zorgverzekeringswet (Zvw)
Het overgrote deel van de zorguitgaven in het kader van de Zorgverzeke-ringswet (Zvw) loopt via zorgverzekeraars. Zij betalen zorgaanbieders voor de zorg die is geleverd aan hun verzekerden. Een beperkt deel van de zorguitgaven wordt rechtstreeks aan zorgaanbieders betaald vanuit het Zorgverzekeringsfonds (ZVF). Dit betreft vooral de beschikbaarheidbij-dragen. Het gaat daarbij om zorgprestaties waarvoor het niet mogelijk en/of wenselijk is de kosten aan individuele verzekerden toe te rekenen. De grootste beschikbaarheidbijdragen zijn die voor opleidingen en de zogenaamde academische component. Daarnaast gaat het om enkele kleinere bijdragen zoals voor brandwondenzorg, traumazorg, spoedeisende zorg en een deel van de kapitaallasten. Naast de beschikbaarheid-bijdragen wordt vanuit het Zorgverzekeringsfonds ook een deel van de grensoverschrijdende zorg betaald.
Figuur 4: Financieringsstromen Zvw
Eigen Risico |
Zorgverzekeraars |
||||
Nominale premie |
Uitgaven Zorg |
||||
Verevenings- |
|||||
bijdrage |
|||||
Burgers Werkgevers |
Zorgverzekeringsfonds |
Zorgverleners |
|||
IAB |
Beschikbaarheids- |
||||
bijdrage |
|||||
Rijksbijdrage |
Rijksbijdrage |
||||
kinderen |
Hlz |
||||
Zorgtoeslag |
Overheid |
||||
Belasting |
|||||
Ter financiering van de uitgaven ontvangen zorgverzekeraars van hun verzekerden een nominale premie en het eigen risico. Daarnaast ontvangt elke zorgverzekeraar een vereveningsbijdrage uit het ZVF. Dit bedrag houdt rekening met het risicoprofiel van de verzekerdenpopulatie van iedere zorgverzekeraar en met het eigen risico dat hij ontvangt en zorgt zodoende voor een gelijk speelveld voor zorgverzekeraars. Dat is nodig omdat verzekeraars zich moeten houden aan de wettelijke acceptatieplicht van verzekerden. Ook ontvangen zorgverzekeraars uit het ZVF een vergoeding voor de beheerskosten voor verzekerde kinderen in hun bestand.
De nominale premie bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een door VWS vastgestelde rekenpremie die voor alle verzekeraars hetzelfde is. Samen met de opbrengsten uit eigen betalingen en de bijdrage die zorgverzekeraars uit het fonds krijgen, kunnen zij hier in de optiek van VWS hun zorguitgaven mee betalen. Daarnaast bevat de nominale premie een opslagpremie, die verzekeraars zelf vaststellen en dus per verzekeraar verschilt. Zorgverzekeraars moeten uit hun inkomsten ook hun beheerskosten dekken. Verder moeten zij reserves opbouwen om zeker te stellen dat zij altijd aan hun verplichtingen kunnen voldoen. De Nederlandsche Bank (DNB) stelt minimumeisen aan deze reserves. Zorgverzekeraars kunnen de beheerskosten en de reserveopbouw financieren door middel van die opslagpremie. In de opslagpremie kunnen zorgverzekeraars ook winsten en verliezen uit het verleden, afwijkende inschattingen ten aanzien van de zorguitgaven of risico-opslagen verwerken. Door verschillen in de opslagpremie concurreren verzekeraars met elkaar om verzekerden, die jaarlijks kunnen overstappen naar een andere verzekeraar.
Het ZVF ontvangt ter financiering van zijn uitgaven de inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) en een rijksbijdrage kinderen. In verband met de overhevelingen van AWBZ naar Zvw is besloten tot een tijdelijke rijksbijdrage HLZ, die voorkwam dat zowel de nominale premie als de IAB in 2015 fors moesten stijgen. Deze tijdelijke rijksbijdrage loopt in vier jaar geleidelijk af naar nul. Het ZVF ontvangt verder de premievervangende bijdrage van verdragsgerechtigden en rente. Vanuit het fonds worden zorgverzekeraars gecompenseerd voor derving van inkomsten als gevolg van wanbetaling bij de nominale premie. Ook worden uit het fonds kosten betaald in het kader van de regeling onverzekerden. In de Zvw is geregeld dat het ZVF niet structureel mag werken met tekorten of overschotten. Daarom dient een gebleken negatief vermogen snel te worden weggewerkt via meer dan lastendekkende premies en een positief vermogen via minder dan lastendekkende premies.
De overheid verstrekt een rijksbijdrage kinderen aan het ZVF. Deze bijdrage maakt het mogelijk dat bij kinderen tot 18 jaar geen nominale premie in rekening hoeft te worden gebracht. De overheid betaalt daarnaast zorgtoeslag aan huishoudens met lage inkomens en middeninkomens ter gedeeltelijke compensatie van de nominale premie en het eigen risico. De rijksbijdrage kinderen en de zorgtoeslag worden betaald uit belastinginkomsten.
De zorgtoeslag waarborgt dat geen enkel huishouden een groter deel van zijn inkomen aan ziektekostenpremie hoeft te betalen dan wat op grond van de wet als aanvaardbaar wordt beschouwd. De lasten die daarboven uitstijgen komen in aanmerking voor compensatie via de zorgtoeslag. Daarbij is de zogenaamde standaardpremie maatgevend en niet de feitelijke, door de individuele burger betaalde premies. De standaardpremie is bepaald als het gemiddelde van de premies die worden betaald in de markt, vermeerderd met het gemiddelde bedrag dat een verzekerde aan eigen risico betaalt. De zorgtoeslag maakt geen onderdeel uit van het uitgavenkader, maar telt net als de zorgpremies mee in het inkomstenkader. Dat betekent dat het kabinet een hogere zorgtoeslag beschouwt als een vorm van lastenverlichting.
Uiteindelijk worden alle collectieve zorguitgaven betaald door burgers en bedrijven via de nominale premie, de inkomensafhankelijke bijdrage, eigen betalingen en belastingen. In de Zvw is vastgelegd dat evenveel inkomsten worden gegenereerd via de inkomensafhankelijke bijdrage als via de nominale premie, de eigen betalingen en de rijksbijdrage kinderen samen (de 50/50-verdeling). De 50/50-verdeling impliceert dat uitgavenstijgingen bij verzekeraars voor 50% moeten worden gedekt uit de IAB. Dat wordt bereikt door de bijdrage uit het fonds aan verzekeraars te verhogen. Omgekeerd dient een stijging van de rechtstreekse uitgaven van het fonds voor de helft te worden opgevangen via nominale premies. Dat wordt bereikt door de bijdrage voor de zorgverzekeraars te verlagen.3
De Wet langdurige zorg (Wlz)
Het overgrote deel van de zorguitgaven in het kader van de Wlz loopt in opdracht van zorgkantoren via het CAK naar zorgaanbieders. De uitzondering hierop vormen persoonsgebonden budgetten (pgb’s). Daarbij wordt geld door de SVB overgemaakt naar zorgverleners in opdracht van burgers die zelf zorg inkopen (trekkingsrechten). De benodigde middelen komen uit het Fonds langdurige zorg (Flz).
Het Flz ontvangt ter financiering van zijn uitgaven (via de belastingdienst) de Wlz-premie. De Wlz-premie wordt geheven als percentage over het inkomen in de eerste en tweede belastingschijf, na aftrek van een deel van
In de wet is ook vastgelegd dat indien de gerealiseerde verhouding niet 1 op 1 is, er een correctie plaatsvindt in volgende jaren. Dit betekent dat als de verhouding van de gerealiseerde inkomsten in enig jaar anders uitvalt dan beoogd (bijvoorbeeld omdat de inkomensafhankelijke bijdrage € 200 miljoen tegenvalt), er in een volgend jaar allereerst weer wordt uitgegaan van een 50/50-verdeling (waardoor de inkomensafhankelijke bijdrage € 200 miljoen meer stijgt dan de nominale premie), maar daarnaast in vier jaar de «fout» van € 200 miljoen wordt weggewerkt door de inkomensafhankelijke bijdrage € 50 miljoen hoger vast te stellen dan het nominale deel.
3
de heffingskortingen. Deze heffingskortingen (die bestaan sinds de belastingherziening 2001) beperken voor burgers de te betalen loon- en inkomstenheffing. Ze beperken dus zowel de te betalen inkomsten- en loonbelasting als de te betalen premies volksverzekeringen (Wlz, AOW en ANW). Voor 2001 waren er aftrekposten die zwaarder drukten op de belastingen en minder op de premies volksverzekeringen. Het Flz ontvangt voorts van de overheid een bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK). Via deze bijdrage wordt het Flz gecompenseerd voor het drukkend effect op de Wlz-premies dat uitgaat van de belastingherziening 2001. Het Flz ontvangt daarnaast van burgers (via het CAK) de eigen bijdrage Wlz en betaalt rente aan de overheid.
In de Wlz wordt gestreefd naar een binnen een kabinetsperiode constante lastendekkende premie. In augustus 2014 is besloten tot een Wlz-premie van 9,65% voor deze kabinetsperiode, omdat bij die premie op basis van de toenmalige ramingen een vermogen van circa nul in 2017 resulteerde. Op basis van de actuele ramingen lijkt en per ultimo 2017 toch een tekort te resulteren.
Figuur 5: Financieringsstromen Wlz
Burgers |
Uitgaven Zorg |
Zorgverleners |
||||||
Zorgkantoren CAK |
||||||||
SVB |
||||||||
PGB |
||||||||
Eigen bijdragen |
Fonds langdurige zorg |
|||||||
ZiNl |
||||||||
Wlz-premie |
||||||||
BIKK |
Rente |
|||||||
Overheid |
||||||||
Belasting |
4.3 De financiering in 2017
4.3.1 Zorgverzekeringswet (Zvw)
Tabel 10 geeft een overzicht van de uitgaven en inkomsten uit hoofde van de Zorgverzekeringswet (Zvw)4.
De ontwikkelingen bij de financiering van de Zvw in 2017 worden gedomineerd door vier zaken:
– De (in historisch perspectief) lage groei van de zorguitgaven. Deze leidt tot een beperkte premiestijging en het niet oplopen van het eigen risico. – De afbouw van de rijksbijdrage die in 2015 is geïntroduceerd om de premiegevolgen van de overheveling geleidelijk te laten verlopen.
Hierdoor stijgen de premies. – De lage vaststelling van de nominale premie 2016 door verzekeraars.
Hierdoor is de beoogde 50/50-verhouding tussen nominale premie en inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) niet gerealiseerd. In 2017 moet deze 50/50-verhouding worden hersteld, waardoor de nominale premie meer moet stijgen dan de IAB. – De veronderstelde afbouw van reserves door verzekeraars. Dit drukt de premiestijging.
De Zvw-uitgaven vallend onder het BKZ worden voor 2017 geraamd op € 46,5 miljard; een groei van € 1,5 miljard ten opzichte van de uitgaven in 2016. De ontwikkeling van de Zvw-uitgaven wordt elders in dit Financieel Beeld Zorg toegelicht. De groei van de Zvw-uitgaven betreft vooral groei bij de zorguitgaven van zorgverzekeraars. Deze stijgen met € 1,4 miljard van 2016 naar 2017. De rechtstreekse betalingen vanuit het Zorgverzekeringsfonds (beschikbaarheidbijdragen en uitgaven in het kader van internationale verdragen) groeien naar verwachting met € 0,1 miljard.
Bij de beheerskosten en reserveopbouw van zorgverzekeraars wordt een daling van € 0,3 miljard verwacht ten opzichte van de raming voor 2016. Deze daling wordt deels veroorzaakt doordat de beheerskosten van zorgverzekeraars naar huidige inschatting lager uitkomen. Daarnaast zullen zorgverzekeraars in 2017 naar verwachting meer interen op hun reserves dan dat zij in 2016 deden5. Ondanks dat zorgverzekeraars in 2016
Enkele cijfers in deze paragraaf worden vertekend door zogenaamde DBC-hobbels. Verzekeraars dienen de schade in jaar t+1 die hoort bij DBC’s geopend in jaar t in jaar t te verantwoorden, terwijl bij verrichtingenfinanciering de schade uit jaar t+1 op jaar t+1 drukt. De overgang van verrichtingenfinanciering naar DBC’s leidt dus tot hogere schade; het verkorten van de dbc-duur leidt tot lagere schade. Het betreft echter geen echte extra schade, maar een schadelastverschuiving, die ook geen invloed heeft op de feitelijke inkomsten van zorgaanbieders. Deze schadelastverschuiving hangt ook niet samen met meer of minder geleverde zorg. Daarom zijn DBC-hobbels niet relevant voor het BKZ en het EMU-saldo. Om te voorkomen dat de niet-relevante schadelastverschuiving leidt tot effecten op de nominale premie, wordt de schadelastverschuiving volledig opgevangen via de vereveningsbijdrage. Om te voorkomen dat de vermogenseffecten van de niet-relevante DBC-hobbels bij het naar nul brengen van het vermogen van het zorgverzekeringsfonds tot premie-effecten leiden, wordt dit effect via bijstellingen van het normvermogen gecompenseerd. Om een zuiver zicht te krijgen op de echte ontwikkelingen is in de tabellen 10 en 11 gecorrigeerd voor DBC-hobbels. Er dedn zich DBC-hobbels voor in 2008 (stijging schadelast door introductie DBC’s in de curatieve ggz), in 2013 (stijging schadelast door introductie van DBC’s in de geriatrische revalidatiezorg), in 2014 (daling schadelast door de overheveling van de jeugd-ggz en daarmee de beëindiging van DBC’s per eind 2014) en in 2015 (daling schadelast MSZ door verkorting van de DBC-duur). Voor 2015 en 2016 is de reserveopbouw bij verzekeraars technisch bepaald als het saldo van de in deze begroting geraamde inkomsten van verzekeraars uit nominale premie, eigen betalingen en de vereveningsbijdrage enerzijds en de in deze begroting geraamde uitgaven van verzekeraars anderzijds.
5
middelen hebben ingezet ter verlaging van de premie beschikken zorgverzekeraars naar verwachting nog over voldoende reserves om ook de premieontwikkeling 2017 te mitigeren. Verondersteld wordt dat zorgverzekeraars in 2017 een significant deel van de overreserves gaan teruggeven (€ 2,0 miljard). Bij de raming van de premie is ervan uitgegaan dat zorgverzekeraars via een geleidelijke afbouw van de reserves inzetten op een stabiele premieontwikkeling. De verwachting is dat de solvabiliteitsratio van zorgverzekeraars – de verhouding tussen aanwezige solvabiliteit en minimaal vereiste solvabiliteit – weliswaar zal dalen, maar dat zij wel boven de minimale wettelijke eis zullen blijven. De overige baten van het ZVF (rentebaten, bijdragen van verdragsgerechtigden, kosten en opbrengsten wanbetalers en onverzekerden) zijn vrijwel constant.
Naar huidige inschatting zal het Zorgverzekeringsfonds per ultimo 2016 een vermogenssaldo van € 0,2 miljard hebben. Er dient in 2017 dus een overschot van € 0,2 miljard te worden weggewerkt.
De hierboven beschreven ontwikkeling van lasten, saldo en overige baten leidt ertoe dat er in 2017 € 45,3 miljard aan premies, rijksbijdragen en eigen betalingen nodig zijn; dit is € 0,4 meer dan in 2016. Van de € 45,3 miljard wordt € 0,9 miljard opgevangen door de rijksbijdrage HLZ. De resterende € 44,4 miljard wordt door de inkomensafhankelijke bijdragen, de nominale premie, de rijksbijdrage kinderen en de eigen betalingen gefinancierd zoals weergegeven in tabel 10. De ontwikkelingen daarbij worden later in deze paragraaf toegelicht.
Tabel 10 Financiering Zvw (bedragen x € 1 miljard) |
|||
2015 |
2016 |
2017 |
|
Uitgaven ten laste van de macropremielast |
|||
Zorguitgaven zorgverzekeraars |
41,1 |
42,5 |
43,9 |
Rechtstreekse uitgaven Zorgverzekeringsfonds |
2,3 |
2,5 |
2,5 |
BKZ-relevante uitgaven |
43,4 |
45,0 |
46,5 |
Beheerskosten/reserveopbouw zorgverzekeraars |
0,6 |
|
|
Overige baten zorgverzekeringsfonds4 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Saldo Zorgverzekeringsfonds |
0,2 |
0,7 |
|
Totaal te financieren |
44,3 |
44,9 |
45,3 |
Rijksbijdrage HLZ |
|
|
|
Te financieren uit premies /eigen betalingen |
42,5 |
43,6 |
44,4 |
Financiering |
|||
Inkomensafhankelijke bijdrage |
21,2 |
21,6 |
21,8 |
Nominale premie |
15,5 |
16,3 |
16,9 |
Rijksbijdrage kinderen |
2,5 |
2,5 |
2,5 |
Eigen betalingen |
3,2 |
3,2 |
3,2 |
Totaal |
42,5 |
43,6 |
44,4 |
Bron: VWS. De meeste cijfers in de kolom 2015 zijn afkomstig van of afgeleid van informatie van het Zorginstituut Nederland (ZiNL). De rechtstreekse uitgaven van het ZVF en het cijfer voor de zorguitgaven van zorgverzekeraars (voor alle sectoren behalve ziekenhuizen) zijn gebaseerd op ZiNL-informatie van juni 2016. Voor de ziekenhuizen is het cijfer deels gebaseerd op ZiNL- en deels op NZa-informatie. De nominale premie en de inkomensafhankelijke bijdrage zijn overgenomen van het CPB. De rijksbijdrage is gebaseerd op het VWS-jaarverslag en komt overeen met ZiNL-informatie van maart. Dit laatste geldt ook deels voor de post overige baten (rentebaten, wanbetalers, onverzekerden, verdragsgerechtigden). Deels is hierbij aangesloten bij het jaarverslag uitvoeringstaken van het ZiNL. De post beheerskosten/reserveopbouw zorgverzekeraars is het saldo van de nominale premies, eigen betalingen en de bijdrage aan verzekeraars uit het fonds enerzijds en de geraamde zorguitgaven van zorgverzekeraars anderzijds (toevoegingen en onttrekkingen aan reserves worden in deze post meegenomen).
Het Zorgverzekeringsfonds (ZVF)
In tabel 11 staan de uitgaven en inkomsten van het ZVF en de individuele zorgverzekeraars. Hierin staan de posten uit tabel 10, maar daarnaast betalingen van het fonds aan de zorgverzekeraars.
Tabel 11 Exploitatie en premiestelling Zvw (bedragen x € 1 miljoen) |
|||
2015 |
2016 |
2017 |
|
ZVF |
|||
Uitgaven |
25.282,1 |
24.821,1 |
25.323,1 |
– Uitkering aan zorgverzekeraars voor zorg |
22.824,3 |
22.218,7 |
22.669,8 |
– Uitkering voor beheerskosten kinderen |
153,3 |
143,9 |
138,5 |
– Rechtstreekse uitgaven ZVF |
2.304,5 |
2.458,4 |
2.514,8 |
Inkomsten |
25.516,8 |
25.481,7 |
25.167,6 |
– Inkomensafhankelijke bijdrage |
21.238,0 |
21.620,9 |
21.776,0 |
– Rijksbijdrage kinderen |
2.470,8 |
2.508,7 |
2.490,5 |
– Rijksbijdrage HLZ |
1.804,0 |
1.353,0 |
902,0 |
– Overige baten |
4,0 |
|
|
Exploitatiesaldo |
234,7 |
660,6 |
|
Idem, niet gecorrigeerd voor DBC-hobbels |
919,2 |
660,6 |
|
Vermogen ZVF |
|
|
|
Vermogensnorm |
|
|
|
Vermogenssaldo ZVF |
|
158,6 |
3,1 |
INDIVIDUELE VERZEKERAARS |
|||
Uitgaven |
41.742,6 |
41.812,7 |
42.937,5 |
– Zorg |
41.115,2 |
42.517,1 |
43.941,4 |
|
627,3 |
|
|
Inkomsten |
41.742,6 |
41.812,7 |
42.937,5 |
– Uitkering van ZVF voor zorg |
22.824,3 |
22.218,7 |
22.669,8 |
– Uitkering van ZVF voor beheerskosten kinderen |
153,3 |
143,9 |
138,5 |
– Nominale rekenpremie |
16.057,5 |
17.461,9 |
18.095,9 |
– Nominale opslagpremie |
|
|
|
– Eigen risico |
3.190,7 |
3.194,8 |
3.187,1 |
– Overige baten |
27,0 |
- |
- |
De grootste uitgavenpost van het Zorgverzekeringsfonds is de vereveningsbijdrage; de bijdrage aan de verzekeraars ter gedeeltelijke dekking van de zorgkosten. Deze bijdrage resulteert uit toepassing van de 50/50-regel. Die regel bepaalt – gegeven de totale lasten en gegeven de ontwikkeling van het eigen risico en de rijksbijdrage – hoe de inkomensafhankelijke bijdrage en de nominale premie zich moeten ontwikkelen. Daaruit volgt voor 2017 een stijging van de opbrengst van de nominale premie met € 0,7 miljard6. Gegeven de geraamde ontwikkeling van de zorguitgaven van verzekeraars, eigen betalingen, beheerskosten en reserveafbouw van verzekeraars, wordt dit mogelijk via een stijging van
De nominale premie en de IAB dienen beide met € 0,4 miljard te stijgen als bijdrage in de totale uit premies te financieren kosten. Daarnaast dient de nominale premie te stijgen en de IAB te dalen omdat de verzekeraars hun premie 2016 € 0,6 miljard lager hebben vastgesteld dan geraamd in de begroting 2016. Hierdoor is de beoogde 50/50 verdeling in 2016 niet bereikt. Om in 2017 weer op een 50/50 verdeling uit te komen dient de nominale premie € 0,3 miljard te stijgen en de IAB € 0,3 mld te dalen. Daarnaast is er een klein neerwaarts effect op nominale premie en een klein opwaarts effect op de IAB vanwege het corrigeren van de «fout» in de 50/50-verdeling over oude jaren. Over de jaren 2006 tot en met 2016 heeft de IAB naar huidige inschatting € 3,4 miljard meer opgeleverd dan de nominale inkomsten. Deze € 3,4 miljard dient in vier jaar te worden gecorrigeerd. Daarom wordt de IAB in 2017 € 0,8 miljard lager vastgesteld dan de raming van de nominale inkomsten. In de begroting 2016 was deze correctie nog € 0,9 miljard. Per saldo dient de nominale premie hierdoor € 0,7 miljard te stijgen.
6
de bijdrage uit het ZVF aan de zorgverzekeraars voor zorg met € 0,5 miljard7.
De inkomsten van het ZVF bestaan vooral uit de inkomensafhankelijke bijdrage en de rijksbijdrage ter dekking van de fictieve premielast van kinderen tot 18 jaar. Sinds 2015 is er daarnaast een tijdelijke rijksbijdrage HLZ. Via deze rijksbijdrage worden de per saldo resulterende gevolgen van de overheveling van AWBZ-uitgaven naar de Zvw en de overheveling van de jeugd-ggz van de Zvw naar de gemeenten op de premies gecompenseerd. In 2017 is de compensatie 40% en in 2018 wordt deze 20%.
De inkomensafhankelijke bijdrage stijgt van 2016 naar 2017 met € 0,2 miljard. Dit is het saldo van twee ontwikkelingen. De IAB stijgt met € 0,4 miljard vanwege de stijging van de in tabel 10 gepresenteerde totale uit premies te financieren kosten van 2015 op 2016 van € 0,8 miljard. Daar tegenover staat een daling van € 0,3 miljard als gevolg van een verschuiving binnen de lasten op grond van de 50/50-regel8. De rijksbijdrage voor kinderen daalt marginaal. Deze volgt de ontwikkeling van het aantal kinderen en de ontwikkeling van de geraamde nominale premie plus eigen betalingen. Zorgverzekeraars ontvangen uit het ZVF een vergoeding voor de beheerskosten van verzekerde kinderen die afhankelijk is van het aantal verzekerde kinderen. Via het ZVF lopen ook de overige baten (rentebaten, premievervangende bijdragen verdragsgerechtigden, kosten en opbrengsten wanbetalers en kosten en opbrengsten onverzekerden). Deze worden bij de inkomsten geboekt omdat ze niet relevant zijn voor het BKZ.
Zowel het feitelijk vermogen als het vermogenssaldo9 van het Zorgverzekeringsfonds groeien van 2015 op 2016 met € 0,7 miljard. Omdat het Zorgverzekeringsfonds per ultimo 2016 een vermogenssaldo van € 0,2 miljard heeft, dient dit overschot in 2017 te worden weggewerkt. Dat gebeurt via een negatief saldo in 2017.
De individuele verzekeraars
De uitgaven van de zorgverzekeraars bestaan uit de uitgaven aan zorg en de beheerskosten/reserveopbouw. De ontwikkeling hiervan is hiervoor toegelicht. Dat geldt ook voor de bijdrage die zorgverzekeraars ontvangen uit het ZVF ter gedeeltelijke dekking van de zorgkosten die zij moeten betalen. Zorgverzekeraars ontvangen ook het eigen risico van hun verzekerden. De opbrengst van het eigen risico blijft vrijwel gelijk van 2016 op 2017 omdat de indexering van het eigen risico niet leidt tot een bijstelling10.
In 2017 is de vereveningsbijdrage incidenteel met € 11,5 miljoen verhoogd in verband met de compensatie van verzekeraars voor de zogenaamde 365-dagen problematiek. Dit leidt bij de verzekeraars tot een incidentele verhoging van het saldo van € 11,5 miljoen, naast de reserveafbouw van € 2 miljard. Zie voetnoot 6.
De hoogte van het normvermogen resulteert uit het cumulatieve effect van de DBC-hobbels. Dit betreft het gevolg van de introductie van DBC’s in de GGZ in 2008 (– € 1.637 miljoen), de introductie van DBC’s in de geriatrische revalidatie in 2013 (– € 83 miljoen), het afschaffen van DBC’s in de jeugd-ggz bij overheveling naar de gemeenten in 2014 (+€ 346 miljoen). Cumulatief is dit – € 1.374 miljoen; het normvermogen in 2014. In 2015 stijgt het normvermogen met € 685 miljoen naar – € 689 miljoen vanwege de DBC-duurverkorting. 0 Het eigen risico wordt jaarlijks geïndexeerd confrom de stijging van de zorguitgaven. De uitkomst van deze berekening wordt naar beneden afgerond op veelvouden vijf euro. Van 2016 op 2017 is wel sprake van een uitgavenstijging. Die is echter zo klein dat geen stijging van vijf euro wordt bereikt, waardoor het eigen risico op € 385 blijft.
7
8
9
De totale geraamde nominale premie stijgt van 2016 op 2017 met € 0,7 miljard11. Deze stijging betreft een stijging van € 0,6 miljard bij de rekenpremie en van € 0,1 miljard bij de opslagpremie12.
De nominale premies en inkomensafhankelijke bijdragen Hiervoor is toegelicht hoe de uitgaven en inkomsten zich op macroniveau naar huidig inzicht ontwikkelen tussen 2016 en 2017. Daarbij wordt rekening gehouden met de huidige inzichten voor 2016. Die waren nog niet bekend toen de premies 2016 werden vastgesteld. Bij het verklaren van de premiestijging van 2016 naar 2017 op microniveau moet het huidige beeld 2017 worden vergeleken met het beeld 2016 ten tijde van de premievaststelling. Dat is bij de rekenpremie en de inkomensafhankelijke bijdrage de begroting 2016 en bij de opslagpremie de premiestelling door verzekeraars in het najaar van 2015. De opslagpremie is door de verzekeraars € 42 lager vastgesteld dan geraamd in de begroting. Verzekeraars waren daartoe in staat omdat ze uitgingen van lagere zorguitgaven, een grotere reserveafbouw en hogere overige kosten.
De inkomensafhankelijke bijdrage daalt van 6,75% in 2016 naar 6,65% in 2017. Bij de nominale premie wordt een stijging geraamd van € 42; van gemiddeld € 1.199 in 2016 naar gemiddeld € 1.241 in 2017. Voor deze bijstelling is een aantal oorzaken te benoemen.
Tabel 12 Oorzaken premieontwikkeling 2017 (in euro’s (nominale premie) |
en procentpunten (IAB)) |
|||
IAB |
Reken-premie |
Opslag- premie |
Nominale premie |
|
Premies in 2016 |
6,75% |
1.288 |
|
1.199 |
|
|
+27 |
- |
+27 |
|
|
|
- |
|
|
|
+5 |
|
|
|
0,07% |
+17 |
- |
+17 |
|
|
|
34 |
+20 |
|
|
+10 |
|
|
|
+0,00% |
|
- |
|
Totaal |
|
38 |
+4 |
42 |
Premies in 2017 |
6,65% |
1.326 |
|
1.241 |
-
a.Groei zorguitgaven De zorguitgaven komen naar huidige inschatting € 1,1 miljard hoger uit in 2017 dan volgens de raming 2016 van verzekeraars toen zij de premie 2016 bepaalden. Deze uitgavenstijging leidt – als ook rekening wordt gehouden met de stijging van het aantal verzekerden en de ontwikkeling van de eigen betalingen – tot een stijging van de nominale premie met € 27. De uitgavenstijging leidt ook tot een stijging van de noodzakelijke IAB-opbrengsten. Die komt, rekening houdend met de flinke toename van de IAB-grondslag, tot een daling van de inkomensafhankelijke bijdrage met 0,01 procentpunt.
-
b.Saldo Zorgverzekeringsfonds Voor 2017 wordt gerekend met een saldo van – € 0,2 miljard om een overschot weg te werken. Bij de premiestelling 2016 is gerekend met een saldo van nul. Dit impliceert een daling van het beoogde exploitatiesaldo in het ZVF met € 0,2 miljard. Dit leidt tot een daling
Zie voetnoot 4.
De daling van de opslagpremie is het saldo van lagere beheerskosten/exploitatiesaldi bij verzekeraars (– € 0,3 miljard) en het wegvallen in 2016 van het deel van de meevaller bij de zorguitgaven dat in 2015 toevalt aan de verzekeraars (€ 0,4 miljard). De stijging van de rekenpremie is het saldo van de stijging van de nominale premie (€ 0,7 miljard; zie voetnoot 5) en de daling van de opslagpremie (€ 0,1 miljard).
11
12
van de nominale premie met € 6 en tot een daling van de inkomensafhankelijke bijdrage met 0,02 procentpunt.
-
c.Reserveontwikkeling verzekeraars
Voor 2017 wordt gerekend met een afbouw van reserves van € 2,0 miljard. Dit is € 0,1 miljard meer dan de reserveafbouw waarvan verzekeraars uitgingen bij hun premiestelling 2016. De grotere reserveafbouw dan in 2016 werkt volledig door in lagere opslagpre-mies, die daardoor kunnen dalen met € 9. Omdat de reserveopbouw deel uit maakt van de totale uit premies te financieren last, dient de lagere reserveopbouw voor de helft neer te slaan in een lagere IAB en voor de helft in een lagere nominale premie. Dat gebeurt door de rekenpremie te verhogen (met € 5), waardoor de bijdrage aan verzekeraars daalt en een daling van de IAB met 0,02 procentpunt mogelijk wordt. De totale nominale premie daalt daarom met € 4 als gevolg van de reserveontwikkeling (€ 9 – € 5).
-
d.Afbouw rijksbijdrage HLZ
De overheveling van AWBZ-uitgaven naar de Zvw wordt deels gedekt via een tijdelijke rijksbijdrage HLZ die in vier jaar geleidelijk afloopt. Deze rijksbijdrage bedraagt € 1,4 miljard in 2016 en € 0,9 miljard in 2017. De daling van deze rijksbijdrage met € 0,4 miljard leidt tot een stijging van de nominale premie met € 17 en tot een stijging van de IAB met 0,07 procentpunt.
-
e.Rechttrekken 50/50-verhouding
De verzekeraars hebben de premie 2016 ruim € 40 lager vastgesteld dan geraamd in de VWS-begroting 2016. Dit was mogelijk omdat zij bij hun premiestelling uitgingen van lagere uitgaven dan waarmee VWS had gerekend en omdat ze meer reserves hebben afgebouwd dan verondersteld in de begroting. Indien in de VWS begroting al gerekend was met de lagere uitgaven en de grotere reserveafbouw, dan zou deze meevaller van € 0,6 miljard 50/50 verdeeld zijn over lagere nominale premie en lagere IAB. De verzekeraars hebben de meevaller geheel ingezet in lagere nominale premies. Die nominale premie is daardoor in 2016 lager uitgekomen dan resulteert uit de 50/50-verhouding. In de raming wordt er van uitgegaan dat in 2017 weer wordt voldaan aan de 50/50-verhouding. Daarnaast dient de «fout» uit het verleden in vier jaar gecompenseerd te worden. Dat leidt tot een stijging van de nominale premie met € 20 en tot een daling van de IAB met 0,11 procentpunt13.
-
f.Overige kosten verzekeraars
In de premiestelling 2016 hebben de verzekeraars rekening gehouden met € 1,3 miljard als saldo van bedrijfskosten, overige kosten en beleggingen. In de begroting wordt voor het saldo van beheerskosten en beleggingen gerekend met € 1,0 miljard. De daling van € 0,3 miljard leidt tot een daling van de nominale premie van € 11 en een daling van de inkomensafhankelijke bijdrage met circa 0,01 procentpunt.
De uitgavenmeevaller en de grotere inzet van reserves hebben een afwijkend effect op rekenen opslagpremie. Als de grotere inzet van reserves in 2015 was verwerkt in de begroting 2016, dan zou deze net als nu is gebeurd voor 100% zijn neergeslagen in de opslagpremie. Er zou dan echter ook een hogere rekenpremie zijn vastgesteld (die de bijdrage aan verzekeraars zou drukken en daarmee een IAB-verlaging mogelijk zou maken). De hogere rekenpremie moet nu nog worden verwerkt. Als de uitgavenmeevaller al in de begroting bekend zou zijn geweest, dan zou deze hebben geleid tot een daling van de rekenpremie en de IAB, maar niet tot een effect op de opslagpremie. De meevaller is nu juist volledig verwerkt in een lagere opslag-premie. Via een hogere opslagpremie en een lagere rekenpremie wordt dit effect nu gecorrigeerd. Per saldo leidt de 50/50 correctie dus vooral tot een hogere opslagpremie.
13
-
g.Overige posten en afronding
De ontwikkelingen bij de overige baten van het fonds en de rijksbijdrage voor kinderen leiden tot kleine bijstellingen. Deze effecten plus afrondingsverschillen leiden tot een daling van de nominale premie met € 1.
Tabel 13 Premieoverzicht Zvw1 |
|||
2015 |
2016 |
2017 |
|
Inkomensafhankelijke bijdrage normaal (in %) |
6,95 |
6,75 |
6,65 |
Inkomensafhankelijke bijdrage verlaagd (in %)2 |
4,85 |
5,50 |
5,40 |
Nominale rekenpremie |
1.196 |
1.288 |
1.326 |
Nominale opslagpremie (gemiddeld)3 |
|
|
|
Nominale premie totaal (gemiddeld)3 |
1.158 |
1.199 |
1.241 |
Nominale premie totaal 18- |
0 |
0 |
0 |
Verplicht eigen risico |
375 |
385 |
385 |
Standaardpremie3 |
1.408 |
1.468 |
1.482 |
Maximale zorgtoeslag eenpersoonshuishouden3 |
942 |
998 |
1.018 |
Maximale zorgtoeslag meerpersoonshuishou- |
|||
den3 |
1.791 |
1.905 |
1.947 |
1 Afgezien van de inkomensafhankelijke bijdrage betreft dit jaarbedragen in euro.
2 De zelfstandigen en gepensioneerden betalen de verlaagde inkomensafhankelijke bijdrage
3 Het cijfer 2017 betreft een raming.
Bron: VWS
De zorgtoeslag
De Wet op de zorgtoeslag bepaalt dat een huishouden maximaal een bepaald percentage van het inkomen dient bij te dragen aan de nominale premie en het verplicht eigen risico. De hoogte van de zorgtoeslag wordt bepaald door de standaardpremie (de geraamde gemiddelde nominale premie voor een zorgverzekering plus het geraamde gemiddelde te betalen bedrag vanwege het verplicht eigen risico) en het huishoudin-komen van de ontvanger14.
De percentages die bepalen hoeveel een huishouden zelf moet betalen wijzigen in 2017 omdat de zorgtoeslag als een van de middelen is ingezet om te komen tot een evenwichtig koopkrachtbeeld in 2017. Dit heeft er toe geleid dat de normpercentages voor alleenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens beperkt dalen ten opzichte van 2016.
De raming voor de standaardpremie 2017 bedraagt € 1.482. Dit komt overeen met de eerder genoemde raming van de nominale premie van € 1.241 plus het geraamde gemiddelde eigen risico. Per saldo zal door de ontwikkeling van de standaardpremie, de stijging van het wettelijk minimumloon en de hiervoor beschreven bijstellingen van de percentages de premiestijging voor rechthebbenden op zorgtoeslag voor circa 50% worden gecompenseerd via een stijging van de zorgtoeslag.
De Belastingdienst/toeslagen ontvangt – voordat de zorgtoeslag feitelijk wordt uitgekeerd – een geactualiseerde inschatting van de hoogte van de nominale premie nadat de zorgverzekeraars hun premie bekend hebben gemaakt.
14 Er geldt niet één percentage over het gehele inkomen. Elk huishouden dient een percentage van het minimumloon bij te dragen en huishoudens met een inkomen boven het minimumloon, dienen daarenboven nog een (ander) percentage van hun inkomen boven het minimumloon bij te dragen, Als de standaardpremie hoger is dan het bedrag dat het huishouden dient bij te dragen, wordt het verschil gecompenseerd via de zorgtoeslag.
4.3.2. Wet Langdurige Zorg (Wlz)
Tabel 14 Exploitatie en premiestelling Wlz (bedragen x € 1 miljoen) |
||||
2015 |
2016 |
2017 |
||
FONDS LANGDURIGE ZORG |
||||
Uitgaven |
19.915,9 |
19.823,4 |
20.024,0 |
|
– Zorguitgaven |
19.756,8 |
19.675,8 |
19.834,5 |
|
– Beheerskosten |
159,1 |
147,6 |
189,5 |
|
Inkomsten |
20.403,8 |
19.234,8 |
19.685,9 |
|
– Procentuele premie |
15.287,9 |
14.028,4 |
14.407,3 |
|
– Eigen bijdragen |
1.865,9 |
1.826,1 |
1.815,3 |
|
|
3.250,0 |
3.380,4 |
3.463,3 |
|
– Overige baten |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
|
Exploitatiesaldo |
487,9 |
|
|
|
Vermogen Algemeen |
Fonds |
487,9 |
|
|
Procentuele premie (in %) |
9,65 |
9,65 |
9,65 |
Bron: VWS
De uitgaven in het kader van de Wlz worden gefinancierd uit het Fonds Langdurige Zorg (Flz). Tabel 14 geeft een overzicht van de uitgaven en inkomsten van dit fonds.
De uitgaven in deze tabel komen overeen met de Wlz-uitgaven uit tabel 5. De inkomsten van het fonds worden gevormd door de premie-inkomsten, de eigen bijdragen en de Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK). De Wlz-premie is in de begroting 2015 vastgesteld op 9,65% omdat met dit percentage en de toenmalige ramingen per ultimo 2017 een vermogen van circa nul in het Flz zou ontstaan. Op basis van de huidige ramingen lijkt er per ultimo 2017 toch een tekort te resulteren.
4.4 Wat betaalt de gemiddelde burger aan zorg
Figuur 6 laat zien dat de gemiddelde volwassene in Nederland in 2017 op basis van de ramingen in deze begroting € 5.347 betaalt aan collectief gefinancierde zorg. Dat betreft niet alleen de nominale premie en de eigen betalingen (eigen risico Zvw en eigen bijdragen AWBZ). Een Nederlander betaalt gemiddeld ook een fors bedrag aan Wlz-premie. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt voor een beperkt deel rechtstreeks door burgers betaald (gepensioneerden en zelfstandigen) en voor het grootste deel door werkgevers. Dat laatste deel beïnvloedt de loonruimte en is daarom wel meegenomen. Via de zorgtoeslag ontvangt de gemiddelde burger een bedrag ter gedeeltelijke compensatie van de nominale premie en het eigen risico. Als laatste is meegenomen het bedrag dat via belastingen wordt opgebracht ter dekking van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven, de rijksbijdragen en de zorgtoeslag.
Het bedrag dat de gemiddelde burger bijdraagt aan de zorg stijgt van 2016 op 2017 met 0,4%. Dit is het saldo van een aantal, deels samenhangende ontwikkelingen. Zo stijgt de nominale premie van 2016 op 2017 omdat de rijksbijdrage HLZ daalt van 2015 op 2016. Die dalende rijksbijdrage leidt ertoe dat er via belasting minder hoeft te worden opgebracht. Daarnaast hangt de stijging van de zorgtoeslag rechtstreeks samen met de stijging van de nominale premie.
De bedragen in de figuur zijn een gemiddelde per volwassene. Sommige mensen betalen meer en anderen betalen minder. Hoeveel iemand precies betaalt is afhankelijk van zijn inkomen (en bij recht op zorgtoeslag ook van het inkomen van zijn partner). Huishoudens met een laag inkomen betalen minder dan € 5.347 per persoon en huishoudens met een hoger inkomen meer, omdat de meeste posten inkomensafhankelijk zijn. Dat is het geval bij de inkomensafhankelijke Wlz-premies, de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw (IAB), de inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wlz en de belastingen. Omdat huishoudens met een laag of middeninkomen een inkomensafhankelijke zorgtoeslag ontvangen ter compensatie van de nominale premie en het eigen risico, geldt ook bij de nominale premies en het eigen risico dat de nettolast hiervan in samenhang met de zorgtoeslag toeneemt met het inkomen.
Figuur 6: Lasten per volwassene aan zorg in 2016 en 2017 (in euro’s per jaar)
7.000
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 -1.000
€ 5.334 € 5.347 |
||||
1.595 |
1.596 |
|||
1.111 |
1.122 |
|||
1.370 |
1.345 |
|||
2016
2017
-
5.Meerjarige ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten
5.1. Ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten 2007–2017
Realisatiecijfers in de zorg ijlen nog enige jaren na. Daardoor kunnen er ook na het verschijnen van VWS-jaarverslagen nog aanpassingen in de cijfers plaatsvinden. In tabel 15 wordt de ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten voor de jaren 2007–2017 weergegeven zoals gemeld in de diverse VWS-jaarverslagen en de naar huidige inzichten actuele VWS-stand. De jaren 2012 en daarvoor zijn definitief.
Tabel 15 Ontwikkeling van |
de BKZ-uitgaven en |
-ontvangsten 2007–2017 (bedragen x |
€ 1 miljoen) |
||||||||
2007 |
2008 |
2009 |
20101 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
20152 |
20162 |
20172 |
|
BKZ-uitgaven en |
|||||||||||
-ontvangsten actuele |
|||||||||||
VWS-stand |
|||||||||||
Zorgverzekeringswet |
|||||||||||
(Zvw) |
|||||||||||
Bruto-uitgaven |
26.077 |
31.465 |
33.756 |
35.474 |
35.983 |
36.672 |
39.210 |
39.384 |
42.735 |
44.976 |
46.456 |
Ontvangsten |
2.047 |
1.311 |
1.364 |
1.481 |
1.499 |
1.932 |
2.666 |
3.125 |
3.218 |
3.195 |
3.187 |
Netto-uitgaven |
24.030 |
30.155 |
32.392 |
33.993 |
34.484 |
34.739 |
36.544 |
36.259 |
39.518 |
41.781 |
43.269 |
Wet langdurige zorg |
|||||||||||
(Wlz) |
|||||||||||
Bruto-uitgaven |
22.852 |
21.806 |
23.221 |
24.135 |
25.222 |
27.865 |
27.452 |
27.806 |
19.916 |
19.823 |
20.024 |
Ontvangsten |
1.618 |
1.618 |
1.594 |
1.478 |
1.620 |
1.697 |
1.915 |
1.971 |
1.866 |
1.826 |
1.815 |
Netto-uitgaven |
21.235 |
20.188 |
21.627 |
22.657 |
23.603 |
26.169 |
25.537 |
25.835 |
18.050 |
17.997 |
18.209 |
Begrotingsgefinancierde |
|||||||||||
BKZ-uitgaven |
|||||||||||
Bruto-Wmo 2015 |
|||||||||||
(Gemeentefonds) |
1.411 |
1.475 |
1.533 |
1.541 |
1.456 |
1.511 |
1.561 |
1.714 |
4.943 |
4.945 |
4.701 |
Bruto-Jeugdwet |
|||||||||||
(Gemeentefonds) |
2.034 |
1.920 |
1.835 |
||||||||
Bruto-overig |
|||||||||||
begrotingsgefinancierd |
|||||||||||
(VWS-begroting) |
636 |
783 |
824 |
1.327 |
1.820 |
1.893 |
594 |
577 |
491 |
486 |
530 |
Bruto-begrotingsgefinancierde |
|||||||||||
BKZ-uitgaven |
2.047 |
2.258 |
2.357 |
2.868 |
3.276 |
3.405 |
2.155 |
2.291 |
7.468 |
7.351 |
7.066 |
Ontvangsten |
39 |
63 |
73 |
51 |
21 |
||||||
Netto-begrotingsgefinancierde |
|||||||||||
BKZ-uitgaven |
2.047 |
2.219 |
2.294 |
2.794 |
3.226 |
3.384 |
2.155 |
2.291 |
7.468 |
7.351 |
7.066 |
Bruto-BKZ-uitgaven |
50.977 |
55.530 |
59.335 |
62.476 |
64.481 |
67.942 |
68.817 |
69.481 |
70.119 |
72.150 |
73.546 |
BKZ-ontvangsten |
3.665 |
2.968 |
3.022 |
3.032 |
3.170 |
3.650 |
4.581 |
5.096 |
5.084 |
5.021 |
5.002 |
Netto-BKZ-uitgaven |
47.312 |
52.562 |
56.313 |
59.444 |
61.312 |
64.292 |
64.237 |
64.385 |
65.035 |
67.129 |
68.544 |
1 Exclusief de eenmalige stimuleringsimpuls voor de bouw uit het aanvullend coalitieakkoord Balkenende IV (€ 320 miljoen) die niet aan het BKZ is toegerekend.
2 Ingaande 2015 is de Wet langdurige zorg in werking getreden.
Bron: Financieel Beeld Zorg uit de Jaarverslagen VWS, diverse jaren en de actuele VWS stand.
Figuur 7 Bijstellingen van de netto-BKZ-uitgaven Zvw en AWBZ/Wlz na het verschijnen van de VWS-jaarverslagen 2005–2015
2,0%
0,0%
-2,0%
0,7% 0,3% |
1,5% |
1,4% |
0,5% n |
|||||
-0,1% -0,6% |
U -0,9% |
-0,6% |
L -1,1% |
- |
2005 2006 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Procentuele bijstelling
In figuur 7 zijn de bijstellingen van de netto-BKZ-uitgaven van de Zvw en de AWBZ/Wlz na het verschijnen van de VWS-jaarverslagen grafisch weergegeven voor de jaren 2005–2015. Uit de grafiek blijkt dat de bijstellingen na publicatie van het jaarverslag een grillig patroon kennen. Er zijn zowel jaren waarin de zorguitgaven hoger zijn uitgekomen dan vermeld in het jaarverslag als jaren waarin de zorguitgaven neerwaarts zijn bijgesteld. De omvang van de bijstelling blijft in de meeste jaren binnen een bandbreedte van 1%, met een maximale uitschieter van 1,5% in 2008. Voor 2015 is vooralsnog sprake van een zeer beperkte bijstelling. De bijstelling voor het jaar 2015 wordt in het verdiepingshoofdstuk nader toegelicht.
5.2. Horizontale groeiontwikkeling van de zorguitgaven 2013–2017
In deze paragraaf wordt de horizontale groeiontwikkeling van de zorguitgaven grafisch weergegeven en toegelicht voor de periode van het Kabinet Rutte-Asscher (2013–2017). De horizontale groeiontwikkeling geeft de jaar op jaar ontwikkeling van de netto-BKZ-uitgaven weer.
Hierbij worden een tweetal groeiontwikkelingen onderscheiden: Nominale groeiontwikkeling;
De nominale groeiontwikkeling is de groei van de zorguitgaven inclusief de loon- en prijsontwikkeling. Reële groeiontwikkeling;
De reële groeiontwikkeling is de ontwikkeling van de zorguitgaven gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling van het BBP.
In figuur 8 is de horizontale groeiontwikkeling van de netto-BKZ-uitgaven, gecorrigeerd voor overhevelingen (zoals overheveling naar de begroting van VWS en V&J) en technische bijstellingen (zoals technische correctie in verband met verkorting dbc duur), grafisch weergegeven voor de jaren 2013-2017.
Figuur 8 Horizontale groeiontwikkeling van de totale zorguitgaven 2013–2017
70
69
68
67
66
65
64
63
62
61
60
68,7
67,3
65,9
64,7
64,2
0,8%
0,0%
-1,5%
2,1%
1,5%
1,3%
2013
2014
2015
2016
2017
10,0%
9,0%
8,0%
7,0%
6,0%
5,0%
4,0%
3,0%
2,0%
1,0%
0,0%
-1,0%
-2,0%
Netto-BKZ-uitgaven1
64,2
64,7
65,9
67,3
68,7
Nominale groei
-0,1%
0,8%
1,8%
2,1%
2,0%
Reële groei
-1,5%
0,0%
1,3%
1,5%
1,3%
Dit betreft de netto-BKZ-uitgaven gecorrigeerd voor overhevelingen en technische bijstellingen.
De gemiddelde reële groei van de totale zorguitgaven in de negen jaar (1997–2005) voor de introductie van de Zvw was 3,7%. De gemiddelde groei vanaf de introductie van de Zvw in 2006 (2007–2017) bedraagt naar verwachting 3,1%. De gemiddelde reële groei vanaf de introductie van de Zvw en vóór de Kabinetsperiode Rutte II (2007–2012)15 was 5,2%. De
15 Het jaar 2006 (overgangsjaar Zvw) is niet meegenomen in de berekening van de gemiddelde groeiontwikkeling.
1
gemiddelde reële groei binnen deze kabinetsperiode (2013–2017) bedraagt 0,5% en is daarmee lager dan de voorafgaande perioden. Deze trend doet zich voor bij zowel de totale zorguitgaven als bij de Zvw en AWBZ/Wlz.
Zvw-uitgaven
In figuur 9 is de horizontale groeiontwikkeling van de netto-Zvw-uitgaven, gecorrigeerd voor technische bijstellingen (zoals technische correctie in verband met verkorting dbc duur) en overhevelingen (zoals overhevelingen als gevolg van de hervorming AWBZ), grafisch weergegeven voor de jaren 2013–2017.
Figuur 9 Horizontale groeiontwikkeling netto-Zvw-uitgaven 2013–2017
50
45
40
35
30
25
20
15
10
31,7
31,6
33,0
34,2
35,2
-0,2% -0,4%
-1,2%
2013
2014
2015
2016
2017
14,0%
12,0%
10,0%
8,0%
6,0%
4,0%
2,0%
0,0%
-2,0%
Netto-Zvw-uitgaven1
31,7
31,6
33,0
34,2
35,2
Nominale groei
-0,2%
-0,4%
4,6%
3,5%
3,1%
Reële groei
-1,6%
-1,2%
4,2%
2,8%
2,3%
1 Dit betreft de netto-Zvw-uitgaven gecorrigeerd voor overhevelingen en technische bijstellingen.
De gemiddelde reële groei van de Zvw-uitgaven in de negen jaar (1997–2005) voor de introductie van de Zvw was 3,2%. De gemiddelde groei vanaf de introductie van de Zvw in 2006 (2007–2017) bedraagt naar verwachting 2,9%. De gemiddelde reële groei vanaf de introductie van de Zvw en vóór de Kabinetsperiode Rutte II (2007–2012) was 4,2%. De gemiddelde reële groei binnen deze kabinetsperiode (2013–2017) bedraagt 1,3% en is daarmee lager dan de voorafgaande perioden.
5
0
Uitgaven AWBZ/Wlz
In figuur 10 is de horizontale groeiontwikkeling van netto-AWBZ/Wlz-uitgaven, gecorrigeerd voor overhevelingen (zoals overhevelingen als gevolg van de hervorming AWBZ), grafisch weergegeven voor de jaren 2013–2017.
Figuur 10 Horizontale groeiontwikkeling netto-AWBZ/Wlz-uitgaven 2013–2017
30
29
28
29,7
29,5
29,2
28,9
-0,5%
0,9% 0,6% 0,3% 0,3%
2013
2014
2015
2016
30,1
1,3%
0,5%
2017
5,0%
4,0%
3,0%
2,0%
1,0%
0,0%
-1,0%
Netto-AWBZ/Wlz-uitgaven1
28,9
29,2
29,5
29,7
30,1
Nominale groei
0,8%
1,1%
1,0%
0,9%
1,3%
Reële groei
-0,5%
0,3%
0,6%
0,3%
0,5%
Dit betreft de netto-AWBZ/Wlz-uitgaven gecorrigeerd voor overhevelingen.
De gemiddelde reële groei van de AWBZ/Wlz in de zes jaar voor deze kabinetsperiode (2007–2012) was 5,3%. De gemiddelde reële groei in deze kabinetperiode (2013–2017) van 0,2% is fors lager dan de periode daarvoor.
1
-
6.Verdieping Financieel Beeld Zorg
6.1. Verdieping in de BKZ-deelsectoren
In deze verdiepingsparagraaf wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de uitgaven onder het BKZ. Deze verdiepingsparagraaf is opgedeeld in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). De bijstellingen zijn per deelsector toegelicht. Dit geeft een overzichtelijker en gedetailleerder beeld van de budgettaire ontwikkelingen binnen de afzonderlijke onderdelen van de zorg. De bijstellingen zijn weergegeven ten opzichte van de ontwerpbegroting 2016. De toelichtingen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: nominaal, autonoom, beleidsmatig en technisch.
Onder de categorie nominaal wordt de loon- en prijsbijstelling verantwoord. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op de deelsectoren nominaal en onverdeeld. Daar staat de raming voor de jaren 2017 tot en met 2021. De tranche 2016 is toegedeeld aan de sectoren.
De autonome bijstellingen bevatten onder meer de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut en de NZa. Verder wordt hieronder de nominale ontwikkeling als gevolg van de bijstelling van de loon- en prijsontwikkeling op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) opgenomen.
De beleidsmatige bijstellingen zijn het gevolg van politieke prioriteitstelling.
De technische bijstellingen betreffen voornamelijk herschikkingen en financieringsmutaties. Herschikkingen betreffen budgetneutrale verschuivingen tussen verschillende deelsectoren. Bij financieringsmutaties is sprake van een zeker tijdsverloop tussen het moment waarop de NZa de productieafspraken van partijen ontvangt en de verwerking daarvan in de budgetten en de bevoorschotting/declaraties van de instellingen. Als gevolg daarvan is het gebruikelijk dat de financiering binnen een jaargrens afwijkt van de uitgaven (budgetten) in dat jaar. Zo ontstaan zogeheten financieringsachterstanden of -voorsprongen. Deze bijstellingen worden in het daaropvolgende jaar verrekend. Tussen de jaren doen zich daardoor incidentele financieringsschuiven voor. Meerjarig gezien volgt de financiering echter altijd de uitgaven.
6.1.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)
In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Zvw in het afgelopen jaar en de doorwerking hiervan in de periode tot en met 2021. In tabel 16 wordt de opbouw van de Zvw-uitgaven en ontvangsten op deelsector niveau weergegeven. De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen, de nog niet uitgedeelde groeiruimte en loon- en prijsbijstellingen. In deze paragraaf wordt na tabel 16 verder per deelsector ingegaan op de bijstellingen die hebben plaatsgevonden tussen de 1e suppletoire begroting 2016 en de ontwerpbegroting 2017 en de meerjarige doorwerking.
