De revolutie van de grote aantallen - Main contents
Revoluties zijn schaars, en dat is maar goed ook. Maar dat maakt hen lastig herkenbaar, en al helemaal lastig voorspelbaar. Dat geldt voor het grote politieke werk (1789, 1830, 1989), maar ook voor het vreedzamer werk in wetenschap en techniek.
Ik spreek uit ervaring. In 1984 bracht ik een semester door aan de Sloan School van MIT. Daar aangekomen trof ik alle nieuwe collega’s druk internettend aan. Gebruik makend van Darpanet - een cadeautje van het Amerikaanse leger, en niet het eerste - wisselden ze emails en databestanden uit met onderzoekers verspreid over het gehele land. Handig en verstandig.
Het was een voorproefje van de nieuwe wereld, weten we nu. Maar die nieuwe wereld, op MIT binnen handbereik, werd door niemand als zodanig herkend. Aan intelligentie of ondernemerschap was geen gebrek: een hoogleraar op MIT telde niet mee zonder een rijtje succesvolle start-ups als vrije-tijdsbesteding. Maar geen van die honderden top-innovatoren kwam op het idee dat datzelfde internet ook gebruikt zou kunnen worden voor commerciële of sociale boodschappen. De revolutie staarde ons aan - maar niemand had het door.
Dat zou zo maar weer eens kunnen gebeuren. Rond het Internet of Things bijvoorbeeld: de mogelijkheid om miljarden “dingen” (kleren, huizen, auto’s) via tientallen miljarden sensoren honderden triljoenen bits aan informatie (cijfers, beelden, geluiden) te laten verspreiden via internet - om iets te besturen, te bewegen, te beïnvloeden. Dat kan een bestelling in de supermarkt opleveren. Of, net op tijd, een chirurgische ingreep. Of, hopelijk ook net op tijd, een bocht naar rechts.
Wie uitrekent hoe dat zou moeten, komt al gauw op duizelingwekkende aantallen: geen Big Data, maar Very Very Big Data. Een paradijs voor informatici en andere data scientists, die orde mogen scheppen in die zondvloed aan gegevens en daarbinnen onderscheid moeten zien te gaan maken tussen nepverbanden en leerzame correlaties. Een groot aanbod aan werk voor wie dat kan; een groot verlies aan werk voor wie door de sensoren wordt vervangen.
Het lijkt een duizelingwekkende mix van kansen en nachtmerries - en de bouwstenen liggen klaar. Gaat Amerika er opnieuw met de buit vandoor? Wordt China een serieuze concurrent? Gaat Europa nu wel profiteren van onze talentvolle onderzoekers, onze enthousiaste ondernemers? Ideeën genoeg, patenten genoeg. Maar de weg naar de markt is lang.
De politiek heeft als altijd een keus: afwachten, aanmoedigen, afremmen? Democratie is niet ontworpen voor snelle besluitvorming. Europa komt met nieuw privacy beleid, D66 produceert een mooie nieuwe technologienota. Maar echte revoluties (lastig te herkennen, lastig te voorspellen, nog lastiger te beïnvloeden) kennen zo hun eigen tempo, hun eigen ontknoping, hun eigen winnaars - en hun eigen verliezers.