Ineens flitst het door me heen: Waarom doe ik dit? (column ND) - Main contents
‘Zo!’, riep ze en ze sloeg haar handen voor haar mond. De levensgrote verkiezingsposter van de ChristenUnie langs de A1 bezorgde mijn jongste dochter een mengeling van schrik en vrolijkheid.
Het niet te missen enorme hoofd van haar vader bezorgde mijzelf vooral ongemak. Ik weet het, iemand moet daar hangen, maar het is lichtelijk bevreemdend als je het zelf bent. Alsof dat grote hoofd losgezongen is van de oorspronkelijke eigenaar.
levensgroot
Het is zo´n moment waarop ik altijd weer even terug ga naar het begin. Zoals ik dat ook deed vlak voordat ik op moest bij het laatste partijcongres om er m´n speech te houden. Zo´n spannend moment waarop het door je hoofd flitst: waarom doe ik dit? In een paar seconden herinnerde ik me hoe ik in Egypte, aan de vooravond van ons vertrek daar, met Ramez Atallah sprak over m´n toekomst. Ramez is de wijze, visionaire directeur van het Egyptisch Bijbelgenootschap en ik vertelde hem dat ik me geroepen voelde om de politiek weer in te gaan. ‘Juist daar zijn ambassadeurs van Christus nodig’, zei hij me tien jaar geleden. De herinnering aan dat gesprek toen helpt me nu om over mezelf heen te stappen. Om uit de grond van m’n hart een speech te houden en om inmiddels schouderophalend langs die levensgrote poster te rijden. Dit draait niet om mij, maar om een veel hogere missie.
Anders zijn er nog wel anderen die mij mezelf doen vergeten. Zoals de ogen van dat ene Ghanese slachtoffer van gedwongen prostitutie die ik in Leeuwarden ontmoette. Ze was geronseld en naar Nederland gebracht zoals er ten tijde van de slavernij duizenden Ghanezen verhandeld zijn. Ik was te gast bij een groep Afrikaanse vrouwen die uit de handen van mensenhandelaren waren bevrijd. Waar andere vrouwen hun levenslust terug hadden, zat deze ene vrouw uitdrukkingsloos op haar stoel. Zwijgend. Kapot, lichamelijk en geestelijk. Het licht was uit haar ogen verdwenen. Vanwege haar zet ik me in voor nieuwe wetgeving tegen gedwongen prostitutie.
Of neem die mail van die voorganger. Vanwege de gezondheid van zijn vrouw zijn ze niet langer tweeverdieners (beiden 0,4 fte), maar wordt hij eenverdiener. Hij werkt per saldo exact hetzelfde aantal uren (0,8 fte) en verdient net zoveel als ze vroeger samen verdienden, maar hij moet zoveel extra belasting gaan betalen dat ze er 460 euro op achteruitgaan. Zo bizar en zo onrechtvaardig. Die mail moedigt mij aan om op te komen voor gezinnen en ervoor te knokken dat ze meer ademruimte krijgen en werk en zorg voor elkaar beter kunnen combineren.
Arjen Lubach
Of neem het stevige debat dat ik vorige week had met Arjen Lubach. In een volle Pieterskerk plaatste hij eerst het geloof in de God van Abraham, Izaäk en Jacob en de eeuwenoude traditie van theologie, liturgie, kathedralen en huiskerken op het niveau van geloof in elfjes en het spaghettimonster. En vervolgens vond hij dat dat geloof privé moest blijven en sprak hij zich uit tegen christelijk onderwijs. En tegen subsidie voor organisaties als het Leger des Heils. Het motiveert me om te blijven strijden voor ruimte voor onze verschillen, voor de vrijheid om te geloven en om niet te geloven. En de vrijheid om, binnen de grenzen van de wet en in alle openbaarheid, je hart te laten spreken. Het is de vrijheid die God zelf aan ons geeft in het evangelie en waarvoor ik tot in mijn botten gemotiveerd ben om die hoog te houden.
Of neem mijn drie dochters en hun generatiegenoten. We zijn het aan hen, Groningen, de schepping en de Schepper verplicht om af te kicken van onze verslaving aan fossiele brandstof. Ik wil als een rentmeester een leefbare wereld aan hen doorgeven. Ik gun Groningen een toekomst zonder aardbevingen en met veiligheid. En ik wil liever vandaag dan morgen nog af van olie uit het Midden-Oosten waarmee ook zoveel onvrijheid en onheil is gefinancierd.
Dat grote hoofd op die poster is maar bijzaak.