Tabel 16 Opbouw van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten per |
sector (bedragen x € 1 miljoen) |
||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Eerstelijnszorg |
5.129,0 |
5.394,1 |
5.503,2 |
5.515,4 |
5.515,4 |
5.515,4 |
5.515,4 |
Huisartsenzorg |
2.581,8 |
2.781,0 |
2.857,8 |
2.859,7 |
2.859,7 |
2.859,7 |
2.859,7 |
Multidisciplinaire zorgverlening |
468,9 |
460,4 |
471,6 |
471,9 |
471,9 |
471,9 |
471,9 |
Tandheelkundige zorg Zvw |
739,2 |
739,6 |
727,5 |
727,5 |
727,5 |
727,5 |
727,5 |
Paramedische zorg |
675,9 |
702,5 |
723,8 |
733,8 |
733,8 |
733,8 |
733,8 |
Verloskunde |
215,2 |
221,1 |
226,0 |
226,0 |
226,0 |
226,0 |
226,0 |
Kraamzorg |
298,2 |
312,6 |
319,7 |
319,7 |
319,7 |
319,7 |
319,7 |
Zintuiglijk gehandicapten |
149,8 |
176,9 |
176,9 |
176,9 |
176,9 |
176,9 |
176,9 |
Tweedelijnszorg |
22.305,4 |
23.272,2 |
23.559,2 |
23.489,2 |
23.446,5 |
23.398,9 |
23.363,4 |
Medisch-specialistische zorg |
20.353,3 |
21.306,7 |
21.335,6 |
21.258,7 |
21.215,9 |
21.168,3 |
21.132,8 |
Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijns |
|||||||
verblijf |
703,6 |
734,9 |
976,7 |
976,7 |
976,7 |
976,7 |
976,7 |
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg |
644,9 |
668,7 |
663,1 |
669,8 |
669,9 |
669,9 |
669,9 |
Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten |
|||||||
academische zorg |
36,7 |
49,8 |
52,9 |
53,0 |
53,0 |
53,0 |
53,0 |
Beschikbaarheidbijdrage overig medisch- |
|||||||
specialistische zorg |
76,7 |
83,3 |
89,1 |
89,1 |
89,1 |
89,1 |
89,1 |
Garantieregeling kapitaallasten |
77,7 |
||||||
Overig curatieve zorg |
412,5 |
428,8 |
441,8 |
441,8 |
441,8 |
441,8 |
441,8 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg |
3.564,7 |
3.735,7 |
3.807,9 |
3.816,6 |
3.820,6 |
3.820,6 |
3.820,6 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg |
3.564,7 |
3.735,7 |
3.807,9 |
3.816,6 |
3.820,6 |
3.820,6 |
3.820,6 |
Genees- en hulpmiddelen |
6.010,7 |
6.230,1 |
6.445,7 |
6.460,1 |
6.459,1 |
6.457,1 |
6.457,1 |
Geneesmiddelen |
4.491,2 |
4.639,6 |
4.840,6 |
4.853,7 |
4.852,8 |
4.850,8 |
4.850,8 |
Hulpmiddelen |
1.519,4 |
1.590,5 |
1.605,1 |
1.606,4 |
1.606,3 |
1.606,3 |
1.606,3 |
Wijkverpleging |
3.181,1 |
3.431,7 |
3.612,8 |
3.714,4 |
3.722,4 |
3.730,9 |
3.728,5 |
Wijkverpleging |
3.181,1 |
3.431,7 |
3.612,8 |
3.714,4 |
3.722,4 |
3.730,9 |
3.728,5 |
Ziekenvervoer |
614,8 |
665,9 |
710,2 |
710,2 |
707,9 |
707,9 |
707,9 |
Ambulancevervoer |
503,7 |
549,3 |
591,8 |
591,8 |
589,5 |
589,5 |
589,5 |
Overig ziekenvervoer |
111,1 |
116,6 |
118,5 |
118,5 |
118,5 |
118,5 |
118,5 |
Opleidingen |
1.217,2 |
1.268,3 |
1.293,5 |
1.255,0 |
1.168,4 |
1.153,1 |
1.146,0 |
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen Zvw |
1.217,2 |
1.268,3 |
1.293,5 |
1.255,0 |
1.168,4 |
1.153,1 |
1.146,0 |
Grensoverschrijdende zorg |
712,3 |
797,8 |
775,7 |
774,9 |
774,1 |
773,3 |
772,5 |
Grensoverschrijdende zorg |
712,3 |
797,8 |
775,7 |
774,9 |
774,1 |
773,3 |
772,5 |
Nominaal en onverdeeld |
179,7 |
748,0 |
2.671,3 |
4.776,0 |
7.115,4 |
9.687,2 |
|
Nominaal en onverdeeld |
179,7 |
748,0 |
2.671,3 |
4.776,0 |
7.115,4 |
9.687,2 |
|
Bruto-Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2017 |
42.735,3 |
44.975,5 |
46.456,2 |
48.407,2 |
50.390,3 |
52.672,6 |
55.198,6 |
Eigen risico Zvw |
3.190,7 |
3.194,8 |
3.187,1 |
3.350,0 |
3.509,2 |
3.665,1 |
3.859,6 |
Eigen bijdrage Zvw |
27,0 |
||||||
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2017 |
3.217,7 |
3.194,8 |
3.187,1 |
3.350,0 |
3.509,2 |
3.665,1 |
3.859,6 |
Netto-Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2017 |
39.517,5 |
41.780,7 |
43.269,0 |
45.057,2 |
46.881,1 |
49.007,5 |
51.338,9 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens.
In figuur 11 is de samenstelling van de Zvw-uitgaven per sector weergegeven voor het jaar 2017.
Figuur 11 samenstelling Zvw-uitgaven 2017
Grensoverschrijdende zorg 2%
Wijkverpleging 8%
Nominaal en onverdeeld
1%
Eerstelijnszorg1 12%
Opleidingen 3%
Geestelijke gezondheidszorg
8%
Genees- en hulpmiddelen
14%
Ziekenvervoer
1%
Tweedelijnszorg 51%
1 De eerstelijnszorg bevat vanaf 2015 ook de multidisciplinaire zorg.
Huisartsen (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015
Bijstellingen 1e suppletoire begroting
2016
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
2.696,1 |
2.762,3 |
2.830,6 |
2.832,4 |
2.832,4 |
2.832,4 |
2.832,4 |
|
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
18,7 |
18,9 |
18,9 |
18,9 |
18,9 |
18,9 |
|
|
8,3 |
8,3 |
8,3 |
8,3 |
8,3 |
Stand ontwerpbegroting 2017
2.581,8
2.781,0
2.857,8
2.859,7
2.859,7
2.859,7
2.859,7
Deze sector bevat de huisartsenzorg. Deze bestaat uit bijzondere betalingen, avond- nacht en weekenddiensten, inschrijftarieven, consultarieven, overige tarieven, resultaatbeloning & zorgvernieuwing huisartsen, verloskundige hulp door huisartsen en het deel van de kwaliteitsgelden dat betrekking heeft op ondersteuning van de eerstelijnszorg.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Autonoom
Actualisering
Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt in 2015 een bijstelling plaats van € 9,2 miljoen. Met het oog op de afspraken in het Bestuurlijk akkoord eerstelijn wordt deze meevaller incidenteel verwerkt.
9,2
Technisch
Substitutie schuif ggz-haz De kaders voor curatieve ggz en de huisartsenzorg worden per 2017 structureel bijgesteld op basis van de uitkomsten van de «Substitutiemonitor – Rapportage afsprakenmonitor juli 2015».
8,3
8,3
8,3
8,3
8,3
Multidisciplinaire zorgverlening (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
434,4 |
445,2 |
456,3 |
456,6 |
456,6 |
456,6 |
456,6 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 |
31,7 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting |
|||||||
2016 |
0,0 |
15,3 |
15,3 |
15,3 |
15,3 |
15,3 |
15,3 |
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
2,8 |
0,0 |
|
|
|
0,0 |
|
Stand ontwerpbegroting 2017 |
468,9 |
460,4 |
471,6 |
471,9 |
471,9 |
471,9 |
471,9 |
De multidisciplinaire zorgverlening (MDZ)betreft ketenzorg |
en geïntegreerde eerstelijnszorg. Binnen de ketens wordt zorg |
verleend |
|||||
waarbij zorgaanbieders van diverse disciplines de zorgonderdelen in samenhang en |
in samenwerking |
met de betreffende patiënt |
|||||
leveren. |
|||||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|||||||
Autonoom |
|||||||
Actualisering |
2,8 |
||||||
Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde |
|||||||
cijfers ontvangen met betrekking tot de |
|||||||
gerealiseerde uitgaven in 2015. Als |
|||||||
gevolg daarvan vindt in 2015 een |
|||||||
bijstelling plaats van € 2,8 miljoen. Met |
|||||||
het oog op de afspraken in het Bestuurlijk |
|||||||
akkoord eerstelijn wordt deze bijstelling |
|||||||
incidenteel verwerkt. |
Tandheelkundige zorg Zvw (bedragen x € 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016 |
728,0 |
717,4 |
717,4 |
717,4 |
717,4 |
717,4 |
717,4 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 |
9,8 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting |
|||||||
2016 |
0,0 |
20,7 |
20,7 |
20,7 |
20,7 |
20,7 |
20,7 |
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
1,4 |
1,4 |
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2017 |
739,2 |
739,6 |
727,5 |
727,5 |
727,5 |
727,5 |
727,5 |
Deze deelsector bevat de eerstelijns tandheelkundige zorg.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Autonoom
Actualisering
Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele bijstelling plaats van € 1,4 miljoen.
1,4
1,4
1,4
1,4
1,4
1,4
1,4
Beleidsmatig
Implantaten fronttanden Uitbreiding van de periode voor aanspraak op fronttandvervanging voor jeugdig verzekerden leidt tot structureel hogere uitgaven binnen het tandheelkundig kader van € 1,4 miljoen. Om de huidige aanspraak een effectieve aanspraak te laten maken hebben jeugdig verzekerden tot en met hun 22e levensjaar recht hebben op een uitgestelde behandeling van fronttandver-vanging binnen de reeds gestelde voorwaarden.
1,4
1,4
1,4
1,4
1,4
Indicatiestelling gebitsprothese Gewijzigde richtlijnen, strengere indicatiestelling en wijziging in eigen bedragen systematiek voor de gebitsprothesen leiden tot lagere uitgaven binnen het tandheelkundig kader.
19,4
19,4
19,4
19,4
19,4
Uitdeling groeiruimte tranche 2017 Dit betreft de uitdeling van de groei-ruimte tranche 2017.
5,9
5,9
5,9
5,9
5,9
Paramedische zorg (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
685,0 |
700,8 |
700,8 |
700,8 |
700,8 |
700,8 |
700,8 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 |
|
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting |
|||||||
2016 |
0,0 |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
0,4 |
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
1,3 |
1,3 |
22,6 |
32,6 |
32,6 |
32,5 |
32,5 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
675,9 |
702,5 |
723,8 |
733,8 |
733,8 |
733,8 |
733,8 |
waarvan fysiotherapie |
471,8 |
488,7 |
496,7 |
496,7 |
496,7 |
496,7 |
496,7 |
waarvan oefentherapie |
20,2 |
20,9 |
31,2 |
41,2 |
41,2 |
41,2 |
41,2 |
waarvan logopedie |
117,2 |
119,5 |
121,3 |
121,3 |
121,3 |
121,3 |
121,3 |
waarvan ergotherapie |
33,1 |
34,1 |
34,5 |
34,5 |
34,5 |
34,5 |
34,5 |
waarvan dieetadvisering |
33,5 |
39,4 |
40,1 |
40,1 |
40,1 |
40,1 |
40,1 |
De paramedische zorg omvat fysiotherapie, oefentherapie Caesar, oefentherapie Mensendieck, logopedie, ergotherapie en |
dieetadvi- |
||||||
sering. Dieetadvisering werd voorheen afzonderlijk gepresenteerd. |
|||||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|||||||
Autonoom |
|||||||
Actualisering |
1,3 |
1,3 |
1,3 |
1,3 |
1,3 |
1,3 |
1,3 |
Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde |
|||||||
cijfers ontvangen met betrekking tot de |
|||||||
gerealiseerde uitgaven binnen de |
|||||||
paramedische zorg in 2015. Als gevolg |
|||||||
daarvan vindt er per saldo een structurele |
|||||||
bijstelling plaats van € 1,3 miljoen. |
2015
2016 2017 2018 2019
2020
2021
Beleidsmatig
Oefentherapie bij claudicatio intermittens De aanspraak oefentherapie bij claudi-catio intermittens (etalagebenen) bij perifeer arterieel vaatlijden in fase 2 wordt met ingang van 1 januari 2017 gewijzigd, waardoor aanspraak bestaat op 37 behandelingen gesuperviseerde oefentherapie verspreid over een jaar. Hierbij zullen voor verzekerden van 18 jaar en ouder ook de eerste 20 behandelingen met deze gesuperviseerde oefentherapie ten laste van de Zvw worden vergoed. Door toepassing van een stepped-care-benadering bij de behandeling van claudicatio intermittens fase 2 zal het aantal invasieve behandelingen door een vaatchirurg aanzienlijk worden verminderd en worden de kosten binnen de medisch specialistische zorg bespaard. Volgens berekeningen van het Zorginstituut nemen de kosten voor oefentherapie per saldo met € 20 miljoen per jaar toe en bedragen de besparingen in de medisch-specialistische zorg € 41,5 miljoen. Voor zover de besparingen in de MSZ niet nodig zijn voor dekking van de meerkosten voor oefentherapie, kunnen ze in de MSZ worden ingezet voor de feitelijke invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer. In welke mate de beoogde effecten ook daadwerkelijk worden bereikt is afhankelijk van de mate waarin in de praktijk vorm en inhoud wordt gegeven aan gesuperviseerde oefentherapie. Daarom wordt voor het invoeringsjaar 2017 gerekend met de helft van de bedragen die het Zorgin-stituut noemt.
10,0
20,0
20,0
20,0
20,0
Uitdeling groeiruimte tranche 2017 Dit betreft de uitdeling van de groei-ruimte tranche 2017.
11,3
11,3
11,3
11,2
11,2
Verloskunde (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
224,4
0,0
|
229,4 0,0
|
229,4 0,0
|
229,4 0,0
|
229,4 0,0
|
229,4 0,0
|
229,4 0,0
|
Stand ontwerpbegroting 2017 |
215,2 |
221,1 |
226,0 |
226,0 |
226,0 |
226,0 |
226,0 |
Deze deelsector bevat de extramuraal verstrekte verloskundige zorg. huisartsen opgenomen. |
De verloskundige |
zorg verricht door huisartsen is bij de deelsector |
|||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|||||||
Autonoom Actualisering Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele bijstelling plaats van € 1,3 miljoen. |
|
|
|
|
|
|
|
Beleidsmatig Uitdeling groeiruimte tranche 2017 Dit betreft de uitdeling van de groei-ruimte tranche 2017. |
4,9 |
4,9 |
4,9 |
4,9 |
4,9 |
Kraamzorg (bedragen x € 1 miljoen) |
||||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
||
Stand ontwerpbegroting 2016 Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
313,2
0,0 0,0 |
320,5 0,0
|
320,5 0,0
|
320,5 0,0
|
320,5 0,0
|
320,5 0,0
|
320,5 0,0
|
|
Stand ontwerpbegroting 2017 |
298,2 |
312,6 |
319,7 |
319,7 |
319,7 |
319,7 |
319,7 |
|
Op deze sector worden de uitgaven voor kraamzorg geraamd en verantwoord. De kraamzorg is tweeledig. Allereerst houdt deze de partusassistentie in: de ondersteuning van de verloskundige bij de bevalling. Daarnaast levert de kraamverzorgende hulp gedurende de eerste dagen na de bevalling en geeft zij advies met betrekking tot de verzorging van de pasgeborene en de kraamvrouw. Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
||||||||
Beleidsmatig Uitdeling groeiruimte tranche 2017 Dit betreft de uitdeling van de groei-ruimte tranche 2017. |
7,1 |
7,1 |
7,1 |
7,1 |
7,1 |
Zintuiglijk gehandicapten (bedragen x € 1 miljoen) |
||
2015 |
2016 2017 2018 2019 2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 172,7 |
174,1 174,1 174,1 174,1 174,1 |
174,1 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 – 23,7 |
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 |
0,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting |
||
2016 0,0 |
2,8 2,8 2,8 2,8 2,8 |
2,8 |
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 0,8 |
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 |
0,0 |
Stand ontwerpbegroting 2017 149,8 |
176,9 176,9 176,9 176,9 176,9 |
176,9 |
Zorg aan zintuiglijk beperkten (auditief en/of communicatief beperkten, visueel beperkten en doofblinden) valt sinds 1 januari |
2015 |
|
onder de Zvw. |
||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
||
Autonoom |
||
Actualisering 0,8 |
||
Zo kort na de overheveling vanuit de |
||
(oude) AWBZ naar de Zvw zijn er nog |
||
geen goede gegevens over deze sector |
||
beschikbaar en is het zorggebruik nog |
||
niet stabiel. De bijstelling van € 0,8 |
||
miljoen is, net als bij het jaarverslag, |
||
alleen voor 2015 verwerkt. Reden |
||
hiervoor is dat zorgaanbieders hebben |
||
aangegeven dat er sprake is van forse |
||
uitval van de productie. De achtergrond |
||
hiervan wordt nog nader onderzocht. |
Medisch-specialistische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015
Bijstellingen 1e suppletoire begroting
2016
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
20.353,3 |
21.145,8 |
21.153,8 |
21.075,5 |
21.033,2 |
20.986,2 |
20.986,2 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
149,2 |
265,9 |
268,9 |
268,5 |
267,9 |
267,4 |
0,0 |
11,8 |
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2017
20.353,3 21.306,7 21.335,6 21.258,7 21.215,9 21.168,3
21.132,8
In deze sector vallen met ingang van 2015 de instellingen voor medisch-specialistische zorg inclusief mondziekten en kaakchirurgie en de honoraria voor de vrijgevestigde medisch specialisten.
In de 1e suppletoire begroting 2016 is een korting op het mbi-kader msz verwerkt van € 70 miljoen in 2016 op basis van besluitvorming over de geconstateerde overschrijding in 2012, alsmede € 29 miljoen in 2017 in verband met de overschrijding in 2013. De besluitvorming over de overschrijding 2013 is gebaseerd op de stand jaarverslag 2015 (voorjaar 2016). Uit de definitieve gegevens over de schadelast 2013 die bij de voorbereiding van de begroting 2017 beschikbaar zijn gekomen, blijkt dat de uitgaven voor instellingen in de medisch-specalialistische zorg in 2013 € 69 miljoen hoger waren; daar staat tegenover dat de uitgaven voor vrijgevestigde medisch specialisten € 31 miljoen lager waren. De actualisatie van oudere jaren zal worden toegelicht in de verdiepingsbijlage van het jaarverslag over 2016.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Invulling stringent pakketbeheer MSZ In verband met de taakstelling stringent pakketbeheer wordt in 2017 € 125 miljoen en vanaf 2018 € 150 miljoen afgeboekt van het mbi-kader voor de medisch-specialistische zorg.
125,0
150,0
150,0
150,0
150,0
Niet gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven
Dit betreft een korting op het kader MSZ in verband met de niet gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven, conform de afspraken hierover in het bestuurlijk akkoord MSZ. Als ook in 2016 de besparing achterblijft bij de in het akkoord afgesproken opbrengst, volgt een korting voor het kader voor 2017. Vooralsnog gaan we daarbij uit van een bedrag van € 10 miljoen.
10,0
Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) De Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) betreft een screening tijdens de zwangerschap. De test kan onder andere het downsyndroom opsporen zonder dat er sprake is van een verhoogd risico op een miskraam. Omdat eventuele opname in het basispakket afhankelijk is van de advisering van het Zorginstituut kan de NIPT als eerste test niet eerder dan per 2018 opgenomen worden in het basispakket. In eerste instantie (2017) zal de eventuele bekostiging derhalve lopen via een subsidieregeling ten laste van het begrotingsgefinancierd BKZ (€ 26 miljoen).
26,0
26,0
26,0
26,0
2015
2016 2017 2018 2019
2020
2021
Plastische chirurgie Dit betreft een pakketuitbreiding voor borstvergroting bij agenesie of aplasie van de borst, ooglidcorrectie bij ernstige en objectiveerbare gezichtsveldbeperking en circumcisie om medische redenen. De genoemde ingrepen zullen per 1 januari 2017 aan de te verzekeren prestaties van de Zvw worden toegevoegd.
14,8
14,8
14,8
14,8
14,8
Oploop besparing regeerakkoord Rutte-Verhagen
In het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-Verhagen is een besparing opgenomen in verband met een pakket aan maatregelen (uitbreiden B-segment, invoering DOT, beperking ex-post verevening). Deze besparing bedroeg € 40 miljoen in 2014 en loopt uiteindelijk op tot € 325 miljoen in 2021. De oploop in eerdere jaren is reeds verwerkt in het budgettaire kader van het Hoofdlijnenakkoord 2011 en de begrotingen 2012, 2014, 2015 en 2016. De (laatste) oploop in 2021 wordt thans verwerkt.
35,0
Overheveling middelen migrantenproble-matiek
Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn extra middelen toegevoegd ten behoeve van extra uitgaven als gevolg van de verhoogde toestroom van migranten. Deze stonden voorlopig geparkeerd op de sector nominaal en onverdeeld. Een deel van deze middelen wordt nu toegevoegd aan de sector msz.
11,8
38,3
47,5
47,5
47,5
47,5
Technisch
Overheveling ZBO weefsels naar de begroting
Op grond van onderzoeken naar de meest wenselijke structuur van de weefselketen en de daarin gewenste financiering, wordt het ZBO weefsels van de Nederlandse Transplantatiestichting met ingang van 2018 vanuit de begroting van VWS gefinancierd in plaats vanuit het tarief voor de cornea’s.
4,0
4,0
4,0
4,0
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Oefentherapie bij claudicatio intermittens De aanspraak oefentherapie bij claudi-catio intermittens (etalagebenen) bij perifeer arterieel vaatlijden in fase 2 wordt met ingang van 1 januari 2017 gewijzigd, waardoor aanspraak bestaat op 37 behandelingen gesuperviseerde oefentherapie verspreid over een jaar. Hierbij zullen voor verzekerden van 18 jaar en ouder ook de eerste 20 behandelingen met deze gesuperviseerde oefentherapie ten laste van de Zvw worden vergoed. Door toepassing van een stepped-care-benadering bij de behandeling van claudicatio intermittens fase 2 zal het aantal invasieve behandelingen door een vaatchirurg aanzienlijk worden verminderd en worden de kosten binnen de medisch specialistische zorg bespaard. Volgens berekeningen van het Zorginstituut nemen de kosten voor oefentherapie per saldo met € 20 miljoen per jaar toe. Het MSZ kader wordt neerwaarts bijgesteld met dit bedrag. In totaal bedragen de besparingen in de medisch-specialistische zorg € 41,5 miljoen. Voor zover de besparingen in de MSZ niet nodig zijn voor dekking van de meerkosten voor oefentherapie, kunnen ze in de MSZ worden ingezet voor de feitelijke invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer. In welke mate de beoogde effecten ook daadwerkelijk worden bereikt is afhankelijk van de mate waarin in de praktijk vorm en inhoud wordt gegeven aan gesuperviseerde oefentherapie. Daarom wordt voor het invoeringsjaar 2017 gerekend met de helft van de bedragen die het Zorgin-stituut noemt.
10,0
20,0
20,0
20,0
20,0
Overheveling Ruxolitinib Dit betreft de overheveling van het geneesmiddel Ruxolitinib van het geneesmiddelenkader naar de medisch-specialistische zorg. Net als in 2015 en
2016 worden de middelen voor het jaar
2017 incidenteel overgeheveld, aangezien er nog onvoldoende bekend is over de structurele kosten van dit medicijn.
7,9
Geriatrische revalidatiezorg en eerstelijns verblijf (bedragen x € 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016 755,7 777,3 882,9 883,9 883,9 883,9 883,9
Bijstellingen jaarverslag 2015 – 38,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 0,0 – 16,7 76,9 75,9 75,9 75,9 75,9
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 – 14,0 – 25,8 16,9 16,9 16,9 16,9 16,9
Stand ontwerpbegroting 2017 |
703,6 |
734,9 |
976,7 |
976,7 |
976,7 |
976,7 |
976,7 |
waarvan Geriatrische revalidatiezorg waarvan Eerstelijns verblijf |
703,6 |
734,9 |
743,7 233,0 |
743,7 233,1 |
743,7 233,1 |
743,7 233,1 |
743,7 233,1 |
Geriatrische revalidatiezorg richt zich op kwetsbare ouderen met meerdere aandoeningen, die in het ziekenhuis een medisch-specialistische behandeling hebben ondergaan. Deze oudere cliënten hebben behoefte aan een multidisciplinaire revalidatiebehan-deling die aan hun individuele herstelmogelijkheden en trainingstempo is aangepast en rekening houdt met andere aandoeningen. Geriatrische revalidatie onderscheidt zich daarmee in zorginhoud en cliëntgroep van de medisch-specialistische revalidatie. Doel is hen te helpen terug te keren naar de oude woonsituatie en maatschappelijk te blijven participeren.
Verblijf dat medisch noodzakelijk is in verband met geneeskundige zorg valt onder de Zorgverzekeringswet. Verblijf in verband met «zorg zoals huisartsen die plegen te bieden – het zogenoemde eerstelijns verblijf – is onder deze aanspraak mogelijk.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Autonoom
Actualisering geriatrische revalidatiezorg De uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. De lagere uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg in 2015 worden structureel verondersteld.
14,0
25,8
25,8
25,8
25,8
25,8
25,8
Actualisering eerstelijns verblijf Op grond van (voorlopige) realisatiecijfers in 2015 en de eerste maanden van 2016 wordt uitgegaan van hogere uitgaven voor de eerstelijns verblijf.
32,4
32,4
32,4
32,4
32,4
Beleidsmatig
Uitdeling groeiruimte tranche 2017
Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.
10,3
10,3
10,3
10,3
10,3
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg |
(bedragen x € 1 |
miljoen) |
|||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
642,6 2,3 0,0 0,0 |
660,0 0,0 8,8 0,0 |
654,4 0,0 8,7 0,0 |
661,0 0,0 8,8 0,0 |
661,1 0,0 8,8 0,0 |
661,1 0,0 8,8 0,0 |
661,1 0,0 8,8 0,0 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
644,9 |
668,7 |
663,1 |
669,8 |
669,9 |
669,9 |
669,9 |
De academische ziekenhuizen en het NKI-AVL krijgen in verband met hun publieke taken onderzoek en innovatie – een beschikbaarheidbijdrage academische zorg. |
– het leveren |
van topreferente zorg en |
Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg |
(bedragen x € 1 |
miljoen) |
||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
||
Stand ontwerpbegroting 2016 Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
47,3
0,0 - 0,0 |
49,4 0,0 0,4 0,0 |
52,5 0,0 0,5 - 0,0 |
52,6 0,0 0,5 - 0,0 |
52,6 0,0 0,5 - 0,0 |
52,6 0,0 0,5 - 0,0 |
52,6 0,0 0,5 - 0,0 |
|
Stand ontwerpbegroting 2017 |
36,7 |
49,8 |
52,9 |
53,0 |
53,0 |
53,0 |
53,0 |
|
De academische ziekenhuizen krijgen voor |
de kapitaallasten die samenhangen met de academische |
zorg een |
beschikbaarheidbijdrage. |
Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016 |
74,4 |
82,2 |
82,2 |
82,2 |
82,2 |
82,2 |
82,2 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 |
2,3 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting |
|||||||
2016 |
0,0 |
1,0 |
4,0 |
4,0 |
4,0 |
4,0 |
4,0 |
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|
0,0 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
2,8 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
76,7 |
83,3 |
89,1 |
89,1 |
89,1 |
89,1 |
89,1 |
Op deze sector worden de uitgaven geraamd van de beschikbaarheidbijdragen ten behoeve van de spoedeisende hulp, Calamiteitenhospitaal, helikoptervoorziening en Mobiel Medisch Team-voertuigen voor traumazorg, trauma- en brandwondenzorg, kenniscoördinatie, OTO (opleiden, trainen en oefenen), acute verloskunde en de post mortom orgaandonatie. De beschikbaarheidbijdragen academische zorg, kapitaallasten academische zorg en opleidingen worden apart gepresenteerd.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Uitdeling groeiruimte tranche 2017 Dit betreft de uitdeling van de groei-ruimte tranche 2017.
2,8
2,8
2,8
2,8
2,8
Garantieregeling kapitaallasten (bedragen x |
€ 1 miljoen) |
||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
0,0 77,7 0,0 0,0 |
0,0 0,0 0,0 0,0 |
0,0 0,0 0,0 0,0 |
0,0 0,0 0,0 0,0 |
0,0 0,0 0,0 0,0 |
0,0 0,0 0,0 0,0 |
0,0 0,0 0,0 0,0 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
77,7 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
In verband met de afschaffing van de functiegerichte budgettering in de ziekenhuiszorg in 2012 is er een garantieregeling kapitaallasten in het leven geroepen voor de periode tot en met 2016. Op basis van de afwikkeling door de NZa kan worden bezien in welke mate een beroep is gedaan op deze regeling. |
Overig curatieve zorg (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 2020 2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
373,0 |
384,5 |
384,8 |
384,8 |
384,8 384,8 384,8 |
Mutaties jaarverslag 2015 |
44,5 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 0,0 0,0 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016 |
0,0 |
49,3 |
49,3 |
49,3 |
49,3 49,3 49,3 |
Nieuwe mutaties |
|
|
7,7 |
7,7 |
7,7 7,7 7,7 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
412,5 |
428,8 |
441,8 |
441,8 |
441,8 441,8 441,8 |
Mede naar aanleiding van het bestuurlijk akkoord met de ziekenhuissector omvat de sector overig curatief vanaf 2012 voornamelijk de |
|||||
huisartsenlaboratoria. De uitgaven van andere soorten instellingen zijn vanaf 2012 |
opgenomen |
in de sector instellingen voor medisch- |
|||
specialistische zorg. |
|||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|||||
Autonoom |
|||||
Actualisering |
|
|
|
|
|
Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde |
|||||
cijfers ontvangen met betrekking tot de |
|||||
gerealiseerde uitgaven in 2015. Als |
|||||
gevolg daarvan vindt een structurele |
|||||
neerwaartse bijstelling plaats van € 5,0 |
|||||
miljoen. |
|||||
Beleidsmatig |
|||||
Uitdeling groeiruimte tranche 2017 |
10,7 |
10,7 |
10,7 10,7 10,7 |
||
Dit betreft de uitdeling van de groei- |
|||||
ruimte tranche 2017. |
|||||
Anonieme e-mental health |
2,0 |
2,0 |
2,0 2,0 2,0 |
||
Het tijdelijke beleidskader voor anonieme |
|||||
e-mental health is omgezet in een |
|||||
structurele vorm. Hiermee is de |
|||||
financiering van de begroting naar het |
|||||
BKZ gegaan. |
Geneeskundige ggz (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015
Bijstellingen 1e suppletoire begroting
2016
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
3.587,0 |
3.779,0 |
3.886,3 |
3.893,7 |
3.893,7 |
3.893,7 |
3.893,7 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
55,4 |
52,1 |
55,7 |
59,7 |
59,7 |
59,7 |
|
|
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2017
3.564,7
3.735,7
3.807,9
3.816,6
3.820,6
3.820,6
3.820,6
Deze sector omvat tot en met 2013 de geneeskundige ggz geleverd door zowel eerstelijns psychologen (ELP) als aanbieders tweedelijns ggz, vanaf 2014 omvat dit de basis en de gespecialiseerde ggz. Tweedelijns geneeskundige ggz wordt geleverd door instellingen en vrijgevestigden. Vanaf 2015 omvat dit ook de langdurige op behandeling gerichte intramurale ggz. Met ingang van de begroting 2013 worden op deze sector ook de uitgaven voor de diagnose en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie geraamd en verantwoord. De sector bevat ook de kwaliteitsgelden voor de ggz en de beschikbaarheidsbijdragen voor de ggz.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Stringent pakketbeheer ggz Het aandeel van de ggz in de taakstelling stringent pakketbeheer is € 25 miljoen per jaar.
25,0
25,0
25,0
25,0
25,0
25,0
Technisch
Overheveling orthocommunicatieve behandeling
De afgelopen jaren is een nieuwe methode van orthocommunicatieve behandeling van patiënten met het autisme spectrum syndroom (ASS) vergoed vanuit een Wlz-subsidieregeling. Omdat de nieuwe methode onvoldoende aantoonbaar effectief is, wordt de subsidieregeling beëindigd. Personen met ASS die deze behandeling ontvingen, zullen een behandeling krijgen die onder de Jeugdwet (groep -18) of de Zvw (groep 18+) valt. De de beschikbare middelen worden overgeheveld naar het macrobudget Jeugdhulp en de Zvw.
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
Overheveling ggz-B vanuit Zvw naar Wlz Op basis van realisaties in de Wlz kan geconstateerd worden dat de eerder geraamde overheveling naar de Zvw te hoog is geweest. De raming is geactualiseerd en op basis hiervan is de overheveling gecorrigeerd.
22,3
73,7
99,2
101,5
101,5
101,5
101,5
Substitutie schuif ggz-haz De kaders voor curatieve ggz en de huisartsenzorg worden per 2017 structureel bijgesteld op basis van de uitkomsten van de «Substitutiemonitor – Rapportage afsprakenmonitor juli 2015».
8,3
8,3
8,3
8,3
8,3
Geneesmiddelen (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015
Bijstellingen 1e suppletoire begroting
2016
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
4.394,8 |
4.598,8 |
4.479,1 |
4.484,0 |
4.483,1 |
4.481,1 |
4.481,1 |
95,2 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
39,6 |
37,2 |
35,7 |
35,7 |
35,7 |
35,7 |
1,2 |
1,2 |
324,4 |
333,9 |
333,9 |
333,9 |
333,9 |
Stand ontwerpbegroting 2017
4.491,2
4.639,6
4.840,6
4.853,7
4.852,8
4.850,8
4.850,8
Op deze sector worden de uitgaven voor extramurale geneesmiddelen geraamd en verantwoord.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Autonoom
Actualisering
Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele bijstelling plaats van € 1,2 miljoen.
1,2
1,2
1,2
1,2
1,2
1,2
1,2
Beleidsmatig
Structurele financiering donorwerving en zelfstandige uitnameteams in ziekenhuizen
Dit betreft de dekking voor de structurele inbedding van donorwervingsactiviteiten in ziekenhuizen. De donorwervingsactiviteiten worden gefinancierd vanuit de begroting.
6,6
6,6
6,6
6,6
6,6
Tarieven dienstapotheken Deze bijstelling betreft de dekking voor de éénjarige verlenging van de subsidie aan dienstapotheken in 2017 om hoge eigen betalingen aan farmaceutische spoedzorg te voorkomen. Het streven is om vanaf 1 januari 2018 een geïntegreerde acute farmaceutische zorg gereed te hebben.
1,7
Uitdeling groeiruimte tranche 2017 Dit betreft de uitdeling van de groei-ruimte tranche 2017.
339,3
339,3
339,3
339,3
339,3
Technisch
Overheveling Ruxolitinib Dit betreft de overheveling van het geneesmiddel Ruxolitinib van het geneesmiddelenkader naar de medisch-specialistische zorg. Net als in 2015 en
2016 worden de middelen voor het jaar
2017 incidenteel overgeheveld, aangezien er nog onvoldoende bekend is over de structurele kosten van dit medicijn.
7,9
Hulpmiddelen (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
1.603,3 |
1.668,0 |
1.717,8 |
1.719,2 |
1.719,1 |
1.719,1 |
1.719,1 |
|
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
|
|
|
|
|
|
6,9 |
6,9 |
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2017
1.519,4
1.590,5
1.605,1
1.606,4
1.606,3
1.606,3
1.606,3
Op deze sector worden de uitgaven voor extramurale hulpmiddelen die verstrekt worden krachtens de Regeling hulpmiddelen geraamd en verantwoord.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Autonoom
Actualisering
Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Als gevolg daarvan vindt een structurele bijstelling plaats van € 6,9 miljoen.
6,9
6,9
6,9
6,9
6,9
6,9
6,9
Beleidsmatig
Invulling stringent pakketbeheer hulpmiddelen In 2017 wordt er incidenteel € 25 miljoen aangewend ter dekking van de taakstelling. De bij de 1e suppletoire begroting 2016 gemelde dekking van € 50 miljoen vanuit het hulpmiddelenkader voor de taakstelling in 2016 wordt structureel doorgetrokken.
25,0
Dekking pakketuitbreiding Voor 2018 en verder wordt er € 25 miljoen ingezet ter dekking van de pakketuitbreiding binnen het BKZ.
25,0
25,0
25,0
25,0
Ramingsbijstelling Hulpmiddelen De Hulpmiddelenraming van VWS laat ten opzichte van de meest actuele raming van het Zorginstituut Nederland in 2017 en verder ruimte zien. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een beheerste ontwikkeling van de groei. De geraamde groei ligt hoger dan de gemiddelde jaarlijkse groei van circa 2% waar het Zorginstituut Nederland in haar meest recente raming vanuit gaat (Zie GIPeiling 2014). Daarom is er bij de Voorjaarsbesluitvorming 2016 besloten tot een ramingsbijstelling van € 45 miljoen voor 2017 en verder.
45,0
45,0
45,0
45,0
45,0
Uitdeling groeiruimte tranche 2017
Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.
9,6
9,6
9,6
9,6
9,6
Wijkverpleging (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 3.167,3 3.346,1 3.561,8 3.664,4 3.685,4 3.690,9 3.690,9
Bijstellingen jaarverslag 2015 37,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bijstellingen 1e suppletoire begroting
2016 0,0 85,7 51,0 52,4 52,7 51,6 51,5
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 – 23,9 0,0 0,0 – 2,4 – 15,7 – 11,6 – 13,9
Stand ontwerpbegroting 2017
3.181,1
3.431,7
3.612,8
3.714,4
3.722,4
3.730,9
3.728,5
Binnen de aanspraak wijkverpleging is sprake van zowel verpleging als verzorging. Hierbij gaat het om verpleegkundige handelingen zoals wondverzorging, injecties en catheterisaties en verzorgende handelingen zoals wassen en aankleden. De wijkverpleegkundige is in de eerste plaats een zorgverlener. Daarin vormt de (wijk)verpleegkundige tevens de schakel tussen de cliënt, zijn of haar sociale omgeving en de verschillende professionals. Binnen de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) was voor deze laatste coördinerende, regisserende en signalerende taken geen bekostigingstitel. De ruimte die de wijkverpleegkundige nodig heeft om breder te kijken dan de oorspronkelijke zorgvraag was door de indeling in functies en klassen verdwenen. Binnen de aanspraak wijkverpleging zijn naast de (wijk)verpleegkundige ook verzorgenden en gespecialiseerde verpleegkundigen werkzaam zijn. Financiering vindt al dan niet plaats via een persoonsgebonden budget.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Autonoom
Actualisering
Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde cijfers ontvangen met betrekking tot de gerealiseerde uitgaven in 2015. Omdat de stabiliteit van deze realisatiecijfers nog onduidelijk is, wordt deze bijstelling incidenteel verwerkt.
23,9
Beleidsmatig
Toedeling oploop RA-maatregel begeleiding in 2019 Dit betreft de oploop in 2019 van de maatregel «geen aanspraak op begeleiding, budget 75% naar gemeen-ten»op het kader wijkverpleging.
5,5
5,5
5,5
Extramuralisering VG-3 Als gevolg van het niet extramuraliseren van zorgzwaartepakket VG3 wordt de overheveling vanuit de Wlz gecorrigeerd.
2,4
3,2
4,1
4,9
Extramuralisering
Dit betreft het oorspronkelijke effect van extramuralisering en leidt tot meer uitgaven aan wijkverpleging in de Zvw.
4,0
9,0 13,0
Niet extramuraliseren V&V-4 Het niet extramuraliseren van het zorgprofiel V&V-4 leidt tot minder uitgaven aan wijkverpleging in de Zvw.
11,0 - 11,0 - 11,0
Extrapolatie
5,5
Ambulancevervoer (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015
Bijstellingen 1e suppletoire begroting
2016
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
551,9 |
565,7 |
563,5 |
563,5 |
561,2 |
561,2 |
561,2 |
|
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
|
8,5 |
8,5 |
8,5 |
8,5 |
8,5 |
|
0,0 |
19,7 |
19,7 |
19,7 |
19,7 |
19,7 |
Stand ontwerpbegroting 2017
503,7
549,3
591,8
591,8
589,5
589,5
589,5
De ambulancezorg kent twee kerntaken: spoedvervoer en besteld vervoer. Daarnaast staan ambulances ook paraat voor geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen. Op deze sector worden tevens de uitgaven Centrale Posten Ambulancevervoer (CPA) verantwoord.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Uitdeling groeiruimte tranche 2017 Dit betreft de uitdeling van de groei-ruimte tranche 2017.
13,7
13,7
13,7
13,7
13,7
Passend vervoer voor mensen met verward gedrag of acute ggz-problematiek
Mensen die verward gedrag vertonen of te kampen hebben met acute ggz-problematiek en geen strafbare feiten hebben gepleegd, worden nu soms vervoerd in een politieauto. Dit is geen passend vervoer en kan onnodig stigmatiserend en traumatiserend werken. Het is van belang dat er voldoende passend vervoer gerealiseerd wordt voor deze doelgroep. Om passend vervoer aan te kunnen bieden wordt € 6 miljoen extra beschikbaar gesteld. De financiering van passend vervoer maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie ook artikel 2.
6,0
6,0
6,0
6,0
6,0
Overige ziekenvervoer (bedragen x € 1 miljoen) |
|
2015 |
2016 2017 2018 2019 2020 2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016 123,0 |
126,6 125,6 125,6 125,6 125,6 125,6 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 – 11,7 |
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting |
|
2016 0,0 |
|
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 – 0,2 |
|
Stand ontwerpbegroting 2017 111,1 |
116,6 118,5 118,5 118,5 118,5 118,5 |
Het overig ziekenvervoer betreft het vervoer van patiënten |
van en naar zorgaanbieders. Hiervoor in aanmerking komen verzekerden die |
chemo- of radiotherapie ondergaan, nierdialyse ondergaan, zich uitsluitend in een rolstoel kunnen verplaatsen, zeer slechtziend zijn of |
|
van hun zorgverzekeraar hiervoor toestemming hebben gekregen. Het betreft zowel commercieel vervoer als vergoeding van de kosten |
|
van openbaar vervoer. |
|
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|
Autonoom |
|
Actualisering – 0,2 |
|
Van het Zorginstituut zijn geactualiseerde |
|
cijfers ontvangen met betrekking tot de |
|
gerealiseerde uitgaven in 2015. Als |
|
gevolg daarvan vindt een structurele |
|
bijstelling plaats van € 0,2 miljoen. |
|
Beleidsmatig |
|
Uitdeling groeiruimte tranche 2017 |
2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 |
Dit betreft de uitdeling van de groei- |
|
ruimte tranche 2017. |
Opleidingen (bedragen x € 1 miljoen) |
|
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
1.230,6 1.250,9 1.284,6 1.263,5 1.178,0 1.162,9 1.162,9 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 |
|
Bijstellingen 1e suppletoire begroting |
|
2016 |
0,0 17,4 17,9 17,6 16,4 16,2 16,1 |
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
0,0 0,0 - 9,0 - 26,0 - 26,0 - 26,0 - 33,0 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
1.217,2 1.268,3 1.293,5 1.255,0 1.168,4 1.153,1 1.146,0 |
Met ingang van 2013 worden de specialistische vervolgopleidingen uit het zogenaamde opleidingsfonds (inclusief de opleiding tot |
|
huisarts) en een aantal ggz-opleidingen via |
een beschikbaarheidbijdrage op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) |
gefinancierd. De uitvoering geschiedt door de NZa. De betalingen lopen via het Zorginstituut Nederland. |
|
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|
Beleidsmatig |
|
Beschikbaarheidsbijdrage opleidingen |
|
msz |
|
Het Capaciteitsorgaan heeft een voorstel |
|
gedaan voor de opleidingsplaatsen |
|
2017–2019 voor de medische vervolgop- |
|
leidingen. Het aantal geraamde |
|
benodigde opleidingsplaatsen is lager |
|
dan voorheen, zodat de uitgavenraming |
|
neerwaarts bijgesteld kan worden. |
|
Extrapolatie |
|
Grensoverschrijdende zorg (bedragen x € 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015
Bijstellingen 1e suppletoire begroting
2016
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
779,8
-
-21,7
0,0
-
-45,8
809,9
0,0
-
-12,0 - 0,0
749,8
0,0
-
-12,7 38,6
749,8
0,0
-
-12,7 37,8
749,8
0,0
-
-12,7 37,0
749,8
0,0
-
-12,7 36,2
749,8
0,0
-
-12,7 35,4
Stand ontwerpbegroting 2017
712,3
797,8
775,7
774,9
774,1
773,3
772,5
Deze deelsector betreft de grensoverschrijdende zorg binnen en buiten het macroprestatiebedrag (mpb).
Binnen het macroprestatiebedrag betreft het zorgkosten gemaakt in het buitenland door verzekerden bij Nederlandse zorgverzekeraars. Dit zijn bijvoorbeeld de medische lasten na een skiongeluk, lasten die samenhangen met een behandeling in een Belgisch ziekenhuis of lasten van grensarbeiders die in Nederland werken en in Duitsland wonen.
De grensoverschrijdende zorg buiten het mpb betreft de lasten van internationale verdragen. Het gaat om kosten van zorg aan personen die buiten Nederland wonen en niet aan Nederlandse sociale verzekeringswetgeving zijn onderworpen, maar die op grond van een Europese verordening of een door Nederland gesloten verdrag inzake sociale zekerheid recht hebben op geneeskundige zorg ten laste van Nederland. Ten eerste betreft dit verdragsgerechtigden die wonen in het buitenland met een Nederlands pensioen en hun in het buitenland wonende gezinsleden. Het gaat ook om in het buitenland wonende gezinsleden van in Nederland werkende werknemers. Tegenover het recht op zorg staat de verplichting om een bijdrage aan Zorginstituut Nederland te betalen.
Het betreft ook de kosten van medische zorg voor personen die verzekerd zijn in het buitenland en langdurig of kortdurend verblijven in Nederland. Dit zijn bijvoorbeeld in Nederland wonende en in het buitenland voor een buitenlandse werkgever werkende werknemers en hun gezinsleden, in Nederland wonende rechthebbenden op een buitenlands pensioen met hun gezin en toeristen). Deze kosten worden doorberekend aan de internationale verdragspartners. De baten worden in mindering gebracht op de lasten.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Autonoom
Actualisering
Dit betreft een bijstelling van de uitgaven naar aanleiding van de jaarcontrole.
Beleidsmatig
Ruimte GOZ verdragsgerechtigden In de voorjaarsbesluitvorming is uitgegaan van de beëindiging van het akkoord met Marokko per 1-1-2017. Hierdoor ontstaat er ruimte bij de verdragsgerechtigden van € 0,8 miljoen per jaar cumulatief.
45,8
0,8
1,6
2,4
3,2
4,0
2015
2016 2017 2018 2019 2020 2021
Besparingsverlies werelddekking Ten aanzien van Marokko is er tot en met 2020 een besparingsverlies van € 5 miljoen per jaar omdat met het akkoord het schrappen van de aanspraak op zorg bij tijdelijk verblijf met 4 jaar wordt vertraagd. Aanvullend is er een besparingsverlies bij de verdragsgerechtigden met een Nederlands pensioen omdat met het akkoord de besparing (€ 0,8 miljoen per jaar oplopend) niet meer optreedt. Deze besparingsverliezen worden gedekt uit het kader grensoverschrijdende zorg; zie hieronder. Daarnaast is er een besparingsverlies van € 10 miljoen per jaar ten aanzien Turkije en de overige verdragslanden. De voortzetting of het opstarten van de onderhandelingen met Turkije en de andere verdragslanden is aangehouden totdat zicht is op het aannemen van het wetsvoorstel beperken werelddekking. De financiële dekking van dit besparingsverlies is meegenomen in het totale budgettair overzicht in de voorjaarsbesluitvorming.
15,8 16,6 17,4 18,2 14,0
Dekking besparingsverlies werelddekking
Marokko
Het besparingsverlies vanwege het akkoord met Marokko wordt gedekt uit het kader van grensoverschrijdende zorg.
5,8
6,6
7,4
8,2
4,0
Uitdeling groeiruimte tranche 2017 Dit betreft de uitdeling van de groei-ruimte tranche 2017.
29,4 29,4 29,4 29,4 29,4
Nominaal en onverdeeld (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
10.436,2 10.436,2
421,7 |
1.266,3 |
2.460,7 |
5.040,4 |
7.564,1 |
||
421,7 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
|
|
|
|
|
|
0,0 |
14,4 |
|
|
|
|
720,5 |
Stand ontwerpbegroting 2017
0,0
179,7
748,0
2.671,3
4.776,0
7.115,4
9.687,2
De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen, de nog niet uitgedeelde groeiruimte en loon- en prijsbijstellingen.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Autonoom
Nominale ontwikkeling De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).
93,4
119,0
123,6
128,9
134,4
Grondslagverlegging en overige
De grondslag van het loon-prijsmodel is zoals ieder jaar na Prinsjesdag een jaar opgeschoven, van begroting 2015 naar 2016.
Voorts zijn enkele technische wijzigingen verwerkt.
9,5
9,5
22,9
36,0
36,0
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021 Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellangetermijnver-kenning 2018–2021 van het CPB.
Actualisering geriatrische revalidatiezorg De uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. De lagere uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg in 2015 worden structureel verondersteld. De middelen voor 2016 worden gereserveerd op nominaal en onverdeeld Zvw.
621,6
970,5
1.435,0
1.844,1
16,2
Beleidsmatig
Taakstelling stringent pakketbeheer De taakstelling stringent pakketbeheer bedraagt € 75 miljoen in 2016 en € 225 miljoen vanaf 2017. Dekking voor de taakstelling is gevonden binnen de sectoren msz, ggz en hulpmiddelen. De invulling van de tranche 2016 is bij eerste suppletoire begroting
2016 verwerkt; Thans wordt de oploop vanaf
2017 verwerkt.
150,0
150,0
150,0
150,0
150,0
Stringent pakketbeheer ggz De invulling van de taakstelling stringent pakketbeheer is voor wat betreft de ggz bij eerste suppletoire begroting 2016 op Nominaal en onverdeeld Zvw verwerkt; thans wordt de invulling van de taakstelling doorgeboekt naar de sector ggz.
25,0
25,0
25,0
25,0
25,0
25,0
2015
2016 2017 2018 2019 2020 2021
Niet gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven
Dit betreft een korting op het kader MSZ in verband met de niet gerealiseerde besparing doelmatig voorschrijven, conform de afspraken hierover in het bestuurlijk akkoord MSZ. Als ook in 2016 de besparing achterblijft bij de in het akkoord afgesproken opbrengst, volgt een korting voor het kader voor 2017. Vooralsnog gaan we daarbij uit van een bedrag van € 10 miljoen.
10,0
Correctie extrapolatie integrale tarieven 2020 Bij de extrapolatie 2020 (bij ontwerpbegroting 2016) zijn abusievelijk de gereserveerde middelen voor de overgang naar integrale tarieven in het jaar 2020 gedeeltelijk buiten beschouwing gebleven; deze omissie wordt bij deze hersteld.
50,0
Uitdeling groeiruimte tranche 2017
Dit betreft de uitdeling van de groeiruimte tranche 2017.
445,6 - 445,6 - 445,6 - 445,6 - 445,6
Overheveling middelen migrantenproble-matiek
Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van extra uitgaven als gevolg van de verhoogde toestroom van migranten. Een deel van deze middelen wordt nu toegevoegd aan de sector msz.
11,8 - 38,3 - 47,5 - 47,5 - 47,5 - 47,5
Overheveling middelen subsidieregeling voor verwarde onverzekerde personen Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van de aanpak van verwarde personen. Deze mutatie betreft een overheveling naar de begroting voor een subsidieregeling. Deze subsidieregeling maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie voor nadere toelichting artikel 2.
1,5 - 12,0 - 12,0 - 12,0 - 12,0 - 12,0
Overheveling middelen ZONMW project «sluitende aanpak personen met verward gedrag»
Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van de aanpak van verwarde personen. Deze mutatie betreft een overheveling naar de begroting voor een ZONMW programma ten behoeve van projecten voor gemeenten en andere ketenpartners. Dit programma bij ZONMW maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie voor nadere toelichting artikel 2.
6,0 - 12,0 - 12,0 - 12,0 - 6,0
2015
2016 2017 2018 2019 2020 2021
Overheveling middelen aanjaagteam verwarde personen
Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van de aanpak van verwarde personen. Deze mutatie betreft een overheveling naar de begroting voor onder andere de voortzetting van de activiteiten van het aanjaagteam. Dit maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie voor nadere toelichting artikel 2.
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
Kasschuif verwarde personen
Vanwege de uitlopende voorbereiding van de maatregelen die worden ingezet voor het realiseren van een sluitende aanpak van verwarde personen, zullen de uitgaven aan deze maatregelen in de loop van 2017 op gang komen.
Om de verwachte uitgaven beter aan te sluiten bij de beschikbaar gestelde middelen, worden er middelen geschoven van 2016 en 2017 naar
2018 t/m 2020.
13,5
4,0
5,0
8,0
4,5
0,0
Overheveling middelen passend vervoer verwarde personen
Bij 1e suppletoire wet 2016 zijn op deze sector middelen toegevoegd ten behoeve van de aanpak van verwarde personen. Deze mutatie betreft een overheveling naar de sector ambulancezorg voor passend vervoer van personen met verward gedrag. De financiering van dit passend vervoer maakt deel uit van een samenhangend pakket aan maatregelen ten behoeve van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, zie voor nadere toelichting artikel 2.
6,0
6,0
6,0
6,0
6,0
Ramingsbijstelling Hulpmiddelen De Hulpmiddelenraming van VWS laat ten opzichte van de meest actuele raming van het Zorginstituut Nederland in 2017 en verder ruimte zien. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een beheerste ontwikkeling van de groei. De geraamde groei ligt hoger dan de gemiddelde jaarlijkse groei van circa 2% waar het Zorginstituut Nederland in haar meest recente raming vanuit gaat (Zie GIPeiling 2014). Daarom is er bij de Voorjaarsbesluitvorming 2016 besloten tot een ramingsbijstelling van € 45 miljoen voor 2017 en verder.
45,0
45,0 45,0 45,0 45,0
Overige
Dekking preventiecoalities Preventiecoalities
Dekking veiligheid, kwaliteit, doelmatigheid hulpmiddelen
Veiligheid, kwaliteit & doelmatigheid hulpmiddelen
E-mental health Dekking verhoging ELV
1,8 |
3,4 |
5,0 |
3,4 |
1,8 |
1,8 |
|
|
|
|
1,0 |
2,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
1,0 |
|
|
|
|
2,0 |
|
|
|
|
5,0 |
|
|
|
|
Extrapolatie
3.041,0
Ontvangsten Zvw (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
3.217,7 0,0 0,0 0,0 |
3.194,8 0,0 0,0 0,0 |
3.285,1 0,0 0,0
|
3.404,8 0,0 0,0
|
3.546,8 0,0 0,0
|
3.681,5 0,0 0,0
|
3.681,5 0,0 0,0 178,1 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
3.217,7 |
3.194,8 |
3.187,1 |
3.350,0 |
3.509,2 |
3.665,1 |
3.859,6 |
Deze deelsector omvat onder andere het eigen risico en de eigen bijdragen |
binnen de Zvw. |
||||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|||||||
Autonoom Bijstelling eigen risico De raming van de Zvw-uitgaven wordt structureel neerwaarts bijgesteld. Dit heeft ook gevolgen voor de raming van de opbrengst van het eigen risico. Deze wordt in 2017 met € 98 miljoen en structureel met € 75 miljoen verlaagd. |
|
|
|
|
|
||
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021 Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellangetermijnver-kenning 2018–2021 van het CPB. |
20,2 |
37,4 |
58,6 |
113,1 |
|||
Beleidsmatig Extrapolatie |
140,0 |
6.1.2 Wet langdurige zorg (Wlz)
In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Wlz in het afgelopen jaar en de doorwerking hiervan in de periode tot en met 2021. In tabel 17 wordt de opbouw van de Wlz- uitgaven en -ontvangsten op deelsector niveau weergegeven. De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen, de nog niet uitgedeelde groeiruimte en loon- en prijsbijstellingen. In deze paragraaf wordt na tabel 17 verder per deelsector ingegaan op de bijstellingen die hebben plaatsgevonden tussen de 1e suppletoire begroting 2016 en de ontwerpbegroting 2017 en de meerjarige doorwerking.
Tabel 17 Opbouw van de Wlz-uitgaven |
en -ontvangsten per |
sector (bedragen x € 1 |
miljoen) |
||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Nieuwe indeling |
|||||||
Binnen contracteerruimte |
16.311,4 |
16.635,1 |
16.908,9 |
17.406,6 |
17.321,8 |
17.250,5 |
17.234,1 |
Ouderenzorg |
8.593,2 |
8.942,1 |
9.062,8 |
9.342,8 |
9.278,2 |
9.251,1 |
9.252,6 |
Gehandicaptenzorg |
5.942,4 |
6.132,4 |
6.233,1 |
6.356,9 |
6.336,7 |
6.300,1 |
6.282,0 |
Langdurige ggz |
622,3 |
587,1 |
598,7 |
619,3 |
619,3 |
617,8 |
617,9 |
Volledig pakket thuis |
353,0 |
360,6 |
418,2 |
414,2 |
414,2 |
408,1 |
408,2 |
Extramurale zorg |
776,8 |
582,1 |
564,3 |
641,4 |
641,4 |
641,4 |
641,5 |
Overige binnen contracteerruimte |
23,8 |
30,7 |
31,8 |
31,9 |
31,9 |
31,9 |
31,9 |
Persoonsgebonden budgetten |
1.236,3 |
1.567,5 |
1.745,4 |
1.793,5 |
1.793,5 |
1.794,0 |
1.796,1 |
Buiten contracteerruimte |
2.368,2 |
1.620,8 |
1.369,7 |
1.848,8 |
2.883,3 |
4.208,2 |
5.689,3 |
Kapitaallasten (nacalculatie) |
1.388,7 |
804,5 |
380,3 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Beheerskosten |
159,1 |
147,6 |
187,1 |
176,0 |
169,0 |
169,0 |
169,0 |
Overig buiten contracteerruimte1 |
618,6 |
668,1 |
457,9 |
459,8 |
462,3 |
462,3 |
462,4 |
Nominaal en onverdeeld |
201,8 |
0,6 |
344,4 |
1.213,0 |
2.252,0 |
3.576,9 |
5.057,9 |
Bruto-Wlz-uitgaven begroting 2017 |
19.915,9 |
19.823,4 |
20.024,0 |
21.048,9 |
21.998,6 |
23.252,6 |
24.719,4 |
Eigen bijdrage Wlz |
1.865,9 |
1.826,1 |
1.815,3 |
1.833,7 |
1.870,6 |
1.915,1 |
1.959,6 |
Netto-Wlz-uitgaven begroting 2017 |
18.050,0 |
17.997,3 |
18.208,7 |
19.215,2 |
20.127,9 |
21.337,5 |
22.759,8 |
1 Bij de Wlz zijn onder de post overige buiten contracteerruimte opgenomen de sectoren; bovenbudgettaire vergoedingen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, eerstelijnsverblijf, innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.
Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz.
In figuur 12 is de samenstelling van de Wlz-uitgaven per sector weergegeven voor het jaar 2017.
