CDA: werk maken van terugkeer, maar meer nodig - Main contents
Te weinig uitgeprocedeerde asielzoekers keren ook daadwerkelijk terug naar het land van herkomst. De Europese Commissie is nu van plan om dit jaar 200 miljoen euro extra uit te trekken om de lidstaten te helpen bij het organiseren van terugkeervluchten. Het percentage terugkeerders ligt laag: in 2015 slechts 36,4%, in 2014 36,6%. “Terugkeer is de achilleshiel van het Europese beleid,” aldus Jeroen Lenaers, CDA woordvoerder EU asiel- en migratie. “Wanneer slechts 40% van de uitgeprocedeerde daadwerkelijk vertrekt, dan betekent het dat 60% zich niks aantrekt van onze regels, processen en wetten en gewoon hier blijft. Dit voorstel is goed maar het is de vraag of extra geld het verschil gaat maken.”
De problemen rondom terugkeer zijn complex: uitgeprocedeerde asielzoekers moeten ten eerste traceerbaar zijn, ze moeten reisdocumenten krijgen en deze moeten geaccepteerd worden door het land van herkomst, de reis moet georganiseerd worden en er moet gekeken worden hoe de desbetreffende persoon vervolgens opgevangen wordt. “Geld, reispapieren, terugkeervluchten, allemaal belangrijk en essentiële stappen in het proces, maar het gaat erom dat Afrikaanse landen hun eigen burgers ook accepteren en juist daar moet meer op ingezet worden. Voor sommige Afrikaanse landen geldt een terugkeerpercentage van onder 15%!”
Daarom is het cruciale element in het terugkeerbeleid het sluiten van akkoorden met Afrikaanse landen over de effectieve terugkeer van hun eigen burgers. “Lidstaten moeten hierop de Commissie volledig steunen en het mandaat geven om akkoorden op het gebied van investering, handel en ontwikkelingssamenwerking politieker in te kunnen zetten, alleen zo kunnen resultaten geboekt worden,” aldus Jeroen Lenaers. “De wortel moet met de stok gepaard gaan. Steun en toegang tot de Europese markt voorwaardelijk maken waar nodig maar ook meer doen voor landen ook echt meewerken. Met de enorme bevolkingsgroei in Afrika de komende decennia is het in ons belang om een bijdrage te leveren aan de aanpak van structurele problemen ter plaatse.”