Laat Amsterdam de eerste stad zijn met chauffeurloze auto’s - Main contents
Het jaar 2015 was het jaar waar Marty McFly heen reisde in Back to the future II, de film die in 1989 duidelijk maakte hoe ons leven er drie decennia later uit zou zien. De voorspellingen waren zeker niet slecht. In de film was een onbemand vliegtuigje (drone!) te zien, zij het ingezet om een hond uit te laten. McFly was aan het skypen met zijn baas en zijn zoon keek televisie op een platte beeldbuis. De identiteit van Marty’s vrouw kon snel worden vastgesteld door een vingerafdruk te matchen met een database. Vier uitvindingen die in 1989 nog ver weg leken.
Op één punt zat het 2015 van Back to the future goed fout. We hebben geen vliegende auto’s die verticaal kunnen landen, zoals in de film. Autorijden is nog fundamenteel hetzelfde als in 1989. Gelukkig gaat ook dat snel veranderen. In die ontwikkeling moet Amsterdam vooroplopen.
Ooit zal de ‘zelfrijdende auto’ een ouderwetse term zijn, zoals we honderd jaar terug naar een auto refereerden als de ‘paardloze koets’. En dat is al dichterbij dan we denken. Binnen twee jaar zullen de elektrische auto’s van Tesla al hele ritten kunnen maken zonder dat de chauffeur stuur of gaspedaal heeft aangeraakt. Daimler gaat in mei beginnen met het testen van chauffeurloze vrachtwagens op de openbare weg. Binnen tien jaar zullen de eerste grote projecten voor zelfrijdende deelauto’s op gang komen, die de taxi’s gaan vervangen. Over twintig jaar weten onze kinderen niet beter: instappen en een chauffeurloze auto brengt je van deur tot deur.
Voor onze stad - gebouwd voor paard en wagen - is de opkomst van de auto altijd een lastige kwestie geweest. De ontwikkeling van elektrische, zelfrijdende auto’s biedt voor Amsterdam dan ook een enorme kans. Het mooiste nieuws voor Amsterdam is namelijk niet alleen dat deze zelfrijdende auto door zijn elektrische motor geen uitstoot geeft, maar dat het ook vooral een deelauto zal worden.
Voor de meeste mensen zal het delen van zelfrijdende auto’s veel aantrekkelijker worden dan het bezitten van een auto, echte liefhebbers en professionele veelgebruikers misschien uitgezonderd. Het wordt ook veel makkelijker: de auto die je voor laat rijden is op een werkdag een auto met een bureau om aan te werken en in het weekend één om zes kinderen naar een uitwedstrijd te kunnen brengen. Onderhoud, verzekering en opladen regelt de verhuurder. Niet alleen deelautoaanbieders als Greenwheels en Car2Go, maar ook taxivernieuwer Uber zijn al bezig met zulke businessmodellen. Die ontwikkeling raakt door zelfrijdende auto’s in een stroomversnelling.
Computerwetenschapper en robotontwerper Sebastian Thrun van Stanford University schat in dat we uiteindelijk maar liefst zeventig procent minder auto’s nodig hebben. Dat zou een geweldige impact hebben op Amsterdam. Huidige auto’s staan gemiddeld 23 uur per dag stil op een schaars stuk grond. Toekomstige elektrische deelauto’s worden overdag constant gebruikt, door verschillende mensen. Doordat er straks veel minder auto’s in bezit zijn, kunnen we vrijwel alle parkeerplaatsen op straat opheffen. We hebben meer dan genoeg aan de bestaande parkeergarages in en rond de stad. De gemeente moet hier nu al rekening mee gaan houden. Door bij het inrichten van de openbare ruimte bijvoorbeeld te kiezen voor flexibele parkeerplaatsen. Want de parkeerplekken in buurten die we nu bouwen zullen tijdelijk zijn.
Voor parkeergarages geldt hetzelfde. Geen stad in Europa kan zo veel profijt hebben als Amsterdam van deze hybride vorm van particulier en openbaar vervoer, dus laten we ervoor kiezen voorop te lopen bij deze ontwikkeling, door vroegtijdig de samenwerking aan te gaan met de bedrijven die zich daarop richten. Laat Amsterdam die technologische gidsstad zijn.