Figuur 12 Samenstelling Wlz-uitgaven 2017
Overige binnen contracteerruimte
0%
Kapitaallasten (nacalculatie) 2%
Beheerskosten 1%
Extramurale zorg 2%
Persoonsgebonden budgetten
9%
Volledig pakket thuis 3%
-
*Overig buiten contracteerruimte 2%
Nominaal en onverdeeld 2%
Langdurige ggz 3%
Ouderenzorg 45%
Gehandicaptenzorg 31%
-
*Overig buiten CR
– Bovenbudgettaire vergoedingen
– Tandheelkundige Wlz
– Instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz
– Overig curatieve zorg Wlz
– Woningaanpassing
– ADL, Extramurale behandeling, zorginfrastructuur en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz
Ouderenzorg (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
8.906,1 |
9.017,8 |
9.069,8 |
9.371,7 |
9.302,7 |
9.231,9 |
9.231,9 |
|
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
|
|
|
|
24,9 |
26,3 |
|
|
15,7 |
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2017
8.593,2
8.942,1
9.062,8
9.342,8
9.278,2
9.251,1
9.252,6
Op deze deelsector staat de uitgavenontwikkeling van de intramurale ouderenzorg, bestaande uit de zorgzwaartepakketten, de normatieve huisvestingscomponent, de toeslagen en vergoedingen voor dagbestedingen en vervoer.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Tarieven NHC’s
In het kader van de invoering van de NHC’s zijn voor de periode 2012–2017 vaste en niet-onderhandelbare tarieven afgesproken. Met ingang van de 2018 kunnen deze tarieven worden herijkt op grond van onder meer de renteontwikkelingen. Dit leidt tot lagere NHC-tarieven.
8,0
22,6
22,6
22,6
Toedeling volumegroei Wlz 2017
Dit betreft toedeling van de groei tranche
2017 aan de sector ouderenzorg.
Toedeling extramuralisering
Dit betreft de toedeling van de maatregel extramuraliseren aan de sector ouderenzorg.
Schrappen taakstelling Wlz Het kabinet heeft extra middelen vrijgemaakt voor de langdurige zorg vanaf 2017. Hierdoor is het mogelijk om de taakstelling op de Wlz van € 500 miljoen vanaf 2017 structureel terug te draaien. Dat betekent dat er in 2017 (en latere jaren) meer ruimte is voor zorgaanbieders om kwalitatief goede zorg te leveren waarmee kwetsbare cliënten beter in staat worden gesteld om het leven te leiden zoals zij dat willen. Het schrappen van de bezuiniging van € 500 miljoen wordt voor € 400 miljoen gedekt vanuit de middelen uit het pakket voor maatschappelijke prioriteiten en voor € 100 miljoen gedekt door meevallers binnen de Wlz.
Extramuralisering
Dit betreft het oorspronkelijke effect van extramuralisering en leidt tot minder uitgaven aan ouderenzorg in de Wlz.
106,2 106,2 106,2 106,2 106,2
287,4 - 302,1 - 307,1 - 307,1 - 307,1
248,6 248,6 248,6 248,6 248,6
37,0 - 37,0 - 37,0
Niet extramuraliseren V&V4 Het niet extramuraliseren van het zorgprofiel V&V-4 leidt tot meer uitgaven aan ouderenzorg in de Wlz.
Technisch
Overheveling ZIN naar pgb-kader Binnen het budgettaire kader van de Wlz kan geschoven worden tussen ZIN en pgb. Deze mutatie betreft de overheveling van middelen naar het pgb-kader.
57,0 57,0 57,0
50,0 - 50,0 - 50,0 - 50,0 - 50,0 - 50,0
Gehandicaptenzorg (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
5.949,9 |
6.126,0 |
6.090,1 |
6.241,1 |
6.241,1 |
6.223,2 |
6.223,2 |
|
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
64,4 |
57,4 |
58,1 |
58,1 |
57,6 |
56,9 |
|
|
85,5 |
57,8 |
37,5 |
19,3 |
1,9 |
Stand ontwerpbegroting 2017
5.942,4
6.132,4
6.233,1
6.356,9
6.336,7
6.300,1
6.282,0
Op deze deelsector staat de uitgavenontwikkeling van de intramurale gehandicaptenzorg, bestaande uit de zorgzwaartepakketten, de normatieve huisvestingscomponent, de toeslagen en vergoedingen voor dagbestedingen en vervoer.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Tarieven NHC’s
In het kader van de invoering van de NHC’s zijn voor de periode 2012–2017 vaste en niet-onderhandelbare tarieven afgesproken. Met ingang van de 2018 kunnen deze tarieven worden herijkt op grond van onder meer de renteontwikkelingen. Dit leidt tot lagere NHC-tarieven.
6,0
15,7
15,7
15,7
Toedeling volumegroei Wlz 2017
Dit betreft toedeling van de groei tranche
2017 aan de sector gehandicaptenzorg.
Toedeling extramuralisering Dit betreft de toedeling van de maatregel extramuraliseren aan de sector gehandicaptenzorg.
Extramuralisering VG-3
Het niet extramuraliseren van het zorgprofiel VG-3 leidt tot meer uitgaven aan gehandicaptenzorg.
Schrappen taakstelling Wlz Het kabinet heeft extra middelen vrijgemaakt voor de langdurige zorg vanaf 2017. Hierdoor is het mogelijk om de taakstelling op de Wlz van € 500 miljoen vanaf 2017 structureel terug te draaien. Dat betekent dat er in 2017 (en latere jaren) meer ruimte is voor zorgaanbieders om kwalitatief goede zorg te leveren waarmee kwetsbare cliënten beter in staat worden gesteld om het leven te leiden zoals zij dat willen. Het schrappen van de bezuiniging van € 500 miljoen wordt voor € 400 miljoen gedekt vanuit de middelen uit het pakket voor maatschappelijke prioriteiten en voor € 100 miljoen gedekt door meevallers binnen de Wlz.
20,8 20,8 20,8 20,8 20,8
39,0 - 40,5 - 40,5 - 40,5 - 40,5
17,0 32,0 39,4 53,0 66,9 80,7
151,4 151,4 151,4 151,4 151,4
Extramuralisering
Dit betreft het oorspronkelijke effect van extramuralisering en leidt tot minder uitgaven aan gehandicaptenzorg in de Wlz.
Investeringskosten SVB en portal
Als onderdeel van de afspraken uit het
Bestuurlijk Overleg VNG-Rijk van
24 augustus 2016 levert het Rijk een bijdrage aan de investeringskosten bij de SVB voor gemeenten.
30,0 - 61,0 - 91,0
13,0
7,0
2015
2016 2017 2018 2019 2020 2021
Herverdeeleffecten HLZ: effect omzetting tijdelijke verblijfsindicaties AWBZ naar Wlz-indicaties voor onbepaalde tijd Cliënten met een hoog zzp op 31 december 2014 hebben – met uitzondering van ggz-B – overgangsrecht gekregen voor onbepaalde tijd. Dit geldt ook voor de cliënten die een tijdelijke indicatie hadden. Bij een afnemende zorgbehoefte houden deze cliënten recht op Wlz-zorg. Dit levert voor gemeenten een voordeel op van € 34 miljoen. De betreffende middelen worden vanaf 2017 overgeheveld van de Wmo naar de Wlz.
36,3 35,1 33,9 32,8 31,6
Herverdeeleffecten HLZ: tijdelijk verblijf LVB Gemeenten zijn op grond van de Wmo 2015 verantwoordelijk voor (jong) volwassenen met een verstandelijke of licht verstandelijke beperking (VG-er of LVG-er) die tijdelijk de behoefte hebben aan begeleiding en/of behandeling in een beschermende woonomgeving. Doordat deze groep niet herleidbaar was in de NZa-gegevens zijn de middelen bij de hervorming van de langdurige zorg niet overgeheveld naar de Wmo 2015. De middelen worden vanaf 2017 alsnog overgeheveld van de Wlz naar de Wmo.
60,4 - 60,4 - 60,4 - 60,4 - 60,4
Herverdeeleffecten HLZ: VG-3 In het Zorgakkoord 2014 is het extramurali-seren van het zorgprofiel VG3 teruggedraaid. In het budget voor de Wmo 2015 was dit besluit nog niet verwerkt. De betreffende middelen worden vanaf 2017 teruggeboekt van de Wmo naar de Wlz.
32,5
Technisch
Overheveling ZIN naar pgb-kader Binnen het budgettaire kader van de Wlz kan geschoven worden tussen ZIN en pgb. Deze mutatie betreft de overheveling van middelen naar het pgb.
75,0 - 75,0 - 75,0 - 75,0 - 75,0 - 75,0
Langdurige ggz (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
484,3 |
369,2 |
316,7 |
335,7 |
335,7 |
334,2 |
334,2 |
137,9 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
144,2 |
142,6 |
143,0 |
143,0 |
143,0 |
143,0 |
0,0 |
73,7 |
139,4 |
140,7 |
140,7 |
140,7 |
140,7 |
Stand ontwerpbegroting 2017
622,3
587,1
598,7
619,3
619,3
617,8
617,9
Op deze deelsector staat de uitgavenontwikkeling van de intramurale langdurige geestelijke gezondheidszorg onder de Wlz, bestaande uit de zorgzwaartepakketten, de normatieve huisvestingscomponent, de toeslagen en vergoedingen voor dagbestedingen en vervoer. De intramurale geneeskundige geestelijke gezondheidszorg korter dan een jaar valt onder de Zorgverzekeringswet. Voor nieuwe instroom vanaf 1-1-2015 geldt dat intramurale geneeskundige geestelijke gezondheidszorg korter dan drie jaar onder de Zvw valt.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Tarieven NHC’s
In het kader van de invoering van de NHC’s zijn voor de periode 2012–2017 vaste en niet-onderhandelbare tarieven afgesproken. Met ingang van de 2018 kunnen deze tarieven worden herijkt op grond van onder meer de renteontwikkelingen. Dit leidt tot lagere NHC-tarieven.
1,0
1,0
1,0
1,0
Herverdeeleffecten HLZ: K-codes ggz-B-cliënten 18–23 jaar
Bij de hervorming van de langdurige zorg is het gehele budget van de toeslagen op de zzp’s voor kinder- en jeugdpsychiatrie naar de gemeenten overgeheveld. Een deel van deze cliënten (18–23 jaar) valt echter onder de Wlz. De middelen die hiermee gemoeid zijn, worden vanaf 2017 overgeheveld van de Jeugdwet naar de Wlz.
35,0 35,0 35,0 35,0 35,0
Toedeling volumegroei Wlz 2017
Dit betreft toedeling van de groei tranche
2017 aan de sector langdurige ggz.
5,2
5,2
5,2
5,2
5,2
Technisch
Ggz-B overheveling vanuit Zvw naar Wlz Zoals aangekondigd in de voorlopige kaderbrief Wlz 2016 is de ontwikkeling van ggz-B gemonitord. De afbouw van het aantal plaatsen in de Wlz bleek in 2015 minder snel te verlopen dan geraamd. Op basis van deze ontwikkeling is het kader van de Wlz en Zvw gecorrigeerd.
73,7 99,2 101,5 101,5 101,5 101,5
Volledig pakket thuis (bedragen x € 1 miljoen) |
||||
2015 |
2016 |
2017 2018 2019 2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
256,7 |
288,0 |
289,6 291,6 291,6 291,6 |
291,6 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 |
96,2 |
0,0 |
0,0 0,0 0,0 0,0 |
0,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 |
0,0 |
72,6 |
99,5 99,5 99,5 99,5 |
99,5 |
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
0,0 |
0,0 |
29,1 23,1 23,1 17,0 |
17,0 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
353,0 |
360,6 |
418,2 414,2 414,2 408,1 |
408,2 |
Het Volledig Pakket Thuis (VPT) is een budget waarmee cliënten met een |
indicatie voor een intramuraal zorgpakket (ZZP) de benodigde |
|||
zorg- en dienstverlening in de thuissituatie ontvangen, waarbij de huisvestingscomponent niet wordt verzilverd. |
||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
||||
Beleidsmatig |
||||
Toedeling volumegroei Wlz 2017 |
4,0 4,0 4,0 4,0 |
4,0 |
||
Dit betreft toedeling van de groei tranche |
||||
2017 aan de sector volledig pakket thuis. |
||||
Vrijval middelen huishoudelijke hulp MPT |
|
|
||
Deze middelen vallen vrij omdat de |
||||
overheveling van de Wmo naar de Wlz van |
||||
huishoudelijke hulp ten behoeve van het |
||||
modulair pakket thuis gepaard is gegaan |
||||
met een kleiner besparingsverlies dan waar |
||||
eerder van uit werd gegaan. |
||||
Herverdeeleffecten HLZ: overgangsrecht |
||||
VPT |
12,1 6,1 6,1 |
|||
Het overgangsrecht voor mensen met een |
||||
met een laag zzp en een Volledig Pakket |
||||
Thuis is levenslang verlengd waardoor de |
||||
kosten ten laste blijven komen van de Wlz. |
||||
Het budget voor de Wmo 2015 en de Wlz |
||||
wordt hiervoor vanaf 2017 gecorrigeerd. |
||||
Technisch |
||||
Overheveling HH vanuit Wmo naar Wlz |
30,0 30,0 30,0 30,0 |
30,0 |
||
Vanwege de overheveling van huishoude- |
||||
lijke hulp voor Wlz-clienten met een mpt van |
||||
de Wmo naar de Wlz vanaf 2017 wordt |
||||
structureel € 30 miljoen overgeheveld van |
||||
de Wmo naar de Wlz. |
Extramurale zorg (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
720,8 |
519,9 |
511,5 |
505,4 |
505,4 |
505,4 |
505,4 |
56,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
62,2 |
62,1 |
62,0 |
62,0 |
62,0 |
62,1 |
0,0 |
0,0 |
|
73,9 |
73,9 |
73,9 |
73,9 |
Stand ontwerpbegroting 2017
776,8
582,1
564,3
641,4
641,4
641,4
641,5
Een deel van de verblijfsgeïndiceerden ontvangt extramurale zorg, die in de eigen woonomgeving wordt gegeven. Onder deze zorg valt persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en behandeling.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Toedeling volumegroei Wlz 2017
Dit betreft toedeling van de groei tranche
2017 aan de sector extramurale zorg.
Herverdeeleffecten HLZ: afloop overgangsrecht extramurale cliënten met Wlz-profiel Naast de eerder geïdentificeerde groep Wlz-indiceerbaren is er een groep van circa 12.000 mensen met een zeer zware zorgbehoefte die deze zorg voor een (belangrijk) deel thuis ontving via de inzet van mantelzorg. Deze groep viel in 2015 onder het overgangsrecht bij gemeenten. Na herbeoordeling door gemeenten doet deze groep alsnog – terecht – een beroep op de Wlz. Dit levert een besparing op in de overige zorgdomeinen. De daarmee gemoeide vrijvallende middelen in de Zvw, Jeugdwet en Wmo worden overgeboekt naar de Wlz.
7,3
7,3
100,0
7,3
100,0
7,3
100,0
7,3
100,0
Herverdeeleffecten HLZ: Wlz-indiceerbaren Het overgangsrecht voor de Wlz-indiceerbaren loopt af op 1 juli 2017. De cliënten die niet voldoen aan de Wlz-criteria zullen overgaan naar de Wmo, Jeugdwet en Zvw. De betreffende middelen worden daarom vanuit de Wlz overgeboekt naar de betreffende domeinen.
16,7
33,3
33,3
33,3
33,3
Overige binnen contracteerruimte (bedragen |
x € 1 miljoen) |
||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
129,2
0,0 0,0 |
134,1 0,0
|
133,4 0,0
|
133,4 0,0
|
133,4 0,0
|
133,4 0,0
|
133,4 0,0
|
Stand ontwerpbegroting 2017 |
23,8 |
30,7 |
31,8 |
31,9 |
31,9 |
31,9 |
31,9 |
Op deze deelsector worden alle uitgaven binnen de contracteerruimte verantwoord die niet -direct- toe te rekenen zijn aan één van de andere deelsectoren in de Wlz of waarvoor specifiek middelen beschikbaar zijn gesteld. Het gaat bijvoorbeeld om geoormerkte middelen in de aanwijzing budgettair kader Wlz (onder andere de regeling regelvrije zorg). |
|||||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|||||||
Beleidsmatig Toedeling volumegroei Wlz 2017 Dit betreft toedeling van de groei tranche 2017 aan de sector overige zorg binnen contracteerruimte. |
1,9 |
1,9 |
1,9 |
1,9 |
1,9 |
Persoonsgebonden budgetten (bedragen x € 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
1.195,4 |
1.346,5 |
1.367,3 |
1.361,1 |
1.361,1 |
1.361,6 |
1.361,6 |
40,9 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
96,0 |
85,0 |
84,9 |
84,9 |
84,9 |
87,0 |
0,0 |
125,0 |
293,2 |
347,5 |
347,5 |
347,5 |
347,5 |
Stand ontwerpbegroting 2017
1.236,3
1.567,5
1.745,4
1.793,5
1.793,5
1.794,0
1.796,1
Deze deelsector betreft de uitgaven in het kader van de persoonsgebonden budgetten.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Hogere toestroom pgb Cliënten met een Wlz-indicatie hebben keuzevrijheid qua leveringsvorm: zorg in natura of een persoonsgebonden budget. Het aantal cliënten met een voorkeur voor pgb is hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dit leidt tot hogere pgb-uitgaven.
Toedeling volumegroei Wlz 2017
Dit betreft toedeling van de groei tranche
2017 aan de sector pgb.
Herverdeeleffecten HLZ: afloop overgangsrecht extramurale clienten met Wlz-profiel Naast de eerder geïdentificeerde groep Wlz-indiceerbaren is er een groep van circa 12.000 mensen met een zeer zware zorgbehoefte die deze zorg voor een (belangrijk) deel thuis ontving via de inzet van mantelzorg. Deze groep viel in 2015 onder het overgangsrecht bij gemeenten. Na herbeoordeling door gemeenten doet deze groep alsnog – terecht – een beroep op de Wlz. Dit levert een besparing op in de overige zorgdomeinen. De daarmee gemoeide vrijvallende middelen in de Zvw, Jeugdwet en Wmo worden overgeboekt naar de Wlz.
122,0 193,0
193,0
193,0
193,0
18,9 18,9
104,0 104,0
18,9
104,0
18,9
104,0
18,9
104,0
Herverdeeleffecten HLZ: Wlz-indiceerbaren Het overgangsrecht voor de Wlz-indiceerbaren loopt af op 1 juli 2017. De cliënten die niet voldoen aan de Wlz-criteria zullen overgaan naar de Wmo, Jeugdwet en Zvw. De betreffende middelen worden daarom vanuit de Wlz overgeboekt naar de betreffende domeinen.
16,7 - 33,3
33,3
33,3 - 33,3
Technisch
Toedeling taakstelling pgb Deze technische mutatie betreft de overboeking van nominaal en onverdeeld van een restant taakstelling (halfjaareffect groei 2016 in 2017 en verder).
Overheveling ZIN naar pgb-kader Binnen het budgettaire kader van de Wlz kan geschoven worden tussen ZIN en pgb. Deze mutatie betreft de overheveling van middelen naar het pgb-kader.
60,0 - 60,0
125,0 125,0 125,0
60,0
125,0
60,0 - 60,0
125,0 125,0
Kapitaallasten (nacalculatie) (bedragen x € 1 |
miljoen) |
||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
1.433,4 |
801,8 |
392,6 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 |
|
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting |
|||||||
2016 |
0,0 |
2,6 |
3,9 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|
|
|
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
1.388,7 |
804,5 |
380,3 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Deze deelsector betreft de na te calculeren kapitaallasten |
van de gebouwen waarin Wlz-zorg met |
verblijf wordt geleverd. |
|||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|||||||
Beleidsmatig |
|||||||
Toedeling extramuraliseren tranche 2017 |
|
||||||
Dit betreft de toedeling van de tranche |
|||||||
2017 van de maatregel extramuraliseren |
|||||||
aan de kapitaallasten. |
Beheerskosten (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
142,4 |
140,7 |
140,7 |
140,7 |
140,7 |
140,7 |
140,7 |
16,7 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
6,9 |
6,8 |
6,7 |
6,7 |
6,7 |
6,7 |
|
0,0 |
39,6 |
28,6 |
21,6 |
21,6 |
21,6 |
Stand ontwerpbegroting 2017
159,1
147,6
187,1
176,0
169,0
169,0
169,0
Onder deze deelsector vallen de uitvoeringskosten ten laste van de Wlz van zorgkantoren en de kosten van het College Sanering Zorginstellingen.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Uitvoeringskosten SVB pgb trekkingsrechten vanaf 2017
Voor het resterende knelpunt vanaf 2017 voor de uitvoeringskosten van de SVB worden nu extra middelen ingezet. Vanwege het voornemen om de financiering van de SVB (niet zijnde het gemeentelijke deel) vanuit 2017 uit de beheerskosten te bekostigen, worden deze middelen toegevoegd aan het budget beheerskosten in het BKZ.
16,2
13,9
13,9
13,9
13,9
Toedeling volumegroei Wlz 2017
Dit betreft toedeling van de groei tranche
2017 aan de beheerskosten.
2,0
2,0
2,0
2,0
2,0
Investeringskosten SVB en portal
Als onderdeel van de afspraken uit het
Bestuurlijk Overleg VNG-Rijk van
24 augustus 2016 levert het Rijk een bijdrage aan de investeringskosten bij de SVB voor gemeenten.
13,0
7,0
Technisch
Overheveling uitvoeringskosten pgb trekkingsrechten SVB Deze technische mutatie betreft de overboeking van de beschikbare middelen die op de VWS-begroting waren gereserveerd voor de uitvoering van pgb trekkingsrechten Wlz door de SVB. Vanaf 2017 worden deze uitgaven gedaan vanuit het budget van de beheerskosten in het BKZ.
8,4
5,7
5,7
5,7
5,7
Overig buiten contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
Bijstellingen jaarverslag 2015
Bijstellingen 1e suppletoire begroting
2016
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017
621,7 |
636,2 |
476,7 |
477,1 |
477,1 |
477,1 |
477,1 |
|
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
29,1 |
|
|
|
|
|
|
2,8 |
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2017
618,6
668,1
457,9
459,8
462,3
462,3
462,4
Op deze deelsector worden de kosten verantwoord van bovenbudgettaire vergoedingen voor individueel aangepaste hulpmiddelen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, eerstelijnsverblijf (t/m 2016 in de Wlz), innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017
Beleidsmatig
Toedeling volumegroei Wlz 2017
Dit betreft toedeling van de groei tranche
2017 aan deze deelsector.
Technisch
Overheveling orthocommunicatieve behandeling
De afgelopen jaren is een nieuwe methode van orthocommunicatieve behandeling van patiënten met het autisme spectrum syndroom (ASS) vergoed vanuit een Wlz-subsidieregeling. Omdat de nieuwe methode onvoldoende aantoonbaar effectief is, wordt de subsidieregeling beëindigd. Personen met ASS die deze behandeling ontvingen, zullen een behandeling krijgen die onder de Jeugdwet (groep -18) of de Zvw (groep 18+) valt. De beschikbare middelen worden overgeheveld naar het macrobudget Jeugdhulp en de Zvw.
Onderuitputting extramurale behandeling en overheveling huisvestingskosten eerstelijnsverblijf
Er is sprake van minder uitgaven aan de subsidieregeling Extramurale behandeling. Deze middelen zijn ingezet ter compensatie van de meerkosten op de subsidieregeling eerstelijnsverblijf, die deels worden gedekt door de cure en deels door de care.
6,4
8,0
6,4
8,0
6,4
8,0
6,4
8,0
6,4
8,0
9,4
7,9
5,4
5,4
5,4
Overig
2,8
Nominaal en onverdeeld (bedragen x € 1 miljoen) |
||||||
2015 |
2016 |
2017 2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
10,7 |
518,7 |
943,7 1.535,8 |
2.466,2 |
3.561,4 |
3.561,4 |
Bijstellingen jaarverslag 2015 |
191,1 |
0,0 |
0,0 0,0 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 |
0,0 |
|
|
|
|
|
Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
0,0 |
|
|
225,7 |
514,6 |
1.998,4 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
201,8 |
0,6 |
344,4 1.213,0 |
2.252,0 |
3.576,9 |
5.057,9 |
Deze niet-beleidsmatige deelsector heeft een technisch-administratief karakter. Vanuit deze deelsector vinden |
overboekingen |
van loon- |
||||
en prijsbijstellingen naar de loon- en prijsgevoelige deelsectoren binnen de begroting plaats. Ook worden er taakstellingen of |
extra |
|||||
middelen op deze deelsector geplaatst die nog niet aan de deelsectoren zijn toegedeeld. |
||||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
||||||
Autonoom |
||||||
Nominale ontwikkeling |
0,1 - 14,5 |
|
|
|
||
De raming van de loon- en prijsbijstelling is |
||||||
aangepast op basis van de laatste macro- |
||||||
economische inzichten van het Centraal |
||||||
Planbureau (CPB). |
||||||
Ramingsbijstelling MLT 2018–2021 |
310,2 |
383,1 |
660,1 |
1.044,0 |
||
Deze bijstelling betreft de technische |
||||||
verwerking van de middellangetermijnver- |
||||||
kenning 2018–2021 van het CPB. |
||||||
Beleidsmatig |
||||||
Nominaal en onverdeeld Wlz |
|
|
|
|
||
Een deel van de gereserveerde ruimte op de |
||||||
sector nominaal en onverdeeld is ingezet ter |
||||||
dekking van problematiek binnen de Wlz. |
||||||
Deze bestaat voornamelijk uit enkele |
||||||
(technische) ramingsbijstellingen zoals de |
||||||
ruilvoetproblematiek (circa € 170 miljoen), |
||||||
grondslagverlegging van het loon- en |
||||||
prijsmodel en bijstelling van de opbrengst |
||||||
van de eigen bijdragen. |
||||||
Toedeling volumegroei 2017 Wlz |
|
|
|
|
||
Dit betreft toedeling van de groei tranche |
||||||
2017 aan de Wlz-sectoren. |
||||||
Toedeling extramuralisering |
342,6 342,6 |
377,4 |
377,4 |
377,4 |
||
Dit betreft de toedeling van de maatregel |
||||||
extramuraliseren aan de betreffende |
||||||
sectoren. |
||||||
Toedeling taakstelling pgb |
60,0 60,0 |
60,0 |
60,0 |
60,0 |
||
Deze technische mutatie betreft de |
||||||
overboeking naar pgb van een restant |
||||||
taakstelling (halfjaareffect groei 2016 in 2017 |
||||||
en verder). |
||||||
Toedeling extramuralisering VG-3 |
|
|
|
|
|
|
Dit betreft de overheveling middelen naar |
||||||
de sector gehandicaptenzorg vanwege het |
||||||
niet extramuraliseren van zorgprofiel VG-3. |
||||||
Extramuralisering |
46,0 |
72,0 |
98,0 |
|||
Dit betreft het oorspronkelijke effect van |
||||||
extramuralisering en leidt tot meer uitgaven |
||||||
in de Wmo. |
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Niet extramuraliseren V&V-4 Het niet extramuraliseren van het zorgprofiel V&V-4 leidt tot minder uitgaven in de Wmo.
29,0
29,0
29,0
Herverdeeleffecten HLZ: VG-3 In het Zorgakkoord 2014 is het extramurali-seren van het zorgprofiel VG3 teruggedraaid. In het budget voor de Wmo 2015 was dit besluit nog niet verwerkt. De betreffende middelen worden vanaf 2017 teruggeboekt van de Wmo naar de Wlz.
32,5
32,5
32,5
32,5
Extrapolatie
1.087,8
Technisch
Overheveling van ZiN naar pgb Cliënten met een Wlz-indicatie hebben keuzevrijheid qua leveringsvorm. Het aantal cliënten met een voorkeur voor pgb is hoger dan oorspronkelijk geraamd. Daar staat tegenover dat het gebruik van zorg in natura minder snel groeit dan oorspronkelijk geraamd. De hogere toestroom pgb kan hierdoor gedeeltelijk worden gedekt door overheveling van middelen vanuit het kader voor zorg in natura naar het pgb-kader.
96,0
139,0
139,0
139,0
139,0
Ontvangsten Wlz (bedragen x € 1 miljoen) |
|||||||
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Bijstellingen jaarverslag 2015 Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016 Bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
1.891,3
0,0
|
1.848,0 0,0
|
1.834,9 0,0
0,0 |
1.840,2 0,0
15,4 |
1.890,0 0,0
32,2 |
1.903,4 0,0
45,5 |
1.903,4 0,0
92,0 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
1.865,9 |
1.826,1 |
1.815,3 |
1.833,7 |
1.870,6 |
1.915,1 |
1.959,6 |
Betreft de eigen bijdragen die binnen de Wlz verplicht zijn. |
|||||||
Toelichting bijstellingen ontwerpbegroting 2017 |
|||||||
Autonoom Ramingsbijstelling MLT 2018–2021 Deze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellangetermijnver-kenning 2018–2021 van het CPB. |
15,4 |
32,2 |
45,5 |
58,2 |
|||
Beleidsmatig |
33,8 |
2 Verdiepingshoofdstuk begroting
Het verdiepingshoofdstuk bestaat uit een cijfermatig overzicht per artikel. Bij ieder artikel wordt eerst de opbouw van de stand vanaf de ontwerpbegroting 2016 tot aan de stand ontwerpbegroting 2017 vermeld. Daarna worden de belangrijkste nieuwe mutaties toegelicht.
De nieuwe begrotingsmutaties zijn toegelicht voor zover de kasbedragen in 2017 groter zijn dan € 5 miljoen.
Artikel 1 Volksgezondheid
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
614.456 0
604.871 |
621.203 0 0
653.099 |
637.677 0 0
643.568 |
645.775 0 0
656.749 |
640.713 0 0
650.957 |
0 0 0
654.986 650.700 |
Toelichting belangrijkste nieuwe mutaties (bedragen x € 1.000) |
|||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
De NIPT betreft een screening tijdens de zwangerschap. De test kan onder andere het downsyndroom opsporen zonder dat sprake is van een verhoogd risico op een miskraam. Omdat opname in het basispakket afhankelijk is van de advisering van het Zorginstituut (en de Gezondheidsraad) kan de NIPT als eerste test niet eerder dan per 2018 opgenomen worden in het basispakket. In 2017 zal de bekostiging daarom lopen via een subsidieregeling. 0 |
26.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Opbouw ontvangsten x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
10.903 0 0
0 7.403 |
10.903 0 0
0 7.403 |
10.903 0 0
0 7.403 |
10.903 0 0 0 0 10.903 |
10.903 0 0 0 0 10.903 |
0 0 0 0 10.903 10.903 |
Artikel 2 Curatieve zorg
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 |
4.187.157 0 |
3.930.874 0 |
3.627.165 0 |
3.332.555 0 |
3.433.801 0 |
0 0 |
Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties |
1.300 46.738 - 6.421 |
0 52.871
|
0 248
|
0 10.292
|
0 30.660
|
0 20.660 3.201.991 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
4.228.774 |
3.816.813 |
3.418.455 |
3.103.057 |
3.173.410 |
3.222.651 |
Toelichting belangrijkste nieuwe mutaties (bedragen x € 1.000)
2016 2017 2018 2019 2020 2021
In het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg 2014–2017 is overeengekomen dat betrokken partijen gezamenlijk een agenda opstellen om zorginhoudelijke verbetering te bewerkstelligen binnen een beperktere beschikbare groei. Daarmee moet de sector niet alleen efficiënter gaan werken maar ook inspelen op demografische en maatschappelijke veranderingen. ICT speelt een belangrijke rol bij het vormgeven van de gewenste verbeterslag. Om de agenda van de sector te faciliteren wordt gedurende drie jaar een jaarlijkse bijdrage van € 35 miljoen beschikbaar gesteld voor het programma ICT in ziekenhuizen.
In een bindend advies is de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen vanwege het niet nakomen van twee toezeggingen uit 2009 vastgesteld op € 235,9 miljoen (stand ultimo 2014, exclusief rente). Erasmus MC lijdt schade als gevolg van handelingen en investeringen die het zonder de toezeggingen niet zou hebben verricht respectievelijk gedaan. Erasmus MC heeft op basis van de toezeggingen een nieuwbouwproject met een onrendabele top (lasten ongedekt door relevante inkomsten) ondernomen en zou zonder de toezeggingen een dergelijk nieuwbouwproject niet hebben uitgevoerd (TK 25 268, nrs. 120 en 126). VWS betaalt in 2015 en 2016 een bedrag van € 85 miljoen en het restant in 2017. Aangezien de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen wordt betaald vanuit de VWS-begroting, zijn de hiervoor gereserveerde middelen overgeheveld naar de VWS-begroting. Ze blijven behoren tot het Budgettair Kader Zorg.
De niet benodigde middelen voor de uitvoering van de subsidieregeling integrale tarieven worden overgeheveld naar het premiegefinancierde BKZ om weer te worden toegevoegd aan de sector medisch-specialistische zorg. Dit betreft de bijstelling van de uitgavenraming Rijksbijdrage 18- naar aanleiding van de actuele raming van het CPB.
0 35.000 35.000 35.000
85.000 81.000
18.840 - 50.000 - 25.000 - 16.000 10.000
0 - 216.200 - 260.900 - 292.500 - 286.000 - 226.000
Opbouw ontvangsten x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
60.955 0 0 0 0 60.955 |
60.955 0 0 0 0 60.955 |
60.955 0 0 0 0 60.955 |
60.955 0 0 0 0 60.955 |
60.955 0 0 0 0 60.955 |
0 0 0 0 60.955 60.955 |
Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 |
3.644.801 0 |
3.807.261 0 |
4.004.867 0 |
4.221.449 0 |
4.450.188 0 |
0 0 |
Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
0 90.408
3.734.022 |
0
29.415 3.768.067 |
0
3.756.684 |
0
3.799.426 |
0
3.854.224 |
0 149.267 3.769.114 3.918.381 |
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting belangrijkste nieuwe mutaties (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Op basis van onderzoek naar de kostenraming van de exploitatie van het CIZ in het kader van de
Wlz-indicatiestelling kan worden vastgesteld dat er sprake is van meerjarige ruimte in het financiële kader.
Naast het programma Waardigheid en Trots voor de ouderenzorg en de vernieuwingsagenda voor de langdurige zorg zullen de komende jaren acties moeten worden uitgevoerd om de kwaliteit van het leven van cliënten en de betrokkenheid en vakbekwaamheid van medewerkers in de gehandicaptenzorg te vergroten.
Dit betreft de bijstelling van de Rijksbijdrage Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) naar aanleiding van de actuele ramingen van het CPB.
Dit betreft de overheveling van uitvoeringskosten pgb trekkingsrechten SVB vanaf de VWS-begroting naar het
BKZ.
Dit betreft de reservering van middelen ten behoeve van de bijdrage van de gemeenten aan de uitvoeringskosten van de trekkingsrechten pgb door de SVB.
14.600
10.800
5.800
85.700
8.400
35.100
10.800
5.800
263.100
5.700
10.800
5.800
436.800
5.700
10.800
5.800
610.300
5.700
10.800
5.800
549.300
5.700
Opbouw ontvangsten x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
3.441 0 0 0 0 3.441 |
3.441 0 0 0 0 3.441 |
3.441 0 0 0 0 3.441 |
3.441 0 0 0 0 3.441 |
3.441 0 0 0 0 3.441 |
0 0 0 0 3.441 3.441 |
Artikel 4 Zorgbreed beleid
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
871.197 |
878.441 |
862.756 |
872.275 |
870.484 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
0 0 75.939
939.812 |
0 0 46.849
915.450 |
0 0 30.830 17.242 910.828 |
0 0 29.116 12.306 913.697 |
0 0 22.506 11.443 904.433 |
0 0 21.283 876.397 897.680 |
Toelichting belangrijkste nieuwe mutaties (bedragen x € 1.000) |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
De UMC’s worden gecompenseerd voor de herstelopslag op de pensioenpremie die het ABP per 1 april 2016 heeft doorgevoerd. De middelen worden hiertoe overgeboekt naar de begroting van OCW. – |
11.200 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
Vanwege de afspraak over het bereiken van het gelijke speelveld stemt de NFU in met de verplichtingen uit de Loonruimte Overeenkomst Publieke Sector 2015–2016. Er zal structureel € 17 miljoen worden uitgetrokken voor het creëren van een level playing field. De middelen worden hiertoe overgeboekt naar de begroting van OCW. – |
17.000 |
|
|
|
|
|
0
0
0
0
0
0
0
0
Opbouw ontvangsten x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
4.858 0 0 0 0 4.858 |
4.858 0 0 0 0 4.858 |
4.858 0 0 0 0 4.858 |
4.858 0 0 0 0 4.858 |
4.858 0 0 0 0 4.858 |
0 0 0 0 4.858 4.858 |
Artikel 5 Jeugd
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
126.154 |
129.803 |
75.848 |
83.493 |
83.493 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
84.977 |
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
|
|
|
|
|
56.875 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
202.864 |
115.531 |
61.943 |
70.805 |
72.473 |
55.875 |
Toelichting belangrijkste nieuwe mutaties (bedragen x € 1.000) |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Als gevolg van het afschaffen van de ouderbijdrage jeugdzorg worden gemeenten gecompenseerd voor gederfde inkomsten door verhoging van het macrobudget jeugd. |
0 |
|
|
|
|
|
Opbouw ontvangsten x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
82.508 0 0 0 0 82.508 |
4.508 0 0 0 0 4.508 |
4.508 0 0 0 0 4.508 |
4.508 0 0 0 0 4.508 |
4.508 0 0 0 0 4.508 |
0 0 0 0 4.508 4.508 |
Artikel 6 Sport
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
128.813 |
128.244 |
126.551 |
127.578 |
127.578 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
|
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
660 |
1.888 |
2.810 |
1.874 |
1.876 |
129.455 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
66.458 |
126.704 |
128.509 |
128.045 |
128.608 |
128.452 |
Opbouw ontvangsten x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Mutatie nota van wijziging 2016
Mutatie amendement 2016
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2017
740 |
740 |
740 |
740 |
740 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
740 |
740 |
740 |
740 |
740 |
740 |
740 |
Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Tweede Wereldoorlog
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
290.109 0 0 20.000 1.278 311.387 |
272.400 0 0 0 1.115 273.515 |
256.865 0 0 0 995 257.860 |
241.235 0 0 0 976 242.211 |
226.883 0 0 0 976 227.859 |
0 0 0 0 213.985 213.985 |
Opbouw ontvangsten x € 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
Mutatie nota van wijziging 2016
Mutatie amendement 2016
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2017
901 |
901 |
901 |
901 |
901 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
4.112 |
0 |
0 |
0 |
0 |
901 |
5.013 |
901 |
901 |
901 |
901 |
901 |
Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
4.432.332 |
4.905.439 |
5.214.827 |
5.488.492 |
5.662.138 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
|
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
|
|
|
138.946 |
236.629 |
6.108.422 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
4.261.922 |
4.448.121 |
4.992.974 |
5.437.581 |
5.800.972 |
5.996.392 |
Toelichting belangrijkste nieuwe mutaties (bedragen x € 1.000) |
|||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Dit betreft de bijstelling van de uitgavenraming |
|||||
zorgtoeslag naar aanleiding van de actuele raming van het |
|||||
CPB. – 170.410 |
|
|
|
|
|
Verhoging van de zorgtoeslag door het structureel lager |
|||||
vaststellen van de normpercentaes die de hoogte van de |
|||||
zorgtoeslag bepalen. 0 |
352.000 |
352.000 |
352.000 |
352.000 |
352.000 |
Opbouw ontvangsten x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Stand ontwerpbegroting 2016
Mutatie nota van wijziging 2016
Mutatie amendement 2016
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2017
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Artikel 9 Algemeen
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
27.336 0 0 2.354
25.718 |
28.835 0 0 0
28.185 |
32.434 0 0 0
32.367 |
35.604 0 0 0
35.515 |
40.604 0 0 0
40.515 |
0 0 0 0 40.515 40.515 |
Opbouw ontvangsten x € 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
Mutatie nota van wijziging 2016
Mutatie amendement 2016
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2017
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
283 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
283 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Artikel 10 Apparaatsuitgaven
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
249.168 0 0 39.582 |
239.306 0 0 16.334 |
238.557 0 0 10.240 |
235.340 0 0 11.870 |
235.439 0 0 7.889 |
0 0 0 7.397 |
Nieuwe mutaties Stand ontwerpbegroting 2017 |
14.174 302.924 |
3.519 259.159 |
3.711 252.508 |
3.667 250.877 |
2.671 245.999 |
238.340 245.737 |
Opbouw ontvangsten x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 Mutatie nota van wijziging 2016 |
5.357 0 |
5.357 0 |
10.357 0 |
5.357 0 |
5.357 0 |
0 0 |
Mutatie amendement 2016 Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 Nieuwe mutaties |
0 19.024 1.192 |
0 1.374 0 |
0 1.322 0 |
0 1.276 0 |
0 1.172 0 |
0 1.163 5.357 |
Stand ontwerpbegroting 2017 |
25.573 |
6.731 |
11.679 |
6.633 |
6.529 |
6.520 |
Artikel 11 Nominaal en onvoorzien
Opbouw uitgaven x € 1.000 |
||||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
Stand ontwerpbegroting 2016 |
|
2.074 |
2.646 |
2.706 |
2.706 |
0 |
Mutatie nota van wijziging 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie amendement 2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016 |
2.201 |
|
|
|
|
|
Nieuwe mutaties |
|
|
|
|
|
|
Stand ontwerpbegroting 2017 |
|
|
|
|
|
|
Toelichting belangrijkste nieuwe mutaties (bedragen x € 1.000) |
|||||
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
Dit betreft de toedeling van de loonbijstelling 2016 naar de andere onderdelen van de begroting. – 37.743 |
|
|
|
|
|
Opbouw ontvangsten x € 1.000
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
Mutatie nota van wijziging 2016
Mutatie amendement 2016
Mutatie 1e suppletoire begroting 2016
Nieuwe mutaties
5.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
5.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
-
3.Moties en toezeggingen
Nieuwe |
nog openstaande moties sinds de vorige begroting |
||
ID1 |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
2407 |
Motie van de leden Geurts en |
Ministerie van EZ stuurt hierover een |
|
Schouten over uitbreiding van de |
brief. |
||
lijst producten zonder datumver- |
|||
melding. |
|||
2421 |
Motie van de leden Bouwmeester en |
Toezeggingen 5770, en motie 2421: |
|
Dik-Faber (t.v.v. 34 300-XVI, nr. 52) |
Deze worden afgedaan als het |
||
over het vergroten van de zeggen- |
wetsvoorstel richting het einde van |
||
schap van verzekerden, patiënten en |
het jaar bij de Tweede Kamer wordt |
||
cliënten. |
ingediend. |
||
2425 |
Motie van de leden Otwin Van Dijk |
De inventarisatie wordt voor de |
|
en Voortman over inventariseren van |
zomer afgerond, in het najaar 2016 |
||
knelpunten bij burgerinitiatieven en |
wordt de Tweede Kamer geïnfor- |
||
zorgcoöperaties |
meerd. |
||
2426 |
Motie van de leden Otwin Van Dijk |
De Tweede Kamer wordt medio |
|
en Bergkamp over stimuleren van |
oktober 2016 met de 2e voortgangs- |
||
een professionaliseringsslag in het |
rapportage Wmo geïnformeerd over |
||
sociaal werk |
de uitvoering motie over stimuleren van een professionaliseringsslag in het sociaal werk. |
||
2427 |
Motie van de leden Otwin Van Dijk |
De Tweede Kamer wordt in oktober |
|
en Tanamal over een agenda |
geïnformeerd met de 2e Voortgangs- |
||
ontwikkelen om de zeggenschap van |
rapportage Wmo. |
||
cliënten te versterken |
|||
2429 |
Motie van de leden Pia Dijkstra en |
Zoals in het AO GGZ van 26 mei |
|
De Lange (t.v.v. 34 300-XVI, nr. 64) |
2016 is toegezegd volgt na de zomer |
||
over psychosociale zorg als |
hierover een brief aan de TK |
||
onderdeel van de behandeling van |
|||
ernstig somatische aandoeningen |
|||
2431 |
Motie van de leden Pia Dijkstra en |
Deze motie wordt medio oktober |
|
Bouwmeester over kleine, innova- |
afgedaan in de Voortgangsrap- |
||
tieve zorgaanbieders een kans geven |
portage innovatie en ehealth. |
||
2437 |
Motie van de leden Van der Staaij en |
Wordt meegenomen in de Voort- |
|
Voortman over het verstrekken van |
gangsrapportage Wlz die na het |
||
meer meerjarencontracten |
zomerreces naar de Kamer wordt gestuurd. |
||
2438 |
Motie van de leden Van der Staaij en |
In de Voortgangsrapportage WLZ |
|
Bruins Slot over standaardisatie van |
(eind juni) wordt gemeld dat het |
||
inkoop-, kwaliteits-, en facturatie- |
onderzoek mbt deze motie is |
||
eisen |
uitgezet en in het najaar aan de Kamer zal worden aangeboden. |
||
2439 |
Motie van de leden Van der Staaij en |
Na de zomer ontvangt de TK |
|
Pia Dijkstra over het concept van |
hierover een brief. |
||
verpleegkundige topzorg landelijk |
|||
navolging geven |
|||
2454 |
Motie van de Leden Rudmer, |
Voor het jaar 2016 ingevuld met |
|
Heerema en Van Dekken (t.v.v. |
amendement Heerema/ van Dekken |
||
34 300-XVI, nr. 127) over het |
in afstemming met NOC*NSF. Inzet |
||
oormerken van extra middelen voor |
op opleidingen, talentontwikkeling, |
||
de basissportinfrastructuur |
paralympisch en gehandicapten wedstrijdsport (via effectief actief). In latere jaren afhankelijk van ontwikkelingen fusie. |
ID1 |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
2457 |
Motie van de leden Pia Dijkstra en |
Op dit moment wordt bezien op |
|
Van Dekken (t.v.v. 34 300-XVI, nr. |
welke wijze invulling gegeven kan |
||
|
worden aan deze motie. Na de |
||
die een medaille zijn misgelopen |
zomer wordt de Kamer hierover |
||
door dopinggebruik van concur- |
nader geïnformeerd. |
||
renten. |
|||
2458 |
Motie van de leden Pia Dijkstra en |
Op dit moment inventariseert het |
|
Van Dekken over het onderzoeken |
Mulierinstituut welke informatie |
||
van achterstanden qua beloning en |
voor handen is om invulling te |
||
waardering van vrouwelijke sporters |
geven aan deze motie over sexe ongelijkheid in de sport. Kenniscentrum sport stelt een dossier op over dit thema. |
||
2477 |
Motie van het lid Van Gerven over |
De TK wordt voor het kerstreces |
|
spoedige ondertekening van het |
2016 over de stand van zaken moties |
||
facultatief protocol |
n.a.v. debat VN Verdrag gehandicapten |
||
2478 |
Motie van de leden Otwin van Dijk |
De TK wordt voor het kerstreces |
|
en Voortman over het streven naar |
2016 over de stand van zaken moties |
||
een inclusieve samenleving |
n.a.v. debat VN Verdrag gehandicapten. |
||
2479 |
Motie van het lid Otwin van Dijk over |
De TK wordt voor het kerstreces |
|
het toegankelijker maken van |
2016 over de stand van zaken moties |
||
overheidsinformatie voor mensen |
n.a.v. debat VN Verdrag gehandi- |
||
met een beperking |
capten. |
||
2481 |
Motie van de leden Dik-Faber en |
De TK wordt voor het kerstreces |
|
Bergkamp over de positie van |
2016 over de stand van zaken moties |
||
mensen met een handicap in |
n.a.v. debat VN Verdrag gehandi- |
||
Caribisch Nederland |
capten. |
||
2486 |
Motie van de leden Bergkamp en |
De TK wordt voor het kerstreces |
|
Otwin van Dijk over aandacht voor |
2016 over de stand van zaken moties |
||
het belang van assistentiehonden |
n.a.v. debat VN Verdrag gehandicapten |
||
2487 |
Motie van het lid Bergkamp over |
De TK wordt voor het kerstreces |
|
doorbreken van het taboe rond |
2016 over de stand van zaken moties |
||
seksualiteitsbeleving bij mensen met |
n.a.v. debat VN Verdrag gehandi- |
||
een beperking |
capten |
||
2489 |
Gewijzigde motie van het lid Keijzer |
De TK wordt na het zomerreces |
|
(t.v.v. 30 169, nr. 46) over het aantal |
geïnformeerd met de afschriftbrief |
||
aanwezigen bij het keukentafelge- |
aan wethouder inzake stand van |
||
sprek met de zorgvrager |
zaken Wmo. |
||
2491 |
Motie van het lid Volp over het |
De brief van CBL over het convenant |
|
convenant om een displayban in te |
is nog niet binnen. Zodra deze er is |
||
voeren uiterlijk 1 juli afsluiten |
wordt de reactie voor de TK opgesteld, met het streven verzending aan de TK voor het zomerreces. |
||
2492 |
Nader gewijzigde motie van de |
Het streven is de termijn van |
|
leden Volp en Bruins Slot (t.v.v. |
1 oktober te halen. |
||
34 234, nr. 25) de AMvB voor nieuwe |
|||
verpakkingen uiterlijk 1 oktober 2016 |
|||
in werking stellen. |
|||
2493 |
Motie van het lid Van der Staaij c.s. |
Na het zomerreces ontvangt de TK |
|
over gespecialiseerde geestelijke |
hierover een brief |
||
verzorging in de laatste levensfase |
ID1 |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
2499 |
Motie van het lid Voortman over |
Nader overleg met partijen is nodig. |
|
knelpunten inventariseren en |
De Kamer wordt hierover in oktober |
||
wegnemen |
geïnformeerd. |
||
2501 |
Motie van het lid Bergkamp c.s. over |
Na de zomer wordt gekeken naar |
|
de uitgangspunten van planbaarheid |
een passende oplossing. Het streven |
||
van zorg |
is de Kamer in oktober te informeren. |
||
2502 |
Motie van het lid Bergkamp over het |
De Kamer wordt hierover in het |
|
vereenvoudigen van de communi- |
najaar geïnformeerd. |
||
catie over tarieven |
|||
2505 |
Gewijzigde motie van de leden |
De TK wordt begin 2018 geïnfor- |
|
Bergkamp en Otwin van Dijk (t.v.v. |
meerd met de evaluatie van de Wmo |
||
34 192, nr. 4) over onderzoeken naar |
2015, Jeugdwet en wet Publieke |
||
samenhang van de vrschillende |
Gezondheidszorg waarin dit advies |
||
zorgwetten. |
wordt meegenomen. |
||
2510 |
Motie van de leden Bergkamp en |
De TK wordt na het zomerreces 2016 |
|
Otwin Van Dijk over informatievoor- |
geïnformeerd. |
||
ziening door gemeenten aan |
|||
Wmo-cliënten |
|||
2511 |
Motie van de leden Otwin Van Dijk |
De TK wordt na het zomerreces 2016 |
|
en Potters over een maximale |
geïnformeerd. |
||
aanleveringstermijn voor gemeenten |
|||
2512 |
Motie van de leden Otwin Van Dijk |
De TK wordt na het zomerreces 2016 |
|
en Bergkamp over een oplossing |
geïnformeerd. |
||
voor echtparen waarvan een partner |
|||
opgenomen wordt in een instelling |
|||
2513 |
Motie van het lid Wolbert over |
Onderzoek komt in visie nieuwe wet |
|
onderzoek naar verschillende |
ambulancezorg en uiteindelijk in wet |
||
stelsels voor ambulancezorg |
zelf; na voorstel tot verlenging van de TWAZ met twee jaar tot 2020. |
||
2515 |
Motie van de leden Dik-Faber en |
Het onderzoek zal nog deze zomer |
|
Voordewind over aanvullend |
van start gaan. In dat onderzoek |
||
onderzoek naar de aansluiting |
wordt het concreter verzoek van de |
||
tussen de verschillende wetten voor |
Kamer meegenomen om te |
||
jongeren van 18 tot 23 jaar met een |
verkennen welke mogelijkheden er |
||
beperking |
zijn om hulpverlening te verplichten aan 18-plussers die zulke hulp niet wensen, maar volgens een bepaalde risicotaxatie wel nodig zouden hebben. De Kamer wordt in de volgende rapportage over het nieuwe jeugdstelsel over de voortgang van het onderzoek geïnformeerd. |
||
2516 |
Motie van de leden Dik-Faber en |
Dit wordt meegenomen in de |
|
Bergkamp over mogelijkheden om |
adviesaanvraag aan Zorginstituut en |
||
het maatwerkprofiel breed in te |
NZa over de vormgeving van het |
||
zetten |
maatwerkprofiel die begin april uit zal gaan. In eerstvolgende voortgangsrapportage over de brief Waardig leven met zorg» of de implementatie van de Wlz zal dit aan de Tweede Kamer worden gemeld. |
||
2517 |
Motie van het lid Dik-Faber over |
Advies wordt aan het eind van het |
|
mogelijkheid om de meerzorgre- |
jaar verwacht. Zo spoedig mogelijk |
||
geling meerjarig te indiceren |
daarna wordt de Kamer geïnformeerd. |
ID1 |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
2518 |
Gewijzigde motie van de leden |
Eind 2016 wordt de Kamer geïnfor- |
|
