Melkveehouderij vraagt stabiel overheidsbeleid - Main contents
De kernboodschap van Rik Lagendijk tijdens het CDA-werkbezoek in Baarschot is duidelijk “Veranderingen, zoals door de extra eisen voor fosfaat maken het ondernemen moeilijk. Alleen bij stabiel overheidsbeleid krijgen innovaties, zoals op dit bedrijf echt de ruimte”. De nieuwe stal van de familie Lagendijk aan de Toekomstweg is in 2014 gebouwd met de verwachting te kunnen groeien. Stijn Steenbakkers (CDA-kandidaat voor de Tweede Kamer) en Lambert van Nistelrooij (lid Europees Parlement) lieten zich informeren over het ondernemen op het platteland.
De delegatie van het CDA Hilvarenbeek zag op donderdag 23 februari de melkrobots in bedrijf en kreeg toelichting op de kansen voor de melkveehouderij, nu de Europese quota zijn afgeschaft. Nederland is een belangrijke exporteur van melkproducten. Lagendijk levert zijn melk aan FrieslandCampina, die over een wereldwijde afzetmarkt beschikt. De stal levert een grote bijdrage aan het terugbrengen van amoniak, fijnstof en geur. Ook de luchtwasser draagt hiertoe bij. Het gebruik van houtsnippers is bijzonder te noemen.
Steenbakkers: “De nieuwe stal van Rik Lagendijk heeft alom steun gekregen. De provincie Brabant heeft goedkeuring gegeven aan de diervriendelijke huisvesting in deze vrijloopstal. Brabant heeft twee pilots toegekend, waaronder één in de gemeente Hilvarenbeek. Ook Staatssecretaris Van Dam heeft de stal begin 2016 bezocht. Later bleek dat hij zijn zaakjes niet rond had en zijn huiswerk moest overdoen. De deskundigheid bij het Ministerie van Economische Zaken blijft achter. Daarom pleit ik van in ere herstellen van het Ministerie van Landbouw, onder de naam Landbouw, Natuur en Voedsel”.
Inmiddels is de vierde generatie Lagendijk aan zet. Ook Lagendijk senior is er bij en laat merken dat hij de innovaties ondersteunt. “Het is goed voor de dieren. Je ziet het hier, er is meer licht en meer loopruimte voor de dieren. Je merkt het ook: de dieren worden hier ouder dan gemiddeld in den lande het geval is”. “Een mooi voorbeeld van agrarische familiebedrijven, die onze steun verdienen”, zo sluit Steenbakkers af.