Toespraak Lodewijk Asscher bij Haagsch College - Main contents
Om het populisme te verslaan is meer nodig dan het gevaar van de populisten te benadrukken. Het is nodig de onvrede daadwerkelijk te begrijpen. Het is nodig te laten zien dat verandering mogelijk is door serieuze politiek, door samenwerking, door de trots terug te brengen. Dat zei ik vanavond bij het Haagsch College. Lees hieronder mijn hele speech.
Dames en heren,
“Het voelt alsof we leven in een land zonder luisteraars” zei onze koning tijdens zijn Kersttoespraak. Hij doelde ermee op het gebrek aan luistervermogen in onze samenleving. Dat herken ik. Het lijkt of we tegenwoordig alleen nog maar naar elkaar schreeuwen en niet meer naar elkaar luisteren.
Dat geldt ook voor de politiek. Wat verklaart het populisme? Waar komt de onvrede vandaan? En wat doen we eraan? Communicatie van de overheid gaat vaak over het macrobeeld van Nederland. Alsof we vanaf een satelliet naar de aarde kijken en zien dat het met ons land goed gaat. En als je naar de macrocijfers kijkt gaat het ontzettend goed hier. Veel beter dan een paar jaar geleden. Veel beter dan op veel andere plekken op de wereld.
Kijk maar: Meer banen, minder werklozen, meer vertrouwen.
Toch is de vraag of je nu heel blij bent geworden van deze drie slides. Of je je trots voelt en of je geruster bent over de toekomst van je kinderen? Er zijn andere beelden die veel indringender zijn. Die beelden maken je sceptisch of zelfs boos over het goede nieuws dat je hoort van politici. Deze week had ik het zelf weer. Prachtig, maar als je al een baan hebt doet het je niks, en als je nog geen baan hebt voel je je extra lullig. Onvrede laat zich best vertalen in grafieken, maar beter is het gewoon te vragen waarom iemand boos is
Laten we bijvoorbeeld eens in het hoofd kruipen van een Nederlandse vrachtwagenchauffeur. Een baan voor het leven. Dat dacht je. Maar opeens razen de buitenlandse vrachtwagenchauffeurs je voorbij zodat je je afvraagt hoe lang je zelf nog achter het stuur zit. Je krijgt steeds vaker te maken met Europese regels en rompslomp waarvan je zelf het nut niet inziet. En in naam van de efficiency zijn al je taken minutieus beschreven en aan strikte tijdslimieten gekoppeld. Het kost je allemaal méér tijd. Méér moeite. En terwijl er voor jou steeds meer regels komen, lapt je baas de regels aan zijn laars.
Ga je net als anderen voor veel te weinig geld en voor veel te veel uren achter het stuur zitten? Of trek je je mond open? Opeens zit je in een catch 22. En alle ‘keuzes’ die je hebt, lijken even slecht. Want of je nou ja of nee zegt, of je nou je mond opentrekt op niet. Het maakt niet uit. Je bent sowieso de klos. Kritiek kan je namelijk je baan kosten. En kom dan nog maar eens aan de bak. Terwijl je langer moet doorwerken en moet overleven met een mager pensioentje. De toekomst lijkt somber, niet alleen voor jou, maar vooral ook voor je kinderen.
Ondertussen lijkt je leefwereld steeds sneller te veranderen. Je buurt. Je straat. De voetbalclub waar je je al sinds jongs af aan verbonden mee voelt. Op het journaal zie je bloedige aanslagen, ver weg en dicht bij. Op tv praten ze over economische groei. In Brussel heb je al helemaal geen vertrouwen meer, met achterkamertjespolitiek, geldverspilling en een uitverkoop van Nederlandse waarden.
Ik heb u niets nieuws verteld - er zijn heel veel chauffeurs die dit vertellen. En stukadoors, en schilders. Welke processen zitten er achter?
De eerste is globalisering. Groei van wereldwijde handelsrelaties. Digitalisering. Offshoring. Globale productieketens. Technologisering. Robotisering. Processen waar je als individu geen enkele invloed op hebt, maar de gevolgen ervan wél dagelijks merkt. Waardoor het je soms naar de keel grijpt.