Otwin van Dijk en Bergkamp (t.v.v. |
meerd over de uitvoering van deze |
||
34 104, nr. 116) over een apart |
motie. |
||
afwegingskader voor toegang van |
|||
kinderen tot de Wet langdurige zorg. |
|||
2519 |
Motie van de leden Bergkamp en |
De TK wordt na het zomerreces 2016 |
|
Kooiman over de prioritering van de |
met de 1e VGR GIA 2016 geïnfor- |
||
aanpak van wachtlijsten. |
meerd over de prioritering van de aanpak van wachtlijsten. |
||
2520 |
Motie van het lid Volp c.s. over |
De TK wordt na het zomerreces met |
|
borging van de expertise bij |
1e VGR GIA 2016 geïnformeerd over |
||
gemeenten over de verschillende |
de borging van de expertise bij |
||
vormen van geweld in afhankelijk- |
gemeenten over de verschillende |
||
heidsrelaties |
vormen van gia. |
||
2521 |
Motie van het lid Volp c.s. over |
De TK wordt na het zomerreces 2016 |
|
structurele monitoring van de |
met de 1e Voortgangsrapportage |
||
aanpak van geweld in afhankelijk- |
GIA 2016 geïnformeerd over de |
||
heidsrelaties |
structurele monitoring van de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties. |
||
2523 |
Motie van de leden Otwin Van Dijk |
Onderzoek afronden t/m oktober |
|
en Van Weyenberg over onderzoek |
2016. In december 2016 wordt de TK |
||
naar de overheveling van |
geïnformeerd. |
||
woningaanpassingen, hulpmiddelen |
|||
en huishoudelijke hulp |
|||
2524 |
Gewijzigde motie van de leden |
De Tweede Kamer wordt eind 2016 |
|
Bergkamp en Ypma (t.v.v. 34 191, |
geïnformeerd. |
||
nr. 23) over een alternatief voor de |
|||
diagnosegegevens |
|||
2527 |
Motie van de leden Leijten en Van |
De Kamer wordt uiterlijk 1 oktober |
|
Gerven over toestaan van doorgele- |
2016 geïnformeerd. |
||
verde bereidingen |
|||
2529 |
Motie van het lid Otwin van Dijk over |
De Kamer wordt uiterlijk 1 oktober |
|
een plan van aanpak voor doorgele- |
2016 geïnformeerd. |
||
verde eigen bereidingen |
|||
2530 |
Motie van het lid Rutte over een |
De Kamer wordt voor de begrotings- |
|
leidende rol bij geneesmiddelenon- |
behandeling geïnformeerd. |
||
derzoek met vrouwen en comorbide |
|||
patiënten |
|||
2531 |
Motie van de leden Krol en Otwin Van Dijk over het ondersteunen van veilig thuis wonen |
Overleg vindt plaats met BZK. |
|
2532 |
Motie van het lid Krol over een |
De Kamer ontvangt jaarlijks de |
|
jaarlijkse voortgangsrapportage over |
voortgangsrapportage over het |
||
het terugdringen van psychofarmaca |
terugdringen van psychofarmaca |
||
2533 |
Motie van het lid Wolbert over het |
De uitvoering van de motie wordt |
|
programma rond de preventiecoa- |
steeds meegenomen in de jaarlijkse |
||
lities |
rapportage over het NPP. |
||
2534 |
Motie van de leden Van der Burg en |
De Tweede Kamer wordt eind 2017 |
|
Ypma over na drie jaar een |
geïnformeerd bij de evaluatie van de |
||
tussenevaluatie en na vijf jaar een |
Jeugdwet. |
||
reguliere evaluatie van de Jeugdwet |
ID1 |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
2539 |
Motie van het lid Bergkamp over het |
De TK wordt met de 2e VGR Wmo |
|
waarborgen van de kwaliteit van |
eind september /begin oktober 2016 |
||
keukentafelgesprekken |
geïnformeerd over de waarborgen van de kwaliteiten van keukentafelgesprekken. |
||
2540 |
Motie van de leden Dik-Faber en |
De TK wordt voor het kerstreces met |
|
Bergkamp over versterking van de |
de 3e VGR Wmo 2016 geïnformeerd |
||
expertise van lokale ombudsmannen |
over de versterking van de expertise |
||
en -vrouwen |
van lokale ombudsmannen en -vrouwen. |
||
2541 |
Motie van de leden Bergkamp en |
De TK wordt in het derde kwartaal |
|
Otwin van Dijk over mantelzorg door |
2016 met de 2e Voortgangsrap- |
||
jongeren niet meewegen bij de |
portage Wmo geïnformeerd over de |
||
ondersteuningsbehoefte |
motie mantelzorg door jongeren niet meewegen bij de ondersteuningsbehoefte. |
||
2542 |
Motie van de leden Dik-Faber en |
De TK wordt voor het kerstreces |
|
Otwin van Dijk over het stimuleren |
2016 met de 3e Voortgangsrap- |
||
van nieuwe vormen van indiceren |
portage Wmo geïnformeerd over het stimuleren van nieuwe vormen van indiceren. |
||
2543 |
Gewijzigde motie van het lid Keijzer |
De Tweede Kamer wordt voor juli |
|
c.s. (t.v.v. 31 839, nr. 522) over |
2017 geïnformeerd. |
||
vaststellen van Treeknormen voor |
|||
toegang tot de Jeugdwet |
|||
2544 |
Motie van de leden Volp en Potters |
De Kamer wordt in oktober 2016 |
|
over inzetten van het interven- |
geïnformeerd. |
||
tieteam bij instellingen die dat zelf |
|||
willen |
|||
2545 |
Motie van het lid Van der Staaij c.s. |
De Kamer wordt in oktober 2016 |
|
over het informeren van de raad van |
geïnformeerd. |
||
toezicht door IGZ en NZa |
|||
2546 |
Motie van de ledne Ypma en |
De Tweede Kamer wordt in de |
|
Bergkamp over landelijk invoeren |
voortgangsbrief van oktober 2016 |
||
van de afspraken met de VNG over |
geïnformeerd. |
||
de mogelijkheid van vermindering |
|||
van regeldruk. |
|||
2547 |
Motie van het lid Potters c.s. over |
De Kamer wordt in oktober 2016 |
|
een goede medicatieveiligheid voor |
geïnformeerd. |
||
het einde van de zomer |
|||
2548 |
Gewijzigde motie van het lid Krol |
De Kamer wordt in oktober 2016 |
|
(t.v.v. 31 765, nr. 226) over elk half |
geïnformeerd. |
||
jaar over de resultaten van de |
|||
interventieteams rapporteren |
|||
2549 |
Motie van de leden Van der Burg en |
De Tweede Kamer wordt in de |
|
Ypma over gemeenten en regio’s |
voortgangsbrief van oktober 2016 |
||
actief stimuleren jeugdhulp in te |
geïnformeerd. |
||
kopen op basis van outcome-criteria |
|||
2550 |
Motie van de leden Voortman en |
De Kamer wordt in oktober 2016 |
|
Bergkamp over openbaar maken van |
geïnformeerd. |
||
gegevens over de tevredenheid van |
|||
verpleeghuisbewoners en hun |
|||
naasten |
ID1 |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
2551 |
Motie van het lid Voortman over een |
De Kamer wordt in oktober 2016 |
|
onderzoek naar mogelijke verkla- |
geïnformeerd. |
||
ringen voor het verschil in kwaliteit |
|||
2552 |
Motie van het lid Agema c.s. over |
Motie wordt afgedaan met brief voor |
|
vertalen van de uitkomsten van het |
zomerreces 2017. |
||
Experiment Regelarme Instellingen |
|||
in concrete doelstellingen. |
|||
2553 |
Motie van de leden Bergkamp en |
Motie wordt afgedaan met brief voor |
|
Potters over specifiek aandacht |
zomerreces 2017. |
||
besteden aan zelfstandigen en vrij |
|||
gevestigden in de aanpak regeldruk. |
|||
2554 |
Motie van de leden Potters en Volp |
De Tweede Kamer wordt eind |
|
over het uitwerken van een nieuw |
oktober 2016 met de Voortgangsrap- |
||
betaalsysteem. |
portage Trekkingsrecht pgb geïnformeerd over deze motie. |
||
2555 |
Motie van het lid Bergkamp over |
De Kamer wordt in december 2016 |
|
rekening houden met kleine |
geïnformeerd. |
||
instellingen bij de verantwoordings- |
|||
eisen. |
|||
2557 |
Motie van het lid Voortman c.s. over |
De Tweede Kamer wordt eind |
|
regievoering en eindverantwoorde- |
oktober 2016 met de Voortgangsrap- |
||
lijkheid bij de staatssecretaris van |
portage Trekkingsrecht pgb |
||
VWS leggen. |
geïnformeerd over deze motie. |
||
2558 |
Motie van het lid Pia Dijkstra over |
Deze motie is net voor de zomer |
|
adequate voorlichting op |
2016 aangenomen. Er zal worden |
||
mbo-scholen |
bezien hoe deze motie zal worden opgepakt. |
||
2559 |
Motie van de leden Wolbert en |
Deze motie is net voor de zomer |
|
Bruins Slot over geboortezorg in de |
2016 aangenomen. Er zal worden |
||
regio Schiedam, Vlaardingen, |
bezien hoe deze motie zal worden |
||
Nissewaard en Maassluis |
opgepakt. |
||
2560 |
Gewijzigde motie van het lid Volp |
De Tweede Kamer wordt eind |
|
c.s. (t.v.v. 25 657, nr. 253) over Per |
oktober 2016 met de Voortgangsrap- |
||
Saldo het voortouw laten nemen bij |
portage Trekkingsrecht pgb |
||
het opstellen van de eisen voor het |
geïnformeerd over deze motie. |
||
nieuwe portaal. |
|||
2561 |
Motie van het lid Wolbert over een |
Deze motie is net voor de zomer |
|
experiment met het proactief |
2016 aangenomen. Er zal worden |
||
uitnodigen van ouders |
bezien hoe deze motie zal worden opgepakt. |
||
2562 |
Motie van de leden Leyten en |
De Tweede Kamer wordt eind |
|
Voortman over de budgethouder |
oktober 2016 met de Voortgangsrap- |
||
centraal stellen bij de uitwerking van |
portage Trekkingsrecht pgb |
||
het portaal. |
geïnformeerd over deze motie. |
||
2563 |
Motie van de leden Keijzer en |
De Tweede Kamer wordt eind |
|
Bergkamp over zorgvuldigheid vóór |
oktober 2016 met de Voortgangsrap- |
||
snelheid bij alle vervolgonder- |
portage Trekkingsrecht pgb |
||
zoeken. |
geïnformeerd over deze motie. |
||
2564 |
Motie van de leden Bergkamp en |
Deze motie is net voor de zomer |
|
Van der Staaij over 24-uurs zorg voor |
2016 aangenomen. Er zal worden |
||
patiënten met een terminale |
bezien hoe deze motie zal worden |
||
zorgvraag. |
opgepakt. |
ID1 |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
2565 |
Motie van het lid Rutte over de |
De Tweede Kamer wordt eind |
|
verschuiving van zorg en onder- |
september/medio oktober met de 2e |
||
steuning tussen de drie domeinen. |
Voortgangsrapportage Wmo geïnformeerd. |
||
2566 |
Motie van het lid Wolbert over |
Deze motie is net voor de zomer |
|
doortastende en zorgvuldige |
2016 aangenomen. Er zal worden |
||
invoering van het geïntegreerde |
bezien hoe deze motie zal worden |
||
tarief. |
opgepakt. |
||
2567 |
Motie van het lid Wolbert over de |
Deze motie is net voor de zomer |
|
vrijheid voor de wijkverpleegkundige |
2016 aangenomen. Er zal worden |
||
om de zorg te indiceren die zij nodig |
bezien hoe deze motie zal worden |
||
acht. |
opgepakt. |
||
2568 |
Motie van het lid Geurts c.s. over |
Deze motie is net voor de zomer |
|
een kennisprogramma voor zo |
2016 aangenomen. Er zal worden |
||
adequaat mogelijke normstelling. |
bezien hoe deze motie zal worden opgepakt. |
||
2569 |
Motie van het lid Leijten over het na |
De Kamer wordt hierover geïnfor- |
|
een jaar evalueren van de maatre- |
meerd in de Verzekerdenmonitor van |
||
gelen |
2017. |
||
2570 |
Motie van het lid Bouwmeester over |
Deze motie is net voor de zomer |
|
het meewegen van kwaliteit bij de |
2016 aangenomen. Er zal worden |
||
inkoopnorm |
bezien hoe deze motie zal worden opgepakt. |
||
2571 |
Gewijzigde motie van het lid Pia |
Deze motie is net voor de zomer |
|
Dijkstra (t.v.v. 29 689, nr. 746) over de |
2016 aangenomen. Er zal worden |
||
invloed van solvabiliteit II op de |
bezien hoe deze motie zal worden |
||
risicoselectie. |
opgepakt. |
||
2572 |
Motie van het lid Pia Dijkstra over |
Het definitieve rapport van de NZa |
|
verzekerden die langdurig gebruik |
kwalitatief onderzoek risicoselectie |
||
maken van de curatieve ggz |
komt na het zomerreces en wordt dan met reactie een naar de Kamer gestuurd. |
||
2573 |
Motie van de leden Bergkamp en |
De Kamer wordt in oktober 2016 |
|
Agema over het verbreden van de |
geïnformeerd. |
||
eisen die de IGZ aan de verpleeg- |
|||
huizen stelt |
Dit is een identificatienummer voor de administratie van de motie binnen het Ministerie van VWS
Openstaande moties uit voorgaande jaren |
|||
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
1864 |
De gewijzigde motie-Straus over een |
De Drank en Horecawet is per |
|
evaluatie over drie jaar. |
1-1-2013 in werking treden. De eerste evaluatie is voorzien voor 1-1-2016. De Kamer zal eind 2016 geïnformeerd worden |
||
2103 |
Motie Bergkamp/Rutte over de |
De Drank en Horecawet is per |
|
evaluatie van de Drank- en |
1-1-2013 in werking treden. De |
||
Horecawet. |
eerste evaluatie is voorzien voor 1-1-2016. De leeftijdsgrens verhoging wordt meegenomen in deze evaluatie. De Kamer zal eind 2016 geïnformeerd worden |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
2107 |
De motie Pia Dijkstra over de |
Het wetsvoorstel is januari 2014 in |
|
concentratie-effectrapportage: bij de |
werking getreden. In de wet is |
||
evaluatie van het wetsvoorstel moet |
opgenomen dat de wet drie jaar na |
||
nadrukkelijk worden ingegaan op de |
inwerkingtreding geëvalueerd gaat |
||
administratieve lasten als gevolg |
worden. Bij de evaluatie wordt de |
||
van de 8 elementen uit de fusie- |
motie van Dijkstra meegenomen. |
||
effectrapportage. |
Planning is dat motie begin 2018 wordt afgedaan. |
||
2109 |
Motie Van der Burg c.s. over een |
33 435 |
De Kamer zal begin 2018 worden |
oproep aan het Openbaar Ministerie |
geïnformeerd per brief. |
||
om aangiftes zo spoedig mogelijk in |
|||
behandeling te nemen. |
|||
2248 |
Gewijzigde motie van het lid Van |
Momenteel wordt er door de |
|
Gerven c.s. (t.v.v. 33 897, nr. 2) over |
betrokken partijen een aantal |
||
bevorderen van de totstandkoming |
parallelle trajecten gevolgd. Het doel |
||
van een onderzoeks- en behandel- |
is om in de zomermaanden te |
||
centrum |
komen tot een afronding van deze trajecten zodat na de zomer kan worden overgegaan tot ondertekenen van de samenwerking. |
||
2325 |
Nader gewijzigde motie van de |
Planning: motie wordt afgedaan met |
|
leden Leijten en Dik-Faber (29 689, |
brief na zomerreces. |
||
nr. 580) over een uitzondering voor |
|||
huisartsen op de Mededingingswet. |
|||
2344 |
Motie van het lid Keijzer over ruimte |
Wordt meegenomen in de 4e |
|
voor de zorgprofessional |
voortgangsrapportage Waardigheid en trots die in januari 2017 naar de Kamer wordt gestuurd. |
||
2359 |
Motie van het lid Leyten over het |
De Kamer wordt hier in oktober 2016 |
|
stuwmeer van mensen in het |
over geïnformeerd. |
||
bestuursrechtelijke regime. |
|||
2366 |
Motie van de leden Bruins Slot en |
Het streven is om het wetsvoorstel |
|
Bouwmeester (t.v.v. 29 282, nr. 222) |
na de zomer van 2016 aan de |
||
over een beroepsverbod. |
Tweede Kamer te sturen |
||
2381 |
Motie van de bijzondere gedele- |
De TK wordt naar verwachting na |
|
geerde Thijsen c.s. over opstellen |
zomerreces 2016 met de 1e |
||
van een samenwerkingsprotocol |
Voortgangsrapportage GIA 2016 geïnformeerd over het opstellen van een samenwerkingsprotocol. |
||
2382 |
Motie van de bijzondere gedele- |
De TK wordt naar verwachting na |
|
geerden Sneek en Bikker over delen |
het zomerreces 2016 met de |
||
van trainingsmateriaal met de |
Voortgangsrapportage GIA |
||
andere landen in het Koninkrijk |
geïnformeerd over het delen van trainingsmateriaal met ander landen in het Koninkrijk. |
Moties afgedaan sinds de vorige begroting
ID
Omschrijving
Vindplaats
Afgedaan met
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2064 |
De motie Bergkamp c.s. over |
Uitgaande brief [25-01-2016] – |
|
evaluatie van het verbod op qat |
Evaluatie qatverbod (33 255-5) |
||
aangenomen. |
(18 844) |
||
2121 |
Gewijzigde motie Krol/Keijzer over |
In de brieven «Naar een waardevolle |
|
een uitgebreide visie op |
toekomst», «Waardig leven met |
||
ouderenzorg in Nederland. |
zorg», «Waardigheid en Trots», «Reactie Eindrapport Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen» en in de brieven over de hervormingen in de langdurige zorg is uitvoerig ingegaan op mijn visie op de (veranderingen van de) zorg, waaronder de ouderenzorg. |
||
2171 |
Motie Kuzu en Bruins Slot over het |
Uitgaande brief [05-04-2016] – Stand |
|
plan van aanpak voor een voorlich- |
van zaken brief vervalste geneesmid- |
||
tingscampagne voor internetmedi- |
delen (29 477-369) (19 179) |
||
cijnen. |
|||
2174 |
Motie-Keijzer over het monitoren |
Uitgaande brief [22-06-2016] – |
|
van grensgevallen |
Voortgang nieuw jeugdstelsel (31 839-524) (19 460) |
||
2178 |
Motie-Bergkamp over transparantie |
Uitgaande brief [10-11-2015] – |
|
in het aanbod van jeugdhulpaan- |
Voortgang gedecentraliseerd |
||
bieders. |
jeugdstelsel (31 839-497) (18 594) |
||
2214 |
Gewijzigde motie van het lid Wolbert |
Uitgaande brief [04-12-2015] – |
|
(t.v.v. 32 793, nr. 126) over toevoegen |
Landelijke nota gezondheidsbeleid |
||
van het verkleinen van sociaalecono- |
2016-2019 (32 793-204) (18 681) |
||
mische gezondheidsverschillen aan |
|||
de nieuwe preventiecyclus. |
|||
2241 |
Motie van de leden Van der Staaij en |
Uitgaande brief [02-11-2015] – Derde |
|
Otwin van Dijk over mogelijk maken |
voortgangsrapportage HLZ |
||
van substitutie van zorg en |
(34 104-83) (18 572) |
||
ondersteuning |
|||
2267 |
Gewijzigde motie van de leden |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
|
Keijzer en Agema (t.v.v. 33 891, nr. |
Waardig leven met zorg (34 104-105) |
||
|
(18 978) |
||
zorg binnen de Wlz. |
|||
2269 |
Gewijzigde motie van de leden |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
|
Bergkamp en Otwin van Dijk (t.v.v. |
Waardig leven met zorg (34 104-105) |
||
33 891, nr. 102) over een maatwerk- |
(18 978) |
||
profiel voor de indicatiestelling door |
|||
het CIZ. |
|||
2272 |
Motie van het lid Otwin van Dijk c.s. |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
|
over een zorgvernieuwingsagenda |
Waardig leven met zorg (34 104-105) |
||
voor de langdurige zorg |
(18 978) |
||
2287 |
Motie van het lid Van Nispen over |
Uitgaande brief [17-11-2015] – |
|
een onderzoeksprogramma |
Voortgangsbrief Sport (30 234-141) |
||
zwemvaardigheid. |
(18 616) |
||
2288 |
Motie van de leden Bruins Slot en |
Uitgaande brief [04-07-2016] – |
|
Pia Dijkstra over vereenvoudigen |
Initiatiefnota van het lid Bruins Slot |
||
van de regeling voor vrijwilligersver- |
inzake Vrijwilligers zijn kampioenen |
||
goedingen |
(19 547) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2298 |
Motie van het lid Wolbert over een |
Uitgaande brief [25-03-2016] – |
|
betaaltitel voor preventie in de |
Preventie in het zorgstelsel: van |
||
Zorgverzekeringswet. |
goede bedoelingen naar het in de praktijk ontwikkelen van resultaten (32 793-213) (19 120) |
||
2303 |
Motie van het lid Leijten over het |
Uitgaande brief [06-06-2016] – |
|
standaard openbaar maken van |
Wijziging van de Gezondheidswet en |
||
inspectie (IGZ) rapporten. |
de Wet op de jeugdzorg teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van informatie over de naleving en uitvoering van regelgeving, besluiten tot het opleggen van sancties daarbij inbegrepen (34 111) (34 111-10) (19 369) |
||
2318 |
Motie van de leden Rebel en Bruins Slot over monitoring van gokverslaving bij online kansspelen |
Door V&J afgedaan. |
|
2319 |
Gewijzigde motie van het lid Leijten |
Uitgaande brief [20-10-2015] – Stand |
|
(t.v.v. 24 077, nr. 338) over het |
van zaken moties en toezeggingen |
||
oordeel van de medisch professional |
(34 300-XVI-11) (18 501) |
||
leidend laten zijn bij verwijzing |
|||
2320 |
motie van de leden Van Wijngaarden |
Uitgaande brief [29-10-2015] – |
|
en Bouwmeester over versterking |
Samen beslissen (31 765-169) |
||
van de informatieplicht van |
(18 548) |
||
patienten |
|||
2321 |
Motie van het lid Berckmoes- |
Uitgaande brief [22-12-2015] – |
|
Duindam c.s. over de beschik- |
Voortgangsrapportage maatschap- |
||
baarheid van voldoende betaalbare |
pelijke opvang 2015 (29 325-74) |
||
huurwoningen |
(18 780) |
||
2326 |
Gewijzigde motie van de leden |
Uitgaande brief [04-07-2016] – Motie |
|
Kerstens en Leijten (t.v.v. 30 111, nr. |
topinkomens onder CAO (19 550) |
||
|
|||
cao’s laten vallen. |
|||
2327 |
Motie van de leden Pia Dijkstra en |
De Algemene Rekenkamer heeft in |
|
Ellemeet over een onafhankelijke |
mei 2015 hun rapport uitgebracht. |
||
probleemanalyse. (het lid Ellemeet |
|||
moet nog worden ingevoerd als |
|||
Kamerlid in het systeem.) |
|||
2330 |
Gewijzigde motie van het lid |
Uitgaande brief [04-09-2015] – |
|
Dik-Faber (t.v.v. 25 657, nr. 120) over |
Bestuurlijke afspraken over het |
||
het pgb-proof maken van het |
trekkingsrecht pgb (25 657-202) |
||
systeem. |
(18 320) |
||
2335 |
Nader gewijzigde motie van het lid |
Uitgaande brief [07-12-2015] – |
|
Bruins Slot c.s. (t.v.v. 28 828, nr. 87) |
Compensatieregeling trekkingsrecht |
||
over onmogelijk maken van het werk |
pgb (25 657-226) (18 693) |
||
van malafide zorgbureaus. |
|||
2336 |
Motie van het lid Bruins Slot over |
Uitgaande brief [29-10-2015] – |
|
fraudebestrijding bij instellingen die |
Voortgang programma Rechtmatige |
||
zorg in natura leveren |
Zorg 2015 (28 828-93) (18 549) |
||
2338 |
Motie van het lid Van der Staaij c.s. |
Uitgaande brief [20-10-2015] – Stand |
|
over ruimte voor kleine zorgaan- |
van zaken moties en toezeggingen |
||
bieders en identiteitsgebonden zorg. |
(34 300-XVI-11) (18 501) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2342 |
Motie van de leden Voortman en Pia |
Uitgaande brief [10-06-2016] – |
|
Dijkstra over in stand houden van de |
Trekkingsrecht pgb: voortgang en |
||
noodmaatregelen. |
toezeggingen (19 404) |
||
2347 |
Motie van het lid Krol over het plan |
Ook de motie Krol in delphi met |
|
van aanpak kwaliteit verpleeghuizen |
nummer 2347 over de financiële uitwerking is afgedaan.De financiële uitwerking is opgenomen in de VWS-begroting 2016. |
||
2355 |
Motie van het lid Straus c.s. over |
brief van OCW 7e rapportage |
|
aparte aandacht voor meervoudig |
passend onderwijs, 12 juni 2015. |
||
gehandicapte kinderen |
|||
2357 |
Motie van het lid Ypma c.s. over de |
Kamerstuk 31 497 nr. 183 d.d. |
|
garantie dat emb-kinderen tot hun |
4 december 2015 |
||
20ste onderwijs kunnen volgen |
|||
2360 |
Motie van de leden Bruins Slot en |
Uitgaande brief [14-10-2015] – |
|
Bouwmeester over onterecht |
VWS-Verzekerdenmonitor 2015 |
||
aangemelde wanbetalers. |
(33 077-15) (18 481) |
||
2361 |
Motie van de leden Pia Dijkstra en |
Uitgaande brief [07-10-2015] – |
|
Van der Staaij over de keuze uit |
reactie motie Wolbert inkoop |
||
meerdere aanbieders in de |
wijkverpleging 2016 (29 689-659) |
||
wijkverpleging. |
(18 440) |
||
2365 |
Motie van de leden Voortman en |
Uitgaande brief [07-07-2016] – |
|
Wolbert (t.v.v. 34 104, nr. 34) over |
Voortgangsbrief Merkbaar minder |
||
uniforme kwaliteitsnormen. |
regeldruk (19 588) |
||
2368 |
Gewijzigde motie van het lid Dik-Faber c.s. (t.v.v. 29 247, nr. 205) |
Brief 141835 van 8 oktober 2015. |
|
2369 |
Motie van het lid Bergkamp c.s. over |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
|
de vraag of het persoonsgebonden |
Voortgang trekkingsrecht pgb |
||
budget toereikend is |
(25 657-219) (18 532) |
||
2370 |
Motie van de leden Bergkamp en |
Uitgaande brief [03-06-2016] – |
|
Otwin van Dijk over het vorm en |
Voortgangsbrief intensieve kindzorg |
||
inhoud geven aan de zorgcoördi- |
(34 104-127) (19 366) |
||
nator |
|||
2371 |
Motie van het lid Dik-Faber over de |
Uitgaande brief [21-10-2015] – |
|
basisschool als vast onderdeel van |
Reactie op moties Wolbert (TK |
||
de JOGG-aanpak |
32 793, nr. 183) en Dik-Faber (TK 32 793, nr. 175) (31 899-26) (18 507) |
||
2372 |
Motie van het lid Dik-Faber over het |
Uitgaande brief [17-12-2015] – |
|
toegankelijk maken van informatie |
Voortgang Akkoord Verbetering |
||
over de product samenstelling |
Productsamenstelling en inzet productverbetering in de EU (32 793-205) (18 760) |
||
2373 |
Gewijzigde motie van het lid Wolbert |
Uitgaande brief [21-10-2015] – |
|
(t.v.v. 32 793, nr. 178) over alle |
Reactie op moties Wolbert (TK |
||
schoolkantines gezond per 1-1-2017. |
32 793, nr. 183) en Dik-Faber (TK 32 793, nr. 175) (31 899-26) (18 507) |
||
2374 |
Gewijzigde motie van de leden |
Uitgaande brief [20-11-2015] – |
|
Wolbert en Dik-Faber (t.v.v. 32 793, |
Actieplan preventie gehoorschade |
||
nr. 179) over een actieplan om |
(32 793-202) (18 630) |
||
gehoorschade te voorkomen. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2375 |
Gewijzigde motie van het lid Wolbert |
Uitgaande brief [17-12-2015] – |
|
(t.v.v. 32 793, nr. 180) over het |
Voortgang Akkoord Verbetering |
||
opstellen van een wenselijke |
Productsamenstelling en inzet |
||
hoeveelheid zout per eenheid |
productverbetering in de EU |
||
product. |
(32 793-205) (18 760) |
||
2376 |
Motie van het lid Wolbert over het |
Uitgaande brief [17-12-2015] – |
|
op Europees niveau agenderen van |
Voortgang Akkoord Verbetering |
||
zoutreductie |
Productsamenstelling en inzet productverbetering in de EU (32 793-205) (18 760) |
||
2377 |
Motie van het lid Van Gerven over |
Uitgaande brief [09-10-2015] – |
|
een coördinerende rol van Zorgin- |
Beoordeling zorg basispakket Zvw |
||
stituut Nederland bij het beoordelen |
(29 689-660) (18 451) |
||
van bereide medicijnen |
|||
2378 |
Motie van de leden Otwin van Dijk |
Uitgaande brief [09-10-2015] – |
|
en Bruins Slot over geen onduide- |
Beoordeling zorg basispakket Zvw |
||
lijkheid over de vergoeding van |
(29 689-660) (18 451) |
||
bereide geneesmiddelen |
|||
2379 |
Motie van het lid Voortman over |
Uitgaande brief [07-09-2015] – |
|
onderzoeken van de inkomenssi- |
Onderzoek inkomenspositie |
||
tuatie van mensen die zorg |
chronisch zieken (Motie Voortman) – |
||
ontvangen op basis van de Wlz en |
(34 104-71) (18 329) |
||
Wmo |
|||
2385 |
Motie van de leden Bruins Slot en |
Deze motie is op blad 2 van brief |
|
Bouwmeester (t.v.v. 31 016, nr. 80) |
139023-Z expliciet afgedaan.Motie is |
||
over ontwikkelen van criteria om |
gekoppeld aan geplande brief 50 die |
||
zorg in de regio beschikbaar te |
hiermee nog NIET helemaal is |
||
houden. |
afgedaan omdat er nog een lopende toezegging aan vastzit |
||
2386 |
Motie van de leden Dik-Faber en |
Uitgaande brief [26-01-2016] – |
|
Bouwmeester over uitwerken van |
Voortgangsbrief Curatieve zorg in |
||
een definitie van basiszorg |
krimpregio’s (29 247-216) (18 849) |
||
2387 |
Motie van de leden Otwin van Dijk |
Uitgaande brief [14-03-2016] – |
|
en Bouwmeester over borgen van de |
Voortgangsrapportage goed bestuur |
||
zeggenschap van patiënten en |
in de zorg (32 012-37) (19 053) |
||
cliënten |
|||
2388 |
Motie van het lid Van der Staaij c.s. |
Uitgaande brief [09-10-2015] – |
|
over een goede uitwisseling van |
Medisch beroepsgeheim, motie nr |
||
informatie tussen de ggz en andere |
254 (Van der Staaij cs) (2015Z18806) |
||
partijen |
(18 450) |
||
2391 |
Motie van de leden Rebel en |
Uitgaande brief [23-12-2015] – |
|
Dik-Faber over een displayban voor |
Moties en toezeggingen tabaksont- |
||
tabaksproducten in supermarkten |
moediging en stand van zaken verkenning openbaarmaking nalevingscijfers alcohol op supermarktketen niveau (32 011-48) (18 783) |
||
2392 |
Motie van de leden Rebel en Pia |
Uitgaande brief [23-12-2015] – |
|
Dijkstra over nadere afspraken met |
Moties en toezeggingen tabaksont- |
||
Koninklijke Horeca Nederland |
moediging en stand van zaken verkenning openbaarmaking nalevingscijfers alcohol op supermarktketen niveau (32 011-48) (18 783) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2393 |
Motie van het lid Rebel c.s. over een |
Uitgaande brief [23-12-2015] – |
|
publiekscampagne met rolmodellen |
Moties en toezeggingen tabaksont- |
||
en een voorlichtingshulplijn |
moediging en stand van zaken verkenning openbaarmaking nalevingscijfers alcohol op supermarktketen niveau (32 011-48) (18 783) |
||
2394 |
Motie van de leden Otwin van Dijk |
Uitgaande brief [04-09-2015] – |
|
en Potters over een solide pgb met |
Bestuurlijke afspraken over het |
||
vereenvoudiging voor budgethouder |
trekkingsrecht pgb (25 657-202) |
||
en zorgverleners. |
(18 320) |
||
2395 |
Motie van het lid Voortman c.s. over |
Uitgaande brief [04-09-2015] – |
|
inventariseren welke aanvullende |
Bestuurlijke afspraken over het |
||
eisen van gemeenten leiden tot |
trekkingsrecht pgb (25 657-202) |
||
onnodige bureaucratie. |
(18 320) |
||
2396 |
Motie van de leden Potters en Otwin |
Uitgaande brief [07-12-2015] – |
|
van Dijk over intensiveren van |
aanpak pgb-fraude: terugvorderen, |
||
opsporing van fraude door |
zwarte lijst en rapportage ISZW |
||
pgb-bemiddelingsbureaus. |
(25 657-225) (18 692) |
||
2397 |
Motie van de leden Dik-Faber en Pia |
Uitgaande brief [04-09-2015] – |
|
Dijkstra over het continueren van |
Bestuurlijke afspraken over het |
||
indicaties tot een nieuw indicatiebe- |
trekkingsrecht pgb (25 657-202) |
||
sluit wordt vastgesteld. |
(18 320) |
||
2398 |
Motie van het lid Wolbert over een |
Uitgaande brief [07-10-2015] – |
|
nieuw, gemengd representatiemodel |
reactie motie Wolbert inkoop wijkverpleging 2016 (29 689-659) (18 440) |
||
2400 |
Motie van de leden Otwin van Dijk |
Uitgaande brief [29-01-2016] – Visie |
|
en Bruins Slot over Europese |
op geneesmiddelen: Nieuwe |
||
samenwerking gericht op maximale |
geneesmiddelen snel bij de patiënt |
||
transparantie van geneesmiddelen- |
tegen aanvaardbare kosten |
||
prijzen |
(29 477-358) (18 886) |
||
2402 |
Motie van het lid Otwin van Dijk over |
Uitgaande brief [29-01-2016] – Visie |
|
de prijzen van geneesmiddelen ten |
op geneesmiddelen: Nieuwe |
||
opzichte van de ontwikkelingskosten |
geneesmiddelen snel bij de patiënt tegen aanvaardbare kosten (29 477-358) (18 886) |
||
2403 |
Motie van het lid Krol c.s. over |
Uitgaande brief [29-10-2015] – |
|
organiseren van een maatschap- |
Rapport kosteneffectiviteit in de |
||
pelijk debat over de grenzen aan en |
praktijk (33 654-18) (18 556) |
||
de betaalbaarheid van zorg |
|||
2404 |
Motie van het lid Krol over |
Uitgaande brief [20-10-2015] – Stand |
|
kwetsbare ouderen en medicatievei- |
van zaken moties en toezeggingen |
||
ligheid als speerpunt in het nieuwe |
(34 300-XVI-11) (18 501) |
||
meerjarenbeleidsplan IGZ |
|||
2406 |
Motie van het lid Van der Staaij c.s. |
Uitgaande brief [02-11-2015] – Derde |
|
over mogelijkheden om mantel- |
voortgangsrapportage HLZ |
||
zorgers financieel beter tegemoet te |
(34 104-83) (18 572) |
||
komen |
|||
2408 |
Motie van de leden Otwin van Dijk |
Uitgaande brief [15-06-2016] – Meer |
|
en Bergkamp over aanpakken van de |
tijd voor zorg: merkbaar minder |
||
toegenomen regeldruk |
regeldruk (29 515-388) (19 437) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2409 |
Motie van het lid Dik-Faber over |
Uitgaande brief [02-05-2016] – |
|
knelpunten die het bestaan van |
Voortgang en ambitie Wmo, |
||
zorgboerderijen bedreigen |
volwaardig meedoen (29 538-214) (19 270) |
||
2410 |
Motie van de leden Voortman en |
Uitgaande brief [07-12-2015] – |
|
Bergkamp over het afwijzen van |
Verzoek uit Regeling van werkzaam- |
||
pgb-verzoeken door gemeenten |
heden inzake de aanpassingen in het pgb beleid van gemeente Almere (25 657-224) (18 687) |
||
2411 |
Motie van de leden Bergkamp en |
Uitgaande brief [22-06-2016] – |
|
Koser Kaya over een integraal |
Voortgang nieuw jeugdstelsel |
||
verbeterplan jongeren. |
(31 839-524) (19 460) |
||
2412 |
Motie van het lid Dik-Faber over een |
Uitgaande brief [17-03-2016] – |
|
stappenplan voor één pgb-budget |
Voortgang trekkingsrecht pgb |
||
per wet |
(25 657-235) (19 084) |
||
2413 |
Motie van het lid Dik-Faber over het |
Uitgaande brief [17-03-2016] – |
|
in kaart brengen van de redenen |
Moties en toezegging m.b.t. pgb’s |
||
voor weigering van een pgb |
(25 657-234) (19 085) |
||
2414 |
Motie van de leden Voortman en |
Uitgaande brief [17-03-2016] – |
|
Otwin van Dijk over met Per Saldo |
Voortgang trekkingsrecht pgb |
||
overleggen over ondersteuningstra- |
(25 657-235) (19 084) |
||
jecten |
|||
2415 |
Motie van het lid Bergkamp c.s. over |
Uitgaande brief [07-12-2015] – |
|
gelden terugvorderen bij fraude |
Compensatieregeling trekkingsrecht pgb (25 657-226) (18 693) |
||
2416 |
Gewijzigde motie van het lid Van |
Uitgaande brief [18-12-2015] – |
|
Gerven (t.v.v. 34 300-XVI, nr. 35) over |
Goodwill bij huisartsen (29 282-241) |
||
een haalbaar plan van aanpak om de |
(18 766) |
||
betaling van goodwill bij huisartsen |
|||
te verbieden. |
|||
2417 |
Motie De Lange en Bouwmeester |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Stand |
|
over samen beslissen: rapportage |
van zaken moties en toezeggingen |
||
voor de zomer 2016 over verzoek |
zomer 2016 (19 601) |
||
aan NZa samen beslissen als |
|||
onderdeel van doorontwikkeling |
|||
DOT’s en verzoek aan Kwaliteitsin- |
|||
stituut over opname samen |
|||
beslissen in medische protocollen en |
|||
richtlijnen. |
|||
2418 |
Motie van het lid Potters c.s. over |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
|
persoonsvolgende bekostiging als |
Waardig leven met zorg (34 104-105) |
||
volwaardig alternatief voor zorg in |
(18 978) |
||
natura.deadline: voor zomer 2016 |
|||
2419 |
Motie van de leden Bruins Slot en |
Uitgaande brief [06-06-2016] – |
|
Otwin Van Dijk over het criterium |
Verzamelbrief: hulpmiddelen |
||
«medische noodzaak» bij |
(32 805-46) (19 399) |
||
verstrekking van hulpmiddelen |
|||
2420 |
Motie van de leden Bouwmeester en |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Stand |
|
de Lange over patiëntgericht |
van zaken moties en toezeggingen |
||
informerenDeadline: voor zomer |
zomer 2016 (19 601) |
||
2016 |
|||
2422 |
Motie van de leden Bouwmeester en |
||
Bruins Slot over de aansluiting van |
|||
de zorg bij regionale ontwikkelingen |
|||
deadline: voor de zomer 2016 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2423 |
Motie van het lid Bouwmeester c.s. |
2015D42884 vervanging van die |
Uitgaande brief [03-12-2015] – |
(t.v.v. 34 300-XVI, nr. 54) over het |
gedrukt onder nr. 54 |
Tweede voortgangsrapportage |
|
inkopen van zorg op basis van |
«Kwaliteit loont» (31 765-172) |
||
kwaliteit. |
(18 680) |
||
2424 |
Motie van de leden Otwin Van Dijk |
Uitgaande brief [13-11-2015] – |
|
en Krol over zeggenschap van |
Waardigheid en Trots (31 765-171) |
||
cliënten en medewerkers over de |
(18 601) |
||
inzet van de extra middelen in de |
|||
verpleeghuiszorg |
|||
2428 |
Motie van het lid Krol over wifi |
Abusievelijk deze motie als |
|
laagdrempelig beschikbaar stellen |
aangenomen beschouwd, terwijl het |
||
voor zorginstelllingen en senioren- |
aangehouden was. |
||
complexen |
|||
2430 |
Motie van het lid Kuzu over |
Uitgaande brief [29-06-2016] – |
|
internationaal vergelijkend |
Beantwoording motie van het lid |
||
onderzoek naar de totstandkoming |
Kuzu over een internationaal |
||
van prijzen van medische hulpmid- |
vergelijkend onderzoek naar de |
||
delen |
totstandkoming en samenstelling van prijzen van dure medische hulpmiddelen (32 805-48) (19 518) |
||
2432 |
Motie van de leden Bergkamp en |
Uitgaande brief [17-12-2015] – Stand |
|
Otwin van Dijk over in de Wlz |
van zaken moties en toezeggingen |
||
faciliteren van tijdige voorlichting |
(34 300-XVI-150) (18 755) |
||
aan ouders van zwaar gehandicapte |
|||
kinderen |
|||
2433 |
Motie van het lid Kuzu over een |
Uitgaande brief [17-12-2015] – Stand |
|
groter beroep op de cultuursensiti- |
van zaken moties en toezeggingen |
||
viteit van zorginstellingen |
(34 300-XVI-150) (18 755) |
||
2434 |
Motie van de leden Bergkamp en |
Uitgaande brief [30-11-2015] – |
|
Otwin van Dijk over duidelijkheid |
meerzorg, maatwerk en daarmee |
||
over maatwerkprofielen |
samenhangende onderwerpen (34 104-87) (18 660) |
||
2435 |
Motie van de leden Dik-Faber en Van |
Uitgaande brief [15-12-2015] – |
|
der Staaij (t.v.v. 34 300-XVI, nr. 68) |
moties begrotingsbehandeling VWS |
||
over multidisciplinaire richtlijn voor |
(2015Z24579) (18 727) |
||
volwassenen met het Downsyn- |
|||
droom. |
|||
2436 |
Motie van de leden Voortman en Van |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
|
der Staaij over het stimuleren van |
Voorhang ontwerpbesluit ter |
||
langduriger financiering door |
waarborging van een goede |
||
gemeenten |
verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van de voorziening en de continuïteit in de hulpverlening tussen de cliënt en de hulpverlener (19 452) |
||
2440 |
Motie van de leden Van der Staaij en |
Uitgaande brief [20-11-2015] – |
|
Dik-Faber over bevorderen dat |
antwoorden op de vragen van het |
||
palliatieve zorg thuis ontzien wordt |
Kamerlid Wolbert (PvdA) over |
||
bij ombuigingen in de wijkver- |
geweigerde terminale thuiszorg aan |
||
pleging |
mensen die thuis wilden sterven (ingezonden 4 november 2015) (2015Z20614). (18 629) |
||
2441 |
Motie van het lid Krol over aandacht |
Uitgaande brief [04-12-2015] – |
|
voor preventie gericht op ouderen in |
Landelijke nota gezondheidsbeleid |
||
de herziene preventienota |
2016-2019 (32 793-204) (18 681) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2442 |
Motie van het lid Wolbert over geen |
Uitgaande brief [20-11-2015] – |
|
belemmeringen voor tijdige |
antwoorden op de vragen van het |
||
terminale thuiszorg |
Kamerlid Wolbert (PvdA) over geweigerde terminale thuiszorg aan mensen die thuis wilden sterven (ingezonden 4 november 2015) (2015Z20614). (18 629) |
||
2443 |
Motie van het lid Wolbert over |
Uitgaande brief [20-11-2015] – |
|
regionale samenwerkingsafspraken |
antwoorden op de vragen van het |
||
voor de inkoop van wijkverpleging |
Kamerlid Wolbert (PvdA) over geweigerde terminale thuiszorg aan mensen die thuis wilden sterven (ingezonden 4 november 2015) (2015Z20614). (18 629) |
||
2444 |
Motie van het lid Bergkamp over de |
Uitgaande brief [14-12-2015] – |
|
inkoop van specialistische zorg door |
Inkoop specialistische zorg |
||
zorgverzekeraars |
wijkverpleging (29 689-679) (18 722) |
||
2445 |
Motie van het lid Dik-Faber over |
Uitgaande brief [08-06-2016] – |
|
wijkverpleging in de nacht- en |
Bekostiging wijkverpleging 2017 |
||
weekenduren en in landelijk gebied |
(34 104-128) (19 389) |
||
2446 |
Motie van het lid Dik-Faber over de |
Uitgaande brief [19-01-2016] – Motie |
|
invulling door zorgverzekeraars van |
Dik-Faber planbare zorg Zvw-pgb |
||
de definitie van planbare en |
(29 689-682) (18 833) |
||
niet-planbare zorg |
|||
2447 |
Motie van het lid Rutte over de |
Uitgaande brief [14-12-2015] – |
|
naleving van de zorgplicht bij |
Inkoop specialistische zorg |
||
kwetsbare specialistische zorg |
wijkverpleging (29 689-679) (18 722) |
||
2448 |
Motie van de leden Kooiman en |
Uitgaande brief [12-01-2016] – |
|
Bergkamp over invoering van een |
Voortgangsrapportage Geweld in |
||
combinatiepakket van screening, |
Afhankelijkheidsrelaties (28 345-153) |
||
training en inspectietoezicht |
(18 806) |
||
2449 |
Motie van het lid Kooiman c.s. over |
Uitgaande brief [22-06-2016] – |
|
het CORV-systeem gebruiken voor |
Voortgang nieuw jeugdstelsel |
||
een veilige gegevensuitwisseling |
(31 839-524) (19 460) |
||
2450 |
Motie van het lid Keijzer over |
Uitgaande brief [17-05-2016] – |
|
beschermd wonen voor jongeren |
diagnostiek, zorg en ondersteuning |
||
met autisme en een hoog IQ |
voor mensen met autisme (31 839-515) (19 294) |
||
2451 |
Motie van het lid Ypma over een |
Uitgaande brief [22-06-2016] – |
|
actieplan van de jongere zelf voor |
Voortgang nieuw jeugdstelsel |
||
huisvesting, financiën en scholing |
(31 839-524) (19 460) |
||
2452 |
Motie van de leden Ypma en Van der |
Uitgaande brief [22-06-2016] – |
|
Burg over transparantie over de |
Voortgang nieuw jeugdstelsel |
||
capaciteit van instellingen |
(31 839-524) (19 460) |
||
2453 |
Motie van het lid Voortman c.s over |
Uitgaande brief [22-06-2016] – |
|
wegnemen van onduidelijkheden |
Voortgang nieuw jeugdstelsel |
||
omtrent het woonplaatbeginsel bij |
(31 839-524) (19 460) |
||
de toekenning van jeugdzorg |
|||
2455 |
Motie van de leden Bruins Slot en |
brief van 15 juni 2016 aan de Kamer |
|
Van Dekken over aandacht voor alle |
(verslag OJCS-raad 30–31 mei/zie |
||
dimensies van good governance bij |
pag. 12). |
||
internationale sportbonden |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2456 |
Motie van de leden Van Dekken en |
Uitgaande brief [03-05-2016] – |
|
Heerema over prioriteit geven aan |
Verzamelbrief april (34 300-XVI-160) |
||
kinderen uit gezinnen met laag |
(19 277) |
||
inkomen bij Sportimpuls-subsidies |
|||
2459 |
Motie van de leden Siderius en |
Uitgaande brief [16-12-2015] – |
|
Otwin van Dijk over borgen van |
Laatste stand van zaken TSN |
||
goede arbeidsvoorwaarden en een |
(23 235-122) (18 744) |
||
goed salaris van medewerkers in |
|||
loondienst van TSN |
|||
2460 |
Motie van het lid Bergkamp over het |
Uitgaande brief [02-05-2016] – |
|
aanbieden van adequate maatschap- |
Voortgang en ambitie Wmo, |
||
pelijke ondersteuning. |
volwaardig meedoen (29 538-214) (19 270) |
||
2461 |
Motie van de leden Otwin van Dijk |
Uitgaande brief [09-05-2016] – advies |
|
en Potters over ontwikkelen van een |
werkgroep «Vanuit dementie |
||
programma dementievriendelijke |
bekeken» en programma «Samen |
||
samenleving |
dementievriendelijk» (25 424-313) (19 283) |
||
2462 |
Motie van het lid Bruins Slot c.s. |
Uitgaande brief [29-03-2016] – |
|
over opnemen van de casemanager |
reactie op artikel NRC inzake |
||
dementie als aparte aanspraak |
wachtlijsten casemanagers dementie en stand van zaken motie aanspraak casemanager dementie (29 689-694) (19 131) |
||
2463 |
Motie van het lid Agema over |
Uitgaande brief [15-06-2016] – Meer |
|
landelijk uitrollen van best practices |
tijd voor zorg: merkbaar minder regeldruk (29 515-388) (19 437) |
||
2464 |
Motie van de leden Otwin van Dijk |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
|
en Potters over concretiseren hoe |
Waardig leven met zorg (34 104-105) |
||
goede voorbeelden de norm worden |
(18 978) |
||
2465 |
Motie van de leden Bergkamp en |
Uitgaande brief [01-02-2016] – |
|
Agema over passende oplossingen |
Feitelijke vragen inzake Vragen over |
||
voor ouderen die op een wachtlijst |
het onderzoek dat de wachtlijsten |
||
staan |
voor verpleeghuizen een verkeerd beeld geven (Ftm.nl, 7 december 2015) (18 899) |
||
2466 |
Motie van het lid Keijzer over geen |
Uitgaande brief [19-02-2016] – |
|
nieuwe verantwoordingssystematiek |
Voortgangsrapportage 2 |
||
optuigen voor de besteding van |
Waardigheid en Trots, liefdevolle |
||
extra geld |
zorg voor onze ouderen (31 765-194) (18 965) |
||
2467 |
Motie van de leden Bergkamp en |
Uitgaande brief [17-03-2016] – |
|
Voortman over een overzicht met |
Voortgang trekkingsrecht pgb |
||
betrekking tot het trekkingsrecht. |
(25 657-235) (19 084) |
||
2468 |
Motie van het lid Siderius c.s. over |
Uitgaande brief [18-12-2015] – |
|
een salaris voor thuiszorgmede- |
Uitbetaling salaris medewerkers |
||
werker TSN voor de kerst. |
TSN Thuiszorg (23 235-129) (18 762) |
||
2469 |
Motie van de leden Voortman en |
Uitgaande brief [10-06-2016] – |
|
Bergkamp over de pilot integraal |
Trekkingsrecht pgb: voortgang en |
||
persoonsgeboden budget, de iPgb. |
toezeggingen (19 404) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2470 |
Motie van het lid Voortman c.s. over |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
|
de Code Verantwoordelijk Markt- |
Voorhang ontwerpbesluit ter |
||
gedrag Thuisonderneming. |
waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van de voorziening en de continuïteit in de hulpverlening tussen de cliënt en de hulpverlener (19 452) |
||
2471 |
Motie van de leden Pia Dijkstra en |
Uitgaande brief [31-05-2016] – |
|
Dik-Faber over gefaseerd én |
Voorhang integrale bekostiging |
||
zorgvuldig invoeren van integrale |
geboortezorg (2016Z10708) (19 363) |
||
bekostiging. |
|||
2472 |
Motie van het lid dik-Faber over |
Uitgaande brief [31-05-2016] – |
|
toenemende medicalisering als |
Voorhang integrale bekostiging |
||
gevolg van te ontwikkelen integrale |
geboortezorg (2016Z10708) (19 363) |
||
bekostiging. |
|||
2473 |
Motie van het lid Krol c.s. over |
Uitgaande brief [02-05-2016] – |
|
optimaliseren van de voorlichting |
Voortgang en ambitie Wmo, |
||
over mantelzorgondersteuning |
volwaardig meedoen (29 538-214) (19 270) |
||
2474 |
Motie van het lid Krol over het |
Uitgaande brief [02-05-2016] – |
|
belang van de specifieke onder- |
Voortgang en ambitie Wmo, |
||
steuning van de oudere mantel- |
volwaardig meedoen (29 538-214) |
||
zorger |
(19 270) |
||
2475 |
Motie Voortman over betekenis- |
Uitgaande brief [29-01-2016] – Visie |
|
vollen contacten met de farmaceu- |
op geneesmiddelen: Nieuwe |
||
tische industrie. |
geneesmiddelen snel bij de patiënt tegen aanvaardbare kosten (29 477-358) (18 886) |
||
2476 |
Motie van de leden Rutte en |
Uitgaande brief [31-03-2016] – |
|
Bouwmeester over duidelijkheid |
Gezamenlijke afspraken verbetering |
||
over het contracteerproces |
contractering medisch specialistische zorg (29 689-695) (19 150) |
||
2480 |
Motie van het lid Keijzer over |
Uitgaande brief [28-06-2016] – Stand |
|
opnemen van de fysieke toeganke- |
van zaken moties VN-verdrag |
||
lijkheid als aandachtspunt bij |
Handicap (33 990-59) (19 493) |
||
bouwplannen |
|||
2482 |
Motie van de leden Dik-Faber en Van |
Uitgaande brief [28-06-2016] – Stand |
|
der Staaij over inclusie in het |
van zaken moties VN-verdrag |
||
buitenlands beleid |
Handicap (33 990-59) (19 493) |
||
2483 |
Motie van de leden Voortman en |
Uitgaande brief [28-06-2016] – Stand |
|
Otwin van Dijk over onderzoek naar |
van zaken moties VN-verdrag |
||
het wegnemen van belemmeringen |
Handicap (33 990-59) (19 493) |
||
voor actieve deelname aan de |
|||
democratie |
|||
2484 |
Motie van de leden Voortman en |
Uitgaande brief [28-06-2016] – Stand |
|
Segers over de voorbeeldfunctie van |
van zaken moties VN-verdrag |
||
het Rijk bij digitale toegankelijkheid |
Handicap (33 990-59) (19 493) |
||
en arbeidsdeelname |
|||
2485 |
Motie van de leden Voortman en |
Uitgaande brief [28-06-2016] – Stand |
|
Keijzer over borgen van de |
van zaken moties VN-verdrag |
||
betrokkenheid van ervaringsdeskun- |
Handicap (33 990-59) (19 493) |
||
digen bij het rijksbeleid |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2488 |
Motie van de leden Bergkamp en |
Uitgaande brief [28-06-2016] – Stand |
|
Voortman over onderzoek naar |
van zaken moties VN-verdrag |
||
middelen voor het College voor de |
Handicap (33 990-59) (19 493) |
||
Rechten van de Mens voor |
|||
beoordeling van «algemene |
|||
toegankelijkheid" |
|||
2490 |
Motie van de leden Tanamal en |
Uitgaande brief [08-07-2016] – |
|
Kerstens over een integrale visie op |
Integrale blik op mantelzorg (19 591) |
||
mantelzorg |
|||
2494 |
Motie van het lid Bruins Slot c.s. |
Uitgaande brief [03-06-2016] – |
|
over informeren over concrete |
Voortgangsbrief intensieve kindzorg |
||
oplossingen voor intensieve |
(34 104-127) (19 366) |
||
kindzorg |
|||
2495 |
Gewijzigde motie van het lid Bruins |
Uitgaande brief [07-06-2016] – |
|
Slot c.s. (t.v.v. 34 233, nr. 47) over |
Ontwerpbesluit, houdende wijziging |
||
geen aanvullende pgb-eisen van |
van het Besluit zorgverzekering in |
||
zorgverzekeraars. |
verband met het Zvw-pgb (Eerste Kamer) (19 384) |
||
2496 |
Motie van de leden Dik-Faber en |
Uitgaande brief [07-06-2016] – |
|
Bruins Slot over het gelijk trekken |
Ontwerpbesluit, houdende wijziging |
||
van de bepalingen voor Zvw- en |
van het Besluit zorgverzekering in |
||
Wlz-pgb |
verband met het Zvw-pgb (Eerste Kamer) (19 384) |
||
2497 |
Motie van de leden Dik-Faber en |
Uitgaande brief [29-04-2016] – |
|
Bergkamp over capaciteit bij de |
Zvw-pgb (34 233-67) (19 263) |
||
SGKZ om doorlooptijden te |
|||
verkorten |
|||
2498 |
Motie van het lid Dik-Faber over |
Uitgaande brief [29-04-2016] – |
|
bevorderen dat zorgverzekeraars |
Zvw-pgb (34 233-67) (19 263) |
||
onderling best practices uitwisselen |
|||
2500 |
Motie van het lid Voortman c.s. over |
Uitgaande brief [29-04-2016] – |
|
het kunnen combineren van pgb en |
Zvw-pgb (34 233-67) (19 263) |
||
zorg in natura |
|||
2503 |
Nader gewijzigde motie van de |
Uitgaande brief [23-06-2016] – Stand |
|
leden Bruins Slot en Van Gerven |
van zaken werkgroep geneesmidde- |
||
(t.v.v. 29 477, nr. 363) over het |
lentekorten (29 477-389) (19 470) |
||
wijzigen van het boetenormbedrag. |
