Spreektekst Ton Elias bij debat over Mediabegroting 2017 - Main contents
Let op: Louter het gesproken woord geldt.
MdV, we spreken vandaag voor de laatste keer met deze staatssecretaris over de mediabegroting, zo mogen we aannemen. In ieder geval is het voor mij de laatste keer, tot mijn even grote spijt als verrassing …
Kamerleden oefenen daarbij hun belangrijkste taak uit: het bestemmen van belastinggeld, ruim een miljard euro aan mediabudget, zomaar, vandaag. Het is onbestaanbaar dat er dan een paar werkdagen van tevoren nog stapels inhoudelijke en vaak technische beleidsbrieven naar de Kamer komen; dat moeten wij zoals we hier zitten werkelijk niet langer accepteren. Dit verhindert fracties om fatsoenlijk intern te kunnen overleggen. Dit deugt niet - en ik wil op z’n minst weten of de staatssecretaris zich dit überhaupt realiseert?
De afgelopen vier jaar is er op mediagebied veel werk verzet, hoe diep collega Verhoeven z’n columnistenpennetje [The Post Online, 25-11-‘16] ook in de azijn duwt. De Nederlandse publieke omroep heeft minder budget gekregen, waardoor scherpere keuzes moeten worden gemaakt. Het aantal omroepen is gehalveerd [van 21 naar 11], de taakopdracht aangescherpt en meer aanvullend op de commerciële zenders, en ook partijen van buiten ‘Hilversum’ kunnen programma’s gaan maken. Dat ging niet altijd van een leien dakje, zullen we met enig eufemisme maar zeggen, maar het is een resultaat waar we bepaald tevreden mee mogen zijn binnen de politieke mogelijkheden anno 2016.
Vanaf 1 januari gaat de programmering op grond van de nieuwe Mediawet van start en moeten ook de kijkers het verschil gaan merken. Dat zal misschien niet direct bij het vuurwerk tijdens Nieuwjaar zijn, maar wat de VVD betreft wel snel daarna. Heeft de staatssecretaris er vertrouwen in dat tekst en bedoeling van de nieuwe Mediawet door de publieke omroep goed is opgepakt? En wordt er voldoende ondernomen door de Publieke Omroep om zelf actief partijen van buiten uit te nodigen om met programma-voorstellen te komen? De VVD-fractie treft graag bij de stukken voor het WGO van volgend jaar een evaluatie aan van de resultaten in het eerste deel van 2017; wat gaat er al goed en waar kan het nog veel beter met de uitvoering van de nieuwe Mediawet. Kan de staatssecretaris dit toezeggen? Het zou immers niet de eerste keer zijn dat Hilversum gewoon z’n eigen gang gaat, terwijl de wetgever iets anders voor ogen stond. Graag een reactie.
Omdat de NPO-organisatie nu aan de slag moet van mijn kant vandaag geen grote nieuwe voorstellen, maar een aantal punten die gemeen hebben dat ze tot meer transparantie en betere kwaliteit moeten leiden bij de Publieke Omroep.
Te beginnen met de ombudsman, waar mijn motie tijdens het begrotingsdebat vorig jaar toe opriep. Goed dat deze er per 1 januari ook echt komt. De kijker is zeer gediend bij de kritische journalistieke blik en het gevraagde en ongevraagde advies dat deze ombudsman moet leveren. En als dat werkelijk nodig is, in uiterste gevallen, moet de ombudsman ook rectificatie ín een programma kunnen afdwingen. Het moet dan ook een ‘zware’ figuur zijn, van onversneden reputatie, iemand die zijn of haar loopbaan afsloot in de hoofdredactie van een gezaghebbende krant bv.
Ik begrijp overigens dat dit haken en ogen met zich brengt, zoals de staatssecretaris schrijft. Uiteraard gaat de overkoepelende NPO niet over de inhoud van programma’s, en de politiek al helemaal niet, maar als de omroepen zichzelf vooraf committeren aan het oordeel van de ombudsman, heeft dat de facto dezelfde bindende kracht.
En wanneer een omroep het echt niet eens is met de ombudsman, en ondanks gemaakte afspraken wil afwijken van het oordeel, kan ik me goed voorstellen dat er nog een bindend advies van twee (ook vooraf al aan te wijzen) oud-journalisten van naam volgt, maar dan moet dát oordeel ook echt gevolgd worden. De NPO en de omroepen moeten zich tot die afspraken verplichten, wat zeg ik: wíllen verplichten. Vrijblijvend adviezen leiden tot vrijblijvende resultaten - kijk maar naar de huidige Raad voor de Journalistiek, waar bv hele redacties van kranten of TV-programma’s vooraf al van melden dat ze zich er niks van aan zullen trekken. En even voor de duidelijkheid: ik heb het hier niet over een verkeerde adresvermelding of zo, ik heb het over bewuste verdraaiing van feiten, over grove privacy-schending, over het achterwege laten van hoor en wederhoor en andere flagrante schendingen van de Code van Bordeaux. Dan kan en mag een omroep niet wegkomen met een lullig rectificatietje in een achterafhoekje van een website. Misschien komt het maar ééns in de twee jaar voor dat een presentator óp de buis en ín zijn of haar programma moet zeggen dat ze faliekant fout zaten met hun verhaal. Maar alleen al dat dat boven de markt zweeft, dwingt tot zorgvuldiger journalistiek.
