Ina hoort erbij (column ND)

Source: G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, published on Tuesday, December 20 2016, 8:33.

We zaten als buurtgenoten in een kring in onze kamer. Midden in het gesprek stond Ina opeens op en liep ze weg. Ze leek naar huis te willen. Pas nadat haar man Ad even met haar had gesproken, ging ze weer zitten.

Achteraf gezien was het voor mij het eerste signaal. Toen ze daarna in de kerkdienst steeds vaker iets zei op momenten dat het zelfs in onze kerk stil is, werd het steeds duidelijker. Nu is ze voorbij elke schemering in haar gedachten, voorbij elke laatste flard van herinnering. En al die jaren zorgt Ad met een ontroerende trouw voor zijn vrouw en elke zondag zijn ze samen in de kerk. Alleen is Ina nu zelfs tijdens de zondagse diensten stil geworden.

Ze doet me aan mijn oma denken. Het was bij ons in huis dat de moeder van mijn moeder een herseninfarct kreeg. Terwijl ze in een kamertje aan de Douwe Kalmaleane in Leeuwarden lag, deed haar verwarde denken haar terugkeren naar haar jeugd. Ze leek geen herinnering meer te hebben aan haar man en kinderen; ze was weer helemaal thuis bij haar ouders, broers en zussen. Ik heb een paar keer samen met mijn moeder mijn oma op een stoel moeten helpen waarop ze kon plassen. Ik kan niet zeggen dat het alleen maar ontroerend en mooi was. Het had zelfs iets ontluisterends. Mijn oma was een statige dame, een Van Oord uit Werkendam, maar van al haar decorum was in dat kamertje in Leeuwarden even weinig meer over. En toch is er geen moment geweest waarop ik dichterbij mijn lieve, gelovige oma ben gekomen dan toen en daar.

avondmaal

Afgelopen zondag vierden we avondmaal. In onze kerk staan we dan in een grote kring en ik stond achter Ad en Ina. Brood en wijn gingen rond en Ad gaf haar het stukje brood. Het lichaam van Christus, gebroken voor gebroken mensen. Daarna zette Ad trillend de beker wijn aan Ina’s lippen. Het bloed van Christus, vergoten voor mensen die de weg kwijt zijn. Het ontroerde me. We komen niet tot Jezus omdat we zo verstandig zijn, of omdat we vol geloof zitten. Nee. We komen bij Hem omdat Hij ons uitnodigt. Als mensen die soms helemaal de weg kwijt zijn. En zijn genade is genoeg.

Oud worden is een zegen, maar het vooruitzicht van de dood kan beklemmend zijn. Toen mijn oma op wonderbaarlijke wijze weer een beetje opknapte en haar herinneringen aan het heden weer sterker werden, sprak ik een keer met haar over sterven. Ik kende geen geloviger mens dan de moeder van mijn moeder en zei haar dat het zo mooi was dat ze straks zou thuiskomen in Gods Vaderhuis. ‘Ja jongen’, zei ze, ‘maar de dood is wel mijn laatste vijand. Ik moet nog wel door die Jordaan heen.’ In de laatste jaren in haar eigen omgeving lieten haar gedachten haar steeds vaker in de steek; aan het eind heeft ze geen vijand meer zien aankomen.

waardig sterven

D66 en de NVVE praten over ‘waardig sterven’. Om waardig te kunnen sterven moet je blijkbaar nog aan een aantal criteria voldoen en volgens veel mensen in ieder geval niet dement zijn. Anders wordt het dus ‘onwaardig’. En dat is - wellicht onbewust, maar toch - een ongenadig oordeel over het leven van veel ouderen. Ik geloof dat we verder komen als we beseffen dat ‘onwaardigheid’ in the eye of the beholder is. Een dementerende is zich van geen onwaardigheid bewust, maar de angst dat anderen over een tijdje zo naar je gaan kijken, drijft hen vroegtijdig in handen van de NVVE. Maar in plaats van dat we de dood steeds vaker en steeds sneller als een pil tegen aftakeling gaan beschouwen, moeten we leren weer genadig te kijken naar ouderen in hun zwakheid. Ina staat in de kring en hoort erbij. Mijn oma is me nooit minder dierbaar geworden omdat ze aan het eind niet meer wist wie ik was. Integendeel.

Liefde heeft lief, ook als die ander denkt dat hij of zij die liefde onwaardig is. Liefde zorgt, zoals Ad dat doet. Totdat we aan het eind van onze gezamenlijke wandeling zijn. Totdat we de ander moeten loslaten en in de mist zien verdwijnen, waarachter naar verluidt de Jordaan ligt.