Natuurlijk heeft globalisering gezorgd voor meer welvaart, groei en werk. Zo is de logistieke sector er flink op vooruit gegaan. Meer pakketjes om te bezorgen betekent meer banen. De winst is er vaak alleen voor de mensen die hun zaakjes al goed voor elkaar hebben. De gewone werknemer moet genoegen nemen met steeds minder zekerheid. Liberale politici en economen zijn daar niet eerlijk over geweest. Zij hebben globalisering ‘verkocht’ als een goed beleggingsproduct, een ‘win-win’ voor iedereen, ondanks de risico’s.
Op het eerste gezicht klinkt het natuurlijk goed: méér handel voor exportland Nederland. En goedkopere producten voor de consument. Meer techniek. Meer gemak. Vooruitgang.
Maar laten we kijken naar de échte baten. Inclusief de prijs die we betalen. De verliezers. Welvaart is een abstracte, oncontroleerbare en onmeetbare hoeveelheid. Veel concreter is het verlies van banen voor lageropgeleiden door wereldwijde concurrentie. Het verlies van zekerheid voor de middenklasse. Veel mensen zijn aantoonbaar slechter af.
Onderzoek van de econoom Branko Milanovic laat zien dat tussen 1998-2008 twee groepen niet profiteerden van de globalisering. De armste vijf procent van de wereldbevolking en de lagere middenklassen in de westerse wereld. Dat zie je in deze grafiek. Een olifant met aan de rechterkant een stijgende slurf: steile inkomensgroei van de allerrijksten, de ‘1 procent’.
De grafiek laat zien dat het gros van de inwoners van Westerse landen geen winnaar maar verliezer is. Eens leek the sky the limit. Onze economie groeide en we deelden een rotsvaste overtuiging dat iedereen zou profiteren. Door de groei van welvaart zag je ook een toename van sociale en publieke voorzieningen. Maar nu zijn we in een andere fase beland. Door onze hogere lonen investeren ondernemers liever in andere landen. En steeds meer goedkope buitenlandse aanbieders ruiken hun kansen op onze ontwikkelde markten.
Terwijl de bazen erop vooruitgaan, wordt de toekomst van werknemers steeds onzekerder. Ik heb dit de afgelopen vier jaar vaak aangekaart. Door code oranje af te geven voor de negatieve effecten van vrij werkverkeer binnen de EU. Maar ook door bijvoorbeeld kritisch te kijken naar de mogelijke impact van de komst van robots.
Globalisering is meer dan alleen economie. Globalisering is ook migratie. Je kunt de huidige migratiestromen van een macroperspectief bekijken en concluderen: alles wat beweegt wrijft. Zo is het nu eenmaal. En het komt goed want er is altijd migratie geweest. Maar het is té makkelijk om het daar bij te laten. Die beweging heeft namelijk een directe, concrete impact op individuele levens.
De reële intimidatie van homo’s en vrouwen door onverdraagzame geesten met een bekrompen wereldbeeld in het opvangcentrum die voelt als kanarie in de kolenmijn voor de tolerantie daarbuiten straks. De reële debatten die we sinds kort voeren over zaken als Zwarte Piet en etnisch profileren. En de reële verharding van die debatten. De reële verandering veroorzaakt door een asielzoekerscentrum in jouw buurt.
Migratie heeft een enorme impact. Niet alleen voor de ontvangende samenleving. Ook voor de vluchtelingen die alles hebben opgegeven om hier te komen. En ook voor de 2e en 3e generatie migranten. Zij voelen zich vaak letterlijk ontworteld. Ook zij hebben behoefte aan zekerheid in een onzekere wereld.
Het roept fundamentele vragen op: mag ik nog trots zijn op mijn land? Kunnen we dat allemaal zijn? Hoe controleren we al die veradneringen? Hoe controleren we migratie? Als leider van Nederland, als premier van alle Nederlanders, kun je daarom nooit de zorgen van de ene groep wel en die van de andere groep niet serieus nemen. Want Nederland is van ons allemaal.
Een ander voorbeeld van gebrek aan grip vormt de toenemende invloed van Europa. Europa heeft ons veel goeds gebracht. Welvaart. Werkgelegenheid. Vrede. Samenwerking op grensoverschrijdende problemen. Internationale solidariteit. Die macrovoordelen hebben we alleen niet goed weten te vertalen naar concreet profijt. Veel mensen begrijpen niks van abstracte Brusselse besluiten. Wat ze wel begrijpen is dat wat er misgaat: Bureaucratische rompslomp. Vergaderen in Straatsburg. Zeurderige regeltjes. Zelfverrijking. Europa is symbool geworden voor onrecht waar je als individu niks tegen kunt doen.
