Open internet behoeft ethisch leiderschap - Main contents
Angela Merkel vreest voor 'social bots' die de verkiezingen in Duitsland kunnen manipuleren, in de VS werd de Democratische Partij gehackt en er is een levendig debat losgebarsten over de impact van nepnieuws en online propaganda op onze democratie. Het vertrouwen in het democratiserend effect van het open internet daalt.
Ondertussen monitoren staten en bedrijven steeds meer wat mensen doen online en gebruiken terroristen sociale media en chat apps om gruwelijke beelden te delen en te ronselen voor een zogenaamd heilige oorlog. Regeringen maar ook bedrijven zoeken naar manieren om de controle terug te krijgen, maar kan dat zonder het open internet kapot te maken?
Staten zoals Iran en China kozen eerder al eieren voor hun geld en bouwden een eigen, controleerbaar internet. Of soms sluiten landen de toegang tot het internet gewoonweg af. Dat gebeurde bijvoorbeeld in Egypte tijdens de massale opstanden tegen het regime van Hosni Mubarak. Maar ook in landen als Oeganda en Bangladesh werden apps zoals Whatsapp geblokkeerd om protesten te voorkomen.
Voor die vrijheidsbeperkende maatregelen wordt gerekend op de medewerking van grote technologiebedrijven. In het vacuüm van ontbrekende wereldwijde wetgeving ontwikkelen zij - vrijwillig of onder dwang - nieuwe normen die niet altijd in lijn zijn met de beginselen van de rechtsstaat. De vraag dringt zich op waar beslissingen worden genomen en wie uiteindelijk verantwoordelijk is. Hoe wordt gecontroleerd of informatie wel binnen de grenzen van de wet wordt verwijderd? Wat is de maatschappelijke impact van algoritmen op toegang tot informatie, non-discriminatie en media-pluralisme, wanneer die vooral ontworpen zijn om steeds grotere winst te verwezenlijken?
We hebben regels nodig die de rechtsstaat ook betekenis geven op het wereldwijd verbonden internet. Dat zien we ook nu staten veiligheidsgaten in computersystemen inzetten voor het verzamelen van inlichtingen of het uitvoeren van aanvallen. Sommige staten speuren actief naar zulke gaten, of kwetsbaarheden, om ze pas veel later te gebruiken. Zo kunnen zij een computer de verkeerde berekeningen te laten maken, waardoor die uitvalt of de controle verliest over een essentiële functie. De gevolgen kunnen desastreus zijn, en in het uiterste geval zelfs als oorlogsdaad worden bestempeld.
Staten die een dergelijke aanval plegen, laten meestal geen sporen achter, of ´vermommen´ zich. Het feit dat het ingewikkeld is om precies te weten wie een cyberaanval aanstuurt, maakt het lastig om de daders verantwoordelijk te houden, of te weten tegen wie een tegenaanval zich moet richten. Zo blijft agressief gedrag ongestraft, waardoor iedereen onveiliger wordt. Die race naar de bodem moet worden gestopt.
Een van de belangrijkste gevolgen van het wereldwijd verbonden internet is de enorme wederzijdse afhankelijkheid van het functioneren van de basisinfrastructuur. Voor bedrijven en staten - of die nu democratisch zijn of niet - is het functioneren van het internet van grote waarde. We zou een belangrijke stap zijn als die infrastructuur als neutrale zone zou worden aangemerkt.
Wereldwijd leiderschap door open democratieën is essentieel als we willen voorkomen dat gesloten, top-down gecontroleerd bestuur de norm wordt. Ondanks technologische ontwikkelingen moeten het publieke belang, en principes zoals verantwoordelijkheden voor nationale veiligheid of het garanderen van mensenrechten, maar ook eerlijke concurrentie en democratische controle, worden gewaarborgd. Die principes en fundering van democratie en rechtsstaat zouden technologische revoluties moeten kunnen doorstaan.
Terwijl wetgeving vaak nog afwezig of niet volledig dekkend is, zijn ethische keuzes en moreel leiderschap des te belangrijker. Niets staat de machtige spelers op het internet in de weg hun eigen verantwoordelijkheid te nemen om het gedeelde belang van het open internet te onderstrepen en mensen en hun welzijn voorop te stellen. Alleen dan is er een kans dat de belofte van het open internet ook in de toekomst wordt verwezenlijkt.
Dit is een ingekorte versie van een langer stuk in de Internationale Spectator.