Graag hoor ik van de staatssecretaris dat hij hier met kracht bij de NPO en de omroepen op gaat aandringen, anders kom ik in tweede termijn met een motie met die strekking, waarbij ik in herinnering roep dat de vorige motie hieromtrent door vrijwel de gehele Kamer is aangenomen.
En het is ook echt nodig, die onafhankelijke journalistieke waakhonden die zorgvuldiger journalistiek. Zo verscheen vorige week een onderzoek van Mediawijzer waaruit blijkt dat mensen het steeds lastiger vinden om de betrouwbaarheid van nieuws te beoordelen. En dus is het juist van belang, ik wees daar vorig jaar ook al op, dat de publieke omroep de norm stelt, betrouwbaar is en zich aan de code van Bordeaux houdt - ook de discussie over het gebrek aan politiek incorrecte meningen op de Publieke Omroep wordt hiermee geholpen. Ik ben overigens helemaal niet zo negatief over die discussie die NPO-voorzitter mevrouw Rijxman gestart is, al komt ie rijkelijk laat en lijkt het een rappe beweging om kritiek van anderen voor te zijn. Beter laat dan nooit. De Publieke Omroep moet de opvattingen van alle Nederlanders vertolken en dat is nu zeker niet het geval. Dit komt ook door de constructiefout om de twee beeldbepalende dagelijkse talkshows, De Wereld Draait Door en Pauw, door een en dezelfde omroep te laten maken. Hier ligt de komende jaren een grote uitdaging. De mogelijkheden voor een meer pluriforme invulling liggen er.
Bij zuivere journalistiek hoort ook een zuivere moraal. Eind 2015 is het programma 'De Wereld Draait Door' door het Commissariaat voor de Media onder verscherpt toezicht geplaatst omdat stelselmatig overtredingen plaatsvonden: aanbiedingen van boeken, op een gegeven moment zelfs het runnen van een restaurant en daar in de uitzending uitvoerig reclame voor maken. Wij geven geen belastinggeld aan de publieke omroep voor commerciële activiteiten en daar moet scherp op worden toegezien.
Enkele vragen: Is hier sprake van een trend? Naar verluid krijgen NPO-zenders Radio 2 en 3FM binnenkort een fikse boete omdat concurrent SkyRadio een klacht tegen hen heeft ingediend over het pushen van de kaartverkoop van popfestivals en dergelijke. Klopt dit?
De staatssecretaris wordt naar ik aanneem van dit soort dingen door het Commissariaat voor de Media op de hoogte gehouden. Ik wil niet afhankelijk zijn van toevallige berichtgeving [NRC 22 sept. 2016 over een laatste waarschuwing voor DWDD, anders boete] of geruchten die mij vanuit Hilversum bereiken, maar ik wil dat de Kamer van deze meldingen door de Staatssecretaris binnen een week op de hoogte wordt gesteld. Dus: krijgt u een melding, laat dit dan de Kamer binnen een week weten. Graag een heldere toezegging, anders kom ik met een motie.
Bij het Dienstbaarhedenverbod is, eenvoudig geformuleerd, geregeld dat een publieke omroep niet voor het karretje van een commercieel belanghebbende mag worden gespannen. Zo mocht bijvoorbeeld omroep Max het programma Heel Holland Bakt niet inzetten [maart 2015] om Albert Heijn aan extra omzet te helpen. Ik merk overigens op dat de reactie vanuit Hilversum op zo'n boete van zo’n € 150.000 opvallend lauw is. Je kunt daaraan merken dat de publieke omroepen gewend zijn gewoon hun eigen gang te gaan - en dat nonchalante gedrag inzake de grenzen van de wet komt voort uit het feit dat ze decennialang ook daadwerkelijk hun eigen gang kónden gaan. Is dat verbod wel scherp genoeg omschreven, zo vraag ik de staatssecretaris.
Ook zeer belangrijk is de aanpassing van de Nieuwe Dienstentoets, waarmee moet worden voorkomen dat omroepen met belastinggeld allerlei activiteiten starten die in het vaarwater zitten van marktpartijen. De VVD steunt de toevoeging om ook de ACM kritisch mee te laten kijken.