Ik vind het niet gek dat mensen weinig fiducie hebben in de aanpak van grote problemen zoals het klimaat of vluchtelingen. De uitvoeringskracht blijft ver achter bij de fraaie woorden. En ik vind het ook niet gek dat ze op de noodrem trappen en nee stemmen. Want wat ze wel hebben gekregen is oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Met steeds meer buitenlandse werknemers die hier wel werken maar niet meebetalen aan onze sociale voorzieningen. Het is een verhaal van verliezers. De Roemeense chauffeur die voor een habbekrats onder slechte omstandigheden veel te lange dagen maakt. En de Hollandse trucker die daardoor zijn baan verliest.
De mondiale processen waar ik het over heb zorgen samen voor een gevaarlijke cocktail. Niet alleen voor de trucker, maar ook voor de juf die van het ene naar het andere nul-uren contract gaat. En de schoonmaker die arbeidsvoorwaarden ziet verdampen. Nederlanders zien die achteruitgang op zich afkomen. Daardoor hebben ook mensen die het relatief goed hebben steeds vaker een diep gevoel van kwetsbaarheid. Men ervaart te weinig grip. Men ervaart te weinig aandacht.
Dan zijn daar de populisten.
Geen cijfers maar simpele beloften
Geen weerbarstige wereld maar een zondebok vlakbij
Geen getut met compromissen maar sterke leiders die orde op zaken stellen
Geen migratiespanning maar Nederland weer van ons.
Maar dames en heren,
Het is een recept voor nieuwe teleurstelling. Nog grotere woede. En een risico voor de fragiele structuur die onze democratische rechtsstaat beschermt. Immers, mensen die bezwaren opperen, met lastige feiten komen of kritische vragen stellen zijn al snel ongewenst.
Rechters bijvoorbeeld. Natuurlijk ook Marokkanen, Turken, moslims, eventueel joden en andere minderheden. Maar ook de pers is een probleem want “te links” en te zeer bezig met feiten.
Toch weten de meeste Nederlanders ook wel: Er is geen zondebok. En we kunnen ook niet terug naar hoe het was. Er bestaat geen aan/uit knop voor globalisering.
Het is het falen van de politiek dat men blijkbaar geen alternatief meer ziet. Maar er zijn genoeg knoppen waar we wél aan kunnen draaien. Om ervoor te zorgen dat iedereen profiteert, en niet alleen ‘the happy few’.
In de tijd dat een nieuwe Amerikaanse president nog een boodschap van hoop en optimisme bracht in plaats van stond te schreeuwen tegen de pers en iedereen die het niet met hem eens is, zei John F. Kennedy: Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country.”
Ik wil deze mooie woorden graag in een andere context plaatsen. De tijden zijn veranderd. En als je kijkt naar de afgelopen jaren, dan zie je dat Nederlanders ontzettend veel gedaan hebben voor hun land. Niet alleen de politiek, maar wij allemaal met elkaar hebben dit land weer uit de crisis geholpen.
Maar nu we die offers hebben gebracht staat ons land er weer beter voor. Nu is er weer volop ruimte om Nederland écht vooruit te brengen. Maar dan zijn wel eerlijkere spelregels nodig. Zodat iedereen er op vooruit gaat. En niet alleen mensen met wie het toch al ontzettend goed gaat.
Hoe zorgen we daarvoor? Hoe kunnen we het onrecht dat mensen ervaren daadwerkelijk verminderen Wat mij betreft nooit door valse beloftes of zondebokpolitiek. Nee, het vraagt om de radicale keuze voor een sterke overheid die burgers bescherming biedt en de ruimte geeft. Een overheid die er staat voor mensen. Een politiek die strijd voor zichtbare en voelbare verandering in hun levens. Hoewel ik het belangrijk vind duidelijk te laten merken waar voor mij de grens tussen goed en kwaad ligt, weet ik ook: Onvrede neem je niet weg door populistische politici zwart te maken. Je neemt onvrede weg door een alternatief te bieden.
Door tegengif te bieden tegen de politiek die nationalisme alleen gebruikt als negatief instrument, om te bepalen wie er allemaal niet bij hoort. Maar ook als alternatief voor de politiek die het verlangen naar gemeenschapszin en eigen identiteit ridiculiseert of verdacht maakt.
Dat tegengif is trots. Inclusieve trots.