|||
2504 |
Gewijzigde motie van het lid Leijten |
Uitgaande brief [22-04-2016] – |
|
(t.v.v. 23 235, nr. 137) over onderzoek |
Afspraken continuïteit en afronding |
||
door de Ondernemingskamer naar |
faillissement TSN Thuiszorg |
||
het bestuurlijk en juridisch handelen |
(23 235-146) (19 237) |
||
van TSN |
|||
2506 |
Motie van het lid Keijzer over een |
Uitgaande brief [17-03-2016] – |
|
overzicht van verbeterstappen de de |
Voortgang trekkingsrecht pgb |
||
kosten daarvan. |
(25 657-235) (19 084) |
||
2507 |
Motie van het lid Bergkamp over het |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
|
voorstel om de regie terug te geven |
Toekomst van de uitvoering van het |
||
aan de budgethouders. |
pgb, (19 455) |
||
2508 |
Motie van de leden Voortman en |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
|
Dik-Faber over toetsingscriteria bij |
Toekomst van de uitvoering van het |
||
het onderzoek naar alternatieven |
pgb, (19 455) |
||
voor uitvoering van het trekkings- |
|||
recht |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Afgedaan met |
2509 |
Motie van de leden Potters en Otwin |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
|
Van Dijk over een gedegen |
Toekomst van de uitvoering van het |
||
onderzoek naar alternatieven voor |
pgb, (19 455) |
||
het systeem van het verwerken van |
|||
uitbetalingen |
|||
2514 |
Motie van het lid Berckmoes- |
23-05-2016: Geplande brief nr. 445: |
|
Duindam c.s. over gemeenten |
Kabinetsreactie op rapport «Van |
||
stimuleren om de uitstroom uit de |
tehuis naar huis» is afgedaan met |
||
maatschappelijke opvang te |
brief van 23 mei 2016. |
||
bevorderen |
|||
2522 |
Motie van het lid Leijten over |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Stand |
|
mensen niet dwingen om ergens te |
van zaken moties en toezeggingen |
||
wonen waar ze niet willen. |
zomer 2016 (19 601) |
||
2525 |
Motie van het lid Wolbert over |
Uitgaande brief [29-06-2016] – |
|
aansluiting van de tarievenopbouw |
Uitwerking motie nummer 2525 |
||
bij de beroepspraktijk met intercolle- |
opbouw tarieven logopedie (19 515) |
||
giaal overleg |
|||
2526 |
Motie van het lid Wolbert (t.v.v. |
Uitgaande brief [05-07-2016] – |
|
33 578, nr. 25) over mogelijkheden |
Analyse vergunningensystematiek |
||
voor apotheekhoudende huisartsen. |
apotheekhoudend huisarts (19 560) |
||
2528 |
Motie van de leden Otwin van Dijk |
Uitgaande brief [23-06-2016] – Stand |
|
en Bruins Slot over een plan van |
van zaken werkgroep geneesmidde- |
||
aanpak voor voldoende geneesmid- |
lentekorten (29 477-389) (19 470) |
||
delenvoorraden |
|||
2535 |
Motie van het lid Keijzer over |
||
beperktere voorwaarden stellen aan |
|||
de besteding van de HHT-gelden |
|||
2536 |
Motie van het lid Keijzer over de |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Stand |
|
pilot duurzame toekomst voor |
van zaken moties en toezeggingen |
||
ondersteuning thuis |
zomer 2016 (19 601) |
||
2537 |
Motie van het lid Keijzer over |
Uitgaande brief [08-06-2016] – |
|
aanpassing van het beleid van |
Uitspraken Centrale Raad van |
||
gemeenten conform de uitspraken |
Beroep betreffende de Wmo 2015 |
||
van de Centrale Raad van Beroep |
(2016Z11455) (19 387) |
||
2538 |
Motie van het lid Voortman over de |
||
middelen die gemeenten over |
|||
hebben beschikbaar houden voor |
|||
het sociale domein |
|||
2556 |
Motie van het lid Leijten c.s. over |
Uitgaande brief [31-05-2016] – |
|
alleen vrijwillig overgaan op |
Voorhang integrale bekostiging |
||
integrale bekostiging |
geboortezorg (2016Z10708) (19 363) |
Nieuwe nog openstaande toezeggingen sinds de vorige begroting |
|
ID Omschrijving Vindplaats |
Stand van zaken |
5924 De Kamer ontvangt rond het Parlementaire agenda [24-06-2015] – kerstreces een wetsvoorstel tot AO Kwaliteitszorg (4103) aanpassing van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst |
De Kamer wordt rond de jaarwisseling 2016/17 geïnformeerd. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5934 |
De Kamer wordt bericht over het |
Parlementaire agenda [21-05-2015] – |
In het AO GGZ van 26 mei 2016 is |
bekender maken van de inloop- |
AO GGZ (4101) |
afgesproken dat een brief over |
|
huizen voor oncologische psychia- |
verschillende activiteiten van |
||
trische patiënten |
psychosociale hulp in oktober 2016 zal worden verstuurd aan de TK |
||
5937 |
De Kamer wordt bericht of de |
Parlementaire agenda [21-05-2015] – |
– Verschuiving budgetten is de TK |
forensische zorg de reguliere ggz |
AO GGZ (4101) |
geïnformeerd in verzamelbrief april |
|
verdringt en zo ja, waarom er zo |
d.d. 3 mei 2016, kamerstuk 34 300 |
||
weinig gebruik wordt gemaakt van |
|||
de NZa-beleidsregel die het mogelijk |
– Verdringing Forensische zorg komt |
||
maakt om met budgetten tussen die |
aan de orde in brief Continuïteit van |
||
twee soorten zorg te schuiven |
Zorg welke in november 2016 aan de TK wordt gestuurd |
||
6009 |
De aandachtspuntenbrief VWS |
Parlementaire agenda [25-06-2015] – |
In het najaar wordt het werkplan van |
wordt als bijlage bij het werkplan |
AO NZa (4141) |
NZa gepubliceerd. |
|
NZa naar de Kamer gezonden (blz. 16). |
|||
6012 |
Over een jaar wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [25-06-2015] – |
Toezegging wordt afgedaan met de |
bericht over de eventuele samen- |
AO NZa (4141) |
brief die de TK najaar 2016 ontvangt |
|
voeging van het meldpunt van de |
|||
NZa en het Landelijk Meldpunt Zorg. |
|||
6017 |
De tweede toezegging is dat dat |
Parlementaire agenda [18-06-2015] – |
RIVM heeft de datawasstraat bijna |
brief met de beschrijving van de |
AO Elektronische gegevensuit- |
gereed. Planning is dat de Kamer |
|
datawasstraat eind van het jaar of |
wisseling in de zorg (4069) |
wordt geïnformeerd in de herfst van |
|
begin volgend jaar |
2016. |
||
6064 |
De Kamer zal worden bericht over de |
Parlementaire agenda [08-10-2015] – |
Deze toezegging wordt afgedaan |
uitkomsten van het overleg met de |
AO Patiëntveiligheid (4184) |
met een brief die in oktober 2016 |
|
Raad voor Volksgezondheid en |
aan de TK wordt gestuurd. |
||
Samenleving (RVS) inzake de termijn |
|||
voor het uitbrengen van een advies |
|||
over nieuwe aspecten van een |
|||
nieuwe ketenzorg: mantelzorg- |
|||
informele zorg- professionele zorg |
|||
(blz. 12). 2015-326 |
|||
6095 |
Na de zomer, maar voor de |
Parlementaire agenda [16-04-2015] – |
De Kamer ontvangt deze visie voor |
begrotingsbehandeling zal de Kamer |
Dertigledendebat over het bericht |
1 november 2016. |
|
via de Staatssecretaris van VWS |
dat licht verstandelijk gehandicapten |
||
worden geïnformeerd over een plan |
steeds moeilijker mee kunnen in de |
||
voor een structurele oplossing voor |
maatschappij (4131) |
||
de financiering van Mentorschap |
|||
Nederland (blz. 77-8-9). |
|||
6226 |
Voor het einde van de zomer 2016 |
het notaoverleg over de |
De Kamer wordt hierover in |
ontvangt de Kamer, nadat met de |
initiatiefnota-Voortman en de |
september geïnformeerd. |
|
AFM overleg heeft plaatsgevonden, |
initiatiefnota-Ellemeet over de zorg |
||
een brief over een provisieverbod |
op 14 december 2015 |
||
(2015-347) |
|||
6240 |
De Kamer zal een voortgangsbrief |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Medio oktober ontvangt de Kamer |
eHealth en zorgverbetering |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
de voortgangsrapportage eHealth en |
|
ontvangen, waarin nadere |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
zorgverbetering in combinatie met |
|
uitwerking wordt gegeven aan hoe |
de eHealth monitor. |
||
de overheid innovatie en zorgver- |
|||
nieuwing verder wil faciliteren |
|||
(2015-3014) |
|||
6251 |
In het geval zich nieuwe ontwikke- |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Zodra een brief over matchfixing |
lingen voordoen over vermeende |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
naar de Tweede Kamer gaat, zal deze |
|
matchfixing zal de Kamer daarover |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
toezegging worden afgedaan. |
|
worden geïnformeerd (2015-341) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6262 |
Toezegging Evaluatie: De Minister |
Parlementaire agenda [29-09-2015] – |
Toezegging wordt afgedaan met |
van VWS zegt de Kamer, naar |
Behandeling wet Kwaliteitsklachten |
brief in oktober 2021. Eerste Kamer |
|
aanleiding van opmerkingen van de |
en geschillen zorg, nr. 32 402 (tijdstip |
wordt in oktober 2016 geïnformeerd |
|
leden Bruin en Nooren, toe om de |
ntb) (4190) |
over 0-meting. |
|
keuze voor en kosten van geschillen- |
|||
beslechting, de juridische expertise |
|||
bij geschillenbeslechting, de |
|||
ontwikkeling van klachten en claims, |
|||
en de regeldruk voor kleine |
|||
zorgaanbieders bij de evaluatie – vijf |
|||
jaar na inwerkingtreding van de wet |
|||
– te betrekken. Op verzoek van het |
|||
lid Bruin zal de Minister de Kamer |
|||
vooraf informeren over de opzet van |
|||
de evaluatie. |
|||
6263 |
Toezegging Jaarlijkse monitoring: De |
Parlementaire agenda [29-09-2015] – |
De Eerste Kamer ontvangt in juli |
Minister van VWS zegt de Kamer, |
Behandeling wet Kwaliteitsklachten |
2017 de eerste monitor. |
|
naar aanleiding van een vraag van |
en geschillen zorg, nr. 32 402 (tijdstip |
||
het lid Nooren, toe de ontwikkeling |
ntb) (4190) |
||
van het aantal claims jaarlijks te |
|||
monitoren en dit terug te koppelen |
|||
6264 |
Toezegging Vaardigheden zorgver- |
Parlementaire agenda [29-09-2015] – |
De toezegging wordt afgedaan met |
leners: Naar aanleiding van een |
Behandeling wet Kwaliteitsklachten |
brief Monitor Wkkgz die de Eerste |
|
vraag van het lid Bredenoord, zal de |
en geschillen zorg, nr. 32 402 (tijdstip |
Kamer in juli 2017 ontvangt. In |
|
Minister van VWS de opleidende |
ntb) (4190) |
oktober 2016 wordt de EK geïnfor- |
|
instellingen expliciet vragen |
meerd over de opzet van de monitor. |
||
aandacht te besteden aan het |
Daarin wordt meegenomen dat |
||
verbeteren van de professionele |
opleidingen al zijn aangeschreven. |
||
vaardigheden van zorgverleners, ter |
|||
voorkoming van onnodige juridi- |
|||
sering en escalatie. Bij de jaarlijkse |
|||
monitoring zullen ook het oplei- |
|||
dingstraject en het leren van best |
|||
practices worden meegenomen. |
|||
6265 |
Toezegging Ondersteuning |
Parlementaire agenda [29-09-2015] – |
De toezegging wordt afgedaan met |
eerstelijnsprofessionals: De Minister |
Behandeling wet Kwaliteitsklachten |
brief die de Eerste Kamer in oktober |
|
van VWS zegt de Kamer, naar |
en geschillen zorg, nr. 32 402 (tijdstip |
2016 ontvangt. |
|
aanleiding van een opmerking van |
ntb) (4190) |
||
het lid Don, toe de ondersteuning |
|||
van de eerstelijnsprofessionals ter |
|||
hand te nemen, en daarbij de |
|||
brancheorganisaties en de cliënten- |
|||
en patiëntenorganisaties te |
|||
betrekken. |
|||
6266 |
Toezegging Onderzoek gevolgen |
Parlementaire agenda [29-09-2015] – |
Oktober 2016 zal de Eerste Kamer |
netwerk- en ketenzorg: De Minister |
Behandeling wet Kwaliteitsklachten |
bericht worden over de termijn |
|
van VWS zal de Raad voor Volksge- |
en geschillen zorg, nr. 32 402 (tijdstip |
waarop RVS het gevraagde |
|
zondheid en Samenleving, naar |
ntb) (4190) |
onderzoek zal opleveren. |
|
aanleiding van een vraag van het lid |
|||
Nooren, vragen om in het onderzoek |
|||
naar de gevolgen van de |
|||
verschuiving naar netwerk- en |
|||
ketenzorg aandacht te besteden aan |
|||
de rolverdeling en de aanspreek- |
|||
baarheid in de zorg. |
|||
6282 |
De Kamer ontvangt in 2016 bericht |
Parlementaire agenda [17-12-2015] – |
Resultaat onderzoek van CPB en |
over het onderzoek van het CPB en |
AO over het aanstaande faillis- |
Berenschot inzake de tarieven |
|
Berenschot inzake de tarieven voor |
sement van TSN en de continuïteit |
huishoudelijke hulp wordt |
|
de huishoudelijke hulp (2016-2) |
van de thuiszorg (4316) |
waarschijnlijk in de 2e helft 2016 opgeleverd. De TK wordt in het najaar 2016 geïnformeerd met de 2e Voortgangsrapportage Wmo 2016. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6289 |
Begin 2016 wordt het wetsvoorstel |
Parlementaire agenda [23-11-2015] – |
Het wetsvoorstel ligt na het |
uitvoering antidopingbeleid bij de |
Wetgevingsoverleg onderdeel Sport |
zomerreces in de ministerraad en zal |
|
Kamer ingediend (blz. 30). |
en Bewegen (4249) |
daarna aan de Tweede Kamer worden aangeboden. |
|
6290 |
In het voorjaar 2016 wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [23-11-2015] – |
Op dit moment wordt bezien op |
geïnformeerd over een eventuele |
Wetgevingsoverleg onderdeel Sport |
welke wijze invulling gegeven kan |
|
symbolische geste richting |
en Bewegen (4249) |
worden aan deze toezegging. Na de |
|
voormalige sporters die medailles |
zomer wordt de Kamer hierover |
||
zijn misgelopen door dopinggebruik |
nader geïnformeerd. |
||
concurrenten (blz. 35). |
|||
6291 |
In 2017 verschijnen de Sport |
Parlementaire agenda [23-11-2015] – |
Het onderzoek loopt. |
Toekomst Verkenning en de |
Wetgevingsoverleg onderdeel Sport |
||
beleidsdoorlichting beleidsartikel 6 |
en Bewegen (4249) |
||
van de VWS-begroting, Sport en |
|||
Bewegen (blz. 36). |
|||
6307 |
Later, in het tweede wetstraject, |
Parlementaire agenda [19-11-2015] – |
Hierover is nader overleg met de |
volgt een separaat wetsvoorstel |
AO evaluatie wet BIG/Medisch |
verschillende beroepsverenigingen |
|
Wijziging Wet BIG met betrekking tot |
tuchtrecht/Medisch beroepsgeheim |
nodig. Het streven is om dat |
|
de beroepenregulering (o.a. |
(4260) |
wetsvoorstel in het najaar van 2016 |
|
uitbreiding herregistratie-eisen, |
in internetconsultatie te brengen en |
||
actualisering deskundigheidsge- |
rond de zomer van 2017 naar de |
||
bieden, regeling orthopedagoog- |
Tweede Kamer te sturen. |
||
generalist (blz. 15). 2015-358 |
|||
6310 |
Te zijner tijd zal een wetsvoorstel tot |
Parlementaire agenda [19-11-2015] – |
Planning: afdoen met brief rond de |
aanpassing van de WGBO bij de |
AO evaluatie wet BIG/Medisch |
jaarwisseling 2016/17. |
|
Kamer worden ingediend, waarin |
tuchtrecht/Medisch beroepsgeheim |
||
wordt geregeld dat bij een calamiteit |
(4260) |
||
of bij geweld met dodelijke afloop in |
|||
de zorgrelatie automatisch inzage- |
|||
recht bestaat (blz. 23). 2015-361 |
|||
6319 |
Het CIZ verricht momenteel een |
Uitgaande brief [14-12-2015] – |
Over de uitkomsten van deze |
uitvoeringstoets gericht op de |
Afwegingskader toegang Wet |
uitvoeringstoets zal de kamer voor |
|
invoering van het afwegingskader |
langdurige zorg (34 104-98) (18 721) |
het einde van het jaar worden |
|
voor de sectoren VV en GHZ. Het CIZ |
geïnformeerd. |
||
heeft bij mij aangegeven dat zij |
|||
hierin de aanbevelingen van het |
|||
ZINL die de interbeoordelaars- |
|||
betrouwbaarheid structureel |
|||
vergroten, betrekt. Ik heb het CIZ |
|||
gevraagd hierin ook het op mijn |
|||
verzoek uit te voeren onderzoek naar |
|||
de uitkomsten van het afwegings- |
|||
kader mee te nemen. Ik wacht de |
|||
uitkomsten van deze uitvoerings- |
|||
toets af en zal uw Kamer daarna |
|||
over het vervolg informeren |
|||
6336 |
Voor de zomer 2016 ontvangt de |
Parlementaire agenda [18-02-2016] – |
De Kamer wordt in oktober 2016 |
Kamer een brief over kwaliteits- en |
AO Arbeidsmarktbeleid |
geïnformeerd. |
|
nascholingseisen (2016-7) |
zorgsector/TSN (4325) |
||
6346 |
In het voorjaar wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [10-12-2015] – |
De TK wordt na het zomerreces |
gerapporteerd over de eventuele |
2de termijn AO Indische kwestie |
geïnformeerd. |
|
zorgvragen bij de Indische gemeen- |
(Back Pay) (4283) |
||
schap in overleg met Pelita (blz. 8). |
|||
2015-375 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6347 |
In het voorjaar wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [10-12-2015] – |
De TK wordt na het zomerreces |
geïnformeerd over de uitvoering van |
2de termijn AO Indische kwestie |
geïnformeerd. |
|
de uitkeringsregeling en over het |
(Back Pay) (4283) |
||
verankeren van het erkennen/ |
|||
herinneren/herdenken in overleg |
|||
met de Indische gemeenschap (blz. |
|||
10). 20156-376 |
|||
6383 |
TK ontvangt m.b.t. het maatwerk- |
Parlementaire agenda [03-03-2016] – |
De adviesaanvraag is begin april |
profiel het onderzoeksrapport van de |
AO Wlz (4338) |
verzonden naar zorginstituut en NZa. |
|
NZa en ZIN. Hieruit volgt advies over |
In december 2016 wordt het rapport |
||
toegangscriteria na advies van |
van Zorginstituut en NZa verwacht. |
||
NZa/ZIN. |
|||
6385 |
Verbeteren communicatie en |
Parlementaire agenda [03-03-2016] – |
Dit is een van de actiepunten van |
voorlichting (en bijbehorend |
AO Wlz (4338) |
waardig leven met zorg. In eerstvol- |
|
zorgaanbod) MPT/VPT bij zorgkan- |
gende voortgangsrapportage |
||
toren en cliënten. |
waardig leven met zorg wordt de Tweede Kamer over de stand van zaken geïnformeerd. |
||
6389 |
Na overleg met zorgkantoren zal aan |
Parlementaire agenda [03-03-2016] – |
Wordt meegenomen in de VGR Wlz |
de TK een overzicht worden |
AO Wlz (4338) |
die na het zomerreces naar de |
|
overhandigd van de keurmerken die |
Kamer wordt gestuurd. |
||
in gebruik zijn. |
|||
6391 |
Nader onderzoek naar de toepas- |
Parlementaire agenda [03-03-2016] – |
Eind 2016 wordt de Kamer geïnfor- |
baarheid van het afwegingskader |
AO Wlz (4338) |
meerd. |
|
Wlz voor kinderen |
|||
6392 |
De Kamer ontvangt het onderzoek |
Parlementaire agenda [03-03-2016] – |
Oplevering eindrapport van het |
naar de redenen waarom cliënten |
AO Wlz (4338) |
onderzoek vindt plaats op 1 juli. Brief |
|
wachten op dezorgaanbieders van |
aan Kamer is voorzien na het |
||
hun eerste voorkeur, waarbij het |
zomerreces. |
||
schrappen van de term«wenswach- |
|||
tenden» wordt meegenomen. |
|||
6402 |
Voor de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [28-01-2016] – |
De brief wordt voor 1 oktober 2016 |
een brief over de voor- en nadelen |
AO Palliatieve Zorg (4286) |
naar de Kamer gestuurd. |
|
van plaatsing van palliatieve zorg in |
|||
het zorgdomein qua wettelijk regime |
|||
en de wijze van financiering, |
|||
bijvoorbeeld persoonsvolgende |
|||
bekostiging, na overleg met allerlei |
|||
betrokken veldorganisaties (blz. 15, |
|||
19, 28, 33). In de brief wordt ook |
|||
ingegaan op een eventuele |
|||
afzonderlijke aanspraaktitel voor |
|||
palliatieve zorg (blz. 19), het overleg |
|||
met betrokken partijen over het |
|||
eventueel eruit knippen van de |
|||
herindicatie van het CIZ (blz. 22, 23), |
|||
het overleg met de VPTZ over de |
|||
inzet van vrijwilligers in verpleeg- |
|||
huizen (blz. 23, 24, 34), het idee van |
|||
de praktijkteams (blz. 25), ervaringen |
|||
met tariefdiscussies in de verschil- |
|||
lende soorten hospices (blz. 27), |
|||
casemanagement dementie en |
|||
casemanagement palliatieve zorg |
|||
(blz. 33), geestelijke verzorging (blz. |
|||
33), en meerjarige contractering (blz. |
|||
34). 2016-13 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6404 |
In de aan de Kamer toegezegde |
Parlementaire agenda [28-01-2016] – |
De brief wordt voor 1 oktober 2016 |
inventarisatie wat het effect is van |
AO Palliatieve Zorg (4286) |
naar de Kamer gestuurd. |
|
de verschillende soorten eigen |
|||
bijdragen op de keuze die mensen |
|||
maken, zal de palliatieve zorg |
|||
worden meegenomen (blz. 25, 29). |
|||
2016-15 |
|||
6405 |
Na overleg met de betrokken |
Parlementaire agenda [28-01-2016] – |
De brief wordt voor 1 oktober 2016 |
organisaties wordt de Kamer bericht |
AO Palliatieve Zorg (4286) |
naar de Kamer gestuurd. |
|
over de noodzaak van de terminali- |
|||
teitsverklaring (blz. 26). 2015-16 |
|||
6406 |
De Kamer wordt geïnformeerd of de |
Parlementaire agenda [28-01-2016] – |
Na de zomer ontvangt De TK een |
NZa bij haar toezicht duidelijk kan |
AO Palliatieve Zorg (4286) |
brief over palliatieve zorg waarin |
|
volgen hoe er omgegaan wordt met |
deze toezegging wordt afgedaan. |
||
het recht op zorg wat betreft de |
|||
palliatieve zorg binnen de brede |
|||
aanspraak Wijkverpleging (blz. 27). |
|||
2016-17 |
|||
6411 |
In brief de TK informeren over de |
Parlementaire agenda [17-03-2016] – |
Naar verwachting eind van het jaar |
tussenstand proeftuinen. |
AO Eerstelijnszorg (4282) |
ontvangt de TK de tussenstand proeftuinen |
|
6413 |
Integraal rapport Zorginstituut over |
Parlementaire agenda [17-03-2016] – |
Rapport wordt door ZIN eind van het |
de aanspraak fysiotherapie |
AO Eerstelijnszorg (4282) |
jaar opgeleverd. Daarna wordt de Kamer hierover geïnformeerd. |
|
6415 |
TK informeren in verzamelbrief over |
Parlementaire agenda [17-03-2016] – |
De Minister informeert uw Kamer |
termijn wanneer onderzoek van |
AO Eerstelijnszorg (4282) |
zodra er meer op dit punt bekend is. |
|
zorgverzekeraars over goodwill is |
|||
afgerond. |
|||
6456 |
De Kamer ontvangt naar |
Parlementaire agenda [17-02-2016] – |
Na de zomer zal er een besluit |
verwachting tegen de zomer een |
AO ZIKA virus (4368) |
worden genomen omtrent de |
|
opzet voor de financiering van de |
toekomstige borging, organisato- |
||
Werkgroep Infectie Preventie (blz. |
risch en financieel, van richtlijnont- |
||
10). 2016-19 |
wikkeling rond infectieziektebe-strijding. |
||
6463 |
Het onderzoek van de IGZ in het |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
Het rapport van de IGZ en het plan |
kader van het Stimuleringspro- |
AO Preventiebeleid (4328) |
van aanpak zal voor de begrotings- |
|
gramma Publieke Gezondheid gaat |
behandeling 2017 naar de Kamer |
||
over alle pijlers van de GGD en ook |
worden gestuurd. |
||
over gezondheidsbevordering. |
|||
Hierbij zal expliciet gekeken worden |
|||
naar de kwaliteit en naar de |
|||
capaciteit van alle individuele |
|||
GGD’en. Het rapport van de IGZ en |
|||
het plan van aanpak zal voor de |
|||
begrotingsbehandeling naar de |
|||
Kamer worden gestuurd.De TK heeft |
|||
de toezegging als volgt geregis- |
|||
treerd:Voor de begrotingsbehan- |
|||
deling stuurt de Minister de Kamer |
|||
het onderzoeksrapport van de |
|||
Inspectie voor de Gezondheidszorg |
|||
over de uitvoering van de pijlers en |
|||
taken van de gemeentelijke |
|||
gezondheidsdiensten, voorzien van |
|||
een plan van aanpak (blz. 22, 24). |
|||
2016-98 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6465 |
De Minister zal de Kamer in het |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
De uitwerking volgt einde van dit |
najaar informeren over verder |
AO Preventiebeleid (4328) |
jaar |
|
besluitvorming over het vinkje. Zij |
|||
zal hierbij kijken naar best practices |
|||
en deze incorporeren, als nodig. |
|||
6467 |
De Minister reageert voor het einde |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
Het rapport is 29-6 aangeboden aan |
van het jaar naar de Tweede Kamer |
AO Preventiebeleid (4328) |
de TK. Maximaal binnen 3 maanden |
|
op het advies van de GR en ZIN over |
na het advies stuurt de Minister een |
||
de inrichting van de beoordeling van |
brief naar de kamer met een reactie |
||
vaccins.De Tweede Kamer heeft deze |
op het advies. De beleidsreactie |
||
toezegging als volgt geregis- |
volgt in oktober 2016. |
||
treerd:Na de zomer ontvangt de |
|||
Kamer het standpunt ten aanzien |
|||
van de beoordelingskamer vaccins, |
|||
na afloop van de pilot (blz. 26). Ook |
|||
ontvangt zij de advisering van de |
|||
Gezondheidsraad en van Zorgin- |
|||
stituut Nederland (blz. 27). 2016-100 |
|||
6469 |
De Staatssecretaris zal aan de |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
Er komt deze zomer (uiterlijk in |
industrie vragen om bij de maatre- |
AO Preventiebeleid (4328) |
augustus) de betreffende monitoring |
|
gelen gericht op zelfregulering en |
uit, waarin nieuwe media zijn |
||
monitoring in relatie tot kidsmar- |
meegenomen. In het najaar (uiterlijk |
||
keting ook rekening te houden met |
1 december 2016) zal de FNLI |
||
de nieuwe media. Dit geldt ook voor |
(Federatie Nederlandse Levensmid- |
||
verpakkingen. Hij zal de industrie |
delen Industrie) komen met een |
||
ook vragen dit mee te nemen in de |
standpunt op «characters» die zich |
||
monitor die deze zomer uit komt. |
richten op kinderen op productverpakkingen. |
||
6470 |
De Staatssecretaris zal gesprekken |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
De Kamer wordt na het zomerreces |
voeren met de betrokken partijen |
AO Preventiebeleid (4328) |
geïnformeerd. |
|
over magere modellen en bekijken |
|||
of het mogelijk is het resultaat |
|||
hiervan te presenteren en de Kamer |
|||
te informeren tijdens de Amsterdam |
|||
fashion week begin juli. |
|||
6471 |
De Staatssecretaris zal de Kamer aan |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
Partijen als RIVM, GGD GHOR, |
het eind van het jaar het bredere |
AO Preventiebeleid (4328) |
onderwijsraden e.a zijn het plan aan |
|
plan Gezonde School toesturen, |
het schrijven, met het doel om dit |
||
waarin de gezonde schoolkantine |
per 1 oktober als subsidieaanvraag |
||
expliciet wordt meegenomen. |
in te dienen bij VWS en betrokken collega-departementen. TK zal geïnformeerd worden aan het eind van het jaar |
||
6473 |
De Staatssecretaris zal in de |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
De Kamer wordt in maart 2017 |
jaarlijkse voortgangsrapportage van |
AO Preventiebeleid (4328) |
geïnformeerd. |
|
het NPP expliciet aandacht schenken |
|||
aan ouderen. |
|||
6474 |
De Staatssecretaris stuurt begin |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
De Kamer wordt in maart 2017 |
2017 een voorstel voor het vervolg |
AO Preventiebeleid (4328) |
geïnformeerd. |
|
op GIDS aan de Tweede Kamer. |
|||
6480 |
De Kamer ontvangt in 2017 een |
Parlementaire agenda [07-04-2016] – |
De Kamer zal het wetsvoorstel in |
wetsvoorstel voor de benodigde |
AO IGZ (4359) |
2017 ontvangen. |
|
wetswijziging voor de fusie van de |
|||
IGZ en de IJZ, vergezeld van een |
|||
begeleidende brief met een |
|||
toelichting op de fusie. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6482 |
Eind 2016 wordt de Kamer geïnfor- |
Parlementaire agenda [07-04-2016] – |
Toezegging wordt afgedaan met de |
meerd over de opname van het |
AO IGZ (4359) |
brief die de TK najaar 2016 ontvangt. |
|
Landelijk Meldpunt Zorg in de IGZ |
|||
en het meer bekendmaken van dit |
|||
meldpunt (blz. 21). 2016-117 |
|||
6484 |
De Minister informeert de Kamer |
Parlementaire agenda [07-04-2016] – |
De TK ontvangt hierover een brief in |
eind 2016 over de stand van zaken |
AO IGZ (4359) |
oktober 2016 |
|
van de pilot met de inzet van zwarte |
|||
dozen. |
|||
6485 |
Bij de Kamer wordt een wetsvoorstel |
Parlementaire agenda [07-04-2016] – |
Het streven is om het wetsvoorstel |
tot wijziging van de Wet BIG |
AO IGZ (4359) |
na de zomer van 2016 aan de |
|
ingediend (o.a. over direct op |
Tweede Kamer te sturen. |
||
non-actief stellen bij ernstige |
|||
ongeschiktheid, mogelijkheid van |
|||
een spoedprocedure in ongeschikt- |
|||
heidszaken, overheveling van taken |
|||
van het CMT naar de tuchtcolleges), |
|||
voorafgegaan door een brief over |
|||
een concreet voorstel van de KNMG |
|||
inzake een zerotolerancenorm voor |
|||
middelengebruik in de beroepsgroep |
|||
(blz. 24). 2016-120 |
|||
6491 |
De Tijdelijke wet ambulancezorg zal |
Parlementaire agenda [18-02-2016] – |
Planning is dat in juli het |
met twee jaar worden verlengd (blz. |
AO Ambulancezorg/SEH/Acute |
wetsvoorstel naar RvS gaat. Eind |
|
12,16). 2016-30 |
zorg/Traumazorg (4358) |
2016 volgt brief aan TK |
|
6501 |
De Minister zal bevorderen dat de |
Parlementaire agenda [27-01-2016] – |
Het streven is om de kamer voor het |
naar verwachting eind 2016 door de |
AO Ziekenhuiszorg (4309) |
eind van het jaar te informeren |
|
NZa uit te werken criteria voor de |
|||
zorgplicht naar de Kamer worden |
|||
gezonden (2016-38) |
|||
6503 |
Actieplan Gepast Gebruik naar |
Parlementaire agenda [13-04-2016] – |
Momenteel wordt er aan het |
Tweede Kamer. Iedereen betrekken, |
AO Geneesmiddelen (4327) |
Actieplan gewerkt. |
|
ook toegang tot registraties borgen |
|||
(voor Zinl). Inclusief verkenning |
|||
Italiaanse systeem tav fonds |
|||
onafhankelijk onderzoek en |
|||
registers. |
|||
6505 |
AMvB voor de sluis voorhan- |
Parlementaire agenda [13-04-2016] – |
Naar verwachting wordt in het |
gen.Voor de zomer wordt een AMvB |
AO Geneesmiddelen (4327) |
najaar van 2016 deze AMvB |
|
bij de Kamer voorgehangen m.b.t. |
voorgehangen. |
||
een structurele regeling van de sluis |
|||
(2016-53) |
|||
6510 |
Resultaten van onderhandelingen |
Parlementaire agenda [13-04-2016] – |
Wordt momenteel verder vormge- |
samen met België en Luxemburg |
AO Geneesmiddelen (4327) |
geven. Op dit moment zijn er nog |
|
aan TK melden. |
geen concrete resultaten van onderhandelingen te melden. |
||
6514 |
Fair Medicine VoortgangsbriefDe |
Parlementaire agenda [13-04-2016] – |
Loopt; wordt in september afgerond. |
Kamer zal worden geïnformeerd |
AO Geneesmiddelen (4327) |
||
over de actie die zal worden |
|||
genomen op het Fair Medicine- |
|||
initiatief, vergezeld van een tijdpad |
|||
(2016-58) |
|||
6532 |
Voor de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [13-04-2016] – |
De Kamer wordt in het najaar 2016 |
een brief waarin de concrete acties |
AO Geneesmiddelen (4327) |
geïnformeerd. |
|
zullen worden vermeld die zullen |
|||
worden ingezet m.b.t. de genees- |
|||
middelenvisie, vergezeld van een |
|||
tijdpad en wie de trekker is (2016-50) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6533 |
De Minister zal de door de heer Van |
Parlementaire agenda [13-04-2016] – |
De Kamer wordt na de zomer |
Gerven aangereikte casus over een |
AO Geneesmiddelen (4327) |
geïnformeerd. |
|
bedrijfsbezoek doorgeleiden naar de |
|||
toezichthouder met het verzoek de |
|||
Kamer van een reactie te voorzien |
|||
(2016-57) |
|||
6562 |
In de mei-brief wordt de Kamer ook |
Parlementaire agenda [23-03-2016] – |
Wordt meegenomen in de voort- |
bericht over het overleg met het |
AO PGB (4367) |
gangsrapportage Wlz die binnenkort |
|
zorgkantoor over het verkorten van |
naar de Kamer wordt verzonden. |
||
de doorlooptijden van het Wlz-pgb |
|||
(blz. 22). 2016-85 |
|||
6565 |
Voor de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [20-04-2016] – |
Toezeggingen 6565 en 6408: de |
de resultaten van het collectiviteiten- |
AO Zorgverzekeringswet (4436) |
Kamer heeft het rapport van VWS |
|
onderzoek VWS /rond de zomer het |
ontvangen. In het najaar ontvangt de |
||
collectiviteitenonderzoek NZa |
Kamer het rapport van de NZa en de |
||
(2016-88) |
beleidsreactie op beide rapporten. |
||
6566 |
Na de zomer ontvangt de Kamer de |
Parlementaire agenda [20-04-2016] – |
Naar verwachting gaan de resultaten |
resultaten van het onderzoek naar |
AO Zorgverzekeringswet (4436) |
van dit onderzoek in het najaar naar |
|
het vrijwillig eigen risico (inclusief |
de kamer |
||
risicosolidariteit) (2016-89) |
|||
6567 |
Rond de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [20-04-2016] – |
Het definitieve rapport van de NZa |
de resultaten van het NZa-onderzoek |
AO Zorgverzekeringswet (4436) |
kwalitatief onderzoek risicoselectie |
|
naar risicoselectie (2016-90) |
komt na het zomerreces en wordt dan met reactie een naar de Kamer gestuurd. |
||
6570 |
In de adviesaanvraag, die ik ZIN op |
Parlementaire agenda [20-04-2016] – |
De toezegging is aangepast in de |
6 november 2015 heb doen |
AO Zorgverzekeringswet (4436) |
veegbrief van 6 juni 2016. Over het |
|
toekomen, heb ik ZIN gevraagd om |
tweede deel van de toezegging |
||
begin 2017 advies uit te brengen |
wordt de Kamer voor het eind van |
||
over Zvw-vergoeding van eerste |
2016 geïnformeerd. |
||
behandelingen fysiotherapie bij |
|||
artrose van heup en knie, reuma- |
|||
toïde aandoeningen en hernia met |
|||
motorische uitval. Los daarvan |
|||
verwacht ik in de tweede helft van |
|||
2016 een breed advies van het |
|||
Zorginstituut over de inrichting van |
|||
de aanspraak van fysiotherapie in |
|||
het basispakket. (Oude tekst: In de |
|||
tweede helft van 2016 ontvangt de |
|||
Kamer het ZiN-advies fysiotherapie |
|||
bij hartfalen en reuma in het |
|||
basispakket (2016-93) |
|||
6572 |
Voor de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [20-04-2016] – |
Planning is dat toezegging na |
het SEO-onderzoek naar de |
AO Zorgverzekeringswet (4436) |
zomerreces wordt afgedaan. |
|
Mededingingswet (2016-95) |
|||
6597 |
Na de zomer wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
Wordt meegenomen in het besluit |
geïnformeerd over de voortgang van |
AO Preventiebeleid (4328) |
over het vervolg van het NPP. Deze |
|
het Nationaal Programma Preventie |
volgt eind 2016. |
||
(blz. 21). 2016-97 |
|||
6599 |
Bij Zorginstituut Nederland wordt |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
De Kamer wordt hierover in |
nagegaan of de module Bewegen |
AO Preventiebeleid (4328) |
november bericht. |
|
meeloopt met het breder onderzoek |
|||
naar fysiotherapie dat in oktober |
|||
uitkomt (blz. 35). 2016-103 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6600 |
In een verzamelbrief worden de |
Parlementaire agenda [31-03-2016] – |
Deze toezegging staat in verbinding |
vragen van het lid Krol over |
AO Preventiebeleid (4328) |
met het IGZ-rapport Polyfarmacie/ |
|
medicatiebeoordelingen beantwoord |
Medicatieveiligheid. Planning: |
||
(blz. 27). 2016-101 |
voorhang rapport tijdens reces en publicatie kort na zomerreces. |
||
6604 |
De Staatssecretaris van VWS zegt de |
Parlementaire agenda [12-04-2016] – |
De EK wordt voor het kerstreces |
Kamer, naar aanleiding van vragen |
Goedkeuring en uitvoering verdrag |
2016 geïnformeerd over standpunt- |
|
van de leden Bredenoord, Ganze- |
inzake rechten van personen met |
bepaling t.a.v. het facultatief |
|
voort, Don en Barth, toe voor de |
een handicap (33 992 en 33 990) |
protocol. |
|
zomer te komen met een standpunt- |
(4401) |
||
bepaling (inclusief de te zetten |
|||
stappen) ten aanzien van het |
|||
facultatief protocol.Opm: Zie ook |
|||
toezegging T02051 |
|||
6605 |
De Staatssecretaris van VWS zegt de |
Parlementaire agenda [12-04-2016] – |
De EK wordt voor het kerstreces |
Kamer, naar aanleiding van een |
Goedkeuring en uitvoering verdrag |
2016 geïnformeerd of de inzichten |
|
vraag van het lid Bredenoord, toe te |
inzake rechten van personen met |
van de wetenschappelijke participa- |
|
bezien of de inzichten van de |
een handicap (33 992 en 33 990) |
tieladder ook van toepassing kunnen |
|
wetenschappelijke participatieladder |
(4401) |
zijn op de ontwikkeling van het plan |
|
ook van toepassing kunnen zijn op |
van aanpak. |
||
de ontwikkeling van het plan van |
|||
aanpak. |
|||
6606 |
Voor de komende begrotingsbehan- |
Parlementaire agenda [08-06-2016] – |
De Kamer wordt voor de Begrotings- |
deling ontvangt de Kamer een brief |
AO Decentralisatie Wmo (4409) |
behandeling 2017 geïnformeerd. |
|
met de resultaten van het |
|||
CBS-onderzoek naar de gevolgen |
|||
van de eigen bijdragen (2016-123) |
|||
6647 |
Brief aan de kamer over de |
Parlementaire agenda [16-06-2016] – |
De Kamer wordt hierover geïnfor- |
resultaten van de gesprekken van |
AO Pakketmaatregelen (4422) |
meerd voor de begrotingsbehan- |
|
partijen over het breder toelaten van |
deling. |
||
de borstprothese aan het pakket.De |
|||
Tweede Kamer heeft deze |
|||
toezegging als volgt geregistreerd: |
|||
De Kamer ontvangt tijdig voor de |
|||
begrotingsbehandeling een brief |
|||
met daarin de resultaten van het |
|||
overleg van het Zorginstituut over |
|||
uitbreiding van het verzekerd pakket |
|||
t.a.v. het plaatsen van borstpro- |
|||
thesen bij transgenders als daarover |
|||
consensus is bereikt (2016-127) |
|||
6647 |
Voor de begrotingsbehandeling |
Parlementaire agenda [16-06-2016] – |
De Kamer wordt hierover geïnfor- |
ontvangt de Kamer een brief over de |
AO Pakketmaatregelen (4422) |
meerd voor de begrotingsbehan- |
|
pilot van het KWF en transvrouwen |
deling. |
||
(2016-130) |
|||
6648 |
Brief aan de kamer over de opzetten |
Parlementaire agenda [16-06-2016] – |
In het AO GGZ van 26 mei 2016 is |
van een pilot met betrekking tot |
AO Pakketmaatregelen (4422) |
afgesproken dat een brief hierover in |
|
psychosociale zorg, zoals voorge- |
oktober 2016 zal worden verstuurd |
||
steld door KWF. De Tweede Kamer |
aan de TK |
||
heeft deze toezegging als volgt |
|||
geregistreerd: Voor de begrotingsbe- |
|||
handeling ontvangt de Kamer een |
|||
brief over de pilot van het KWF en |
|||
transvrouwen (2016-130) |
|||
6660 |
Na de zomer ontvangt de Kamer een |
Parlementaire agenda [16-06-2016] – |
Na de zomer wordt de Kamer |
standvanzakenbrief over stamceldo- |
AO Pakketmaatregelen (4422) |
geïnformeerd. |
|
natie (2016-129) |
ID
Omschrijving
Vindplaats
Stand van zaken
6661 De Kamer zal schriftelijk worden geïnformeerd over de resultaten van het gesprek met ZN over de rol van verzekeraars bij het collectief duiden.
Parlementaire agenda [16-06-2016] AO Pakketmaatregelen (4422)
Over het eerste deel van de toezegging wordt de Kamer voor het eind van het zomerreces geïnformeerd.
Openstaande toezeggingen uit voorgaande jaren |
|||
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
4036 |
De Kamer wordt t.z.t. geïnformeerd |
Parlementaire agenda [08-02-2012] – |
Als gevolg van gewijzigde proce- |
inzake de VN-reactie. (blz. 51-9-70) |
VAO Euthanasie (3151) |
dures bij het BuPo comité hoeft er geen landenrapport te worden ingediend. De BuPo rapportage is naar verwachting in 2018 gereed, omdat eerst de «List of Issues Prior to Reporting» op te stellen door het BuPo comité moet worden afgewacht. |
|
4062 |
De Kamer zal op gezette tijden over |
Parlementaire agenda [21-06-2012] – |
Evaluatie van het programma vindt |
de resultaten van het programma |
AO Geneesmiddelenbeleid (was tot |
plaats in 2017. |
|
Goed Gebruik van Geneesmiddelen |
nader order uitgesteld) (3304) |
||
worden geïnformeerd (blz. 13) |
|||
4225 |
Na inwerkingtreding van de Tijdelijke |
Parlementaire agenda [18-02-2016] – |
Voorstel tot verlenging van de TWAZ |
wet ambulancezorg zal zo snel |
AO Ambulancezorg/SEH/Acute |
met twee jaar tot 2020 zoals |
|
mogelijk een definitieve regeling bij |
zorg/Traumazorg (4358) |
besproken in het AO ambulancezorg |
|
de Kamer worden ingediend, die |
van 18 februari 2016. Definitieve |
||
Europaproof is en zo dicht mogelijk |
regeling komt in nieuwe wet, naar |
||
ligt bij de wensen van de Kamer en |
verwachting in 2020 |
||
waarbij rekening wordt gehouden |
|||
met de huidige ontwikkelingen (blz. |
|||
66-8-61, 62, 63, 64, 65, 66, 69). |
|||
4359 |
Maatregelen die ten grondslag |
Parlementaire agenda [09-10-2012] – |
Dit najaar worden met de pleegzorg- |
liggen aan het wetsvoorstel |
Plenair debat wetsvoorstel verbe- |
aanbieders en pleegouderorgani- |
|
(Verbetering positie pleegouders) |
tering positie pleegouder (32 529) |
saties plannen gemaakt om de |
|
over een aantal jaren te evalueren- |
(3366) |
maatregelen in 2017 te evalueren. |
|
Kamerstuk 32529 Handelingen I |
Parlementaire agenda [27-11-2012] – |
De evaluatie zal eind 2017 gereed |
|
2012-2013, nr. 3-7-23 |
2e termijn plenair debat verbetering |
zijn en begin 2018 naar de TK |
|
positie pleegouders (32 529) (3428) |
worden gezonden. |
||
Parlementaire agenda [27-11-2012] – |
|||
Voortzetting Plenair debat |
|||
wetsvoorstel verbetering positie |
|||
pleegouders (32 529) (3443) |
|||
Geplande brief [31-01-2018] – |
|||
Evaluatie Wet verbetering positie |
|||
pleegouders (334) |
|||
4470 |
Drie jaar na inwerkingtreding van |
Parlementaire agenda [23-01-2013] – |
Toezegging wordt afgedaan met |
deze wet zal de Kamer worden |
Behandeling WetsvoorstelWets- |
brief die de TK voor zomerreces |
|
gerapporteerd over de vermindering |
voorstel 33 243: Wijziging wet |
2017 ontvangt. |
|
van de administratieve lasten in de |
cliëntenrechten zorg etc. ivm taken |
||
zorg die gerelateerd zijn aan de |
en bevoegdheden kwaliteit van zorg. |
||
transparantie van kwaliteit en over |
(3502) |
||
een monitoring van het opnemen |
|||
van innovaties in richtlijnen/ |
|||
standaarden (blz. 45-19-60 en -63 |
|||
Hand II, 2012–2013, nr. 45). |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
4482 |
Evaluatie na wijziging Drank en |
Parlementaire agenda [28-10-2010] – |
Begin 2016 wordt de Drank en |
Horecawet ingaand op 1-1-2013 |
debat over preventieve gezondheids- |
Horecawet geëvalueerd. |
|
projecten (2590) |
Eind 2016 gaat er een brief naar de |
||
Parlementaire agenda [22-05-2012] – |
TK. |
||
Plenair debat EK Drank- en |
|||
Horecawet/Terugdringen alcoholge- |
|||
bruik onder jongeren (wetsvoorstel |
|||
32 022) (3292) |
|||
4619 |
Bij de Kamer zal een wetsvoorstel tot |
Parlementaire agenda [25-10-2012] – |
Het streven is om het wetsvoorstel |
wijziging van de Wet BIG worden |
VSO tuchtrecht voor beroepsbeoefe- |
na de zomer van 2016 aan de |
|
ingediend, waarmee het College van |
naren in de individuele gezond- |
Tweede Kamer te sturen |
|
Medisch Toezicht komt te vervallen |
heidszorg (33 000-XVI, nr. 194) (3378) |
||
(blz. 15-8-31). |
|||
4623 |
Een wetsvoorstel tot aanpassing van |
Parlementaire agenda [14-03-2013] – |
Toezegging wordt afgedaan met |
de WTZi zal nog in 2013 bij de |
Plenaierdebat over IGZ kabinetsre- |
wetsvoorstel die TK najaar 2016 |
|
Kamer worden ingediend (blz. |
actie (3583) |
ontvangt |
|
62-7-42 Hand. II, 2012–2013 nr. 62). |
Geplande brief [21-12-2016] – Wetsvoorstel tot aanpassing Wtzi (186) |
||
4679 |
In de eerste helft van 2014 zal een |
Parlementaire agenda [02-07-2013] – |
Het streven is om het wetsvoorstel |
wetsvoorstel bij de Kamer worden |
Voortzetting Wetsvoorstel kwaliteit |
na de zomer van 2016 aan de |
|
ingediend ertoe strekkend dat de IGZ |
klachten en geschillenzorg (32 402) |
Tweede Kamer te sturen |
|
handhavend kan optreden tegen |
(eerste termijn + rest) (3723) |
||
falende zorgverleners (blz. 102– ). |
|||
4722 |
In een komende wijziging van de |
Parlementaire agenda [17-06-2013] – |
Planning: afdoen met brief rond de |
Wgbo wordt inzagerecht in het |
Notaoverleg over initiatiefnota van |
jaarwisseling 2016/17. |
|
dossier van cliënten voor |
de leden Anne Mulder en Michiel |
||
nabestaanden geregeld (blz. 30) |
van Veen over patiëntveiligheid (33 497) (3632) |
||
4723 |
Nadat overleg heeft plaatsgevonden |
Parlementaire agenda [17-06-2013] – |
Federatie Medisch specialisten werkt |
met de KNMG, de OMS en de GGZ |
Notaoverleg over initiatiefnota van |
aan procedure. De uitwerking wordt |
|
over samenwerking van artsen, |
de leden Anne Mulder en Michiel |
verwacht in 2016. |
|
ziekenhuizen en de ggz met het OM |
van Veen over patiëntveiligheid |
||
en Justitie bij onderzoek naar |
(33 497) (3632) |
||
medische missers komt de Minister |
Geplande brief [01-10-2016] – |
||
terug bij de Kamer met de resultaten |
Meewerken medisch specialisten |
||
daarvan (blz. 31) |
met het OM (79) |
||
4726 |
De Kamer zal worden geïnformeerd |
Parlementaire agenda [17-06-2013] – |
Federatie Medisch specialisten werkt |
over de uitvoering van de |
Notaoverleg over initiatiefnota van |
aan procedure. De uitwerking wordt |
|
ingediende en daarna aangehouden |
de leden Anne Mulder en Michiel |
verwacht in 2016. |
|
motie-Van Veen (33 497, nr. 5) (blz. |
van Veen over patiëntveiligheid |
||
43) |
(33 497) (3632) |
||
4900 |
In het wetsvoorstel tot aanpassing |
Parlementaire agenda [18-06-2013] – |
Planning wordt: afdoen met brief |
van de Wgbo zal het inzagerecht |
Wetsvoorstel kwaliteit klachten en |
rond de jaarwisseling 2016/17. |
|
voor nabestaanden worden |
geschillenzorg (32 402) (3703) |
||
vastgelegd (blz. 102- ). |
|||
4936 |
De Kamer zal zo snel mogelijk een |
Parlementaire agenda [04-09-2013] – |
Bij WvGGZ wordt ook de WZD weer |
AMvB ontvangen, waarin in overleg |
-Plenair debat Wetsvoorstel Zorg en |
gewijzigd. De 2e NVW WvGGZ zal |
|
met de veldpartijen de wijze wordt |
Dwang 31 966 1ste termijn (3732) |
voor het reces aan de TK gestuurd |
|
geregeld waarop het toezicht in een |
worden. Voor de AMvBs (op basis |
||
thuissituatie door een zorgaanbieder |
van zowel WvGGZ als WZD) geldt |
||
wordt ingevuld bij het toepassen van |
een voorhangprocedure. Een en |
||
fixatie (blz. 106-8-13, 14, 15). |
ander is dus afhankelijk van het tempo van overleg met de TK. |
||
4974 |
Medio 2014 zal een wetsvoorstel |
Parlementaire agenda [18-11-2013] – |
Het wetsvoorstel zal in het najaar |
inzake het uitvoeren van dopingcon- |
Wetgevingsoverleg Sport en |
2016 aan de Tweede Kamer worden |
|
troles bij de Kamer worden |
Bewegen (3719) |
aangeboden. |
|
ingediend (blz. 40). |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
4990 |
De Kamer zal regelmatig worden gerapporteerd over de aanpak van fraude met pgb’s (blz. 27). |
Parlementaire agenda [21-11-2013] – AO PGB (3750) |
Wordt meegenomen in de periodieke voortgangsrapportage fraude |
5068 |
Toezegging Voorlichting verhoging leeftijdsgrens (33 341) |
Parlementaire agenda [11-06-2013] – Initiatief wetsvoorstel Alcohol boven de 18 |
Wordt meegenomen in de evaluatie van de Drank en Horeca Wet. |
5197 Toezegging Jaarverslag kwaliteit en financiën jeugdzorg (33 674/33 684) De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Beuving (PvdA) toe de Kamer jaarlijks te informeren in het jaarverslag over de ontwikkeling en de kwaliteit van de jeugdhulp en de financiële randvoorwaarden waaronder dat moet gebeuren.
Parlementaire agenda [11-02-2014] Behandeling Jeugdwet (3834)
Het parlement wordt jaarlijks via het Jaarverslag VWS geïnformeerd over de ontwikkelingen in het nieuwe jeugdstelsel, waaronder de kwaliteit en de financiële randvoorwaarden. Aanvullend daarop wordt de Tweede Kamer periodiek geïnformeerd met aparte rapportages over de voortgang. Laatstelijk bij brief van 22 juni 2016 (Tweede Kamer 2015–2016, 31 839, nr. 524).
5200 Toezegging Pilots bij praktijkmo- dellen jeugdzorg (33 674/33 684) De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Scholten (D66), toe om in samenwerking met gemeenten, de jeugd-ggz, huisartsen, cliëntorganisaties en zorgverzekeraars een pilot te organiseren om praktijkmodellen uit te werken voor de organisatie en de bekostiging van de jeugd-ggz. De uitkomsten van de pilots worden meegenomen bij de evaluatie van de wet over drie jaar.
Parlementaire agenda [11-02-2014] Behandeling Jeugdwet (3834)
De Eerste Kamer wordt in het najaar van 2017 geïnformeerd.
5243 Een jaar na aanvang zal de Kamer worden geïnformeerd over de uitkomsten van de pilot over de vraag in welke gevallen na ontvangst van een melding meteen een ambulance wordt gestuurd omdat het ernstig lijkt en in welke gevallen het oordeel wordt overgelaten aan de verpleegkundige of de verpleegkundig opgeleide centralist (blz. 14). 2014-127
Parlementaire agenda [09-04-2014] AO Ambulancezorg (3836)
Pilot Verpleegkundige/centralist start na de zomer waarvan de resultaten in het voorjaar van 2017 aan de Kamer worden gestuurd.
5270 De Kamer zal een plan van aanpak inzake de oprichting van een expertisecenrum voor de ziekte van Lyme ontvangen, met o.a. informatie over het budget voor dit centrum en het onderzoek (blz. 83-4-12).
Parlementaire agenda [15-05-2014] Debat burgerinitiatieven ziekte van Lyme (3886)
Momenteel wordt er door de betrokken partijen een aantal parallelle trajecten gevolgd. Het doel is om in de zomermaanden te komen tot een afronding van deze trajecten zodat na de zomer kan worden overgegaan tot ondertekenen van de samenwerking.
