Nationaal ZorgFonds: voor iedereen beter - Main contents
Absurde bureaucratie
Ook zorgverleners zien de gevolgen van de zorgverzekeraarsmacht. Ze krijgen, bovenop de bestaande richtlijnen van beroepsgroepen zelf, absurde bureaucratie opgelegd. Patiënten hebben in toenemende mate te maken met verplichte invullijsten om de behandelaar te scoren. Er vindt meer en meer discussie plaats over de duur en zwaarte van de behandeling van mensen. Zeker in de geestelijke gezondheidszorg.
Daarom is het tijd voor een alternatief en dat is het Nationaal ZorgFonds. Dat oud-ziekenfondsbestuurders - zoals ze in Trouw laten blijken - niet staan te springen om zo'n alternatief is even logisch als verbazingwekkend. Logisch omdat alle heren actief meebouwden aan de omslag van ziekenfondsen naar zorgverzekeraars. Verbazingwekkend, omdat ze als zorgbestuurders toch ook erkennen dat hun gebouwde zorgstelsel niet helemaal brengt wat het beloofde.
Geen megafusie
Het Nationaal ZorgFonds is geen megafusie van de bestaande zorgverzekeraars. De bestaande organisatie overnemen is zinloos. Er zijn nu negen holdings en daaronder 25 zorgverzekeringen. Die hebben vervolgens weer 61 polissen. Dit opheffen is juist een grote bron van besparing.
Het ontwikkelen, in standhouden en promoten van al die merken kost een half miljard op jaarbasis. Terwijl in de afgelopen tien jaar maar liefst 66 procent van de verzekerden nooit overstapte, 22 procent maar één keer. Dat 12 procent van onze bevolking vaker overstapte, rechtvaardigt op geen enkele wijze de kosten van zoveel polissen en het bijbehorende overstapcircus.
Het Nationaal ZorgFonds zal de tweedeling verminderen die nu bestaat door het eigen risico, die werkt als boete op het ziekzijn. De huisarts stelt vast of er noodzaak is voor onderzoek of een behandeling en zorgt voor de doorverwijzing naar specialisten. Het fonds zal toezien op het uitvoeren van één zorgpakket voor iedereen, met tandzorg, fysiotherapie en volledige vergoeding van de geestelijke gezondheidzorg, georganiseerd via regio's. Omdat dit zorgpakket voor iedereen hetzelfde is, moet het bij wet onmogelijk worden om dat pakket door private verzekeringen aan te bieden. Er zal niet als in het verleden een aparte groep particulier verzekerden zijn.
In het huidige stelsel zijn veel mensen continu druk met het maken van berekeningen voor de zorgverzekeraars van de te verwachten zorgkosten van verzekerden. Deze rekenkracht zetten we in door per regio een reële berekening van de zorgbehoefte te maken. De in alle regio's berekende zorgbehoefte leidt tot een landelijke optelsom, maar uiteindelijk stelt de politiek - net als nu - de landelijke zorgbudgetten vast.
Zonder wachtlijsten
Het Nationaal ZorgFonds verdeelt vervolgens de financiële middelen die de regio's door professionals, patiënten en lokale overheden in moeten zetten om te voldoen aan de zorgbehoefte. Zonder wachtlijsten dus, want die zijn niet een uiting van een bepaald zorgstelsel maar van een tekort aan artsen of een tekort aan financiële middelen. Het fonds gaat uit van samenwerking en zal daarom de marktwerking - ook tussen ziekenhuizen - stoppen.
Daardoor wordt het ook mogelijk om echt met elkaar te werken aan preventieve maatregelen: denk aan het langer thuis kunnen blijven wonen van ouderen, het gezond opgroeien van onze jeugd met goede voeding en beweging of het gezonder maken van wijken of industriële gebieden. Omdat het primaat in de regio's ligt, dichtbij de zorgpraktijk, zal de bureaucratie afnemen. Die gaat zich beperken tot overdrachten en verslaglegging waar die nodig zijn voor de behandeling van de patiënt en de inzage in de kwaliteit van de zorg.
In de afgelopen tien jaar is het verhaal geweest dat ons zorgverzekeringsstelsel the only show in town was; er was geen alternatief. Maar verreweg de meeste landen hebben een vorm van een nationaal zorgfonds. Ons zorgverzekeringsstelsel is enkel te vinden in Zwitserland en in de Verenigde Staten. Dat ons stelsel niet wordt gevolgd in veel meer landen, is logisch omdat de uitvoeringskosten veel te hoog zijn. Er zijn eigenlijk geen argumenten te vinden om de overbodige en dure zorgverzekeraars te behouden. Wél om zaken te veranderen.
We noemden al de verantwoordingsbureaucratie, de toegenomen kosten, de toegenomen tweedeling of de weer oplopende wachtlijsten. De oud-ziekenfondsbestuurders zouden beter kunnen meedenken hoe dit te veranderen in plaats van het Nationaal ZorgFonds tot een ouderwets ziekenfonds te bestempelen. Dat zal het namelijk niet worden.
Cobie Groenendijk is psychiater in Amsterdam, Renske Leijten is Tweede Kamerlid voor de SP
Dit artikel verscheen op 5 oktober in Trouw