Trots die je voelt, uitstraalt en je niet zomaar laat afpakken. Trots die aanstekelijk werkt. Trots die Nederland bindt en sterker maakt.
Dat betekent dat we niet verlegen mogen zijn om duidelijk te maken wat we van nieuwe Nederlanders verwachten om onderdeel van dat trotse Nederland te worden. Daarom heb ik me ingezet voor strenge inburgeringseisen in te voeren die ook gaan over de Nederlandse waarden.
Migratie dient gecontroleerd te zijn zodat we ten alle tijden in staat zijn de behouden wat ons dierbaar is en zodat we vluchtelingen opvangen met oprechte steun van de bevolking
Daarom strijd ik tegen xenofoben, die het met hun platte vooroordelen het voor getalenteerde Nederlanders met wortels elders, verzieken.
Het vraagt om een politiek die er staat voor mensen en vecht voor hun belangen. Die belangen zijn niet dezelfde als die van het grote geld. Het ongebreideld voortzetten van een neoliberale handelsagenda kan écht niet meer. We moeten niet alleen praten over verlagen van importtarieven, maar over het verhogen van welzijn. We moeten streven naar handelsverdragen die bijdragen aan sociale doelen, zoals het uitbannen van armoede. Niet met enkel aandacht voor wie er beter door wordt. Maar met een scherp oog en oplossingen voor wie er door verliest.
Dat vraagt om politiek die zich ook internationaal niet omver laat walsen. Geen allemansvriend die maar ja zegt zodat anderen je aardig vinden. Zo’n houding is funest voor elke vriendschap. Vrienden zeggen elkaar de waarheid. En dat geldt ook voor internationale bondgenoten. Voor Europa.
We moeten stoppen met arbeidsmigratie die alleen bedoeld is om de lonen te drukken. Er zijn nu te veel verliezers. De Brexit-onderhandelingen bieden ons daarbij de kans en de plicht.
De woorden van Kennedy zijn voor mij niet alleen een oproep aan de politiek. We need to ask ourselves what we can do for our country.
Volgens mij voldoen heel veel Nederlanders al aan de oproep van Kennedy. Als vrijwilliger, als mantelzorger. Daarom wil ik de woorden van Kennedy ook aan een andere groep voorleggen. Die 1 procent allerrijksten. De multinationals die worden uitgenodigd voor de jaarlijkse top in Davos en zich de afgelopen week onder het genot van een glaasje champagne druk maakten over het oprukkende populisme en daar mooie en wijze woorden over spraken. En vooral vinden dat de politiek het moet oplossen.
De multinationals en miljonairs spraken in Davos over wereldwijde samenwerking, economische groei, en verantwoord leiderschap. Maar de antwoorden op deze belangrijke vragen worden er vanuit zelfverrijking ingegeven. Multinationals die het belang van gunstige belastingtarieven benadrukken om maar zo min mogelijk belasting te betalen.
In plaats van de groeiende onvrede weg te nemen, doen veel deelnemers precies het tegenovergestelde. Deze Dagobert Ducks van Davos ondermijnen het gezag en de slagkracht van de overheid door via trucs belasting te ontwijken en zichzelf verder te verrijken.
Deze multinationals zien niet in dat ook zij alleen maar kunnen ondernemen dankzij een sterke en dienstverlenende overheid. Het goede ondernemingsklimaat, hoogwaardige arbeidskrachten, allemaal zaken die niet op een presenteerblaadje komen. Allemaal zaken waar een overheid een sterke hand in heeft.
Maar dan moet de overheid wel de mogelijkheid houden om te blijven investeren in mensen. Globalisering is nu een oneerlijk bordspel waarbij multinationals miljarden krijgen als ze langs het startvakje gaan, en de rest niks. Het is tijd voor nieuwe, eerlijkere spelregels, zodat iedereen kan winnen.
Ik ben dan ook trots op Jeroen Dijsselbloem die afgelopen week in Davos, in het hol van de leeuw, een krachtige oproep deed aan de multinationals om zich gewoon netjes aan de regels te houden. Om hun mooie woorden over verantwoordelijkheid nu eindelijk gepaard te laten gaan met een fatsoenlijke bijdrage aan een rechtvaardige samenleving.
'Als u en ik belasting betalen, dan ook de grote bedrijven', zegt @LodewijkA bij @HaagschCollege. pic.twitter.com/Ar2u1WiZTC
— Partij van de Arbeid (@PvdA) 23 januari 2017