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5305 |
Toezegging Inkomenseffecten fiscale |
Parlementaire agenda [27-05-2014] – |
De EK zal eind 2016/begin 2017 |
regeling en gemeentelijke maatwerk- |
Plenaire behandeling afschaffing |
nader geïnformeerd worden over |
|
regeling (33 726) (T01930)De |
WTCG/CER precieze tijden volgen |
toezegging Inkomenseffecten fiscale |
|
Staatssecretaris van VWS zegt de |
nog (3883) |
regeling en gemeentelijke maatwerk- |
|
Kamer, naar aanleiding van een |
regeling. |
||
vraag van het lid Ter Horst, toe om |
|||
na te gaan wat de inkomenseffecten |
|||
zouden zijn geweest als de 700 |
|||
miljoen naar de gemeenten waren |
|||
gegaan en dit effect – in overleg met |
|||
de Staatssecretaris van Financiën – |
|||
te betrekken bij een eventuele |
|||
herziening van de fiscale regeling. |
|||
5347 |
Na 3 jaar zal de Kamer een overzicht |
Parlementaire agenda [26-06-2014] – |
Toezegging wordt afgedaan drie jaar |
ontvangen van het aantal zieken- |
Plenaire behandeling wetsvoorstel |
na inwerkingtreding wetsvoorstel. |
|
huizen dat gebruik maakt van de |
Winst (1e termijn) (3905) |
Wetsvoorstel is nog aanhangig bij de |
|
mogelijkheden om risicokapitaal aan |
Eerste Kamer. |
||
te trekken (2014-179) |
|||
5356 |
De Kamer zal worden bericht over de |
Parlementaire agenda [05-06-2014] – |
De Kamer wordt in het najaar 2016 |
uitkomsten van het overleg met de |
Dertigledendebat inzake het |
geïnformeerd. |
|
VGN over de problematiek van |
scheiden van hoogbejaarde |
||
meervoudig gehandicapte mensen |
echtparen vanwege het kabinets- |
||
die soms worden gescheiden terwijl |
beleid (Agema, 5 feb. Bron: Trouw); |
||
zij al tientallen jaren intramuraal in |
(3900) |
||
een woongroep wonen (blz. 90-11-3). |
|||
2014-203 |
|||
5387 |
Vóór eind 2014 zal het wetsvoorstel |
Parlementaire agenda [02-07-2014] – |
Planning is om het wetsvoorstel |
Dopingwet bij de Kamer worden |
AO Sport (3877) |
direct na het zomerreces naar de |
|
ingediend (blz. 18, 19). 2014-195 |
Kamer te sturen. |
||
5502 |
De Kamer zal, eventueel in het kader |
Parlementaire agenda [09-10-2014] – |
Dit onderzoek zal na de zomer naar |
van de evaluatie van de Drank- en |
AO Alcoholbeleid (3840) |
de Kamer worden gestuurd. |
|
Horecawet in 2016 maar mogelijk |
|||
eerder, worden geïnformeerd over |
|||
de resultaten van het onderzoek naar |
|||
de maatschappelijke kosten van |
|||
alcoholgebruik, naar wat wel en niet |
|||
werkt en naar de ervaringen in het |
|||
buitenland (blz. 26, 27, 28). 2014-260 |
|||
5523 |
De Kamer zal worden bericht over de |
Parlementaire agenda [03-11-2014] – |
OCW heeft laten onderzoeken wat de |
uitkomsten van het overleg met |
AO wetgevingsoverleg Sport en |
behoefte is aan studievoorschotfaci- |
|
OCW over het combineren van |
Bewegen (3941) |
liteiten, o.a. onder studerende |
|
topsport en studie, waarbij o.a. |
topsporters. Op basis van deze |
||
ingegaan wordt op de gevolgen van |
resultaten heeft de Minister van |
||
het sociaal leenstelsel en op de |
OCW besloten om de studievoor- |
||
studiemogelijkheden na een |
schotfaciliteiten niet uit te breiden |
||
topsportcarrière (mogelijke |
voor de relatief kleine groep |
||
verhoging met 10 jaar van de |
topsporters. NOC*NSF is nog in |
||
leeftijdsgrens voor studiefaciliteiten |
gesprek met OCW om te bezien of |
||
voor topsporters) (blz. 43). 2014-254 |
topsporters op een andere wijze ondersteund kunnen worden. Mogelijke aanpassingen worden meegenomen bij de verkenning naar een overbruggingsregeling voor topsporters. Naar verwachting kan de Kamer in de eerste helft van 2016 hier over geïnformeerd worden (zoals toegezegd in de veegbrief Sport – juni 2015). |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5539 |
De Kamer zal worden geïnformeerd |
Parlementaire agenda [10-09-2014] – |
Met de toezending van het Vilans |
in hoeverre kwaliteitseisen onnodig |
Plenaire behandeling Wlz – (1e |
rapport «Grenzen verkennen. |
|
belemmerend kunnen zijn voor de |
termijn Kamer) (3935) |
Wettelijke en juridische aspecten in |
|
betrokkenheid van vrijwilligers en |
samenspel tussen informele en |
||
mantelzorgers (blz. 108-9-23). |
formele zorg.» als bijlage bij de commissiebrief van 4 maart 2016 betreffende de stand-van-zakenbrief van de maatwerkaanpak is uitvoering gegeven aan deze toezegging. |
||
5591 |
De Staatssecretaris van VWS zal de |
Parlementaire agenda [25-11-2014] – |
Uw Kamer wordt in het vierde |
Kamer, naar aanleiding van een |
Plenair debat Wet langdurige zorg |
kwartaal 2016 geïnformeerd over de |
|
vraag van het lid Slagter-Roukema, |
Wlz (33 891) (3995) |
duiding van Zorginstituut Nederland |
|
schriftelijk informeren over de |
betreffende de specifieke behan- |
||
financieringsstructuur voor de |
deling die door de specialisten |
||
specialist ouderengeneeskunde in de |
ouderengeneeskunde aan cliënten |
||
extramurale eerstelijnszorg. |
met en zonder Wlz-indicatie wordt geboden. |
||
5596 |
De Staatssecretaris van VWS zal, |
Parlementaire agenda [25-11-2014] – |
De Kamer ontvangt de visie voor |
naar aanleiding van een opmerking |
Plenair debat Wet langdurige zorg |
1 november 2016 |
|
van het lid Flierman, in overleg met |
Wlz (33 891) (3995) |
||
gemeenten en zorgverzekeraars |
|||
nagaan hoe bij de overgang van |
|||
Wmo naar Wlz het behoud van |
|||
cliëntenondersteuning kan worden |
|||
bevorderd. |
|||
5597 |
De Staatssecretaris van VWS zegt de |
Parlementaire agenda [25-11-2014] – |
In het najaar van 2016 wordt een |
Kamer, naar aanleiding van een |
Plenair debat Wet langdurige zorg |
advies van het Zorginstituut |
|
vraag van het lid Slagter-Roukema, |
Wlz (33 891) (3995) |
Nederland en de NZa over het |
|
toe om de uitvoeringspraktijk – in |
maatwerkprofiel verwacht, waarin |
||
afwachting van het in 2015 te |
ook de bekostiging van het |
||
ontwikkelen maatwerkprofiel voor |
maakwerkprofiel wordt meege- |
||
de indicatiestelling door het CIZ – te |
nomen. Besluitvorming over het |
||
bewaken. |
advies volgt later. Wanneer meer zicht is op de invoering van het maatwerkprofiel, kan de toezegging gestand worden gedaan. |
||
5632 |
De Kamer ontvangt medio de zomer |
Parlementaire agenda [12-11-2014] – |
Voor de zorgvuldige afweging die |
2015 o.a. een kabinetsstandpunt op |
Verzamel AO Euthanasie (3958) |
voor standpuntbepaling over dit |
|
ZonMw-rapport mede in relatie tot |
onderwerp vereist is, heeft het |
||
de commissie voltooid leven (blz. |
Kabinet meer tijd nodig dan |
||
29). |
aangegeven. Het Kabinet is voornemens de standpuntbepaling na de zomer naar uw Kamer te zenden. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5638 |
In februari/maart 2015 zal de Kamer |
Parlementaire agenda [26-11-2014] – |
Er wordt nog gewacht op de |
uitgebreid worden geïnformeerd |
AO Infectiepreventie en Ebola (3970) |
uitspraak van de NZa, de Kamer |
|
over de landelijke AMR-agenda en |
wordt geïnformeerd nadat de NZa |
||
over de vier poten van de Global |
uitspraak heeft gedaan. |
||
Health Security Agenda, waaronder |
|||
het trekken van het onderwerp AMR |
|||
(blz. 20,21,22). Hierbij zal ook |
|||
worden ingegaan op een oplossing |
|||
voor de problematiek van de |
|||
infectiepreventierichtlijnen en de |
|||
WIP (blz. 23), worden gerapporteerd |
|||
over de uitkomsten van het overleg |
|||
met de NZa over eventuele |
|||
verruiming van de beleidsregel voor |
|||
het bestrijden van de MRSA-bacterie |
|||
in verpleeghuizen met besmettingen |
|||
en ficties (blz. 23) en worden |
|||
ingegaan op de betrokkenheid van |
|||
mantelzorgers en familieleden bij de |
|||
infectiepreventie (blz. 24) |
|||
5699 |
In het kader van de evaluatie van het |
Mondelinge vraag van het lid |
Partijen zijn hard aan het werk om |
Masterplan Orgaandonatie dan wel |
Tellegen over orgaandonatie bij |
handreiking af te krijgen. |
|
separaat zal de Kamer worden |
euthanasie op 25 november 2014. |
||
geïnformeerd over een door het |
|||
Erasmus MC en het UMC Maastricht |
|||
op te stellen handreiking inzake |
|||
orgaandonatie na euthanasie (blz. |
|||
28-5-2). |
|||
5708 |
Elk kwartaal zal de Kamer een |
Parlementaire agenda [22-01-2015] – |
De Kamer wordt hierover periodiek |
voortgangsrapportage Hervorming |
30-leden debat ActiZ en de |
geïnformeerd. |
|
langdurige zorg ontvangen, waarbij |
verzorgingshuizen (4041) |
||
o.a. wordt ingegaan op de inkopen |
|||
voor zzp’s en het aantal mensen wat |
|||
gebruik maakt van het overgangs- |
|||
recht Wlz (blz. 45-11-11, 15). |
|||
5748 |
De Kamer zal een beleidsreactie |
Parlementaire agenda [26-02-2015] – |
Het rapport is 29–6 aangeboden aan |
ontvangen op het eind 2015 in te |
AO Preventiebeleid (4037) |
de TK. Maximaal binnen 3 maanden |
|
komen advies van de Gezond- |
na het advies stuurt de Minister een |
||
heidsraad over gordelroos (blz. |
brief naar de kamer met een reactie |
||
43,46). |
op het advies. De beleidsreactie volgt in oktober 2016. |
||
5770 |
De Minister van VWS zal, naar |
Parlementaire agenda [09-12-2014] – |
Deze toezegging wordt afgedaan als |
aanleiding van opmerkingen van de |
Wetsvoorstel verbod verticale |
we het wetsvoorstel richting het |
|
leden Beuving en Kuiper, via een – |
integratie – nr 33 362 |
einde van het jaar indienen bij de |
|
voor te hangen – AMvB regels |
Kamer |
||
stellen voor de invloed van |
|||
verzekerden op het beleid van de |
|||
zorgverzekeraar, conform artikel 28 |
|||
van de Zorgverzekeringswet. De |
|||
Kamer zal hierover schriftelijk |
|||
geïnformeerd worden. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6025 |
Wetsvoorstel aanpassing Wet BIG |
Parlementaire agenda [16-04-2015] – |
Het streven is om het wetsvoorstel |
(op tuchtrecht) zal ik voorjaar 2016 |
Dertigledendebat over het volgen |
na de zomer van 2016 aan de |
|
aan de Kamer sturen (als mogelijk |
van foute artsen (4132) |
Tweede Kamer te sturen |
|
eind 2015)Tekst toezegging door TK |
|||
geregistreerd:In het voorjaar 2016 of |
|||
zoveel eerder als mogelijk is zal het |
|||
wetsvoorstel tot wijziging van de |
|||
Wet BIG bij de Kamer worden |
|||
ingediend, waarin o.a. wordt |
|||
geregeld dat het tuchtrecht van |
|||
toepassing wordt op |
|||
BIG-geregistreerden die ernstige |
|||
zeden- en geweldsdelicten hebben |
|||
gepleegd in de privésfeer, en de |
|||
tuchtrechter de mogelijkheid krijgt |
|||
om BIG-geregistreerden zorgbreed |
|||
te verbieden patiënten te behan- |
|||
delen indien betrokkene een ernstig |
|||
gevaar vormt voor patiënten (blz. |
|||
77-9-4, 5, 6). |
|||
6188 |
In het voorjaar van 2016, zo mogelijk |
Parlementaire agenda [08-10-2015] – |
Het streven is om het wetsvoorstel |
begin van dat jaar, zal een |
AO Patiëntveiligheid (4184) |
na de zomer van 2016 aan de |
|
wetsvoorstel tot aanpassing van de |
Tweede Kamer te sturen |
||
Wet BIG (o.a. betere bescherming |
|||
cliënten cosmetische sector, |
|||
procedure wegens ongeschiktheid) |
|||
bij de Kamer worden ingediend (blz. |
|||
11, 14, 22). 2015-325 |
|||
6256 |
Een voorstel van wet tot wijziging |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Het streven is om het wetsvoorstel |
van de Wet BIG (voorbehouden |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
na de zomer van 2016 aan de |
|
handelingen) zal zo snel mogelijk |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
Tweede Kamer te sturen |
|
aan de Kamer worden voorgelegd |
|||
(2015-346) |
|||
6306 |
In 2016 wordt een wetsvoorstel |
Parlementaire agenda [19-11-2015] – |
Het streven is om het wetsvoorstel |
Wijziging Wet BIG bij de Kamer |
AO evaluatie wet BIG/Medisch |
na de zomer van 2016 aan de |
|
ingediend met betrekking tot |
tuchtrecht/Medisch beroepsgeheim |
Tweede Kamer te sturen |
|
cosmetische handelingen en het |
(4260) |
||
tuchtrecht, waarbij o.a. wordt |
|||
ingegaan op toepassing van |
|||
BIG-registratienummers en een |
|||
strafrechtelijk algeheel beroeps- |
|||
verbod in de zorg (blz. 15, 25, 26, 27). |
|||
2015-357 |
|||
6335 |
Eind 2016 ontvangt de Kamer een |
Parlementaire agenda [18-02-2016] – |
Hierover is nader overleg met de |
wetsvoorstel tot wijziging van de |
AO Arbeidsmarktbeleid |
verschillende beroepsverenigingen |
|
Wet BIG inzake nieuwe beroepen |
zorgsector/TSN (4325) |
nodig. Het streven is om dat |
|
(2016-6) |
wetsvoorstel in het najaar van 2016 in internetconsultatie te brengen en rond de zomer van 2017 naar de Tweede Kamer te sturen. |
Toezeggingen afgedaan sinds de vorige begroting
ID
Omschrijving
Vindplaats
Stand van zaken
3900 De Minister zal bij het ECDC
gegevens opvragen over hoe de verschillende landen omgaan met de uitbraak van bepaalde ziekten (bof, mazelen, kinkhoest, polio e.c.) (blz. 11)
Parlementaire agenda [24-11-2011] – AO Formele Raad WSBVC (2881)
Uitgaande brief [17-12-2015] – Stand van zaken moties en toezeggingen (34 300-XVI-150) (18 755)
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
3929 |
De Kamer zal een standpunt |
Parlementaire agenda [05-03-2012] |
Uitgaande brief [06-10-2015] – |
ontvangen over een aan de |
– Notaoverleg Landelijke nota |
Standpunt Health Checks (32 793-199) |
|
Gezondheidsraad te vragen advies |
Gezondheidsbeleid (2969) |
(18 436) |
|
over de voorwaarden waaraan de |
|||
fulll body scan moet voldoen als |
|||
mensen deze zelf, op eigen kosten, |
|||
willen laten maken. Hierin wordt |
|||
o.a. ingegaan op het laten |
|||
verrichten van scans door |
|||
ziekenhuizen buiten de reguliere |
|||
uren, de vervolgkosten, en de |
|||
aanprijzende spotjes (blz. 44, 45, 54, |
|||
55, 80, 81). |
|||
4431 |
De Kamer zal een inventarisatie |
Parlementaire agenda [06-10-2011] |
Uitgaande brief [03-05-2016] – |
ontvangen van best practices in de |
– AO Informele Sportraad (EU) |
Verzamelbrief april (34 300-XVI-160) |
|
Europese Unie in verband met het |
(2880) |
(19 277) |
|
voorkomen van wangedrag en |
|||
geweld op het veld (blz. 8, 12). |
|||
4454 |
In de loop van 2013 zal het |
Parlementaire agenda [17-12-2012] |
alleen toezegging 6289 blijft staan |
wetsvoorstel Regels ter oplossing |
– Wetgevingsoverleg Sport en |
met een verwijzing naar de andere |
|
privacyprobleem dopingcontroles |
Bewegen (onderdeel begroting |
vier toezeggingen, die over hetzelfde |
|
bij de Kamer worden ingediend (blz. |
VWS) (3376) |
gaan. De omschrijving en de stand |
|
33). |
van zaken bij deze toezegging is de meest actuele. |
||
4664 |
Periodieke rapportage aan de |
Parlementaire agenda [06-06-2013] |
Uitgaande brief [06-07-2016] – |
Tweede Kamer over implementatie |
– AO Geneesmiddelen (3478) |
Programma Aanpak verspilling in de |
|
van de meldingen verspillingen in |
zorg (19 576) |
||
de zorg via het meldpunt. |
|||
4885 |
De KNMG onderzoekt welke |
Uitgaande brief [30-10-2013] – |
|
specifiek af te bakenen bij welke |
Antwoorden eerste termijn |
||
groepen er situaties zouden kunnen |
behandeling Begroting VWS 2014 |
||
voordoen waarbij de overheid een |
(2013Z20682) (16 453) |
||
rol zou moeten nemen in de |
|||
financiering van tolken. De Minister |
|||
wacht de resultaten van dit |
|||
onderzoek af. Zodra het resultaat |
|||
bekend is, zal de Minister de Kamer |
|||
hierover informeren. |
|||
4927 |
De Kamer ontvangt een |
Parlementaire agenda [04-12-2013] |
Dit wetsvoorstel is op 1 februari jl. |
wetsvoorstel inzake de digitale polis |
|
naar de Kamer gestuurd. |
|
(blz. ). |
|||
4929 |
De Kamer zal per brief worden |
Parlementaire agenda [04-12-2013] |
Nota naar aanleiding van het verslag |
geïnformeerd over de tot dusverre |
|
bij het wetsvoorstel Zvw-pgb |
|
opgedane ervaringen en gesigna- |
(Kamerstuk 34 233, nr. 6) |
||
leerde knelpunten met het |
|||
instrument pgb in de Zvw (blz. 48). |
|||
4937 |
Bij de invoering van de nieuwe Wet |
Parlementaire agenda [04-09-2013] |
Uitgaande brief [07-07-2016] – |
verplichte ggz zullen artikelen |
– -Plenair debat Wetsvoorstel Zorg |
voorstel van wet, houdende regels |
|
worden opgenomen over de |
en Dwang 31 966 1ste termijn |
voor het kunnen verlenen van |
|
toepassing over en weer tussen de |
(3732) |
verplichte zorg aan een persoon met |
|
Wet zorg en dwang en de Wet |
een psychische stoornis (Wet |
||
verplichte ggz bij dubbele proble- |
verplichte geestelijke gezond- |
||
matiek (blz. 106-8-17). |
heidszorg) (Kamerstukken II 2009/10, 32 399), (19 580) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
4965 |
De Minister stuurt de TK een |
Parlementaire agenda [12-12-2013] |
Uitgaande brief [17-09-2015] – Proces |
«spoorboekje» van de lopende |
|
en tussenstand monitors eerste lijn |
|
zaken op het vlak van bekostigingen |
(33 578-17) (18 374) |
||
(huisartsenzorg, multidisciplinaire |
|||
zorg, wijkverpleging, uitkomstbe- |
|||
kostiging, proeftuinen en hoe dat in |
|||
elkaar haakt). |
|||
4999 |
Er wordt een werkwijzer voor het |
Parlementaire agenda [27-01-2014] |
Uitgaande brief [08-07-2016] – |
opstellen van MKBA’s gemaakt. In |
– Nota overleg inzake preventie- |
Aanbieding Werkwijzer kosten- |
|
dit kader wordt het RIVM onderzoek |
beleid (NPP) (3797) |
batenanalyses in het sociale domein |
|
naar kosten/baten van preventie |
Geplande brief [08-07-2016] – MKBA |
(19 598) |
|
door de Minister aan de Kamer |
werkwijzer Sociaal Domein (70) |
||
gestuurd. |
|||
5002 |
Minister zal bekijken welke |
Parlementaire agenda [27-01-2014] |
Uitgaande brief [18-05-2016] – |
mogelijkheden er zijn om bestaande |
– Nota overleg inzake preventie- |
Aanbieding «Staat van Volksge- |
|
rapportage over gezondheid en |
beleid (NPP) (3797) |
zondheid en Zorg» (32 620-170) |
|
zorg samen te voegen. Als dit |
Geplande brief [18-05-2016] – |
(19 301) |
|
succesvol is zal ze de TK daarover |
Samenvattende rapportage «De |
||
informeren. |
Staat van Volksgezondheid en Zorg» (71) |
||
5202 |
Toezegging Overleg met VNG en |
Parlementaire agenda [11-02-2014] |
Uitgaande brief [17-09-2015] – |
het Kwaliteitsinstituut (33 674/ |
– Behandeling Jeugdwet (3834) |
Halfjaarlijkse stand van zaken |
|
33 684) De Staatssecretaris van |
toezeggingen (18 371) |
||
Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
|||
zegt de Kamer, naar aanleiding van |
|||
vragen van de leden Beuving |
|||
(PvdA) en Slagter-Roukema (SP), |
|||
toe in overleg te treden met de VNG |
|||
en het Kwaliteitsinstituut over het |
|||
invullen van de medeverantwoorde- |
|||
lijkheid van gemeenten voor |
|||
wetenschappelijk onderzoek, |
|||
richtlijnontwikkeling, opleidingen, |
|||
innovatie en instellingen en de |
|||
onderlinge samenwerking en |
|||
verantwoordelijkheden tussen Rijk, |
|||
Gemeente en Kwaliteitsinstituut. |
|||
5267 |
De Kamer zal de Nota naar |
Parlementaire agenda [26-06-2014] |
Uitgaande brief [14-03-2016] – |
aanleiding van het VSO n.a.v. de |
– Plenaire behandeling wetsvoorstel |
Voortgangsrapportage goed bestuur |
|
brief Goed bestuur (19 september |
Winst (1e termijn) (3905) |
in de zorg (32 012-37) (19 053) |
|
2013) uiterlijk in oktober, vóór het |
|||
herfstreces aan de Kamer sturen. |
|||
Hierin meenemen meldingsplicht |
|||
statutenwijziging ziekenhuizen bij |
|||
CIBG (motie 1). |
|||
5291 |
Na de zomer zal het rapport van het |
Parlementaire agenda [10-06-2014] |
Uitgaande brief [03-11-2015] – |
Trimbos-instituut over mogelijke |
– TK WGO Jaarverslag 2013 (3893) |
Beleidsvisie drugspreventie |
|
veranderingen in de jongeren- |
(24 077-357) (18 577) |
||
cultuur die ertoe leiden dat met het |
|||
oog op de volksgezondheid ook |
|||
moet worden gekeken naar andere |
|||
aspecten en andere drugs naar de |
|||
Kamer worden gezonden (blz. 22, |
|||
30). 2014-154 |
|||
5297 |
De Kamer ontvangt voor de zomer |
Parlementaire agenda [06-02-2014] |
Uitgaande brief [06-03-2015] – |
het MSM-rapport. (blz. 18, 27) |
|
Onderzoeksrapport MSM & Bloeddo- |
|
Geplande brief [15-09-2015] – |
natie (29 447-30) (17 733) |
||
Standpunt op MSM en bloeddo- |
|||
natie (206) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5306 |
Toezegging Periodieke informatie |
Parlementaire agenda [27-05-2014] |
Is afgedaan met brief van Min BZK |
wetten sociaal domein (33 726) |
– Plenaire behandeling afschaffing |
van 13 mei 2016, betreffende |
|
(T01932)De Staatssecretaris van |
WTCG/CER (hele dag + avond) |
Aanbieding overall rapportage |
|
VWS zal de Kamer periodiek |
precieze tijden volgen nog (3883) |
sociaal domein |
|
informeren over de resultaten van |
|||
de afzonderlijke wetten in het |
|||
sociaal domein. |
|||
5325 |
De Kamer zal worden geïnformeerd |
Parlementaire agenda [02-07-2014] |
Uitgaande brief [20-10-2015] – Stand |
over de vraag of de protocollen van |
|
van zaken moties en toezeggingen |
|
gynaecologen en plastisch |
(34 300-XVI-11) (18 501) |
||
chirurgen inzake hersteloperaties |
|||
van slachtoffers van genitale |
|||
verminking aanleiding geven tot |
|||
financiering, los van opname in het |
|||
pakket. 2014-176 |
|||
5366 |
In de vernieuwingsagenda zal |
Parlementaire agenda [23-09-2014] |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
worden ingegaan op het onderzoek |
– 2de termijn behandeling WLZ |
Waardig leven met zorg (34 104-105) |
|
naar de bekostiging van de zorg, |
antwoord Staatssecretaris (3942) |
(18 978) |
|
inclusief de mogelijkheden van de |
|||
eenloketgedachte en een combi- |
|||
natie van budgetten over de |
|||
schotten heen (blz. 4-17-9,10,11) |
|||
5388 |
Voor het wetgevingsoverleg |
Parlementaire agenda [02-07-2014] |
Uitgaande brief [23-06-2016] – |
Sportbeleid zal de Kamer input |
– AO Sport (3877) |
Voortgangsbrief Sport juni 2016 |
|
ontvangen over de pensioenen van |
(19 469) |
||
topsporters (blz. 23). 2014-197 |
|||
5403 |
Medio 2015 zal de Kamer worden |
Parlementaire agenda [03-07-2014] |
Uitgaande brief [17-09-2015] – Proces |
geïnformeerd over zowel de |
– AO Eerstelijnszorg met de |
en tussenstand monitors eerste lijn |
|
financiële monitoring als de |
Minister ook met de stas (3897) |
(33 578-17) (18 374) |
|
monitoring van het inkoopproces |
|||
en de effecten van zowel de nieuwe |
|||
bekostiging van de huisartsenzorg |
|||
als die van de wijkverpleging; in |
|||
deze stand-van-zakenbrief zal ook |
|||
worden ingegaan op de betaaltitel |
|||
voor shared savings en op de |
|||
uitkomsten van het overleg inzake |
|||
Treeknormen voor de wachtlijst |
|||
voor veropleegkundigen. (blz. 16, |
|||
40). |
|||
5489 |
De Kamer zal over een half jaar een |
Parlementaire agenda [02-10-2014] |
|
update ontvangen van hetgeen in |
|
||
het bestuurlijk overleg farmacie is |
|||
besproken. Tevens zal daarin |
|||
worden ingegaan op het overleg |
|||
over de eerste lijn inzake het |
|||
toepassen van de bekostiging van |
|||
de huisarts op de apotheker |
|||
(2014-229) |
|||
5492 |
Eind 2014 zal de Kamer worden |
Parlementaire agenda [02-10-2014] |
Uitgaande brief [05-04-2016] – Stand |
geïnformeerd over de resultaten/ |
|
van zaken brief vervalste geneesmid- |
|
afspraken met het veld over een |
Geplande brief [30-03-2016] – Plan |
delen (29 477-369) (19 179) |
|
plan van aanpak over meldingen |
van aanpak stroomlijnen meldingen |
||
van vervalsingen van medicijnen |
vervalsingen (109) |
||
(2014-233) |
|||
5497 |
De Minister zal in een brief aan de |
Parlementaire agenda [02-10-2014] |
Uitgaande brief [05-10-2015] – |
Kamer ingaan op innovatie als |
|
Medisch technologische innovatie en |
|
speerpunt van beleid en op het |
topsector Life Science and Health |
||
topsectorenbeleid (2014-238) |
(32 637-202) (18 426) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5501 |
Eind 2014 zal de Kamer worden |
Parlementaire agenda [09-10-2014] |
Uitgaande brief [22-10-2015] – |
bericht over de vraag hoeveel |
|
Aankooppogingen alcohol door |
|
gemeenten wel dan niet preventie- |
jongeren, en de inzet van testkopers |
||
en handhavingsplannen hebben; |
(27 565-137) (18 508) |
||
hierbij zal tevens worden ingegaan |
|||
op de eventuele inzet van jongeren- |
|||
teams (blz. 25,33,40). 2014-259 |
|||
5504 |
In het voorjaar van 2015 zal de |
Parlementaire agenda [09-10-2014] |
Uitgaande brief [22-10-2015] – |
Kamer worden bericht over de inzet |
|
Aankooppogingen alcohol door |
|
van jongeren als mysteryshopper |
jongeren, en de inzet van testkopers |
||
(Brits systeem) in het kader van de |
(27 565-137) (18 508) |
||
handhaving van de leeftijdsgrens |
|||
bij verkoop van alcohol (blz. 29/30). |
|||
2014-262 |
|||
5512 |
Zodra het hele financiële plaatje van |
Parlementaire agenda [03-11-2014] |
Juridische en financiële analyse |
de gevolgen van het Bridport-arrest |
– AO wetgevingsoverleg Sport en |
verruiming btw-sportvrijstelling, door |
|
en mogelijke oplossingen bekend |
Bewegen (3941) |
min Fin gestuurd |
|
zijn, zal de Kamer worden geïnfor- |
|||
meerd (blz. 22). 2014-243 |
|||
5513 |
Begin 2015 zal de Kamer worden |
Parlementaire agenda [03-11-2014] |
Uitgaande brief [23-06-2016] – |
geïnformeerd over de stand van |
– AO wetgevingsoverleg Sport en |
Voortgangsbrief Sport juni 2016 |
|
zaken van het traject rond een |
Bewegen (3941) |
(19 469) |
|
overbruggings- of pensioenregeling |
|||
voor topsporters, inclusief een |
|||
reactie op de brief van Henk Grol |
|||
(blz. 24). 2014-244 |
|||
5514 |
Begin 2015 zal de Kamer worden |
Parlementaire agenda [03-11-2014] |
Uitgaande brief [04-07-2016] – |
bericht over de stand van zaken |
– AO wetgevingsoverleg Sport en |
Initiatiefnota van het lid Bruins Slot |
|
betreffende een mogelijke |
Bewegen (3941) |
inzake Vrijwilligers zijn kampioenen |
|
aanpassing van de regeling |
(19 547) |
||
vrijwilligersvergoedingen (blz. 24). |
|||
2014-245 |
|||
5521 |
De Kamer zal worden geïnformeerd |
Parlementaire agenda [03-11-2014] |
Uitgaande brief [30-10-2015] – |
over de uitkomsten van de |
– AO wetgevingsoverleg Sport en |
Toezegging over het gebruik van |
|
gesprekken tussen verschillende |
Bewegen (3941) |
buitenruimten (30 234-140) (18 563) |
|
buitensportbonden en beheerders |
|||
over de vraag hoe het gebruik, het |
|||
beheer en het onderhoud van |
|||
wandel-, fiets- en ruiterpaden in de |
|||
toekomst het beste georganiseerd |
|||
kunnen worden, met een reactie |
|||
van de Staatssecretaris van EZ en |
|||
de Minister van VWS (blz. 40, 41). |
|||
2014-252 |
|||
5529 |
Begin 2015 zal de Kamer een |
Parlementaire agenda [10-09-2014] |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
voorstel voor een vernieuwingsa- |
– Plenaire behandeling Wlz – (1e |
Waardig leven met zorg (34 104-105) |
|
genda (incl. voortgang onderdelen |
termijn Kamer) (3935) |
(18 978) |
|
agenda, aanpak, samenwerkende |
|||
partijen, tijdschema’s voor |
|||
bespreking en voortgangsinfor- |
|||
matie, experimenten) ontvangen |
|||
(blz. 108-9-6). |
|||
5530 |
Voor de begrotingsbehandeling zal |
Parlementaire agenda [10-09-2014] |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
de Kamer een overzicht ontvangen |
– Plenaire behandeling Wlz – (1e |
Waardig leven met zorg (34 104-105) |
|
van wat de afgelopen vijf jaar is |
termijn Kamer) (3935) |
(18 978) |
|
gedaan c.q. nog loopt op het terrein |
|||
van de langdurige zorg met |
|||
initiatieven, experimenten, agenda’s |
|||
etc. (o.a. «In voor zorg!») en wat |
|||
daarvan is geleerd (blz. 108-9-7). |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5533 |
Voor eind 2014 zal de Kamer een |
Parlementaire agenda [10-09-2014] |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
overzicht van de voor- en nadelen |
– Plenaire behandeling Wlz – (1e |
Waardig leven met zorg (34 104-105) |
|
van verschillende vormen van |
termijn Kamer) (3935) |
(18 978) |
|
persoonsvolgende bekostiging, |
|||
inclusief buitenlandse voorbeelden, |
|||
ontvangen (blz. 108-9-13,14) |
|||
5537 |
De Kamer zal een plan van aanpak |
Parlementaire agenda [10-09-2014] |
Uitgaande brief [19-02-2016] – |
voor de vermindering van de |
– Plenaire behandeling Wlz – (1e |
Voortgangsrapportage 2 Waardigheid |
|
regeldruk en de administratieve |
termijn Kamer) (3935) |
en Trots, liefdevolle zorg voor onze |
|
lasten ontvangen, waarbij zal |
ouderen (31765-194) (18 965) |
||
worden ingegaan op de keurmerken |
Uitgaande brief [15-06-2016] – Meer |
||
(blz. 10809-20). |
tijd voor zorg: merkbaar minder regeldruk (29 515-388) (19 437) |
||
5542 |
Voor de fraudedebatten) zal de |
Parlementaire agenda [10-09-2014] |
Uitgaande brief [29-10-2015] – |
Kamer in de rapportages worden |
– Plenaire behandeling Wlz – (1e |
Voortgang programma Rechtmatige |
|
geïnformeerd over welke soorten |
termijn Kamer) (3935) |
Zorg 2015 (28 828-93) (18 549) |
|
zorgfraude het gaat, hoe dat in |
|||
elkaar steekt, de aantallen, en of alle |
|||
mogelijkheden zijn benut voordat |
|||
wordt overgegaan tot het |
|||
doorbreken van het medisch |
|||
beroepsgeheim (blz. 108-9-28). |
|||
5557 |
De Kamer zal een brief ontvangen |
Parlementaire agenda [23-09-2014] |
Uitgaande brief [29-10-2015] – |
waarin, mede in het licht van het |
– 2de termijn behandeling Wlz |
Voortgang programma Rechtmatige |
|
medisch beroepsgeheim, wordt |
antwoord Staatssecretaris (3942) |
Zorg 2015 (28 828-93) (18 549) |
|
aangegeven welke instrumenten er |
|||
zijn om fraude aan te pakken en |
|||
waar het mogelijk tekortschiet (blz. |
|||
4-17-28). 2014-299 |
|||
5559 |
Binnen een jaar geeft de Minister de |
Parlementaire agenda [23-09-2014] |
Uitgaande brief [01-09-2015] – brief |
Kamer uitsluitsel of er een goed |
– AO Risicoverevening (3933) |
risicodragendheid 2016 (29 689-644) |
|
risicovereveningsmodel voor de |
(18 279) |
||
ggz te maken is (2014-304) |
|||
5579 |
Begin 2015 zal de Kamer worden |
Parlementaire agenda [30-10-2014] |
Uitgaande brief [06-06-2016] – |
bericht over de resultaten van het |
|
Wijziging van de Gezondheidswet en |
|
onderzoek naar de mogelijkheden |
de Wet op de jeugdzorg teneinde een |
||
om rapporten van de IGZ zodanig te |
mogelijkheid op te nemen tot |
||
anonimiseren dat zij openbaar |
openbaarmaking van informatie over |
||
kunnen worden gemaakt (blz. 22). |
de naleving en uitvoering van |
||
2014-313 |
regelgeving, besluiten tot het opleggen van sancties daarbij inbegrepen (34 111) (34 111-10) (19 369) |
||
5580 |
De Minister zal het beleidskader op |
Parlementaire agenda [30-10-2014] |
Uitgaande brief [13-01-2016] – Goede |
basis waarvan de IGZ haar |
|
zorg vraagt om goed bestuur – |
|
toezichtskader kan aanscherpen of |
Beleidskader (32 012-35) (18 811) |
||
aanpassen naar de Kamer sturen |
|||
(blz. 26/27, 33). 2014-314 |
|||
5581 |
De Kamer zal worden geïnformeerd |
Parlementaire agenda [30-10-2014] |
Uitgaande brief [17-12-2015] – Stand |
over de voors en tegens van een |
|
van zaken moties en toezeggingen |
|
zwarte doos in een operatiekamer |
(34 300-XVI-150) (18 755) |
||
(blz. 29). 2014-315 |
|||
5592 |
De Staatssecretaris van VWS zal de |
Parlementaire agenda [25-11-2014] |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
Kamer, naar aanleiding van een |
– Plenair debat Wet langdurige zorg |
Waardig leven met zorg (Eerste |
|
opmerking van het lid Flierman, |
Wlz (33 891) (3995) |
Kamer) (18 979) |
|
voor de zomer van 2015 de |
|||
zorgvernieuwingsagenda toesturen. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5595 |
De Staatssecretaris van VWS zegt |
Parlementaire agenda [25-11-2014] |
Uitgaande brief [03-05-2016] – |
de Kamer, naar aanleiding van een |
– Plenair debat Wet langdurige zorg |
Halfjaarlijkse stand van zaken |
|
opmerking van het lid Flierman, toe |
Wlz (33 891) (3995) |
toezeggingen (19 275) |
|
na te gaan in hoeverre de verhuur- |
|||
dersheffing een knelpunt is om |
|||
nieuwe vormen van zorg en wonen |
|||
gecombineerd te realiseren. |
|||
5601 |
De Staatssecretaris van VWS zegt |
Parlementaire agenda [25-11-2014] |
Uitgaande brief [17-09-2015] – |
de Kamer, naar aanleiding van een |
– Plenair debat Wet langdurige zorg |
Halfjaarlijkse stand van zaken |
|
vraag van het lid Barth, toe ten |
Wlz (33 891) (3995) |
toezeggingen (18 371) |
|
aanzien van de solvabiliteitsproble- |
|||
matiek van zorginstellingen zo |
|||
nodig in overleg te treden met de |
|||
banken. |
|||
5602 |
De Staatssecretaris van VWS zegt |
Parlementaire agenda [25-11-2014] |
Uitgaande brief [26-02-2016] – |
de Kamer, naar aanleiding van een |
– Plenair debat Wet langdurige zorg |
Waardig leven met zorg (Eerste |
|
vraag van het lid Kuiper, toe de |
Wlz (33 891) (3995) |
Kamer) (18 979) |
|
vernieuwingsagenda mede te |
|||
baseren op grensoverschrijdende |
|||
experimenten, waaronder |
|||
experimenten op het vlak van de |
|||
dementiezorg. |
|||
5615 |
De Kamer zal worden geïnformeerd |
Parlementaire agenda [11-12-2014] |
Uitgaande brief [02-11-2015] – Derde |
over de capaciteitsraming van de |
– AO Voortgang decentralisatie |
voortgangsrapportage HLZ |
|
wijkverpleegkundige zorg. |
Zorg (3964) |
(34 104-83) (18 572) |
|
5631 |
De Kamer wordt in het voorjaar |
Parlementaire agenda [12-11-2014] |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Stand |
nader bericht over de |
– Verzamel AO Euthanasie (3958) |
van zaken moties en toezeggingen |
|
niet-reanimeerpenning/ |
zomer 2016 (19 601) |
||
wilsverklaring (blz. 23 en 24). |
|||
5634 |
De Kamer zal een evaluatie |
Parlementaire agenda [10-12-2014] |
Uitgaande brief [08-03-2016] – |
ontvangen van het faillissement van |
– AO Ziekenhuizen Sionsberg, |
Evaluatie faillissementen Ruwaard |
|
het Ruwaard van Putten Ziekenhuis |
Golfstroom en De Triade (4001) |
van Putten en De Sionsberg (31 016-92) (19 027) |
|
5649 |
De uitvoeringstoets en het |
Parlementaire agenda [03-03-2015] |
KPMG onderzoek 4 augustus 2015. |
onafhankelijk evaluatie-onderzoek |
– AO Uitbetalingsproblematiek van |
De AR heeft in mei 2015 het evaluatie |
|
zal rond de zomer aan de Kamer |
persoonsgebonden budgetten door |
onderzoek afgerond. |
|
worden gezonden (2015-35) |
de SVB (4088) |
||
5667 |
In het najaar van 2015 ontvangt de |
Parlementaire agenda [03-11-2014] |
Uitgaande brief [10-11-2015] – |
Kamer de eerste CBS-publicaties |
– Wetgevingsoverleg onderdeel |
Voortgang gedecentraliseerd |
|
over de jeugdhulp onder de nieuwe |
jeugdzorg uit de begroting van |
jeugdstelsel (31 839-497) (18 594) |
|
Jeugdwet (blz. 47). |
VWS en VenJ (3944) Geplande brief [21-12-2015] – Voortgangsbrief Jeugd (76) |
||
5668 |
In het najaar van 2015 ontvangt de |
Parlementaire agenda [03-11-2014] |
Uitgaande brief [17-12-2015] – Stand |
Kamer een jeugdmonitor van het |
– Wetgevingsoverleg onderdeel |
van zaken moties en toezeggingen |
|
CBS met de jeugdhulpcijfers in |
jeugdzorg uit de begroting van |
(34 300-XVI-150) (18 755) |
|
relatie tot de maatschappelijke |
VWS en VenJ (3944) |
||
indicatoren (blz. 47) |
Geplande brief [31-12-2015] – Jeugdmonitor van het CBS met de jeugdhulpcijfers in relatie tot de maatschappelijke indicatoren (381) |
||
5684 |
De Kamer zal een reactie ontvangen |
Parlementaire agenda [25-03-2015] |
Uitgaande brief [05-07-2016] – |
op het rapport inzake herberekening |
|
Herberekening GVS (19 564) |
|
van het GVS |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5685 |
In het najaar verschijnt een nieuwe |
Parlementaire agenda [25-03-2015] |
Uitgaande brief [29-01-2016] – Visie |
visie Geneesmiddelenbeleid in |
|
op geneesmiddelen: Nieuwe |
|
europees perspectief |
geneesmiddelen snel bij de patiënt tegen aanvaardbare kosten (29 477-358) (18 886) |
||
5688 |
In het najaar verschijnt de evaluatie |
Parlementaire agenda [25-03-2015] |
Uitgaande brief [20-11-2015] – |
overheveling. |
|
Evaluatie overheveling geneesmid- |
|
Geplande brief [31-03-2016] – |
delen (29 477-352) (18 628) |
||
Standpunt op overheveling |
|||
geneesmiddelen (479) |
|||
5694 |
Voor de zomer zal de Kamer |
Parlementaire agenda [21-01-2015] |
Uitgaande brief [13-10-2015] – |
worden geïnformeerd over de |
|
Aanbieding uitkomsten |
|
uitkomsten van het overleg met |
NZa-onderzoek bekostiging gespecia- |
||
verzekeraars over de belemme- |
liseerde GGZ voor doven en |
||
ringen bij de inkoop van ggz-zorg |
slechthorenden (254–287) (18 472) |
||
voor doven en slechthorenden in |
|||
De Riethorst, alsmede over de |
|||
resultaten van het onderzoek van de |
|||
NZa naar structurele bekostiging |
|||
(blz. 30/31). |
|||
5698 |
De Kamer zal nadere informatie |
Parlementaire agenda [21-01-2015] |
Uitgaande brief [23-06-2016] – zorg |
ontvangen over de zorg voor |
|
voor kinderen van ouders met |
|
kinderen van verslaafde ouders en |
psychische problemen en kinderen |
||
of die aanvulling behoeft (blz. |
van verslaafde ouders (31 839-525) |
||
46/47). |
(19 474) |
||
5711 |
In het kader van de beantwoording |
Parlementaire agenda [11-02-2015] |
Uitgaande brief [15-03-2016] – Veilig |
van het schriftelijk overleg over de |
– AO Invoering integrale bekos- |
melden (29 282-247) (19 060) |
|
Evaluatie van de Wet BIG (inbreng |
tiging in de medisch specialistische |
||
22 januari 2015) zal de stand van |
zorg (4035) |
||
zaken m.b.t. het lopend project |
|||
worden geschetst |
|||
5713 |
Voor de komende begrotingsbehan- |
Parlementaire agenda [11-02-2015] |
Uitgaande brief [13-10-2015] – |
deling zal de Kamer worden |
– AO Invoering integrale bekos- |
Subsidieregeling integrale tarieven |
|
geïnformeerd over het gebruik en |
tiging in de medisch specialistische |
(29 248-288) (18 470) |
|
de uitsplitsing van de subsidiere- |
zorg (4035) |
||
geling en de inbreng van de |
|||
medisch-specialisten |
|||
5719 |
De Kamer zal maandelijks worden |
Parlementaire agenda [04-02-2015] |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
gerapporteerd over de voortgang |
– Debat over noodscenario’s voor |
Toekomst van de uitvoering van het |
|
inzake het oplossen van problemen |
pgb-houders en de gevolgen |
pgb, (19 455) |
|
rond de invoering van het |
daarvan (4063) |
||
trekkingsrecht pgb, zoals over |
|||
afhandeling declaraties binnen 5 à |
|||
10 werkdagen, stand van zaken |
|||
afspraken, traject van ambtshalve |
|||
goedgekeurde zorgovereen- |
|||
komsten, en telefonische bereik- |
|||
baarheid en performance SVB |
|||
5721 |
Voorstellen om de problemen rond |
Parlementaire agenda [04-02-2015] |
Uitgaande brief [04-09-2015] – |
de invoering van het trekkingsrecht |
– Debat over noodscenario’s voor |
Bestuurlijke afspraken over het |
|
pgb structureel op te lossen en het |
pgb-houders en de gevolgen |
trekkingsrecht pgb (25 657-202) |
|
systeem pgb-proof te maken zullen |
daarvan (4063) |
(18 320) |
|
de Kamer op een zodanig tijdstip |
|||
bereiken dat zij voor de zomer |
|||
gerealiseerd kunnen worden |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5722 |
Voor de zomer 2015 wordt in de |
Parlementaire agenda [12-02-2015] |
Het wetsvoorstel over het implanta- |
ministerraad het wetsvoorstel |
|
tenregister is op 31 mei 2016 |
|
inzake verankering implantatenre- |
ingediend bij de Tweede Kamer. |
||
gister behandeld, waarna |
|||
doorzending naar de Raad van |
|||
State en indiening bij de Kamer zal |
|||
volgen |
|||
5723 |
Voor de zomer 2015 zal een |
Parlementaire agenda [12-02-2015] |
Voor toezegging 5723 is op |
wetsvoorstel tot wijziging van de |
|
29 oktober 2015 een brief naar de |
|
Wet medische hulpmiddelen bij de |
Koning gegaan om het wetsvoorstel |
||
Kamer worden ingediend, met o.a. |
aan de Kamer aan te bieden. De brief |
||
een toezichtstitel voor de IGZ bij |
aan de Koning heeft een |
||
oneigenlijke gedragsbeïnvloeding |
WJZ-nummer: 786738–138450-WJZDe wetswijziging is bij de Kamer binnengekomen met de volgende stuknummers: TK 2014–15, 34 330 nrs. 1 t/m3. Met deze toezending is de toezegging afgedaan. |
||
5724 |
Rond de zomer van 2015 zal de |
Parlementaire agenda [12-02-2015] |
Uitgaande brief [06-10-2015] – |
Kamer worden geïnformeerd over |
|
Bijwerkingen implantaten (32 805-43) |
|
het eventueel inschakelen van |
(18 435) |
||
Lareb voor het bijhouden van |
|||
bijwerkingen van hulpmiddelen |
|||
5725 |
De kamer zal in de zomer 2015 |
Parlementaire agenda [12-02-2015] |
Uitgaande brief [13-10-2015] – |
worden geïnformeerd over |
|
ZonMW verkenning hulpmiddelen |
|
eventueel onderzoek van Nza naar |
Geplande brief [01-10-2015] – |
(32 805-44) (18 467) |
|
het inkoopbeleid van zorgverzeke- |
ZonMW verkenning hulpmiddelen |
||
raars. Daartoe zal overleg met |
(228) |
||
toezichthouders, verzekeraars en |
|||
andere betrokkenen over het |
|||
inkoopbeleid in relatie tot de |
|||
invulling van de zorgplicht worden |
|||
gevoerd. |
|||
5743 |
De Kamer zal een beleidsreactie |
Parlementaire agenda [26-02-2015] |
Uitgaande brief [06-10-2015] – |
ontvangen op het advies van de |
– AO Preventiebeleid (4037) |
Standpunt Health Checks (32 793-199) |
|
Gezondheidsraad over health |
(18 436) |
||
checks, dat op 25 maart verschijnt. |
|||
5744 |
De volgende rapportage over Sport |
Parlementaire agenda [26-02-2015] |
Uitgaande brief [17-11-2015] – |
en Bewegen in de Buurt (buurt- |
– AO Preventiebeleid (4037) |
Voortgangsbrief Sport (30 234-141) |
|
sportcoaches) wordt in 2017 naar |
Geplande brief [31-10-2016] – De |
(18 616) |
|
de Kamer gezonden |
volgende rapportage over Sport en Bewegen in de Buurt wordt in het najaar naar de Kamer gezonden (88) |
||
5745 |
Eind 2015, in de aanloop van het |
Parlementaire agenda [26-02-2015] |
Uitgaande brief [17-12-2015] – |
Nederlands EU-voorzitterschap, zal |
– AO Preventiebeleid (4037) |
Voortgang Akkoord Verbetering |
|
de Kamer worden geïnformeerd |
Productsamenstelling en inzet |
||
over een inventarisatie van |
productverbetering in de EU |
||
verbetering van productsamenstel- |
(32 793-205) (18 760) |
||
lingen in andere EU-lidstaten (blz. |
|||
41,43,46). |
|||
5749 |
De Kamer wordt op gezette tijden |
Parlementaire agenda [26-02-2015] |
Uitgaande brief [05-10-2015] – |
geïnformeerd over het stimulerings- |
– AO Preventiebeleid (4037) |
Stimuleringsprogramma |
|
programma voor de publieke |
Betrouwbare Publieke Gezondheid |
||
gezondheid en de monitoring |
(32 620-166) (18 429) |
||
daarvan (blz. 30,47). |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5752 |
Eind 2015 zal de Kamer een reactie |
Parlementaire agenda [26-02-2015] |
Uitgaande brief [25-03-2016] – |
ontvangen op de motie-Wolbert |
– AO Preventiebeleid (4037) |
Preventie in het zorgstelsel: van |
|
(34 000, XVI, nr. 65) over de |
goede bedoelingen naar het in de |
||
betaaltitel in de Zorgverzeke- |
praktijk ontwikkelen van resultaten |
||
ringswet, waarbij ook wordt |
(32 793-213) (19 120) |
||
ingegaan op een rapport van |
|||
ZonMw over diverse manieren van |
|||
financiering van preventie (blz. 29, 49) |
|||
5753 |
De Kamer wordt bericht over een |
Parlementaire agenda [26-02-2015] |
Uitgaande brief [04-12-2015] – |
eventueel vervolgevaaluatie naar |
– AO Preventiebeleid (4037) |
Landelijke nota gezondheidsbeleid |
|
artikel 5a Wet publieke gezondheid |
2016-2019 (32 793-204) (18 681) |
||
(blz. 45). |
|||
5755 |
De Kamer zal zo mogelijk voor de |
Parlementaire agenda [12-03-2015] |
Uitgaande brief [18-09-2015] – |
zomer een reactie ontvangen op de |
– AO Orgaandonatie (4036) |
Orgaandonatie, actieplan VVD-fractie |
|
nota Aanvullende maatregelen |
en nieuwe communicatiestrategie |
||
orgaandonatie van de VVD-fractie |
(29 140-89) (18 377) |
||
en op andere suggesties ter |
|||
vergroting van het aantal donoror- |
|||
ganen (blz. 14, 17, 20, 28, 29). |
|||
5759 |
Rond de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [12-03-2015] |
Uitgaande brief [18-09-2015] – |
informatie over de dan beschikbare |
– AO Orgaandonatie (4036) |
Orgaandonatie, actieplan VVD-fractie |
|
stand van zaken van de nieuwe |
Geplande brief [30-09-2015] – |
en nieuwe communicatiestrategie |
|
campagne (blz. 30). |
Orgaandonatie, actieplan VVD-fractie en nieuwe communicatiestrategie (207) |
(29 140-89) (18 377) |
|
5768 |
De conceptwerkplannen van de |
Parlementaire agenda [14-04-2015] |
Uitgaande brief [01-09-2015] – |
diverse adviescolleges zullen in |
|
Concept werkplannen (34 000- |
|
relatie tot elkaar worden bezien. Op |
Informatievoorziening/toezending |
XVI-118) (18 284) |
|
basis daarvan stuurt de Minister de |
regeringsstukken (4096) |
||
Kamer een schets alvorens de |
|||
vaststelling plaatsvindt. In de |
|||
begeleidende brief zal de datum |
|||
staan waarvoor de besluitvorming |
|||
dient plaats te vinden. De schets |
|||
wordt waarschijnlijk na de zomer |
|||
naar de Kamer gestuurd. (2015-112) |
|||
5772 |
In overleg met de Kamer wordt |
Parlementaire agenda [26-03-2015] |
Uitgaande brief [10-06-2016] – |
besloten tot afbouw van de |
– Voortgang uitbetalingsproble- |
Trekkingsrecht pgb: voortgang en |
|
noodmaatregelen en het rapid |
matiek pgb’s door de SVB (4094) |
toezeggingen (19 404) |
|
response team (blz. 27). 2015-115 |
|||
5773 |
Voor de zomer wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [26-03-2015] |
Uitgaande brief [04-09-2015] – |
geïnformeerd over de uitkomsten |
– Voortgang uitbetalingsproble- |
Bestuurlijke afspraken over het |
|
van het verbeteringsplan (blz. 27). |
matiek pgb’s door de SVB (4094) |
trekkingsrecht pgb (25 657-202) |
|
2015-116 |
(18 320) |
||
5775 |
Te zijner tijd zal de Kamer worden |
Parlementaire agenda [26-03-2015] |
afgedaan met brief SZW d.d. |
bericht of het ICT-systeem van de |
– Voortgang uitbetalingsproble- |
19 februari 2016 – kenmerk: |
|
SVB geschikt is om de te bedenken |
matiek pgb’s door de SVB (4094) |
2016.0000030255 |
|
verbeteringen rond het trekkings- |
|||
recht pgb te kunnen dragen (blz. |
|||
28). 2015-118 |
|||
5776 |
Tweemaandelijks ontvangt de |
Parlementaire agenda [26-03-2015] |
Uitgaande brief [17-03-2016] – |
Kamer een voortgangsrapportage |
– Voortgang uitbetalingsproble- |
Voortgang trekkingsrecht pgb |
|
over de voortgang van het |
matiek pgb’s door de SVB (4094) |
(25 657-235) (19 084) |
|
herstelplan (blz. 38). 2015-121 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5811 |
Vereenvoudig van het systeem |
Parlementaire agenda [04-06-2015] |
Uitgaande brief [04-09-2015] – |
uitwerken (voortgang meenemen in |
– Pgb debat over uitbetaling van de |
Bestuurlijke afspraken over het |
|
de periodieke voortgangsrap- |
pgb’s (4175) |
trekkingsrecht pgb (25 657-202) |
|
portage) |
(18 320) |
||
5819 |
De Kamer zal worden geïnformeerd |
Mondelinge vraag lid Rutte over het |
Uitgaande brief [13-10-2015] – |
over de resultaten van het overleg |
bericht «huisartsen zijn slecht |
Bereikbaarheid huisartsen |
|
met de LHV en de IGZ over de |
bereikbaar» 14 april 2015 |
(29 247-214) (18 471) |
|
bereikbaarheid van huisartsen in |
|||
gevallen waarin geen sprake is van |
|||
spoed (blz. 75-3-2) |
|||
5820 |
De wijziging van het Warenwetbe- |
Parlementaire agenda [09-04-2015] |
Uitgaande brief [10-12-2015] – |
sluit bestuurlijke boeten, met een |
– plenair debat wetswijziging |
Aanbieding ontwerpbesluit houdende |
|
uitwerking van de verhoging van |
Warenwet (4118) |
wijziging van het Warenwetbesluit |
|
het boetemaximum en het |
bestuurlijke boeten in verband met |
||
opnemen van een omzetgerela- |
het stellen van regels over de |
||
teerde boete om stevige gevallen |
omzetgerelateerde boete (33 775-20) |
||
van fraude en misleiding op het |
(18 712) |
||
gebied van eerlijkheid in de handel |
|||
en goede voorlichting aan de |
|||
consument aan te pakken, zal zo |
|||
spoedig mogelijk in procedure |
|||
worden gebracht |
|||
5821 |
In samenwerking met de Staatsse- |
Parlementaire agenda [09-04-2015] |
Uitgaande brief [16-10-2015] – |
cretaris van EZ zal de Kamer een |
– plenair debat wetswijziging |
Toezichtkader NVWA 2015 (18 495) |
|
aangescherpt toezichtkader voor de |
Warenwet (4118) |
||
NVWA worden voorgelegd, waarbij |
|||
ook het Openbaar Ministerie wordt |
|||
betrokken (blz. 74–9, 10, 11, 12, 13). |
|||
5830 |
Eind van dit jaar zullen de resul- |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
Uitgaande brief [17-12-2015] – |
taten van een vergelijkend |
|
Voortgang Akkoord Verbetering |
|
onderzoek naar productverbetering |
Productsamenstelling en inzet |
||
naar de Kamer worden gezonden |
productverbetering in de EU (32 793-205) (18 760) |
||
5832 |
De Kamer zal een visiebrief |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
In plaats van een visiebrief te sturen |
ontvangen waarin de ambities van |
|
heeft de Minister op 9 december 2015 |
|
het Nederlandse voorzitterschap |
een presentatie gegeven in de TK. |
||
van de EU op het gebied van de |
Hiermee komt geplande brief 101 te |
||
gezondheid (o.a. geneesmiddelen) |
vervallen en is de toezegging |
||
worden geconcretiseerd |
voldaan. |
||
5834 |
Voor de begrotingbehandeling zal |
Parlementaire agenda [26-05-2015] |
Uitgaande brief [08-03-2016] – |
de Kamer worden geïnformeerd |
– AO Ziekenhuiszorg & AO |
Evaluatie faillissementen Ruwaard |
|
over de resultaten van de analyse |
Ziekenhuiszorg en eerstelijnszorg in |
van Putten en De Sionsberg |
|
van ziekenhuisfaillissementen en |
krimpregio’s (4157) |
(31 016-92) (19 027) |
|
over de lessen die daaruit te trekken |
|||
zijn op basis van gesprekken met |
|||
alle direct betrokken partijen in de |
|||
regio’s |
|||
5846 |
De Kamer ontvangt regelmatig |
Parlementaire agenda [29-04-2015] |
Uitgaande brief [22-06-2016] – |
voortgangsrapportages (kwartaal- |
– AO Decentralisatie jeugdzorg |
Voortgang nieuw jeugdstelsel |
|
rapportages) over het nieuwe |
(4067) |
(31 839-524) (19 460) |
|
jeugdstelsel (blz. 30, 40). |
Geplande brief [31-12-2015] – Kwartaalbrief Jeugd (231) Geplande brief [] – Vortgangsrap-portages (kwartaalrapportages) over het nieuwe jeugdstelsel (379) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5847 |
De Kamer wordt bericht over de |
Parlementaire agenda [29-04-2015] |
Uitgaande brief [10-11-2015] – |
uitkomsten van het overleg met de |
– AO Decentralisatie jeugdzorg |
Voortgang gedecentraliseerd |
|
Inspectie Jeugdzorg en de |
(4067) |
jeugdstelsel (31 839-497) (18 594) |
|
gemeenten (VNG) over de lijsten |
Geplande brief [31-10-2015] – |
||
van nieuwe aanbieders en het |
Lijsten nieuwe aanbieders en het |
||
toezicht daarop |
toezicht daarop (338) |
||
5848 |
De Kamer ontvangt in oktober de |
Parlementaire agenda [29-04-2015] |
Uitgaande brief [10-11-2015] – |
resultaten van onderzoek naar de |
– AO Decentralisatie jeugdzorg |
Voortgang gedecentraliseerd |
|
toegang van jeugdhulp, inclusief de |
(4067) |
jeugdstelsel (31 839-497) (18 594) |
|
CBS-cijfers over het gebruik van |
Geplande brief [16-11-2015] – |
||
jeugdhulp |
Onderzoek naar de toegang van jeugdhulp, incl. de CBS-cijfers (339) |
||
5849 |
De Kamer wordt geïnformeerd over |
Parlementaire agenda [29-04-2015] |
Uitgaande brief [07-12-2015] – |
de informatievoorziening over pgb’s |
– AO Decentralisatie jeugdzorg |
Voortgang trekkingsrecht pgb |
|
door gemeenten (blz. 37, 41). |
(4067) Geplande brief [31-01-2016] – Informatievoorziening over pgb’s door gemeenten (340) |
(25 657-227) (18 694) |
|
5858 |
De Minister onderzoekt of het |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [29-10-2015] – Samen |
mogelijk is een verbinding te |
|
beslissen (31 765-169) (18 548) |
|
leggen tussen te stringent |
|||
pakketbeheer en medisch evaluatie- |
|||
onderzoek. Terugkoppeling volgt |
|||
voor de begroting |
|||
5859 |
De Minister gaat met zorgverzeke- |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [27-10-2015] – |
raars en ziekenhuizen bekijken waar |
|
Psychosociale zorg bij somatische |
|
de psychosociale behandeling al |
aandoeningen (25 424-289) (18 525) |
||
integraal onderdeel is van de |
|||
behandeling en hoe dit de norm kan |
|||
worden. Ook hiervan is er een |
|||
terugkoppeling voor de begroting |
|||
5860 |
Na de zomer komt er een reactie op |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [06-10-2015] – |
het advies van de Gezondheidsraad |
|
Standpunt Health Checks (32 793-199) |
|
over de totalbodyscan |
(18 436) |
||
5861 |
Voor de begroting komt er een brief |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [23-06-2016] – zorg |
met de resultaten van het |
|
voor kinderen van ouders met |
|
onderzoek naar de vraag hoe |
psychische problemen en kinderen |
||
KOPP/KVO structureel gefinancierd |
van verslaafde ouders (31 839-525) |
||
kan worden via de psychosociale |
(19 474) |
||
weg of op een andere wijze |
|||
5863 |
De Kamer wordt geïnformeerd over |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [09-10-2015] – |
het gesprek dat ZN, ACM en VWS |
|
Beoordeling zorg basispakket Zvw |
|