Wanneer kunnen we de wetgeving verwachten voor de nieuwe dienstentoets? En komen de ACM-oordelen ook naar de Kamer? Ik hoor het graag. Die wetgeving luistert overigens bepaald nauw. Het betreft niet alleen de ruimte van de omroepen en de NPO op internet, het gaat ook over de strijd tussen de omroepen en de NPO. Ik wil niet geen reproductie van omroep-ellende, waarbij de strijd zich verplaatst van de beeldbuis naar on-line. En dat punt kan de staatssecretaris naar mijn idee niet over de schutting gooien bij de ACM - daar zal hij toch echt zelf de politiek-beleidsmatige uitgangspunten bij moeten aangeven. In die wet dus. Ik ben zeer, zeer benieuwd. Wil de staatssecretaris z’n hoofdrichting in z’n antwoord straks aangeven?
Een van die nieuwe diensten is NPO plus, een soort StaatsNetflix waar voor een paar euro per maand NPO-programma’s terug kunnen worden gekeken. De VVD is hier niet voor. De Publieke Omroep is er om vrij toegankelijke programma’s voor de Nederlandse kijker te maken, niet om met allerlei eigen betaalde diensten te komen. En in plaats van veel tijd en geld in dergelijke initiatieven te steken kan men beter vaart maken met het langer en in betere kwaliteit aanbieden van programma’s via NPO Gemist. Gewoon gratis, voor iedereen. Ook ziet mijn fractie graag dat meer werk wordt gemaakt van het ontsluiten van het archief van de NPO, ik sprak hier al eerder over. Vele duizenden uren aan mooie programma’s liggen nu te verstoffen in kelders in Hilversum, terwijl er marktpartijen zijn die hier graag voor willen betalen en kijkers die deze programma’s graag willen terugkijken. Waarom komt hier geen beweging in? Graag een reactie.
Nederland heeft als een van de weinige landen een verplicht zenderpakket op de kabel van 30 zenders, terwijl daar zeker in de huidige tijd geen goede reden voor is. De staatssecretaris wil deze verplichting dan ook schrappen, maar wel de zogeheten “must carry” verplichting behouden voor de Nederlandse en Vlaamse publieke zenders. Dit moet op termijn leiden tot een persoonlijker samengesteld zenderpakket tegen lagere kosten. Minder communistische eenheidsworst dan nu dus. Maar waarom nog wel de Must Carry-verplichting houden, waardoor bijvoorbeeld drie Vlaamse zenders moeten worden doorgegeven en de Nederlandse publieke zenders door de uitzendgarantie een betere uitgangspositie krijgen voor reclametarieven? Is het niet beter dat ook publieke zenders, bijvoorbeeld NPO 3, gewoon hun bestaansrecht op de kabel moeten bewijzen en kan bijgevolg de must carry-verplichting niet eenvoudigweg geschrapt worden?
Mijn laatste punt, MdV, betreft de regionale omroepen. Het is buitengewoon teleurstellend dat een aantal regionale omroepen niet wil meewerken met het plan van nota bene de eigen overkoepelende organisatie om de bezuinigingen zo op te vangen dat er door efficiënter werken en het delen van administratie niet of nauwelijks gekort hoeft te worden op het programmabudget. De VVD vindt echter een pluriforme en kwalitatief goede regionale omroep van dermate groot belang, dat we toch graag ruimte willen bieden voor de goedwillende omroepen. Hiervoor dien ik samen met collega Mohandis een motie in om samenwerking extra financieel te belonen door eenmalig 17 miljoen beschikbaar te stellen. Hij zal daar uitgebreider op ingaan. Zaak is nu wel dat de regionale omroepen ook echt gaan leveren!
Veel mensen zijn geïnteresseerd in regionaal nieuws, maar de toegankelijkheid kan omhoog. Om hier aan tegemoet te komen stel ik voor om op werkdagen na het achtuurjournaal, een van de best bekeken dagelijkse programma’s, een regiojournaal van een minuut of tien uit te zenden. De techniek is er. Automatisch krijg je die tien minuten je eigen regionale omroep op NPO 1.
In Maastricht begint om tien voor half negen L1 en in Leeuwarden Omroep Friesland. De BBC doet dit al jaren, en met veel succes. Het kan op 1 januari 2018 ingaan. Graag een reactie.
Mevrouw de voorzitter, ik sluit af. Per 1 januari 2017 kan de gehele publieke omroep vernieuwen en veranderen. Ruim vijftig jaar nadat de VVD-ministers in het kabinet-Marijnen, dat er zelfs over viel, het bestel al wilden openbreken. Politiek is boren in hard hout, zei Max Weber. Dat geldt, mogen we wel vaststellen, stéllig voor Hilversum.