voeren om ervoor te zorgen dat |
(29 689-660) (18 451) |
||
verzekeraars dezelfde zorg wel en |
|||
niet vergoeden in het kader van |
|||
maatwerk bij stringent pakket- |
|||
beheer |
|||
5864 |
Voor de begroting komt er een |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [20-05-2016] – |
reactie op het advies van het |
|
Zvw-pakket per 2017 (29 689-713) |
|
Zorginstituut Nederland over de |
(19 310) |
||
perverse prikkels (onder andere bij |
|||
etalagebenen) |
|||
5865 |
Met de begroting wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Is expliciet opgenomen in de |
geïnformeerd over het beschikbare |
|
begroting 2016 en is daarmee |
|
budgettaire kader voor het |
afgedaan |
||
eerstelijnsverblijf (2015-169) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5866 |
De omvang van het budget |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [20-10-2015] – Stand |
vergoeding ggz-zorg voor doven en |
|
van zaken moties en toezeggingen |
|
slechthorenden wordt meege- |
(34 300-XVI-11) (18 501) |
||
nomen in de VWS-begroting 2016 |
|||
5867 |
De beantwoording van de vraag |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [13-10-2015] – |
naar vergoeding van ggz-zorg op |
|
Aanbieding uitkomsten |
|
De Linthorst zal in de veegwet voor |
NZa-onderzoek bekostiging gespecia- |
||
de zomer worden opgenomen |
liseerde GGZ voor doven en slechthorenden (254–287) (18 472) |
||
5876 |
In 2016 wordt het wetsvoorstel met |
Parlementaire agenda [12-02-2015] |
Zelfde toezegging als nr. 5804. Deze |
profielen voor mbo- en |
– AO Arbeidsmarktbeleid (3996) |
toezegging kan dus worden gesloten. |
|
hbo-verpleegkundigen aan de |
|||
Kamer gezonden |
|||
5918 |
In het najaar ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [02-07-2015] |
Uitgaande brief [29-01-2016] – Visie |
een visiebrief over de heden |
– AO Geneesmiddelen (4185) |
op geneesmiddelen: Nieuwe |
|
gepubliceerde adviezen van de NZa |
geneesmiddelen snel bij de patiënt |
||
en het KWF, waarin o.a. aandacht |
tegen aanvaardbare kosten |
||
zal worden geschonken aan het |
(29 477-358) (18 886) |
||
europees perspectief, alsmede aan |
|||
de suggesties die enkele leden |
|||
hebben gedaan (2015-172) |
|||
5923 |
Na het zomerreces, doch uiterlijk |
Parlementaire agenda [24-06-2015] |
Uitgaande brief [29-10-2015] – Samen |
eind 2015, ontvangt de Kamer een |
– AO Kwaliteitszorg (4103) |
beslissen (31 765-169) (18 548) |
|
kwaliteitsagenda met daarin |
|||
aandacht voor het thema patiënten- |
|||
participatie, samen beslissen en het |
|||
bekostigingsvraagstuk, vergezeld |
|||
van een tijdpad met doelstellingen |
|||
(2015-188) |
|||
5925 |
Bij de begroting komt de Minister |
Parlementaire agenda [24-06-2015] |
De Tweede Kamer is hierover |
terug op de bekostiging en het |
– AO Kwaliteitszorg (4103) |
geïnformeerd met de beantwoording |
|
meerjarenplan van het onderzoek |
van vraag 15 van de Schriftelijke |
||
naar gender en gezondheid |
Kamervragen begroting VWS 2016 – d.d. 28 oktober 2015 |
||
5926 |
De Kamer zal tijdens het zomer- |
Parlementaire agenda [24-06-2015] |
Uitgaande brief [13-10-2015] – |
reces worden geïnformeerd over de |
– AO Kwaliteitszorg (4103) |
ZonMW verkenning hulpmiddelen |
|
stand van zaken m.b.t. het gesprek |
(32 805-44) (18 467) |
||
over de inkoop van o.a. stomamid- |
|||
delen |
|||
5927 |
Voor de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [24-06-2015] |
Uitgaande brief [08-10-2015] – |
een voortgangsrapportage |
– AO Kwaliteitszorg (4103) |
Voortgangsrapportage eHealth en |
|
innovatiebeleid |
zorgverbetering (27529-134) (18 442) |
||
5928 |
Vóór de begrotingsbehandeling |
Parlementaire agenda [21-05-2015] |
Uitgaande brief [29-10-2015] – Plan |
ontvangt de Kamer een breed plan |
|
van aanpak aanjaagteam verwarde |
|
van aanpak voor de opvang van |
personen (25 424-290) (18 541) |
||
verwarde personen, met daarin o.a. |
|||
aandacht voor inventarisatie |
|||
doelgroepen, problemen/ |
|||
verantwoordelijkheden diverse |
|||
spelers, inzet vergelijkbaar met |
|||
aanpak maatschappelijke opvang |
|||
en Stedelijk Kompas 3.0, best |
|||
practises gemeenten Amsterdam en |
|||
Den Haag, onverzekerden, |
|||
schuldenproblematiek, wettelijke |
|||
basis doorzettingsmacht |
|||
gemeenten, improvisatieruimte, |
|||
inzet spv’er, en verwijsfunctie spv’er |
|||
en politie |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5931 |
Vóór de begrotingsbehandeling |
Parlementaire agenda [21-05-2015] |
Uitgaande brief [27-10-2015] – |
wordt de Kamer geïnformeerd over |
|
Analyse opbouw ambulante zorg in |
|
een analyse van de opbouw van de |
de ggz (25 424-288) (18 512) |
||
ambulantisering van de ggz en de |
|||
mogelijke (regionale) bijsturing |
|||
hiervan |
|||
5932 |
Eind 2015 ontvangt de Kamer een |
Parlementaire agenda [21-05-2015] |
Uitgaande brief [07-07-2016] – |
nota van wijziging inzake de Wet |
|
voorstel van wet, houdende regels |
|
verplichte ggz |
voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) (Kamerstukken II 2009/10, 32 399), (19 580) |
||
5933 |
Eind zomer 2015 verschijnt de |
Parlementaire agenda [21-05-2015] |
Uitgaande brief [22-12-2015] – |
kwaliteitsagenda maatschappelijke |
|
Voortgangsrapportage maatschappe- |
|
opvang van de VNG en de Federatie |
lijke opvang 2015 (29 325-74) (18 780) |
||
Opvang |
|||
5935 |
Eind 2015 wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [21-05-2015] |
Uitgaande brief [31-03-2016] – |
geïnformeerd over de eventuele |
|
Toepassing DSM-5 voor het pakket en |
|
toepassing van DSM-5 voor het |
de bekostiging ggz (25 424-309) |
||
verzekeringspakket |
(19 149) |
||
5938 |
De NZa wordt verzocht met het oog |
Parlementaire agenda [21-05-2015] |
Uitgaande brief [23-11-2015] – |
op een monitor wachttijden voor de |
|
Rapport inkoop en wachttijden |
|
zomer de beschikbaarheid van |
geestelijke gezondheidszorg |
||
crisisbedden te onderzoeken |
(29 689-677) (18 637) |
||
5939 |
Vóór de begrotingsbehandeling |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
Uitgaande brief [20-11-2015] – De |
(onderdeel Sport) wordt de Kamer |
– AO Sportbeleid (4169) |
Nederlandse Sport Raad – Meer |
|
geInformeerd over voorstellen |
rendement van grote sportevene- |
||
inzake de aanpak van het naar |
menten (30 234-142) (18 627) |
||
Nederland halen van (multi)top- |
|||
sportevenementen in de toekomst |
|||
5940 |
Naar verwachting zal door de |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
Brief van de Staatssecretaris van |
Staatssecretaris van Financiën na |
– AO Sportbeleid (4169) |
Financiën van 9 oktober 2015 – |
|
het zomerreces een fusiebesluit |
Voornemen tot oprichting van een |
||
Lotto en Staatsloterij aan de Kamer |
holding naar aanleiding van fusie |
||
worden voorgelegd |
Nederlandse Staatsloterij en De Lotto |
||
5941 |
De Staatssecretaris van Financiën |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
De Tweede Kamer is hierover |
zal worden verzocht om de |
– AO Sportbeleid (4169) |
geïnformeerd met de brief van de |
|
juridische en financiële analyse |
Staatssecretaris van Financiën over |
||
inzake de btw-sportvrijstelling naar |
juridische en financiële analyse |
||
de Kamer te sturen |
verruiming btw-sportvrijstelling – d.d. 23 november 2015 |
||
5942 |
Tijdens het EU-Voorzitterschap van |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
Uitgaande brief [07-07-2016] – |
Nederland zal de integriteit in de |
– AO Sportbeleid (4169) |
Terugkoppeling EU-voorzitterschap |
|
sport worden geagendeerd |
VWS (19 582) |
||
5943 |
De Kamer wordt bericht over de |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
Uitgaande brief [20-10-2015] – Stand |
uitkomsten van het overleg met de |
– AO Sportbeleid (4169) |
van zaken moties en toezeggingen |
|
Minister van V&J over het oprichten |
(34 300-XVI-11) (18 501) |
||
van een inlichtingeneenheid |
|||
5944 |
Eind 2015 ontvangt de Kamer de |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
Uitgaande brief [17-11-2015] – |
evaluatie van het actieplan «Naar |
– AO Sportbeleid (4169) |
Voortgangsbrief Sport (30 234-141) |
|
een veiliger sportklimaat» en |
(18 616) |
||
informatie over het vervolg |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5945 |
In het najaar ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
Uitgaande brief [17-11-2015] – |
een voortgangsrapportage Sport en |
– AO Sportbeleid (4169) |
Voortgangsbrief Sport (30 234-141) |
|
Bewegen in de Buurt, inclusief |
(18 616) |
||
informatie over de eerste |
|||
verkenning naar de toekomst van |
|||
het programma voor de buurtsport- |
|||
coach, het bereik in de maatschap- |
|||
pelijke opvang, de co-financiering, |
|||
en de ondersteuning van vereni- |
|||
gingen |
|||
5946 |
Na ontvangst van het plan van |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
Uitgaande brief [17-11-2015] – |
aanpak voor het onderzoekspro- |
– AO Sportbeleid (4169) |
Voortgangsbrief Sport (30 234-141) |
|
gramma zwemvaardigheid van de |
(18 616) |
||
zwembranche zal deze naar de |
|||
Kamer worden gezonden, voorzien |
|||
van een reactie |
|||
5947 |
De problematiek van de gevolgen |
Parlementaire agenda [17-06-2015] |
Afgedaan met brief SZW: Aanpassing |
van de Wet werk en zekerheid voor |
– AO Sportbeleid (4169) |
Wet werk en zekerheid en indiening |
|
sporters wordt doorgeleid naar de |
Tweede nota van wijzigingwets- |
||
Minister van SZW |
voorstel arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie |
||
5950 |
In september/oktober zal de Kamer |
Parlementaire agenda [01-07-2015] |
Uitgaande brief [02-11-2015] – Derde |
een voortgangsrapportage |
– AO Wijkverpleging (4087) |
voortgangsrapportage HLZ |
|
langdurige zorg ontvangen |
(34 104-83) (18 572) |
||
5951 |
De Kamer wordt bericht over het |
Parlementaire agenda [11-06-2015] |
Uitgaande brief [29-10-2015] – Samen |
organiseren van tegenmacht, |
– AO Evaluatie Zorginstituut |
beslissen (31765-169) (18 548) |
|
interactie met het veld, binnen het |
Nederland (4104) |
||
Kwaliteitsinstituut |
|||
5952 |
Zodra de criteria voor de toegang |
Parlementaire agenda [30-04-2015] |
Uitgaande brief [01-02-2016] – Advies |
tot de Wlz bekend zijn wordt de |
– AO Decentralisatie |
ZINL over toegang tot de Wlz voor |
|
Kamer voor het eind van het jaar |
Wmo/Langdurige zorg (4066) |
mensen met een psychische stoornis |
|
daarover geïnformeerd |
(34 104-101) (18 896) |
||
5953 |
Het CIZ geeft aan dat op basis van |
Uitgaande brief [10-07-2015] – |
Uitgaande brief [02-11-2015] – Derde |
de eerste maanden nog geen |
antwoorden op de vragen van het |
voortgangsrapportage HLZ |
|
gevalideerd landelijk beeld |
Kamerlid Leijten (SP) over het |
(34 104-83) (18 572) |
|
beschikbaar is over het aantal |
bericht dat de 10-jarige Sem niet bij |
||
doorverwijzingen. Ik ben met het |
de gemeente Stadskanaal en niet bij |
||
CIZ in overleg over deze cijfers en |
het Centrum Indicatiestelling Zorg |
||
verwacht u in de volgende |
(CIZ) in aanmerking komt voor een |
||
voortgangsrapportage HLZ nader te |
indicatie voor zorg en onder- |
||
kunnen informeren over het aantal |
steuning (2015Z08553). (18 205) |
||
afwijzingen van aanvragen gericht |
|||
op toegang tot de Wlz. |
|||
5967 |
De Kamer zal een uitvoeringstoets |
Parlementaire agenda [29-04-2015] |
voldaan met de brief van |
op het herstelplan worden |
– Problemen uitbetaling pgb (tijden |
11 september 2015 (kenmerk: |
|
toegezonden. |
onder voorbehoud) (4139) |
832908-141067-LZ) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5968 |
De Kamer wordt periodiek |
Parlementaire agenda [04-06-2015] |
Uitgaande brief [17-03-2016] – |
(maandelijks) gerapporteerd over |
– Pgb debat over uitbetaling van de |
Voortgang trekkingsrecht pgb |
|
de voortgang van de invoering van |
pgb’s (4175) |
(25 657-235) (19 084) |
|
het trekkingsrecht pgb’s, waarbij |
|||
ook, waar mogelijk, informatie |
|||
wordt gegeven over het aantal |
|||
mensen dat administratief gezien |
|||
foutief is verwerkt binnen de SVB, |
|||
en o.a. informatie over de |
|||
voortgang van het herstelplan o.a. |
|||
in Mijn PGB, verbeteringen, en de |
|||
stand van zaken rond de vereenvou- |
|||
digingsdiscussie |
|||
5969 |
De Kamer zal worden bericht over |
Parlementaire agenda [04-06-2015] |
Uitgaande brief [07-12-2015] – |
het onderzoek naar de eventuele |
– Pgb debat over uitbetaling van de |
Voortgang trekkingsrecht pgb |
|
meerkosten voor gemeenten bij de |
pgb’s (4175) |
(25 657-227) (18 694) |
|
invoering trekkingsrechten pgb’s |
|||
5970 |
De Kamer zal worden bericht over |
Parlementaire agenda [04-06-2015] |
Uitgaande brief [11-09-2015] – |
de uitwerking van de schadere- |
– Pgb debat over uitbetaling van de |
Compensatieregeling en voortgang |
|
geling |
pgb’s (4175) |
trekkingsrecht pgb (25 657-203) (18 347) |
|
5971 |
Naar verwachting zal het |
Parlementaire agenda [04-06-2015] |
Uitgaande brief [11-09-2015] – |
herstelplan van de ketenregisseurs |
– Pgb debat over uitbetaling van de |
Compensatieregeling en voortgang |
|
vóór het zomerreces naar de Kamer |
pgb’s (4175) |
trekkingsrecht pgb (25 657-203) |
|
worden gezonden |
(18 347) |
||
5977 |
Begin september (uiterlijk de |
Parlementaire agenda [01-07-2015] |
Uitgaande brief [04-09-2015] – |
tweede week) wordt de Kamer |
|
Bestuurlijke afspraken over het |
|
geïnformeerd over fundamentele |
trekkingsrecht pgb (25 657-202) |
||
keuzes tot verbetering en vereen- |
(18 320) |
||
voudiging van het trekkingssysteem |
|||
pgb’s, waarbij de suggesties die |
|||
door de leden, Per Saldo, Ieder(in), |
|||
Actal, BVKZ en VNG zijn gedaan |
|||
worden betrokken en het |
|||
KPMG-onderzoek wordt meege- |
|||
zonden, voorzien van een uitvoe- |
|||
ringstoets en commentaar (blz. 16, |
|||
17, 18, 22, 24, 25, 27, 32, 34). |
|||
5978 |
In september ontvangt de Kamer de |
Parlementaire agenda [01-07-2015] |
Uitgaande brief [11-09-2015] – |
contouren van de schaderegeling |
|
Compensatieregeling en voortgang |
|
voor zorgverleners en budget- |
trekkingsrecht pgb (25 657-203) |
||
houders die nadeel hebben |
(18 347) |
||
ondervonden bij de invoering |
|||
trekkingsrechten pgb (blz. 18, 19, |
|||
20, 21). |
|||
5979 |
In de septemberbrief wordt de |
Parlementaire agenda [01-07-2015] |
Uitgaande brief [04-09-2015] – |
Kamer geïnformeerd over de |
|
Bestuurlijke afspraken over het |
|
afspraken over het herindicatie- |
trekkingsrecht pgb (25 657-202) |
||
proces door gemeenten (blz. 23). |
(18 320) |
||
5980 |
De Kamer wordt nader bericht over |
Parlementaire agenda [01-07-2015] |
Uitgaande brief [07-12-2015] – aanpak |
het eventueel opstellen van een |
|
pgb-fraude: terugvorderen, zwarte |
|
zwarte lijst van |
lijst en rapportage ISZW (25 657-225) |
||
pgb-bemiddelingsbureaus, |
(18 692) |
||
bijvoorbeeld in het kader van het |
|||
voor het zomerreces toegezegde |
|||
plan van aanpak t.a.v. malafide |
|||
zorgbureaus (blz. 24). |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5981 |
In september wordt de Kamer nader |
Parlementaire agenda [01-07-2015] |
Uitgaande brief [11-09-2015] – |
geïnformeerd over de voortgang |
|
Compensatieregeling en voortgang |
|
van de hersteloperaties, o.a. inzake |
trekkingsrecht pgb (25 657-203) |
||
het inzicht van de budgethouder in |
(18 347) |
||
Mijn pgb (blz. 24, 25, 27, 34). |
|||
5982 |
De Kamer wordt via de Staatssecre- |
Parlementaire agenda [01-07-2015] |
Met de brief van de Staatssecretaris |
taris van SZW geïnformeerd over |
|
van SZW d.d. 28 september 2015 (TK, |
|
het eventueel instellen van een |
2015–2016, 26 448, nr. 539) is aan |
||
onafhankelijke visitatiecommissie |
deze toezegging voldaan. |
||
m.b.t. de SVB (blz. 32, 33). |
|||
5991 |
Eind 2015 ontvangt de Kamer het |
Parlementaire agenda [23-06-2015] |
Uitgaande brief [01-04-2016] – |
onderzoek van het RIVM naar |
– AO Tabaksontmoedigingsbeleid |
Handhavingscijfers rookverbod en |
|
schadelijke stoffen in de waterpijp |
(4166) |
leeftijdsgrens (32 011-49) (19 152) |
|
(blz. 22, 23, 32, 33). |
|||
5992 |
In juni 2016 wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [23-06-2015] |
Uitgaande brief [06-07-2016] – |
geïnformeerd over de nieuwe |
– AO Tabaksontmoedigingsbeleid |
Naleving leeftijdsgrens alcohol en |
|
nalevings-/handhavingscijfers en |
(4166) |
tabak 2016 (19 567) |
|
besluitvorming over eventuele |
|||
verdere maatregelen (blz. 30, 31). |
|||
5993 |
De Kamer wordt geïnformeerd over |
Parlementaire agenda [23-06-2015] |
Uitgaande brief [06-07-2016] – |
voorstellen van de branches om de |
– AO Tabaksontmoedigingsbeleid |
Naleving leeftijdsgrens alcohol en |
|
naleving van de leeftijdsgrens |
(4166) |
tabak 2016 (19 567) |
|
substantieel te verbeteren, voorzien |
|||
van een tijdpad (blz. 31, 34). |
|||
5994 |
Bereidheid om in overleg met |
Parlementaire agenda [14-09-2015] |
Uitgaande brief [07-12-2015] – |
partijen te kijken naar opzet van |
|
Compensatieregeling trekkingsrecht |
|
compensatie-regeling (drempelbe- |
pgb (25 657-226) (18 693) |
||
dragen, forfaitaire bedragen, |
|||
maatwerkoplossing, uitspraak hof) |
|||
en Kamer hierover informeren |
|||
5995 |
Kamer informeren over o.a. |
Parlementaire agenda [14-09-2015] |
afgedaan met brief SZW d.d. |
robuustheid en noodzakelijke |
|
19 februari 2016 – kenmerk: |
|
verbeteringen van het ICT-systeem |
2016.0000030255 |
||
bij de SVB, met name het betaal- |
|||
systeem Toezegging als geregis- |
|||
treerd door TK:Begin december |
|||
wordt de Kamer nader bericht over |
|||
het betaalsysteem bij de SVB/.ICT- |
|||
infrastructuur (eventueel |
|||
vervangen, toekomstbestendigheid, |
|||
robuustheid en opleverplanning) |
|||
(blz. 38, 47, 48, 55, 60, 61). 2015-266 |
|||
5996 |
Kamer informeren over juridische |
Parlementaire agenda [14-09-2015] |
Uitgaande brief [07-12-2015] – |
mogelijkheden van het door |
|
Compensatieregeling trekkingsrecht |
|
verstrekkers rechtstreeks |
pgb (25 657-226) (18 693) |
||
aanspreken van zorgverleners bij |
|||
geconstateerde onrechtmatigheden |
|||
(nb: als vervolg op de lopende |
|||
terugvorderingzaak bij Achmea) |
|||
5998 |
Kamer informeren over opties |
Parlementaire agenda [14-09-2015] |
Uitgaande brief [07-12-2015] – aanpak |
uitwerking idee van «zwarte |
|
pgb-fraude: terugvorderen, zwarte |
|
lijst»»van frauderende zorgver- |
lijst en rapportage ISZW (25 657-225) |
||
leners en juridische mogelijkheden |
(18 692) |
||
(nb: reeds toegezegd in de |
|||
veegbrief) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
5999 |
Kamer voor VAO trekkingsrecht |
Parlementaire agenda [14-09-2015] |
Uitgaande brief [08-10-2015] – |
informeren over het (on)mogelijk- |
|
Toegezegde informatie naar |
|
heden van het op 1 januari 2016 |
aanleiding van het AO pgb Trekkings- |
||
invoeren van twee punten uit het |
recht van 14 september 2015 |
||
verbeterplan (structureel uitzetten |
(25 657-206) (18 443) |
||
van de maximumtarieven en het |
|||
samenvoegen van de WMO-HH en |
|||
WMO-BG).In deze brief ook |
|||
meenemen in hoeverre is voldaan |
|||
aan het verzoek van de Kamer om |
|||
een uitvoeringstoets op het |
|||
verbeterplan. |
|||
6000 |
Het op 1 januari 2016 starten met de |
Parlementaire agenda [14-09-2015] |
Uitgaande brief [02-11-2015] – Derde |
pilots integraal pgb, zo mogelijk |
|
voortgangsrapportage HLZ |
|
met meer gemeenten en zo nodig |
(34 104-83) (18 572) |
||
met een AMvB die met terugwer- |
|||
kende kracht wordt ingevoerd.Ter |
|||
aanvulling: Toezegging geregis- |
|||
treerd door Tweede Kamer. Er komt |
|||
indien nodig een AMvB inzake een |
|||
integraal pgb, zo nodig met |
|||
terugwerkende kracht (blz. 44, 59). |
|||
2915-270 |
|||
6006 |
Eind 2015 wordt een wetsvoorstel |
Parlementaire agenda [25-06-2015] |
Toezegging is afgedaan met |
tot wijziging van de Wet marktor- |
|
wetsvoorstel dat op 8 april 2016 door |
|
dening gezondheidszorg (WMG) bij |
het Kabinet van de Koning naar de |
||
de Kamer ingediend, o.a. gericht op |
Tweede Kamer is gestuurd. |
||
herpositionering van de regule- |
|||
ringstaken tussen VWS en de NZa |
|||
en de overheveling van het |
|||
markttoezicht naar de ACM (blz. 14, |
|||
27, 28). |
|||
6007 |
Periodiek wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [25-06-2015] |
Uitgaande brief [18-12-2015] – |
geïnformeerd over de voortgang |
|
Voortgangsrapportage NZa, |
|
inzake de uitvoering van het |
(25 268-131) (18 764) |
||
kabinetsstandpunt commissie |
|||
Borstlap, o.a. met de jaarlijkse |
|||
beoordeling van het functioneren |
|||
van de NZa. De eerste rapportage |
|||
wordt voor de jaarwisseling |
|||
2015–2016 toegezonden. Die gaat |
|||
ook over de functies van de raad |
|||
van advies en de auditcommissie |
|||
en het uitschrijven van nadere |
|||
reguleringen van de NZa (blz. |
|||
15,30,36,38). |
|||
6008 |
Beide Kamers ontvangen jaarlijks |
Parlementaire agenda [25-06-2015] |
Wordt al gestuurd naar de Kamers, |
het jaarverslag van de NZa (blz. 15). |
|
verplichting. |
|
6010 |
Voor de jaarwisseling wordt de |
Parlementaire agenda [25-06-2015] |
Uitgaande brief [18-12-2015] – |
Kamer bericht over de voor- en |
|
Voortgangsrapportage NZa, |
|
nadelen van de instelling van een |
(25 268-131) (18 764) |
||
visitatiecommissie bij de NZa die |
|||
meekijkt naar de voortgang van de |
|||
uitvoering van het kabinets- |
|||
standpunt inzake de aanbevelingen |
|||
van de commissie-Borstlap (blz. 16, |
|||
17, 36). |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6011 |
De Kamer ontvangt eventuele |
Parlementaire agenda [25-06-2015] |
Toezegging is afgedaan met |
voorstellen voor het vrijlaten van de |
|
wetsvoorstel dat op 8 april 2016 door |
|
tarief- en prestatieregulering in |
het Kabinet van de Koning naar de |
||
deelsectoren voor de invoering |
Tweede Kamer gestuurd. |
||
hiervan. |
|||
6016 |
De eerste toezegging is dat de |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [17-12-2015] – Stand |
Kamer een voortgangsrapportage |
– AO Elektronische gegevensuit- |
van zaken moties en toezeggingen |
|
ontvangt waarin wordt ingegaan op |
wisseling in de zorg (4069) |
(34 300-XVI-150) (18 755) |
|
het patiëntbelang en het eigenaar- |
|||
schap van gegevens, mede naar |
|||
aanleiding van de brief van de |
|||
NPCF. Daarin staat ook de stand van |
|||
zaken ten aanzien van het |
|||
persoonlijk gezondheids-dossier en |
|||
allerlei vernieuwende manieren van |
|||
communiceren tussen arts en |
|||
patiënt. Die brief komt er voor de |
|||
begrotingsbehandeling |
|||
6018 |
De derde toezegging is dat de |
Parlementaire agenda [18-06-2015] |
Uitgaande brief [22-12-2015] – |
Kamer te zijner tijd wordt geïnfor- |
– AO Elektronische gegevensuit- |
Gespecificeerde toestemming |
|
meerd over de analyse van de |
wisseling in de zorg (4069) |
(27 529-135) (18 782) |
|
specifieke versus de gespecifi- |
|||
ceerde toestemming in verband |
|||
met het wetsvoorstel dat in de |
|||
Eerste Kamer aanhangig is. Dat |
|||
betreft het amendement-Bruins Slot |
|||
6020 |
in de komende maanden zal ik de |
Parlementaire agenda [16-04-2015] |
Uitgaande brief [15-03-2016] – Veilig |
mogelijkheden om «veilig te |
– Dertigledendebat over het volgen |
melden (29 282-247) (19 060) |
|
melden» door zorgmedewerkers en |
van foute artsen (4132) |
||
bescherming van de «klokken- |
|||
luider» expliciet agenderen in |
|||
overleg met de sector.Tekst |
|||
toezegging geregistreerd door TK: |
|||
Aan het einde van het zomerreces |
|||
zal de Kamer worden bericht over |
|||
de stand van zaken betreffende het |
|||
overleg met de sector over de |
|||
bescherming van klokkenluiders. |
|||
(blz. 77-9-12). |
|||
6026 |
Het kabinet zal een brief zenden |
Parlementaire agenda [16-09-2015] |
Uitgaande brief [02-11-2015] – Derde |
over de mogelijkheden binnen de |
– Algemene Politieke Beschou- |
voortgangsrapportage HLZ |
|
bestaande budgetten om mantel- |
wingen 16/17 september 2015 |
(34 104-83) (18 572) |
|
zorgers financieel beter te kunnen |
(onder voorbehoud) (4224) |
||
ondersteunen door de gemeenten. |
|||
(toezegging houdt verband met |
|||
motie 34 300, nr. 29) Delphi nr: 2406 |
|||
6027 |
Het verdrag kan uitgaande van |
Parlementaire agenda [16-09-2015] |
Uitgaande brief [21-01-2016] – Nadere |
aanvaarding van de ingediende |
– Algemene Politieke Beschou- |
informatie naar aanleiding van de |
|
wetsvoorstellen door Eerste en |
wingen 16/17 september 2015 |
tweede termijn van de plenaire |
|
Tweede Kamer naar verwachting in |
(onder voorbehoud) (4224) |
behandeling van de wetsvoorstellen |
|
2016 worden geratificeerd. |
ter ratificatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169) (18 838) |
||
6028 |
De komende periode zal parallel |
Parlementaire agenda [16-09-2015] |
Uitgaande brief [21-01-2016] – Nadere |
aan het ratificatieproces een begin |
– Algemene Politieke Beschou- |
informatie naar aanleiding van de |
|
worden gemaakt met de voorberei- |
wingen 16/17 september 2015 |
tweede termijn van de plenaire |
|
dingen voor de implementatie. |
(onder voorbehoud) (4224) |
behandeling van de wetsvoorstellen |
|
Hiertoe vindt overleg plaats met |
ter ratificatie van het VN-Verdrag |
||
gemeenten en werkgevers. Dat |
inzake de rechten van personen met |
||
overleg zal worden geïntensiveerd |
een handicap (Trb. 2007, 169) (18 838) |
||
en verbreed. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6034 |
Er zal een inventarisatie worden |
Parlementaire agenda [23-09-2015] |
Uitgaande brief [13-10-2015] – |
gemaakt van de bij de WOR |
– AO Risicoverevening (4188) |
Onderzoeksprogramma risico- |
|
ingediende onderzoeksvoorstellen, |
verevening 2015–2016 (29 689-661) |
||
inclusief het daarbij gehanteerde |
(18 468) |
||
afwegingskader, waarbij suggesties |
|||
van fracties welkom zijn, opdat de |
|||
Kamer voor de begroting kan |
|||
worden geïnformeerd welke |
|||
onderzoeken worden ingesteld en |
|||
welke niet. (2015–261) |
|||
6035 |
De Kamer zal voor de begroting een |
Parlementaire agenda [23-09-2015] |
Uitgaande brief [27-10-2015] – |
overzicht worden geleverd van de |
– AO Risicoverevening (4188) |
Overzicht vereveningsresultaten |
|
vereveningsuitgaven over 2012, |
2012, 2013 en 2014 (29 689-663) |
||
2013 en 2014, zo mogelijk per |
(18 514) |
||
zorgonderdeel (2015-262) |
|||
6036 |
In juni 2016 zal de Kamer een |
Parlementaire agenda [23-09-2015] |
Uitgaande brief [17-06-2016] – |
overzicht van de ex ante vereve- |
– AO Risicoverevening (4188) |
Risicoverevening 2017: nieuwe |
|
ningsmodellen 2017 worden |
stappen in verbetering compensatie |
||
gezonden (2015-263) |
voor chronisch zieken (19 442) |
||
6037 |
Eind 2015 zal de Kamer een brief |
Parlementaire agenda [23-09-2015] |
Uitgaande brief [29-01-2016] – Visie |
worden gezonden over het |
– AO Risicoverevening (4188) |
op geneesmiddelen: Nieuwe |
|
geneesmiddelenbeleid met daarin |
geneesmiddelen snel bij de patiënt |
||
o.a. de criteria die worden |
tegen aanvaardbare kosten |
||
gehanteerd voor plaatsing van |
(29 477-358) (18 886) |
||
geneesmiddelen in de sluis |
|||
(2015-264) |
|||
6050 |
De Kamer ontvangt een brief over |
Parlementaire agenda [14-09-2015] |
Uitgaande brief [13-11-2015] – |
de formele zorg tegen informele |
|
Invoering informeel tarief Zvw-pgb |
|
tarieven (blz. 55). 2015-271 |
(25 657-222) (18 598) |
||
6066 |
De Kamer zal in januari 2016 een |
Parlementaire agenda [08-10-2015] |
Uitgaande brief [04-12-2015] – |
reactie ontvangen op het in |
|
Rapport RIVM Laseren en aanver- |
|
november te verwachten en naar de |
wante behandelingen als «voorbe- |
||
Kamer te zenden rapport van het |
houden handeling» in de Wet Big |
||
RIVM over wanneer het zinvol is |
(31 765-173) (18 684) |
||
laseren en IPL onder de Wet BIG te |
|||
brengen, inclusief een reactie op de |
|||
voorstellen van de fracties van de |
|||
VVD en de PvdA over het opnemen |
|||
van IPL als voorbehouden |
|||
handeling (blz. 13, 14, 25). 2015-327 |
|||
6067 |
Eind 2016 zal de Kamer verslag |
Parlementaire agenda [08-10-2015] |
Uitgaande brief [17-12-2015] – Stand |
worden gedaan van de vormgeving |
|
van zaken moties en toezeggingen |
|
van het toezicht van de IGZ/NVWA |
(34 300-XVI-150) (18 755) |
||
op cosmetische handelingen in |
|||
schoonheidssalons (blz. 15). |
|||
2015-328 |
|||
6096 |
In de kabinetsreactie op het |
Parlementaire agenda [16-04-2015] |
Uitgaande brief [23-05-2016] – reactie |
SCP-rapport «Zorg beter begrepen» |
– Dertigledendebat over het bericht |
op SCP-rapport «Zorg beter |
|
zal o.a. worden ingegaan op wat |
dat licht verstandelijk gehandi- |
begrepen» (29 538-217) (19 320) |
|
van de samenleving mag worden |
capten steeds moeilijker mee |
||
verwacht, op de mogelijkheden van |
kunnen in de maatschappij (4131) |
||
het SIBR-programma (Small |
|||
Businesses Innovation Research) en |
|||
op het eventueel opzetten van |
|||
buddysystemen (blz. 77-8-16). |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6097 |
De Kamer zal n.a.v. een uitzending |
Parlementaire agenda [16-04-2015] |
verzamelbrief: Casus GGZ NHN |
van Zembla worden geïnformeerd |
– Dertigledendebat over het volgen |
(979536–151880-IGZ) van 6 juni 2016 |
|
over de uitkomsten van het |
van foute artsen (4132) |
||
onderzoek naar de gang van zaken |
|||
rond een persoon die ontslagen |
|||
werd en een zwijgcontract |
|||
meekreeg nadat hij intern had |
|||
gemeld dat er een medisch |
|||
onderzoek werd gedaan met |
|||
psychiatrische patiënten die daar |
|||
niet geschikt voor waren en niet |
|||
wisten van dat onderzoek. (blz. |
|||
77-9-9). |
|||
6098 |
Na het zomerreces zal de Kamer |
Parlementaire agenda [29-04-2015] |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Stand |
worden bericht over de uitkomsten |
– Debat over het rapport van de |
van zaken moties en toezeggingen |
|
van het gesprek met de KNMG over |
evaluatiecommissie over de |
zomer 2016 (19 601) |
|
eventuele verduidelijking van |
gebeurtenissen in Tuitjenhorn |
||
«acute sedatie» dat summier is |
(4148) |
||
opgenomen in de richtlijn voor |
|||
palliatieve sedatie (blz. 88-15-14). |
|||
6100 |
De Kamer zal een voortgangsrap- |
Parlementaire agenda [09-09-2015] |
Uitgaande brief [19-10-2015] – |
portage Palliatieve zorg ontvangen |
– AO Decentralisatie Wmo/Wlz |
Rapport HHM Evaluatie Regeling PTZ |
|
(2015-295), hierin worden de vragen |
(4211) |
en vragen inzake palliatieve zorg in |
|
van de SGP, herindicaties en |
het AO Decentralisatie Wmo/Wlz van |
||
bekostiging nazorg/geestelijke zorg |
9 september jl (29 509-51) (18 500) |
||
meegenomen |
|||
6101 |
De Kamer krijgt voor de begrotings- |
Parlementaire agenda [09-09-2015] |
Uitgaande brief [11-01-2016] – |
behandeling de adviesaanvrage bij |
– AO Decentralisatie Wmo/Wlz |
antwoorden op de vragen van de |
|
de Nederlandse Zorgautoriteit en |
(4211) |
Kamerleden Dik-Faber (CU) en |
|
het Zorginstituut Nederland over de |
Bergkamp (D66) over het maatwerk- |
||
meerzorg en het maatwerkprofiel |
profiel en de meerzorgregeling |
||
toegezonden (2015-294). |
(18 790) |
||
6103 |
De Kamer zal in november een |
Parlementaire agenda [09-09-2015] |
|
standpunt ontvangen bij het rapport |
– AO Decentralisatie Wmo/Wlz |
||
van het onderzoek van Zorginstituut |
(4211) |
||
Nederland naar de criteria |
|||
waaronder toegang tot de Wlz |
|||
wordt geregeld (2015-291). |
|||
6104 |
De Kamer zal zo snel mogelijk na |
Parlementaire agenda [09-09-2015] |
Uitgaande brief [26-11-2015] – |
1 november worden geïnformeerd |
– AO Decentralisatie Wmo/Wlz |
Verdiepend onderzoek verdeling |
|
over de verdeling van de budgetten |
(4211) |
budget beschermd wonen |
|
beschermd wonen (2015-292). |
(29 538-200) (18 644) |
||
6105 |
In januari 2016 ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [09-09-2015] |
Uitgaande brief [13-01-2016] – |
de voortgangsrapportage over de |
– AO Decentralisatie Wmo/Wlz |
Voortgangsbrief informele zorg |
|
informele zorg i.c. mantelzorg en |
(4211) |
(30 169-43) (18 808) |
|
vrijwilligerswerk (2015-293). |
|||
6107 |
Ter gelegenheid van de begrotings- |
Parlementaire agenda [09-09-2015] |
Uitgaande brief [15-06-2016] – Meer |
behandeling zal getracht worden de |
– AO Decentralisatie Wmo/Wlz |
tijd voor zorg: merkbaar minder |
|
Kamer bij brief te informeren over |
(4211) |
regeldruk (29 515-388) (19 437) |
|
de aanpak van administratieve |
|||
lasten (2015-299). |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6116 |
Registratie ministerie: De Staatsse- |
Parlementaire agenda [07-10-2015] |
Uitgaande brief [12-01-2016] – |
cretaris informeert de Kamer over |
|
Voortgangsrapportage Geweld in |
|
de vraag of er voor de Wkkgz een |
Afhankelijkheidsrelaties (28 345-153) |
||
AmvB komt met betrekking tot de |
(18 806) |
||
VOG-verplichting. Registratie TK: |
|||
De Kamer zal worden geïnformeerd |
|||
over een mogelijke AMvB inzake de |
|||
Verklaring Omtrent het Gedrag |
|||
(VOG) (2015-302) |
|||
6118 |
De Kamer ontvangt in december |
Parlementaire agenda [07-10-2015] |
Uitgaande brief [12-01-2016] – |
een vervolgrapportage, waarin o.a. |
|
Voortgangsrapportage Geweld in |
|
zal worden ingegaan op de vraag of |
Afhankelijkheidsrelaties (28 345-153) |
||
digitale toegang van kantonrechters |
(18 806) |
||
tot het Centraal Levenstestamentre- |
|||
gister mogelijk is, op de opzet en de |
|||
opdracht van het onderzoek naar |
|||
spontane melding, en de politiere- |
|||
gistratie en de registratie van |
|||
ouderenmishandeling door het OM. |
|||
Getracht zal worden de Kamer |
|||
eerder dan in het kader van de |
|||
voortgangsrapportage in november |
|||
te informeren over de eerste versie |
|||
van de onderzoeksopzet (incl. de |
|||
planning), waarin ook aandacht zal |
|||
worden besteed aan de positie van |
|||
de mantelzorgers (2015-300). |
|||
6119 |
Aan de Kamer zal nog dit jaar |
Parlementaire agenda [07-10-2015] |
Uitgaande brief [12-01-2016] – |
worden gerapporteerd over de |
|
Voortgangsrapportage Geweld in |
|
werking van Veilig Thuis, specifiek |
Afhankelijkheidsrelaties (28 345-153) |
||
voor de ouderendoelgroep |
(18 806) |
||
(2015-301). |
|||
6189 |
Na de jaarwisseling 2015/2016 zal |
Parlementaire agenda [08-10-2015] |
Uitgaande brief [29-10-2015] – Samen |
de Kamer een verslag ontvangen |
|
beslissen (31 765-169) (18 548) |
|
over het inzetten van de |
|||
NZa-beleidsregel ten aanzien van |
|||
kijk- en luistergeld in de nieuwe |
|||
inkoopronde (blz. 17, 24, 25). |
|||
2015-330 |
|||
6190 |
De Kamer zal nader worden bericht |
Parlementaire agenda [08-10-2015] |
Uitgaande brief [08-03-2016] – |
over het eventueel bij een |
|
Verzamelbrief (34 300-XVI-155) |
|
onafhankelijke partij beleggen van |
(19 026) |
||
het evalueren en analyseren van de |
|||
risico’s bij de toepassing van |
|||
medische technologie (blz. 19). |
|||
2015-331 |
|||
6224 |
Er komt een stand-van-zakenbrief |
Parlementaire agenda [10-12-2015] |
Uitgaande brief [02-06-2016] – |
na 1 april 2016, als de geschillen- |
– AO Kwaliteit Loont (4222) |
Geschilbeslechting zorgcontractering |
|
commissie is aangetreden, over |
(29 689-717) (19 364) |
||
onder andere de precontractuele en |
|||
de contractuele fase (2015-336) |
|||
6227 |
Iom Frederik van Doorn en Job |
Parlementaire agenda [14-12-2015] |
Uitgaande brief [07-07-2016] – |
Paulus is de toezegging gewijzigd |
– Nota overleg (4174) |
Beleidskader van de ACM voor de |
|
in:«De Kamer ontvangt een |
Geplande brief [07-07-2016] – |
zorg (19 583) |
|
beleidskader voor de ACM» |
Beleidskader ACM (545) |
||
6228 |
De Kamer ontvangt in januari 2016 |
Parlementaire agenda [14-12-2015] |
Uitgaande brief [27-01-2016] – |
een brief, na een beleidsdoor- |
– Nota overleg (4174) |
Beleidsdoorlichting positie cliënt |
|
lichting, met een subsidiërings- |
(32 772-10) (18 863) |
||
raamwerk patiënten- en cliëntenor- |
|||
ganisaties (2015-349) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6229 |
Over de ambities van de Minister |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [29-10-2015] – Samen |
voor «Samen beslissen», zoals de |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
beslissen (31 765-169) (18 548) |
|
pilot met het time out consult, |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
||
wordt de Kamer zo mogelijk nog |
|||
voor de behandeling van de |
|||
begroting geïnformeerd (2015-303). |
|||
VOLDAAN: brief van 29 oktober |
|||
2015 (31 765-169) |
|||
6230 |
Binnenkort ontvangt de Kamer de |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [29-10-2015] – |
vierde voortgangsrapportage |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Voortgang programma Rechtmatige |
|
Aanpak fouten en fraude (2015-304) |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
Zorg 2015 (28 828-93) (18 549) |
|
6231 |
Eind van dit jaar wordt de Kamer |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [28-01-2016] – |
geïnformeerd over de uitkomsten |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Verzamelbrief januari 2016 (34 300- |
|
van het traject controle jaarreke- |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
XVI-153) (18 873) |
|
ningen ggz (2015-305) |
|||
6232 |
Rond de jaarwisseling ontvangt de |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Kamer een brief over de rol van |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
|
preventie in de gezondheids- |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
|
(zorg)keten en de motie-Wolbert |
|||
(mogelijkheden voor betaaltitel |
|||
preventie) (2015-306) |
|||
6233 |
Over de uitkomsten van het |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [02-11-2015] – Derde |
onderzoek over de wijze waarop |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
voortgangsrapportage HLZ |
|
gemeenten invulling geven aan de |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
(34 104-83) (18 572) |
|
mogelijkheid tot het vragen van |
|||
eigen bijdragen bij algemene |
|||
voorzieningen zal de Kamer in de |
|||
volgende voortgangsrapportage |
|||
HLZ worden geïnformeerd |
|||
(2015-307) |
|||
6234 |
In januari 2016 wordt de Kamer |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [09-03-2016] – |
geïnformeerd over de voortgang |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Voortgang Nationaal Programma |
|
van het Nationaal Programma |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
Preventie 2015 (32 793-210) (19 046) |
|
Preventie (2015-308) |
|||
6235 |
Later dit jaar ontvangt de Kamer de |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [04-12-2015] – |
landelijke nota Gezondheidsbeleid |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Landelijke nota gezondheidsbeleid |
|
(2015-309) |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
2016-2019 (32 793-204) (18 681) |
|
6236 |
Voor de jaarwisseling ontvangt de |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [26-01-2016] – |
Kamer een voortgangsbrief over |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Voortgangsbrief Curatieve zorg in |
|
curatieve zorg in krimpregio’s |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
krimpregio’s (29 247-216) (18 849) |
|
(2015-310) |
|||
6237 |
Over de dienstapotheken ontvangt |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
de Kamer op korte termijn een brief |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Farmaceutische spoedzorg |
|
(2015-311) |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
(29 477-351) (18 533) |
|
6238 |
Naar verwachting zal begin 2016 de |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [07-07-2016] – |
tweede nota van wijziging bij het |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
voorstel van wet, houdende regels |
|
wetsvoorstel Verplichte ggz de |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
voor het kunnen verlenen van |
|
Kamer bereiken (2015-312) |
verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) (Kamerstukken II 2009/10, 32 399), (19 580) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6239 |
Voor de begrotingsbehandeling zal |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [29-10-2015] – Plan |
de Kamer een breed plan van |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
van aanpak aanjaagteam verwarde |
|
aanpak voor de opvang van |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
personen (25 424-290) (18 541) |
|
verwarde personen ontvangen |
|||
(2015-313). VOLDAAN: brief van |
|||
29 oktober 2015 (25 424-290) |
|||
6241 |
Voor de behandeling van de |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [29-10-2015] – Samen |
begroting ontvangt de Kamer een |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
beslissen (31 765-169) (18 548) |
|
brief over de voortgang van het |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
||
Jaar van de transparantie |
|||
(2015-315) |
|||
6242 |
Eind 2015 ontvangt de Kamer een |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [29-01-2016] – Visie |
nieuwe visie geneesmiddelen- |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
op geneesmiddelen: Nieuwe |
|
beleid (in Europees perspectief) |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
geneesmiddelen snel bij de patiënt |
|
(2015-316) |
tegen aanvaardbare kosten (29477-358) (18 886) |
||
6243 |
Naar verwachting zal een |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
De Koning heeft de wet aan de |
wetsvoorstel voor strengere regels |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Tweede Kamer aangeboden. Het |
|
voor e-sigaretten zonder nicotine in |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
kenmerk van die brief is het |
|
de eerste helft van 2016 naar de |
kamerstuk 34 470 nr. 1. |
||
Kamer gezonden (2015-317) |
|||
6244 |
In het voorjaar van 2016 zal de |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [09-05-2016] – RIVM |
Kamer worden geïnformeerd over |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
monitor «De voedingsomgeving op |
|
de uitkomsten van de door het |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
scholen» (31 899-27) (19 281) |
|
RIVM uitvoering van de monitor |
|||
naar aanleiding van de motie |
|||
Vendrik uit 2009 (31 899-8) waarin |
|||
wordt gevraagd beleid te ontwik- |
|||
kelen gericht op 100% gezond |
|||
aanbod in alle schoolkantines in |
|||
2015 (2015-318) |
|||
6245 |
Zoals verzocht in de motie-Wolbert |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [21-10-2015] – Reactie |
(32 793-183) om alle schoolkantines |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
op moties Wolbert (TK 32 793, nr. |
|
per 1 januari 2017 gezond te laten |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
|
|
zijn krijgt de Kamer een brief |
(31 899-26) (18 507) |
||
toegezonden met een visie op dit |
|||
vraagstuk en een plan van aanpak |
|||
voor 2016. (2015-319) |
|||
6246 |
In 2016 ontvangt de Kamer een |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
In overleg met BZK overgedragen, |
nieuwe Monitor Investeren voor de |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Peter Alders met Wilbert van Bijlert |
|
Toekomst (2015-321). |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
(BZK) |
|
6247 |
Het streven is erop gericht de eerste |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
monitor over het Zvw-pgb voor |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Monitor Zvw-pgb 2015 (19 454) |
|
1 april 2016 uit te brengen |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
||
(2015-322) |
|||
6248 |
In het voorjaar van 2016 ontvangt |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [15-06-2016] – Meer |
de Kamer de eindevaluatie van het |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
tijd voor zorg: merkbaar minder |
|
programma Experiment Regelarme |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
regeldruk (29 515-388) (19 437) |
|
Instellingen. (2015-323). In het a.o. |
|||
Kwaliteit verpleeghuiszorg is de |
|||
maand februari genoemd. |
|||
6249 |
In de vierde voortgangsrapportage |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [29-10-2015] – |
«Rechtmatige zorg: aanpak fouten |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Voortgang programma Rechtmatige |
|
en fraude», die binnenkort aan de |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
Zorg 2015 (28 828-93) (18 549) |
|
Kamer wordt gezonden, zal o.a. |
|||
worden ingegaan worden op de |
|||
stand van zaken t.a.v. een meldcode |
|||
(2015-339) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6250 |
Binnenkort ontvangt de Kamer een |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [29-10-2015] – |
separate brief met een standpunt |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Vervolg Dopingconferentie en |
|
over de laatste ontwikkelingen op |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
Onderzoek Topsporters mbt doping |
|
het gebied van doping (2015-340) |
(30 234-139) (18 555) |
||
6252 |
Naar verwachting zal de brief met |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [29-01-2016] – Visie |
een geneesmiddelenvisie, waarin |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
op geneesmiddelen: Nieuwe |
|
o.a. zal worden ingegaan op de |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
geneesmiddelen snel bij de patiënt |
|
diagnostiek en gepast gebruik, voor |
tegen aanvaardbare kosten |
||
de kerst aan de Kamer worden |
(29 477-358) (18 886) |
||
gezonden (2015-342) |
|||
6254 |
Naar verwachting kunnen de |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [05-04-2016] – |
resultaten van de evaluatie van de |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Evaluatie overheveling geneesmid- |
|
overheveling van geneesmiddelen |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
delen (29 477-370) (19 173) |
|
In het najaar naar de Kamer worden |
|||
gezonden (2015-344) |
|||
6255 |
Naar verwachting kan het |
Uitgaande brief [28-10-2015] – |
Uitgaande brief [27-10-2015] – |
eindrapport van de werkgroep die |
Schriftelijke Kamervragen begroting |
Psychosociale zorg bij somatische |
|
zich buigt over mogelijkheden om |
VWS 2016 (34 300-XVI-12) (18 531) |
aandoeningen (25 424-289) (18 525) |
|
de psychosociale behandeling |
|||
integraal onderdeel te laten zijn van |
|||
de behandeling voor de begrotings- |
|||
behandeling naar de Kamer worden |
|||
gezonden (2015-345) |
|||
6261 |
Toezegging Juridische expertise |
Parlementaire agenda [29-09-2015] |
Uitgaande brief [09-12-2015] – de |
geschillencommissie: De Minister |
– Behandeling wet Kwaliteits- |
Uitvoeringsregeling Wkkgz (Eerste |
|
van VWS zegt de Kamer, naar |
klachten en geschillen zorg, nr. |
Kamer) (18 705) |
|
aanleiding van een vraag van het lid |
32 402 (tijdstip ntb) (4190) |
||
Bruijn, toe het vereiste van |
|||
juridische expertise bij geschillen- |
|||
beslechting in een ministeriële |
|||
regeling op te nemen; deze |
|||
ministeriële regeling zal aan de |
|||
Kamer worden aangeboden. |
|||
6267 |
Toezegging Uitbreiding werkings- |
Parlementaire agenda [29-09-2015] |
Uitgaande brief [22-12-2015] – Wkkgz |
sfeer: De Minister van VWS zegt de |
– Behandeling wet Kwaliteits- |
en Wmo (32 402-71) (18 768) |
|
Kamer, naar aanleiding van |
klachten en geschillen zorg, nr. |
||
opmerkingen van de leden Don en |
32 402 (tijdstip ntb) (4190) |
||
Nooren, toe om te polsen of er in de |
|||
Tweede Kamer steun bestaat voor |
|||
een mogelijke uitbreiding van de |
|||
werkingssfeer van de Wkkgz naar |
|||
de Wmo 2015. De Kamer zal over de |
|||
uitkomsten worden geïnformeerd. |
|||
6281 |
In het eerste kwartaal van 2016 zal |
Parlementaire agenda [17-12-2015] |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
de AMvB ter verankering van de |
– AO over het aanstaande faillis- |
Voorhang ontwerpbesluit ter |
|
code marktverantwoordelijk gedrag |
sement van TSN en de continuïteit |
waarborging van een goede |
|
bij de Kamer worden voorge- |
van de thuiszorg (4316) |
verhouding tussen de prijs voor de |
|
hangen, waarin ook ingegaan zal |
levering van een voorziening en de |
||
worden op de casus Tilburg (2016-1) |
eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van de voorziening en de continuïteit in de hulpverlening tussen de cliënt en de hulpverlener (19 452) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6288 |
De Kamer ontvangt een standpunt |
Parlementaire agenda [23-11-2015] |
Uitgaande brief [26-01-2016] – |
over het eventueel terugvorderen |
– Wetgevingsoverleg onderdeel |
antwoorden op de vragen van de |
|
van de middelen voor het WK-bid |
Sport en Bewegen (4249) |
Kamerleden Van Dekken (PvdA) en |
|
2018 na afronding van de twee |
Dijkstra (D66) over gesjoemel bij het |
||
juridische onderzoeken naar de FIFA |
Nederlands-Belgisch Wk-bid |
||
en de stellingname van de KNVB en |
(2015Z25028) (18 860) |
||
de Belgische Voetbalbond ter zake |
|||
(blz. 28, 29). |
|||
6292 |
Voor de zomer 2016 wordt de |
Parlementaire agenda [23-11-2015] |
Uitgaande brief [03-05-2016] – |
Kamer geïnformeerd over de |
– Wetgevingsoverleg onderdeel |
Verzamelbrief april (34 300-XVI-160) |
|
uitvoering van het plan van aanpak |
Sport en Bewegen (4249) |
(19 277) |
|
«Op weg naar een duurzaam |
|||
zwemveilig Nederland in 2020» |
|||
door de zwembranche en enkele |
|||
ministeries, waaronder over |
|||
cofinanciering. (blz. 44, 62). |
|||
6293 |
In de in het voorjaar 2016 toege- |
Parlementaire agenda [23-11-2015] |
Uitgaande brief [23-06-2016] – |
zegde brief zal de Kamer ook |
– Wetgevingsoverleg onderdeel |
Voortgangsbrief Sport juni 2016 |
|
worden geïnformeerd over de |
Sport en Bewegen (4249) |
(19 469) |
|
mogelijkheden van het bevorderen |
|||
van vrijwilligerswerk bij sportver- |
|||
enigingen door gehandicapten en |
|||
welke drempels in de sport op dat |
|||
vlak weggenomen moeten worden. |
|||
(blz. 48). |
|||
6299 |
De Staatssecretaris verstuurt begin |
Parlementaire agenda [27-01-2016] |
Uitgaande brief [16-12-2015] – |
dit jaar Amvb over experimenteer- |
– AO Innovatiebeleid in de zorg |
Aanlevering tkb’s en stand van zaken |
|
artikel Wlz, gezien link experimen- |
(4276) |
pilot integraal pgb (25 657-232) |
|
teren over domeinen Zvw, Wlz, |
(18 734) |
||
Wpg en Wmo heen |
|||
6308 |
Op verzoek van mw. Bouwmeester |
Parlementaire agenda [19-11-2015] |
Uitgaande brief [05-07-2016] – |
heeft de Minister toegezegd een |
– AO evaluatie wet BIG/Medisch |
Werkwijze inzet onafhankelijk |
|
Commissie van wijzen te onder- |
tuchtrecht/Medisch beroepsgeheim |
deskundige arts bij signalen en |
|
zoeken bij het alternatief dat wordt |
(4260) |
verdenkingen van fraude in de zorg |
|
verkend. Zie toezegging Delphi |
(19 552) |
||
6112. (blz. 16, 17). 2015-359 |
|||
6309 |
Na overleg met de KNMG ontvangt |
Parlementaire agenda [19-11-2015] |
Uitgaande brief [15-06-2016] – |
de Kamer in het voorjaar een brief |
– AO evaluatie wet BIG/Medisch |
Medisch beroepsgeheim (34 300- |
|
over meer kennis en betere |
tuchtrecht/Medisch beroepsgeheim |
XVI-161) (19 429) |
|
toepassing van het medisch |
(4260) |
||
beroepsgeheim in de praktijk op |
|||
diverse terreinen, waarbij o.a. wordt |
|||
ingegaan op de opleidingen, de |
|||
informatievoorziening aan |
|||
patiënten, en de rol van de IGZ, het |
|||
UWV en de gemeenten (blz. 20, 21, |
|||
36). 2015-360 |
|||
6311 |
De Kamer ontvangt voor de |
Parlementaire agenda [19-11-2015] |
Uitgaande brief [08-03-2016] – |
behandeling VTO Wmg een |
– AO evaluatie wet BIG/Medisch |
Privacywaarborgen materiële |
|
overzicht van hoe vaak zorgverzeke- |
tuchtrecht/Medisch beroepsgeheim |
controle (33 980-10) (19 040) |
|
raars dossiers opvragen voor |
(4260) |
||
detailcontroles bij naturapolissen |
|||
en van wat dit oplevert (blz. 22, 38, |
|||
39). 2015-362 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6312 |
In de volgende verzamelbrief, de |
Parlementaire agenda [19-11-2015] |
Uitgaande brief [08-03-2016] – |
kerstbrief, ontvangt de Kamer |
– AO evaluatie wet BIG/Medisch |
Privacywaarborgen materiële |
|
informatie over de opzet van het |
tuchtrecht/Medisch beroepsgeheim |
controle (33 980-10) (19 040) |
|
onderzoek naar de impact van |
(4260) |
||
meldingen gedurende het proces |
|||
aan betrokkenen over inzage in |
|||
medische dossiers door verzeke- |
|||
raars in het kader van materiële |
|||
controles (blz. 23, 24). 2015-363 |
|||
6313 |
Binnenkort ontvangt de Kamer een |
Parlementaire agenda [19-11-2015] |
Uitgaande brief [16-12-2015] – |
reactie op het Panteia-onderzoek |
– AO evaluatie wet BIG/Medisch |
Beleidsreactie op advies Panteia: |
|
over kennis van de Nederlandse |
tuchtrecht/Medisch beroepsgeheim |
Nederlands gesproken (29 282-240) |
|
taal bij BIG-registratie in |
(4260) |
(18 733) |
|
samenhang met de EU-richtlijn |
|||
beroepskwalificaties (blz. 31). * |
|||
2015-364 |
|||
6314 |
Medio 2016 komt informatie naar |
Parlementaire agenda [19-11-2015] |
Uitgaande brief [15-03-2016] – Veilig |
de Kamer over de tussenstand van |
– AO evaluatie wet BIG/Medisch |
melden (29 282-247) (19 060) |
|
de pilot zero tolerance middelenge- |
tuchtrecht/Medisch beroepsgeheim |
||
bruik bij artsen (blz. 39). 2015-365 |
(4260) |
||
6337 |
Voor de zomer 2016 ontvangt de |
Parlementaire agenda [18-02-2016] |
Uitgaande brief [06-07-2016] – |
Kamer een reactie op het plan van |
– AO Arbeidsmarktbeleid |
opleidingen publieke gezond- |
|
aanpak van betrokken partijen om |
zorgsector/TSN (4325) |
heidszorg (19 569) |
|
de instroom in de opleiding |
|||
publieke gezondheid te bevorderen |
|||
(2016-8) |
|||
6338 |
Na afloop van de consultatieronde |
Parlementaire agenda [18-02-2016] |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
ontvangt de Kamer de AMvB Code |
– AO Arbeidsmarktbeleid |
Voorhang ontwerpbesluit ter |
|
Verantwoordelijk Marktgedrag |
zorgsector/TSN (4325) |
waarborging van een goede |
|
Thuisondersteuning, waarin o.a. het |
verhouding tussen de prijs voor de |
||
verbod alphahulpen, contract- |
levering van een voorziening en de |
||
vrijheid van gemeenten en de |
eisen die worden gesteld aan de |
||
positie van zzp’ers aan de orde |
kwaliteit van de voorziening en de |
||
komen (2016-9) |
continuïteit in de hulpverlening tussen de cliënt en de hulpverlener (19 452) |
||
6339 |
Komende maand ontvangt de |
Parlementaire agenda [18-02-2016] |
Uitgaande brief [07-04-2016] – |
Kamer een brief over de modelover- |
– AO Arbeidsmarktbeleid |
modelovereenkomsten voor zzp’ers |
|
eenkomst zzp’ers na overleg met de |
zorgsector/TSN (4325) |
in de zorg (32 642-11) (19 187) |
|
Staatssecretaris van Financiën |
|||
(2016-10) |
|||
6342 |
In de volgende voortgangsrap- |
Parlementaire agenda [10-12-2015] |
Uitgaande brief [17-03-2016] – |
portage Voortgang trekkingsrecht |
|
Voortgang trekkingsrecht pgb |
|
pgb in het eerste kwartaal van 2016 |
(25 657-235) (19 084) |
||
zal de Kamer worden bericht over |
|||
de stand van zaken van de |
|||
verbeterplannen (o.a. uniformering |
|||
en standaardisering), dus wat er is |
|||
gebeurd, wat nog gedaan moet |
|||
worden en welke punten nog |
|||
fundamenteel moeten verbeteren, |
|||
inclusief de uitvoeringstoets en de |
|||
ICT-kant ervan (met de voortgang |
|||
van het KPMG-rapport) (blz. 24, 25, |
|||
38, 39, 42). 2015-369 |
|||
6343 |
In de volgende voortgangsrap- |
Parlementaire agenda [10-12-2015] |
Uitgaande brief [17-03-2016] – |
portage HLZ in het eerste kwartaal |
|
Voortgang trekkingsrecht pgb |
|
van 2016 wordt de Kamer bericht |
(25 657-235) (19 084) |
||
over een eventueel ontmoedigings- |
|||
beleid pgb’s (blz. 27/28). 2015-370 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6344 |
Begin volgend jaar wordt de Kamer |
Parlementaire agenda [02-12-2015] |
Uitgaande brief [02-05-2016] – |
geïnformeerd over de resultaten |
– AO Decentralisatie Wmo (4262) |
Voortgang en ambitie Wmo, |
|
van het overleg met de VNG en |
volwaardig meedoen (29 538-214) |
||
zorgverzekeraars om tot een |
(19 270) |
||
effectieve zorgverlening te komen, |
|||
en over de oplossing van |
|||
problemen met de betaaltitels |
|||
(2015-378) |
|||
6345 |
Begin volgend jaar verschijnt de |
Parlementaire agenda [02-12-2015] |
De Tweede Kamer is met de |
rapportage van het Aanjaagteam |
– AO Decentralisatie Wmo (4262) |
kabinetsreactie op het rapport «Van |
|
Langer Zelfstandig Wonen |
tehuis naar huis» van het |
||
(2015-380) |
Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen van 23 mei 2016 geïnformeerd. |
||
6351 |
De Kamer zal voor de zomer |
Parlementaire agenda [18-02-2016] |
|
worden geïnformeerd over de |
|
||
uitkomsten van het overleg met |
zorg/Traumazorg (4358) |
||
burgerhulpverleningnetwerken en |
|||
RAV’s over de bereikbaarheid en het |
|||
onderhoud van AED’s en de |
|||
mogelijkheden om declaratie van |
|||
gebruiksgebonden kosten te |
|||
vereenvoudigen.Toezegging zoals |
|||
door TK geregistreerd: Voor de |
|||
zomer wordt de Kamer bericht over |
|||
de uitkomsten van de gesprekken |
|||
met burgernetwerken, fabrikanten, |
|||
ZN en RAV’s over de herkenning, |
|||
vindbaarheid en financiering van |
|||
het onderhoud van de aed’s (blz. |
|||
22). 2016-33 |
|||
6386 |
Beleidsreactie op het advies van |
Parlementaire agenda [03-03-2016] |
|
ZIN over toegang tot Wlz voor |
|
||
doelgroep ggz. |
|||
6387 |
TK ontvangt het plan van aanpak |
Parlementaire agenda [03-03-2016] |
|
Gehandicaptenzorg waarbij |
|
||
rekening wordt gehouden met de |
|||
aanbevelingen van Kansplus. NB: |
|||
personeelssamenstelling |
|||
6388 |
Brief over het terugdringen van |
Parlementaire agenda [03-03-2016] |
Uitgaande brief [15-06-2016] – Meer |
administratieve lasten (incl ERAI) |
|
tijd voor zorg: merkbaar minder regeldruk (29515-388) (19 437) |
|
6393 |
Bij de beantwoording van Kamer- |
Parlementaire agenda [03-03-2016] |
Uitgaande brief [29-03-2016] – |
vragen Leijten zal worden ingegaan |
|
antwoorden op de vragen van het |
|
op de lange wachttijden bij |
Kamerlid Leijten (SP) over het bericht |
||
aanvraag pgb |
«Zorgen om lang wachten op pgb» (persoonsgebonden budget) (19 133) |
||
6403 |
Bij de verdere vormgeving van de |
Parlementaire agenda [28-01-2016] |
Uitgaande brief [20-05-2016] – |
subsidieregeling voor palliatieve |
– AO Palliatieve Zorg (4286) |
Wijziging regeling PTZ (29 509-61) |
|
zorg voor vrijwilligers wordt |
(19 313) |
||
bekeken hoe deze regeling flexibel |
|||
gemaakt kan worden (blz. 23, 29). |
|||
2016-14 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6409 |
Uitvoeren van een impactanalyse |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Uitgaande brief [05-07-2016] – |
over mogelijkheid aanpassen |
|
Analyse vergunningensystematiek |
|
wetgeving, regelgeving of |
apotheekhoudend huisarts (19 560) |
||
richtlijnen rondom apotheekhou- |
|||
dende huisartsen. In de analyse |
|||
moeten verschillende oplossings- |
|||
richtingen met voor- en nadelen |
|||
terugkomen. |
|||
|
|||
gedeeld met de TK. |
|||
6410 |
Rapport NZa dat inzicht biedt in |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Uitgaande brief [14-06-2016] – |
budgetpolissen en de contractering |
|
Resultaten vervolgonderzoek |
|
van internetapotheken wordt |
zorgpolissen met beperkende |
||
verzonden aan TK. Waarbij wordt |
kenmerken (29 689-723) (19 424) |
||
ingegaan of verzekeraars aan de |
|||
zorgplicht van goede geneesmid- |
|||
delen zorg voldoen als alleen |
|||
internetapotheken zijn gecontrac- |
|||
teerd. |
|||
6412 |
Brief aan TK mogelijkheden voor |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Zorg |
innovatie/nieuwe zorgvromen |
|
voor kwetsbare ouderen thuis |
|
binnen de 1e lijn /reactie op |
(19 593) |
||
signalering NZa huisartsenzorg. |
|||
6416 |
Plan van aanpak mondzorg voor |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Uitgaande brief [30-06-2016] – Plan |
kwetsbare ouderen aan TK |
|
van aanpak mondzorg kwetsbare |
|
versturen |
ouderen (33 578-30) (19 530) |
||
6417 |
Uitvraag bij CPB welk effect het |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
|
toevoegen van mondzorg zoals |
|
||
deze voor 18- geldt in de basisver- |
|||
zekering heeft op de kosten/premie. |
|||
Daarbij wel de aantekening dat de |
|||
Minister niet voornemens is dit |
|||
onder het pakket te brengen. |
|||
6418 |
Het advies van de landsadvocaat |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Deze brief is uitgegaan via directie CZ |
over Goodwill wordt vertrouwelijk |
|
(Caspar Lombaers). Zie bijgaand de |
|
ter inzage aan Kamer beschikbaar |
ondertekende oplegger. De |
||
(indien dit past binnen het |
toezegging is voldaan door het |
||
kabinetsbeleid).Na inzage bekijkt lid |
advies van de Landsadvocaat |
||
Bruins-Slot CDA of een VAO wordt |
vertrouwelijk mee te zenden. |
||
aangevraagd. |
|||
6419 |
TK wordt geïnformeerd over de |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Zorg |
voortgang van het praktijkteam. |
|
voor kwetsbare ouderen thuis (19 593) |
|
6420 |
Het rapport/ onderzoek van het |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
|
NIVEL dat in opdracht van de |
|
||
KNMG wordt uitgevoerd over de |
|||
tolken bij specifieke zorg versturen |
|||
aan TK, reactie/ visie volgt later. |
|||
6421 |
TK wordt per brief geïnformeerd of |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Uitgaande brief [30-05-2016] – |
het eerstelijnsverblijf per 1 januari |
|
Eerstelijns verblijf in de Zorgverzeke- |
|
2017 wordt overgeheveld naar de |
ringswet per 2017 (34 104-125) |
||
Zvw. |
(19 339) |
||
6422 |
Reactie van de Staatssecretaris over |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Uitgaande brief [29-03-2016] – reactie |
hoe het staat met de aparte |
|
op artikel NRC inzake wachtlijsten |
|
aanspraak casemanagement |
casemanagers dementie en stand van |
||
dementie wordt aan TK verzonden |
zaken motie aanspraak casemanager |
||
(oude toezegging). |
dementie (29 689-694) (19 131) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6455 |
Vermoedelijk in april zal bij de |
Parlementaire agenda [17-02-2016] |
Afgedaan met: Wijziging van de Wet |
Kamer een wetsvoorstel worden |
– AO ZIKA virus (4368) |
publieke gezondheid onder meer in |
|
ingediend dat beoogt de verant- |
verband met het opnemen daarin van |
||
woordelijkheid voor de bestrijding |
een aanbod van de overheid van |
||
van exotische muggen bij de |
vaccinaties en bevolkingsonderzoek |
||
Minister van VWS neer te leggen |
en nieuwe regels voor de bestrijding |
||
(centralisatie) (blz. 7). 2016-18 |
van invasieve exotische vectoren |
||
6457 |
Na ingekomen advies van |
Parlementaire agenda [17-02-2016] |
Uitgaande brief [03-05-2016] – |
deskundigen, dat naar verwachting |
– AO ZIKA virus (4368) |
Verzamelbrief april (34 300-XVI-160) |
|
volgende week verschijnt, wordt de |
(19 277) |
||
Kamer geïnformeerd over het |
|||
eventueel instellen van een |
|||
meldingsplicht (blz. 11). 2016-20 |
|||
6458 |
De Kamer wordt geïnformeerd over |
Parlementaire agenda [17-02-2016] |
|
eventuele veranderingen in de |
– AO ZIKA virus (4368) |
||
ontwikkelingen rond het zikavirus, |
|||
onder meer met het oog op de |
|||
Olympische Spelen (blz. 17). |
|||
2016-21 |
|||
6462 |
De Minister zal het RIVM vragen om |
Parlementaire agenda [31-03-2016] |
Uitgaande brief [08-07-2016] – |
de argumenten om niet opnieuw te |
– AO Preventiebeleid (4328) |
opsporing familiaire hypercholestero- |
|
starten met de screening op |
lemie (19 600) |
||
familiaire hypercholesterolemie op |
|||
papier te zetten en hierover nog |
|||
overleg te plegen met het expertise- |
|||
centrum. De Kamer zal hierover |
|||
voor de zomer worden geïnfor- |
|||
meerd. |
|||
6464 |
De Minister zal samen met het |
Parlementaire agenda [31-03-2016] |
Uitgaande brief [29-06-2016] – |
Ministerie van Veiligheid en Justitie |
– AO Preventiebeleid (4328) |
Toezegging positie directeur publieke |
|
kijken naar de positie van de |
gezondheid (32 793-230) (19 505) |
||
directeuren publieke gezondheid in |
|||
het kader van de GHOR. Dit staat |
|||
los van het onderzoek dat wordt |
|||
uitgevoerd door de IGZ naar de |
|||
GGD’en. De Minister zal de |
|||
resultaten terugkoppelen in de |
|||
verzamelbrief voor de zomer. |
|||
6466 |
De Minister zal de Kamer in de |
Parlementaire agenda [31-03-2016] |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Stand |
verzamelbrief voor de zomer |
– AO Preventiebeleid (4328) |
van zaken moties en toezeggingen |
|
informeren of het veld met een |
zomer 2016 (19 601) |
||
registratie komt van diabetes. Dit |
|||
betreft niet alleen diabetes bij |
|||
kinderen maar voor alle leeftijden. |
|||
6468 |
De Staatssecretaris zal voor de |
Parlementaire agenda [31-03-2016] |
Uitgaande brief [29-06-2016] – |
zomer een plan van aanpak aan de |
– AO Preventiebeleid (4328) |
Preventie van roken vóór, tijdens en |
|
Kamer aanbieden over stoppen met |
na de zwangerschap (32 279-89) |
||
roken bij zwangere vrouwen, in het |
(19 508) |
||
kader van SEGV. Bij de aanpak zal |
|||
rekening worden gehouden met |
|||
laaggeletterdheid. Ook zal het |
|||
eerder door het CDA gepresen- |
|||
teerde plan voor stoppen met roken |
|||
bij zwangere vrouwen hierbij |
|||
worden meegenomen. |
|||
6475 |
De Kamer ontvangt zo spoedig |
Parlementaire agenda [18-02-2016] |
Uitgaande brief [26-02-2016] – Stand |
mogelijk na 23 februari een |
– AO Arbeidsmarktbeleid |
van zaken TSN Thuiszorg |
|
stand-van-zakenbrief (2016-27) |
zorgsector/TSN (4325) |
(23 235-141) (18 980) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6476 |
Het streven is erop gericht het |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Toezegging is afgedaan met |
wetsvoorstel over de herpositio- |
– AO Governance (4321) |
wetsvoorstel dat op 8 april 2016 door |
|
nering van taken van de NZa en |
het Kabinet van de Koning naar de |
||
deregulering na Pasen naar de |
Tweede Kamer gestuurd. |
||
Kamer te sturen (2016-28) |
|||
6477 |
Dit voorjaar zal de Kamer een |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Uitgaande brief [04-07-2016] – Stand |
stand-van-zakenbrief integrale |
– AO Governance (4321) |
van zaken integrale bekostiging en |
|
bekostiging ontvangen (deze |
besturingsmodellen msz 2016 |
||
toezegging is reeds in de beleids- |
(19 548) |
||
brief van 14 maart jl. gedaan). |
|||
(2016-29) |
|||
6478 |
De Minister onderzoekt of de |
Parlementaire agenda [07-04-2016] |
Uitgaande brief [29-06-2016] – |
WKKGZ gewijzigd kan worden wat |
|
Tussenrapportage over vaststellings- |
|
betreft het punt dat het niet meer |
overeenkomsten in de zorg |
||
mogelijk is dat betrokkenen de stap |
(33 149-46) (19 498) |
||
naar de tuchtrechter per contract |
|||
uitsluiten. Daarbij worden ook de |
|||
zwijgcontracten meegenomen. De |
|||
Tweede Kamer heeft deze |
|||
toezegging als volgt geregistreerd: |
|||
De Minister onderzoekt of en, zo ja, |
|||
hoe de Wet kwaliteit, klachten en |
|||
geschillen zorg (Wkkgz) gewijzigd |
|||
kan worden, zodat in een contract |
|||
het uitsluiten van de stap naar de |
|||
tuchtrechter wordt uitgesloten. Ook |
|||
zwijgcontracten worden in dit kader |
|||
bekeken (blz. 15). 2016-113 |
|||
6479 |
De Minister zal de Kamer voor de |
Parlementaire agenda [07-04-2016] |
|
zomer in een Kamerbrief infor- |
|
||
meren over de aard van aangekon- |
|||
digde en onaangekondigde |
|||
bezoeken en daarmee inzage geven |
|||
in het beeld achter de cijfers De |
|||
Tweede Kamer heeft deze |
|||
toezegging als volgt geregis- |
|||
treerd:In de volgende rapportage |
|||
van de Inspectie voor de Gezond- |
|||
heidszorg wordt de Kamer bericht |
|||
over de aard van de onaangekon- |
|||
digde en aangekondigde bezoeken |
|||
van de IGZ (een beeld achter de |
|||
cijfers) (blz. 20). 2016-114 |
|||
6481 |
De Minister stuurt het klachtbeeld |
Parlementaire agenda [07-04-2016] |
Uitgaande brief [18-05-2016] – |
van het Landelijk Meldpunt Zorg in |
|
Jaarbeeld IGZ 2015 en Klachtbeeld |
|
mei 2016 samen met het Jaarbeeld |
2015 LMZ (33 149-45) (19 302) |
||
IGZ naar de Kamer. |
|||
6483 |
De Minister informeert de Kamer |
Parlementaire agenda [07-04-2016] |
|
voor de zomer van 2016 over de |
|
||
manier waarop de IGZ toezicht |
|||
houdt op de zorg voor mensen met |
|||
dementie in verpleeghuizen. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6494 |
De Minister stuurt de rapportage |
Parlementaire agenda [07-04-2016] |
|
van Bureau ICT Toetsing over de |
|
||
toetsing van het nieuwe informatie- |
|||
systeem naar de Kamer en |
|||
informeert de Kamer over de |
|||
mogelijkheden om de gegevens uit |
|||
het huidige informatiesysteem naar |
|||
het nieuwe informatiesysteem te |
|||
migreren en te analyseren, zodra |
|||
deze informatie beschikbaar is. De |
|||
Tweede Kamer heeft deze |
|||
toezegging als volgt geregistreerd: |
|||
De Kamer ontvangt vrij snel het |
|||
rapport van het Bureau ICT-toetsing |
|||
(BIT) over de ICT bij de IGZ (blz. 24, |
|||
31). 2016-121 |
|||
6495 |
In het Jaarbeeld 2015 zal de IGZ |
Parlementaire agenda [07-04-2016] |
Uitgaande brief [18-05-2016] – |
rapporteren over het aantal |
|
Jaarbeeld IGZ 2015 en Klachtbeeld |
|
meldingen in 2015 van seksueel |
2015 LMZ (33 149-45) (19 302) |
||
grensoverschrijdend gedrag, met |
|||
een onderverdeling naar meldingen |
|||
per sector met betrekking tot |
|||
patient-patient, hulpverlener-patient |
|||
en een toelichting geven op de |
|||
contacten ter zake met OM, |
|||
aantallen aangiften, de inzet van |
|||
handhavingsinstrumenten en de |
|||
wijze van toezicht. De Tweede |
|||
Kamer heeft deze toezegging als |
|||
volgt geregistreerd: De Kamer zal |
|||
een verdiepingsslag inzake seksueel |
|||
grensoverschrijdend gedrag over |
|||
de cijfers van 2015 ontvangen (blz. |
|||
25, 30). 2016-122 |
|||
6500 |
Eind februari ontvangt de Kamer de |
Parlementaire agenda [27-01-2016] |
Uitgaande brief [29-03-2016] – |
NZa-monitor integrale tarieven |
– AO Ziekenhuiszorg (4309) |
Verzamelbrief maart (34 300-XVI-158) |
|
(2016-12) |
(19 136) |
||
6504 |
Herbevestiging eerdere toezegging |
Parlementaire agenda [13-04-2016] |
Uitgaande brief [23-06-2016] – Stand |
van brief aan TK over voortgang |
– AO Geneesmiddelen (4327) |
van zaken werkgroep geneesmidde- |
|
werkgroep Tekorten, inclusief rol |
lentekorten (29 477-389) (19 470) |
||
groothandel |
|||
6506 |
Verzekeraars krijgen inzicht in |
Parlementaire agenda [13-04-2016] |
Uitgaande brief [14-06-2016] – |
opbrengsten financiële arrange- |
– AO Geneesmiddelen (4327) |
Voortgangsbrief financiële arrange- |
|
menten over 2014 en cumulatief in |
menten geneesmiddelen 2016 |
||
een brief aan de Kamer zal worden |
(29 477-386) (19 419) |
||
geduid wat vanaf 2014 cumulatief is |
|||
opgeleverd t.a.v. de onderhande- |
|||
lingen over de prijsstelling van |
|||
bepaalde geneesmiddelen (2016-54) |
|||
6507 |
APE rapport met betrekking tot |
Parlementaire agenda [13-04-2016] |
Uitgaande brief [05-07-2016] – |
herberekenen |
– AO Geneesmiddelen (4327) |
Herberekening GVS (19 564) |
|
GVS-vergoedingslimieten naar de |
|||
Kamer, presenteren opbrengsten en |
|||
gevolgen voor de patiënt. |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6509 |
Brief over openbaarheid boetes van |
Parlementaire agenda [13-04-2016] |
Uitgaande brief [06-06-2016] – |
IGZ en NVWA binnenkort. |
– AO Geneesmiddelen (4327) |
Wijziging van de Gezondheidswet en de Wet op de jeugdzorg teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van informatie over de naleving en uitvoering van regelgeving, besluiten tot het opleggen van sancties daarbij inbegrepen (34 111) (34 111-10) (19 369) |
|
6511 |
Terugkoppeling aan TK naar stand |
Parlementaire agenda [13-04-2016] |
Uitgaande brief [16-06-2016] – Stand |
van zaken werkgroep ACBG, IGZ, |
– AO Geneesmiddelen (4327) |
van zaken doorgeleverde bereidingen |
|
VWS naar registratie van magistrale |
(19 440) |
||
bereiding. Ook als er geen |
|||
oplossing is. Meewegen van |
|||
prijsstijging geregistreerd middel in |
|||
beoordeling of toch doorgeleverde |
|||
bereiding gedoogd kan worden. |
|||
6541 |
Voor de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [17-03-2016] |
Uitgaande brief [08-07-2016] – Zorg |
informatie over ervaringen van de |
|
voor kwetsbare ouderen thuis |
|
praktijkteams Zorg Op de Juiste |
(19 593) |
||
Plek over het eerste halfjaar (blz. |
|||
17). 2016-62 |
|||
6557 |
Voor de zomer vindt overleg met de |
Parlementaire agenda [23-03-2016] |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
Kamer plaats over het onderzoek |
|
Toekomst van de uitvoering van het |
|
naar de alternatieven voor de |
pgb, (19 455) |
||
uitvoering van het trekkingsrecht, |
|||
inclusief financiële effecten (blz. 11, |
|||
24, 31). 2016-80 |
|||
6558 |
De Kamer wordt geïnformeerd over |
Parlementaire agenda [23-03-2016] |
Uitgaande brief [10-06-2016] – |
de uitkomsten van het op korte |
|
Trekkingsrecht pgb: voortgang en |
|
termijn te houden overleg met de |
toezeggingen (19 404) |
||
VNG over het transparant maken |
|||
welke gemeenten achterblijven met |
|||
toekenningsbesluiten (blz. 12, 13). * |
|||
2016-81 |
|||
6559 |
In mei ontvangt de Kamer de |
Parlementaire agenda [23-03-2016] |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
uitvoeringstoets op de compensa- |
|
Toekomst van de uitvoering van het |
|
tieregeling, voorzien van een |
pgb, (19 455) |
||
beleidsreactie (blz. 13). 2016-82 |
|||
6560 |
Tevens wordt de Kamer in mei |
Parlementaire agenda [23-03-2016] |
Uitgaande brief [10-06-2016] – |
nader bericht over het overleg met |
|
Trekkingsrecht pgb: voortgang en |
|
de Sociale Verzekeringsbank en |
toezeggingen (19 404) |
||
gemeenten inzake de rechtma- |
|||
tigheid van pgb-bestedingen en het |
|||
in kaart brengen van de controles in |
|||
het licht van het eventuele opheffen |
|||
van noodmaatregelen (blz. 16, 17, |
|||
18). 2016-83 |
|||
6561 |
De Kamer wordt in mei ook bericht |
Parlementaire agenda [23-03-2016] |
Uitgaande brief [10-06-2016] – |
over het overleg met Zorgverzeke- |
|
Trekkingsrecht pgb: voortgang en |
|
raars Nederland inzake dubbele |
toezeggingen (19 404) |
||
controles bij het Zvw-pgb (blz. 19, |
|||
29). 2016-84 |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6563 |
In april/mei wordt de AMvB inzake |
Parlementaire agenda [23-03-2016] |
Uitgaande brief [10-06-2016] – |
het integraal pgb bij de Kamer |
|
Trekkingsrecht pgb: voortgang en |
|
voorgehangen en wordt informatie |
toezeggingen (19 404) |
||
gegeven over welke afspraken |
|||
nodig zijn met SZW en OCW (blz. |
|||
22, 23, 30, 31). 2016-86 |
|||
6564 |
Binnenkort ontvangt de Kamer een |
Parlementaire agenda [20-04-2016] |
Uitgaande brief [22-04-2016] – |
standvanzakenbrief «Kwaliteit |
|
Resultaten van het Jaar van de |
|
loont»/resultaten jaar van de |
transparantie (32 620-168) (19 240) |
||
transparantie (2016-87) |
|||
6568 |
Voor de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [20-04-2016] |
Uitgaande brief [30-06-2016] – |
een brief inzake meerjarige |
|
Meerjarige contracten (Zorgverzeke- |
|
contractering (2016-91) |
ringswet) (19 536) |
||
6569 |
Voor de zomer stuurt de Staatsse- |
Parlementaire agenda [20-04-2016] |
Uitgaande brief [09-06-2016] – |
cretaris VWS de Kamer de |
|
Onderzoek en stand van zaken |
|
resultaten van het herhalingson- |
casemanagement bij dementie |
||
derzoek van het Nivel naar |
(29 689-722) (19 392) |
||
Casemanagement Dementie |
|||
(2016-92) |
|||
6571 |
Voor de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [20-04-2016] |
Uitgaande brief [31-05-2016] – |
de resultaten van het overleg met |
|
Voorhang integrale bekostiging |
|
betrokken partijen over geboor- |
geboortezorg (2016Z10708) (19 363) |
||
tezorg (2016-94) |
|||
6573 |
De Kamer ontvangt binnenkort een |
Parlementaire agenda [20-04-2016] |
Uitgaande brief [26-04-2016] – |
brief inzake de curatieve ggz in de |
|
Voorhangbrief kwaliteitsstatuut ggz |
|
Zvw, en over de langdurige ggz |
(2016Z08604) (19 248) |
||
tijdig voor het zomerreces met het |
|||
oog op het algemeen overleg ggz |
|||
(2016-96) |
|||
6598 |
Voor de zomer ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [31-03-2016] |
|
het werkprogramma versterking |
– AO Preventiebeleid (4328) |
||
pijlers GGD’s. (blz. 22). 2016-99 |
|||
6607 |
Op 13 juni 2016 ontvangt de Kamer |
Parlementaire agenda [08-06-2016] |
Uitgaande brief [15-06-2016] – Meer |
een brief over de aanpak van de |
– AO Decentralisatie Wmo (4409) |
tijd voor zorg: merkbaar minder |
|
regeldruk in de caresector (inclusief |
regeldruk (29 515-388) (19 437) |
||
het verantwoordingsonderdeel /CIZ, |
|||
CAK e.d.) (2016-124) |
|||
6609 |
De Kamer ontvangt binnenkort een |
Parlementaire agenda [08-06-2016] |
Uitgaande brief [10-06-2016] – |
AMvB over integraal pgb (2016-126) |
– AO Decentralisatie Wmo (4409) |
tijdelijke regels voor een experiment in het kader van een integraal budget op grond van de Wet langdurige zorg (Besluit experiment integraal pgb 2016) (19 406) |
|
6616 |
De Kamer ontvangt binnenkort een |
Parlementaire agenda [08-06-2016] |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
AMvB over tarieven zorginkoop |
– AO Decentralisatie Wmo (4409) |
Voorhang ontwerpbesluit ter |
|
Wmo (2016-126) |
waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van de voorziening en de continuïteit in de hulpverlening tussen de cliënt en de hulpverlener (19 452) |
ID |
Omschrijving |
Vindplaats |
Stand van zaken |
6617 |
De Kamer ontvangt binnenkort een |
Parlementaire agenda [08-06-2016] |
Uitgaande brief [21-06-2016] – |
drietal AMvB’s over VN-Verdrag |
– AO Decentralisatie Wmo (4409) |
Voorhang ontwerpbesluit ter |
|
inzake de rechten van personen met |
waarborging van een goede |
||
verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van de voorziening en de continuïteit in de hulpverlening tussen de cliënt en de hulpverlener (19 452) |
Einddatum subsidie (jaartal) |
|||
Volgende evaluatie (jaartal) |
|||
Laatste evaluatie (jaartal, met hyperlink naar vindplaats) |
|||
-
5.Evaluatie- en onderzoeksoverzicht
In deze bijlage bij de begroting wordt een overzicht van al het evaluatie-en overig onderzoek voor het Ministerie van VWS opgenomen.
Artikel 1 – Volksgezondheid |
|||
Artikelnummer |
Titel/onderwerp |
Start |
Afronding |
|
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Gezondheidsbescherming |
2019 |
2020 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie DHW (Drank- en Horecawet) |
2016 |
2017 |
|
Evaluatie Jongeren Op Gezond Gewicht |
2016 |
2017 |
|
Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met |
|||
mensen |
2017 |
2018 |
|
Embryowet |
2017 |
2018 |
|
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid |
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA’s |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
|||
|
Artikel 2 – Curatieve Zorg |
|||
Artikelnummer |
Titel/onderwerp |
Start |
Afronding |
|
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
Bevorderen werking van het stelsel (beleidsdoor- |
||
lichting 2.3.) |
2015 |
2016 |
|
Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg |
|||
(beleidsdoorlichting 2.2.) |
2016 |
2017 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
|||
Effectonderzoek campagne orgaandonatie |
2017 |
2017 |
|
Herhaalstudie naar ziekenhuisopnames door |
|||
verkeerd geneesmiddelengebruik |
2014 |
2016 |
|
Effectonderzoek publiekscampagne vervalsingen |
2015 |
2016 |
|
Marktscan extramurale farmacie |
2017 |
2017 |
|
Evaluatie Wet inzake de bloedvoorziening |
2016 |
2017 |
|
Monitor Zorginkoop |
2015 |
2016 |
|
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid |
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA’s |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
|||
|
|||
Monitoren overstapseizoen |
2015 |
2016 |
|
Collectiviteiten |
2015 |
2016 |
|
Kennis van de rollen in het stelsel |
2015 |
2016 |
|
Monitor Zvw/pgb 2015 |
2015 |
2016 |
|
Monitor Zvw/pgb 2016/2017 |
2016 |
2017 |
|
Monitoren overstapseizoen 2015/2016 |
2015 |
2016 |
Artikelnummer
Titel/onderwerp
Start
Afronding
Monitoren overstapseizoen 2016/2017 Collectiviteiten
Vervolgonderzoek collectiviteiten Kennis van de rollen in het stelsel Onderzoek volmachten
2016 |
2017 |
2015 |
2016 |
2016 |
2017 |
2015 |
2016 |
2016 |
2017 |
Artikel 3 – Langdurige zorg en ondersteuning |
|||
Artikelnummer |
Titel/onderwerp |
Start |
Afronding |
|
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Hervorming langdurige zorg (HLZ) |
2018 |
2019 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie Wmo 2015 |
2017 |
2017 |
|
Evaluatie Wlz |
2017 |
2017 |
|
Evaluatie Hervorming langdurige zorg |
2015 |
2017 |
|
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid |
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA’s |
MKBA Toegankelijkheidsakte incl. vooronderzoek |
||
ter voorbereiding |
2016 |
2017 |
|
MKBA Geweld in afhankelijkheidsrelaties |
2015 |
2017 |
|
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
|||
|
|||
Monitor plan van aanpak G4 |
jaarlijks |
jaarlijks |
|
Monitor stedelijk kompas |
jaarlijks |
jaarlijks |
|
Onderzoek regelgeving en beleid Caribisch NL ivm |
|||
VN-verdrag Handicap |
2015 |
2016 |
|
Monitoring VN-verdrag Handicap door College voor |
|||
de rechten van de Mens |
jaarlijks |
jaarlijks |
|
Onderzoek registratielasten Wlz |
2016 |
2017 |
|
Onderzoeken t.a.v. overhead langdurige zorg |
2016 |
2017 |
|
Monitor Zorginkoop zorgkantoren niet meedoend |
|||
aan experiment |
2016 |
2017 |
Artikel 4 – Zorgbreed beleid |
|||
Artikelnummer |
Titel/onderwerp |
Start |
Afronding |
|
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling |
2016 |
2017 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
|||
Evaluatie artikel 36A Wet BIG Klinisch Technoloog |
2017 |
2018 |
|
Evaluatie experiment art. 36a Wet BIG BMH |
2016 |
2019 |
|
Evaluatie artikel 36A Wet BIG Mondhygiënisten |
2016 |
2021 |
|
Evaluatie Huishoudelijke Hulp Toelage |
2016 |
2017 |
|
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid |
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA’s |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
Evaluatie Subsidieregeling opleiding tot physician |
||
assistant en Verpleegkundig specialist |
2016 |
2016 |
Artikelnummer
Titel/onderwerp
Start
Afronding
-
3.Overig onderzoek
Taakherschikking in de ouderenzorg 2016
Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn: www.azwinfo.nl Monitor Zorgpact Evaluatie PGO-support
Evaluatie mededingingswet en eerstelijnszorg Casusonderzoek disfunctionele bureaucratie in de zorg
Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt, Zorg en Welzijn (AZW)
Personeel en opleiden verpleeghuizen Werkwijzer MKBA’s in het sociaal domein De staat van volksgezondheid en zorg (RIVM) o.a. Jaarlijks samenvattende rapportage, themarapporten en de Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (VTV)
Advies Commissie Innovatie, Zorgberoepen en Opleidingen
2014
2017
2015 |
2019 |
2016 |
2017 |
2018 |
2018 |
2015 |
2016 |
2015 |
2016 |
2014 |
2017 |
2016 |
2016 |
2015 |
2016 |
2016 |
2016 |
2015 |
2016 |
Artikel 5 – Jeugd |
|||
Artikelnummer |
Titel/onderwerp |
Start |
Afronding |
1a. Beleidsdoorlichtingen |
Noodzakelijke en passende zorg Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel |
2017 2017 |
2018 2018 |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
Evaluatie Jeugdwet |
2017 |
2018 |
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid 2a. MKBA’s |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid |
|||
|
Artikel 6 – Sport |
|||
Artikelnummer |
Titel/onderwerp |
Start |
Afronding |
|
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
|||
Sportbeleid |
2016 |
2017 |
|
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
|||
Effectmeting Buurtsportcoaches |
2017 |
2017 |
|
Monitoren VSK en SBB |
2017 |
2017 |
|
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid |
|||
en doelmatigheid van beleid |
|||
2a. MKBA’s |
|||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltref- |
|||
fendheid en doelmatigheid |
|||
|
|||
Rapportage Sport |
2017 |
2018 |
Artikelnummer
Titel/onderwerp
Start Afronding
Monitoring kernindicatoren sport; digitale actualisatie via Vzinfo Sport Toekomst Verkenning
2017 2015
2017 2017
Artikel 7 – Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II |
||
Artikelnummer Titel/onderwerp |
Start |
Afronding |
|
||
en doelmatigheid van beleid |
||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
||
Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II |
2018 |
2018 |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltref- |
||
fendheid en doelmatigheid |
||
Evaluatie Subsidiekader Sinti/Roma |
2017 |
2017 |
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid |
||
en doelmatigheid van beleid |
||
2a. MKBA’s |
||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltref- |
||
fendheid en doelmatigheid |
||
|
||
Collectieve erkenning Indisch NL |
pm |
pm |
Artikel 8 – Tegemoetkoming specifieke kosten |
||
Artikelnummer Titel/onderwerp |
Start |
Afronding |
|
||
en doelmatigheid van beleid |
||
1a. Beleidsdoorlichtingen |
||
Tegemoetkoming specifieke kosten |
2019 |
2020 |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltref- |
||
fendheid en doelmatigheid |
||
2 Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid |
||
en doelmatigheid van beleid |
||
2a. MKBA’s |
||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltref- |
||
fendheid en doelmatigheid |
||
-
6.Afkortingen
ABR Antibioticaresistentie
ACBG Agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen
ACM Autoriteit Consument en Markt
ActiZ Brancheorganisatie voor Zorgondernemers
Aids Acquired immune deficiency syndrome
AMvB Algemene maatregel van bestuur
ANVS Autoriteit Veiligheid en Stralingsbescherming
AO Algemeen overleg
AOR Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië
APG Apotheekhoudende huisartsen
AVI Aandacht voor iedereen
AWB Algemene wet bestuursrecht
AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
AZW Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn bbp Bruto binnenlands product
BHOS Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Ministerie van
BIG Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
BIKK Bijdrage in de kosten van kortingen
BKZ Budgettair Kader Zorg
BMH Bachelor Medische Hulpverlener
Bopz Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
BRMO Bijzonder Resistente Micro Organismen
BRV Bovenregionale gehandicaptenvervoer
BSN Burgerservicenummer
BWU Bovenwettelike uitkering
BZK Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van -
C2000 Communicatie 2000
CAK Centraal Administratie Kantoor
CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst
CAOR Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië
CBG College ter Beoordeling van Geneesmiddelen
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CBZ College bouw zorginstellingen
CCE Centra voor Consultatie en Expertise
CCMO Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek
CEG Centrum voor ethiek en gezondheid
CGL Centrum Gezond Leven
CGM Centrum Gezondheid en Milieu
CIb Centrum Infectieziektebestrijding
CIBG Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg, agentschap
CIZ Centrum Indicatiestelling Zorg
CJG Centra voor Jeugd en Gezin
CJIB Centraal Justitieel Incasso Bureau
CMFZ Centraal meldpunt zorgfraude
CPZ College Perinatale Zorg
CRD Commissie Registratie Diergeneesmiddelen
CSZ Commissie sanering ziekenhuisvoorzieningen
CVB Centrum voor Bevolkingsonderzoek
DALY Disability Adjusted Life Year dbc diagnose- behandelcombinatie
DCP Decentrale Procedure
DIMS Drugs Informatie en Monitoring Systeem
DJ Directie Jeugd
DHW Drank en Horecawet
DKTP Difterie, kinkhoest, tetanus en polio
DVP Dienst Vaccinatievoorzieningen en Preventieprogramma’s
ECDC European Center for Disease Prevention and Control
EMA European Medicines Agency
EST Eenheid Secretariaten Medische Tuchtcolleges
EU Europese Unie
EZ Economische Zaken, Ministerie van -
FBZ Financieel Beeld Zorg
FES Fonds Economische Structuurversterking
FIOM Federatie van Instellingen voor Ongehuwde Moeders
FLO Functioneel Leeftijdsontslag fte fulltime equivalent
FTO Farmacotherapeutisch overleg
G4 Vier grootste gemeenten van Nederland (Amsterdam,
Den Haag, Rotterdam en Utrecht)
GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst ggz Geestelijke gezondheidszorg
GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie
GMT Directie Geneesmiddelen en Medische Technologie
GR Gezondheidsraad
GVS Geneesmiddelenvergoedingensysteem hbo Hoger beroepsonderwijs
Hiv Human immunodeficiency virus
HLZ Hervorming Langdurige Zorg
IBO Interdepartementaal Beleidsonderzoek
ICT Informatie- en communicatietechnologie
IenM Infrastructuur en Milieu, Ministerie van -
IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg
IJZ Inspectie Jeugdzorg
IKNL Integraal Kankercentrum Nederland
IKZ Integraal Kankercentrum Zuid
ILT Inspectie Leefomgeving en Transport
IOC Internationaal Olympisch Comité
I-SZW Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
IT Informatietechnologie
IVZ InVoorZorg
JGZ Jeugdgezondheidszorg
JMV Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording
JMW Joods Maatschappelijk Werk
JOGG Jongeren op Gezond Gewicht
JPND Joint Programme Neurodegenerative Diseases
KNHB Koninklijke Nederlandse Hockey Bond
KNMG Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst
KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
KNMP Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der
Pharmacie
KNVB Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond
LHV Landelijke Huisartsen Vereniging
LMZ Landelijk Meldpunt Zorg
LOC Landelijke organisatie cliëntenraden
LOVZ Landelijk Overleg Vrijwilligers in de Zorg
LSFVP Landelijke Stichting Familievertrouwenspersoon
LZ Langdurige Zorg
Mbo middelbaar beroepsonderwijs
MC Directie Markt en Consument
MC Medisch Centrum
MEE Vereniging voor ondersteuning bij leven met een beperking
METC Medisch Ethische Commissie
MEV Macro Economische Verkenning
Meva Directie Macro-Economische Vraagstukken en arbeidsmarkt
MKBA Maatschappelijke Kosten-Batananalyse
MLT Middellangetermijnraming
MO Maatschappelijke Opvang
Movisie Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling
MRP Mutual Recognition Procedure
MSZ Medisch-specialistische zorg
n.v.t. Niet van toepassing
NCJ Nederlands Centrum Jeugdgezondheid
NDM Nationale Drug Monitor
NFU Nederlandse Federatie van Universitair medische centra
NHS Neonatale Hielprik Screening
NICE National Institute for Health and Clinical Excellence
Nictiz Nationaal ICT Instituut in de Zorg
NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
NIPT Niet Invasieve Prenatale Test
NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg
NKI Nederlands Kanker Instituut
NMT Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde
NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie
NOV Vereniging Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk
NPCF Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie
NPG Nationaal Programma Grieppreventie
NPP Nationaal Programma Preventie
NRPO-SIA Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek-Stichting Innovatie Alliantie
NTS Nederlandse Transplantatie Stichting
NvW Nota van wijziging
NVWA Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit
NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
NZa Nederlandse Zorgautoriteit
OBiN Ongevallen en Bewegen in Nederland
OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ministerie van -
OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OTAV Ondersteuningsteam asielzoekers en vergunninghouders ova overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling
Ovoz Opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering
p*q price*quantity
PA Physician Assistants
PALGA Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief
PAN Perinatale Audit Nederland
PD Alt Projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein
PG Directie Publieke Gezondheid pg patiënten- en gehandicaptenorganisaties pgb Persoonsgebonden budget
PGO Patiënten- en Gehandicaptenorganisaties
Pkb Persoonlijk kilometer budget
PO Primair Onderwijs
PP5 Vijfde Preventieprogramma
PRN Perinatale Registratie Nederland
PSIE Prenatale screening van infectieziekten en erytrocytenim-munisatie
PUR Pensioen- en Uitkeringsraad
PVP Patiëntenvertrouwenspersoon
RHB Rijkshoofdboekhouding
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
RMS Reference Member State
ROAZ Regionaal Overleg Acute Zorg
RSV Respiratoir Syncytieel Virus
RVO Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
RVP Rijksvaccinatieprogramma
RVS Raad voor Volksgezondheid en Samenleving
RWT Rechtspersoon met een wettelijke taak
SAIP Stichting Administratieve Indonesische Pensioenen
SBB Sport en Bewegen in de Buurt
SBR Standard Business Reporting
SBV-Z Sectorale Berichten Voorziening in de Zorg
SCP Sociaal en Cultureel Planbureau
SKGZ Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen
SMH Stichting Musea en Herinneringscentra 40–45
Soa Seksueel overdraagbare aandoening
SPR Strategisch Programma RIVM
SSO Shared Service Organisatie
Stb Staatsblad
STZ Stichting Topklinische Ziekenhuizen
SVB Sociale Verzekeringsbank
SZW Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Ministerie van -
TAJ Transitieautoriteit Jeugd
TBU Tegemoetkoming buitengewone uitgaven
TI Pharma Top Instituut Pharma
TIZ Taskforce Integriteit Zorgsector
TK Tweede Kamer
TKI Topconsortium voor Kennis en Innovatie
TNO Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
TSZ Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten
UMC Universitair Medisch Centrum
UZI Unieke Zorgverlener Identificatie
V&O Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen
V&VN Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland
VAO voortgezet algemeen overleg
VenJ Veiligheid en Justitie, Ministerie van -
VGN Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
VINEX Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra
VMS Veiligheidmanagementsysteem
VN Verenigde Naties
VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VO Voortgezet Onderwijs
VPTZ Vrijwillige Palliatieve Terminale Zorg
VS Verpleegkundig Specialisten
VSK Naar een Veiliger Sportklimaat
VTV Volksgezondheid Toekomst Verkenning
VUT Vervroegde Uittreding
VWS Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ministerie van -
Waz Wet afbreking zwangerschap
WBO Wet op het bevolkingsonderzoek
Wbp Wet buitengewoon pensioen 1940–1945
WFZ Waarborgfonds voor de Zorgsector
WGP Wet geneesmiddelenprijzen
WHO World Health Organisation – Wereldgezondheidsorganisatie
Wkkgz Wetsvoorstel kwaliteit, klachten en geschillen zorg
Wlz Wet langdurige zorg
Wmg Wet marktordening gezondheidszorg
Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning
WNT Wet Normering Topinkomens
WO II Tweede wereldoorlog
WOR Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening
Wpg Wet publieke gezondheid
Wtcg Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
WTZi Wet toelating zorginstellingen
WUBO Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945
WUV Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945
Wvggz Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
WW Werkloosheidswet
ZBO Zelfstandig bestuursorgaan
ZG Zintuiglijk Gehandicapten
ZiNL Zorginstituut Nederland
ZN Zorgverzekeraars Nederland
ZonMw Zorgonderzoek Nederland Medische Wetenschappen
Zvw Zorgverzekeringswet
ZZP Zorgzwaartepakket
-
7.Trefwoordenregister
Administratieve lasten 66, 88, 257, 279, 290, 305, 312
Agentschap 1, 3, 4, 31, 35, 36, 38, 41, 44, 49, 50, 51, 56, 59, 61, 62, 67, 76,
80, 81, 82, 86, 88, 95, 119, 120, 123, 124, 130, 132, 134, 135, 136, 141, 143,
242, 329
Alcohol en tabak 32, 36, 301
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) 213 Basispakket 17, 33, 41, 154, 158, 201, 243, 261, 277, 296 Bekostiging 12, 17, 33, 39, 41, 47, 48, 50, 51, 58, 64, 67, 68, 72, 74, 81, 82, 84, 85, 90, 99, 101, 102, 107, 108, 119, 120, 159, 201, 213, 243, 263, 265, 267, 269, 273, 281, 283, 287, 288, 290, 292, 297, 298, 305, 315, 318, 320, 323, 324
Beleidsinformatie 92, 95, 96 Beleidsprioriteiten 4, 6
Betaalbaarheid 6, 7, 22, 23, 29, 30, 46, 47, 50, 51, 56, 76, 262, 325 Budgettair Kader Zorg 17, 146, 147, 150, 151, 153, 164, 168, 172, 244, 329 Buurtsportcoach 8, 101, 102, 293, 299, 327
Caribisch Nederland 22, 23, 37, 76, 77, 79, 81, 82, 90, 147, 170, 171, 172, 251
Chronisch zieken 6, 9, 12, 61, 77, 99, 101, 115, 261, 304, 333 Chronische ziekte 9, 30, 39, 115 Crisis 19, 27, 150, 298 Curatieve zorg 1, 7, 19, 46, 58, 88, 124, 153, 157, 158, 191, 209, 223, 236,
243, 261, 307
DBC 61, 176, 178, 179, 187, 188, 330
Decentralisatie 10, 24, 39, 63, 102, 125, 162, 278, 291, 295, 296, 299, 305, 312, 318, 319
Diabetes 9, 29, 30, 40, 47, 314
Doelmatigheid 32, 47, 50, 55, 59, 88, 133, 134, 139, 143, 144, 154, 156, 221, 320, 324, 325, 326, 327, 328
Eerstelijnszorg 57, 155, 191, 193, 194, 274, 283, 287, 288, 295, 313, 317, 327
Ethiek 22, 23, 36, 44, 128, 329 Euthanasie 279, 283, 291 Fabrikant 47, 124, 125, 132, 312
Financieel Beeld Zorg 2, 4, 56, 63, 146, 176, 185, 190, 330 Fraude 46, 76, 77, 79, 81, 82, 89, 90, 259, 262, 263, 281, 290, 295, 300, 301,
307, 308, 310, 329 Fusietoets 78
Geestelijke gezondheidszorg 11, 12, 27, 42, 57, 84, 92, 153, 191, 229, 241, 286, 298, 307, 330, 333 Geestelijke gezondheidszorg 60
Gehandicapte 12, 20, 25, 26, 49, 54, 64, 67, 73, 74, 80, 82, 88, 101, 115, 191, 200, 223, 227, 237, 245, 250, 251, 260, 264, 270, 282, 304, 310, 312, 332, 333
Gehandicaptenorganisatie 76, 77, 82, 321, 332 Gehandicaptensport 20, 99, 101 Gehandicaptenvervoer 67, 68, 71, 329 Geneeskundige zorg 63, 161, 204, 217
Geneesmiddel 1, 3, 10, 14, 15, 19, 44, 46, 47, 50, 55, 56, 59, 88, 117, 118, 123, 124, 130, 131, 132, 133, 134, 150, 153, 191, 203, 211, 242, 253, 258, 261, 262, 267, 268, 269, 276, 277, 279, 286, 288, 291, 292, 295, 297, 304,
308, 309, 313, 316, 317, 325, 329, 330, 333
Geweld 8, 93, 94, 96, 102, 126, 253, 265, 272, 285, 286, 306, 326 Gezondheidsbeleid 8, 34, 35, 37, 42, 258, 264, 286, 294, 307 Gezondheidsbescherming 19, 22, 35, 37, 325
Gezondheidszorg 1, 3, 6, 7, 11, 15, 26, 27, 29, 32, 37, 39, 46, 55, 76, 78, 79, 80, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 93, 119, 123, 124, 125, 126, 128, 153, 161, 216,
240, 252, 274, 280, 302, 311, 315, 322, 329, 330, 331, 333 Governance 265, 315
Hoofdlijnenakkoord 7, 18, 59, 149, 157, 202, 244
Huisarts 8, 10, 12, 14, 48, 54, 59, 83, 153, 155, 193, 198, 204, 209, 216, 257,
263, 269, 281, 288, 295, 313, 329, 330
Huisartsenzorg 157, 191, 193, 210, 287, 288, 313
Indicatie 40, 41, 75, 86, 103, 165, 228, 230, 233, 238, 262, 273, 283, 299,
300, 305
Indicatiestelling 64, 67, 74, 123, 155, 159, 195, 240, 245, 258, 283, 299, 329
Infectieziekte 19, 32, 39, 41, 43, 49, 83, 88, 143, 274, 329, 332
Informele zorg 54, 270, 305
Inhuur externe 123
Innovatie 7, 12, 14, 15, 20, 33, 46, 47, 54, 64, 66, 74, 76, 77, 78, 80, 81, 84,
86, 87, 88, 89, 98, 100, 105, 118, 128, 150, 205, 223, 236, 250, 270, 279, 287,
288, 297, 310, 313, 327, 331, 332
Internationale samenwerking 64, 117, 118, 119
Jeugdhulp 7, 20, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 125, 126, 159, 162, 166, 169, 210,
236, 254, 258, 281, 291, 296
Jeugdzorg 22, 23, 24, 79, 81, 82, 90, 92, 93, 94, 95, 96, 125, 126, 127, 147,
241, 246, 259, 265, 281, 290, 291, 295, 296, 317, 322, 323, 330 Kindermishandeling 8, 20, 79, 92, 93, 94, 95, 96, 126
Kwaliteit 6, 7, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 20, 22, 23, 29, 30, 32, 33, 35, 38, 40, 41,
42, 43, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 63, 64, 67, 71, 72,
73, 74, 76, 78, 80, 83, 87, 88, 89, 90, 92, 94, 101, 107, 110, 113, 125, 126,
130, 134, 147, 149, 150, 153, 154, 161, 170, 171, 193, 210, 221, 240, 245,
250, 254, 255, 256, 260, 264, 267, 269, 271, 272, 274, 279, 280, 281, 283,
297, 298, 306, 308, 309, 311, 315, 318, 319, 322, 326, 333
Kwaliteitsinstituut 52, 89, 90, 94, 241, 263, 287, 299
Langdurige zorg 1, 7, 12, 14, 20, 22, 23, 44, 61, 63, 64, 65, 66, 67, 71, 74,
84, 88, 89, 124, 127, 149, 161, 166, 169, 174, 185, 225, 227, 228, 229, 240,
244, 245, 253, 258, 272, 283, 284, 289, 290, 291, 299, 318, 326, 333
Leefstijl 19, 22, 29, 31, 34, 35, 42, 43, 44, 101
Letselpreventie 35, 43
Maatschappelijke ondersteuning 63, 64, 67, 70, 88, 89, 146, 161, 240, 242,
266, 333
Mantelzorg 12, 30, 65, 67, 70, 73, 231, 233, 254, 262, 267, 268, 270, 283,
284, 303, 305, 306
Mantelzorgcompliment 242
Medisch specialist 280
Medische hulpmiddelen 47, 48, 124, 137, 240, 264, 293
Medisch-specialistische zorg 18, 50, 60, 147, 155, 156, 157, 170, 171, 191,
197, 201, 203, 207, 209, 211, 223, 236, 244, 331
Mishandeling 306
Multidisciplinaire zorg 191, 194, 287
Nationaal Programma Preventie 8, 22, 29, 33, 35, 37, 39, 277, 307, 331
Olympische Spelen 314
Ondersteuning 1, 7, 10, 12, 20, 22, 23, 29, 32, 34, 35, 38, 41, 43, 53, 54, 57,
59, 63, 64, 65, 66, 67, 70, 72, 73, 74, 76, 77, 79, 80, 82, 84, 90, 92, 95, 97,
102, 107, 125, 130, 141, 142, 143, 161, 193, 199, 244, 254, 256, 258, 263,
265, 267, 269, 271, 283, 299, 311, 326, 331
Onverzekerde 50
Oorlogsgetroffene 1, 21, 22, 24, 72, 106, 107, 108, 111, 112, 241, 242, 247,
328, 332
Opleidingsfonds 216
Orgaandonatie 19, 46, 48, 49, 53, 54, 55, 56, 207, 284, 294, 325
Pakketmaatregel 278, 279, 288, 296, 297
Palliatieve zorg 13, 30, 52, 67, 72, 264, 273, 274, 305, 312
Preventie 7, 8, 13, 19, 22, 29, 33, 35, 37, 39, 40, 41, 42, 43, 50, 54, 57, 58,
64, 73, 76, 77, 79, 88, 90, 94, 97, 101, 124, 128, 141, 157, 221, 240, 253, 258,
259, 260, 264, 274, 275, 277, 278, 280, 284, 287, 289, 293, 294, 307, 314,
318, 330, 331, 332
Rechtmatigheid 79, 317
Regeerakkoord 62, 202
Regelarm 15, 78, 255, 308
Seksuele gezondheid 35, 40, 41, 43
Sport 1, 3, 4, 7, 9, 20, 21, 22, 24, 29, 34, 42, 44, 88, 98, 99, 100, 101, 102,
103, 104, 105, 117, 119, 122, 124, 126, 130, 135, 141, 142, 246, 250, 251,
258, 265, 266, 272, 280, 281, 282, 286, 287, 288, 289, 293, 298, 299, 310,
327, 328, 330, 331, 332, 333
Taakstelling 123, 124, 129, 142, 144, 149, 151, 154, 156, 163, 166, 197, 201,
203, 210, 212, 219, 225, 227, 233, 237
Thuiszorg 48, 54, 264, 265, 266, 268, 271, 309, 314
Toegankelijkheid 6, 7, 22, 23, 29, 30, 35, 43, 46, 47, 50, 51, 56, 71, 76, 83,
267, 268, 325, 326
Toezicht 11, 15, 26, 37, 47, 63, 77, 78, 79, 86, 88, 89, 90, 93, 106, 107, 120,
125, 126, 145, 153, 161, 240, 241, 254, 265, 274, 277, 280, 290, 293, 295,
296, 302, 304, 315, 316
Topsport 20, 24, 98, 99, 100, 101, 104, 282, 288, 289, 298, 309
Tweedelijnszorg 155, 191
Vaccin 19, 32, 35, 40, 41, 42, 55, 80, 83, 118, 141, 142, 143, 275, 314, 321,
330, 332
Veiligheidsprogramma 23
Verspilling 46, 286
Verzekeraar 11, 12, 15, 61, 150, 153, 173, 174, 176, 177, 178, 179, 180, 181,
241, 279, 292, 293, 296, 311, 313, 316
Verzetsdeelnemer 24, 106, 107, 108, 111, 112, 241, 242, 332
Vrijwilliger 12, 29, 67, 70, 72, 102, 258, 273, 283, 289, 305, 310, 312, 331
Wanbetaler 23, 29, 47, 50, 51, 60, 61, 62, 78, 89, 177, 179, 241, 260
Werkgelegenheid 79, 117, 126, 330, 332
Wet langdurige zorg (Wlz) 63, 146, 147, 161, 172, 174, 185, 190, 223
Wet Normering Topinkomens (WNT) 86
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) 114,
115, 170
Wijkverpleegkundige 10, 213, 256, 291
WO II 22, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 328, 333
Ziekenhuis 9, 11, 14, 15, 20, 28, 29, 76, 80, 85, 204, 209, 217, 291, 295,
325, 329
Ziekenhuiszorg 80, 83, 164, 208, 276, 295, 316, 322
Ziekenhuizen 14, 15, 18, 19, 23, 25, 27, 28, 29, 39, 44, 46, 48, 49, 53, 54,
56, 57, 83, 125, 153, 177, 205, 206, 211, 242, 244, 280, 282, 286, 287, 291,
296, 329, 332
Zorgaanbieder 11, 13, 15, 29, 30, 46, 48, 51, 54, 56, 58, 63, 64, 66, 72, 75,
78, 84, 86, 88, 91, 93, 124, 125, 149, 153, 161, 166, 172, 174, 176, 194, 200,
215, 225, 227, 242, 250, 259, 271, 273, 279, 280
Zorgakkoord 158, 228, 238
Zorginnovatie 15, 87
Zorginstelling 11, 13, 26, 27, 28, 46, 72, 73, 83, 88, 90, 121, 123, 125, 153,
235, 241, 264, 291, 329, 333
Zorgopleiding 83, 147, 170, 171
Zorgstandaard 48, 65, 73
Zorgstelsel 76, 77, 88, 150, 153, 259, 294
Zorgtoeslag 4, 18, 24, 114, 115, 116, 174, 182, 183, 184, 247
Zorguitgaven 1, 7, 47, 86, 146, 147, 149, 150, 153, 155, 157, 161, 163, 164,
172, 173, 174, 176, 177, 178, 179, 180, 183, 186, 187, 188, 190
Zorgverzekeraar 9, 14, 15, 33, 37, 49, 59, 61, 63, 87, 90, 149, 153, 156, 161,
172, 173, 174, 176, 177, 178, 179, 182, 215, 217, 242, 265, 268, 274, 281,
283, 284, 293, 296, 310, 312, 317, 333
Zorgverzekering 10, 46, 47, 50, 51, 58, 59, 61, 62, 90, 153, 172, 176, 177,
178, 179, 180, 182, 241, 242, 268, 331, 332
Zorgverzekeringswet 4, 46, 47, 49, 51, 60, 61, 84, 88, 92, 146, 147, 153,
154, 172, 176, 185, 190, 204, 229, 242, 259, 277, 284, 286, 294, 313, 318,
320, 324, 333
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.