Een alternatief voor de 'war on sex' - Main contents
Project 1012 is in volle gang de gemeente Amsterdam heeft ruim
100 ramen in het Wallengebied gekocht en deels omgebouwd tot modeatelier. Wethouder Asscher wil nu doorpakken en ook de prostitutieramen in het Singelgebied opkopen. Volgens Ivar Manuel en Jan Paternotte is het tijd voor een alternatief voor de war on sex Raamprostitutie moet blijven, de gemeente moet gaan samenwerken met de raamexploitanten en een prostituee zou minstens 21 jaar oud moeten zijn. Lees hier het artikel van D66-fractievoorzitter Ivar Manuel en duo-raadslid Jan Paternotte, dat afgelopen zaterdag in Het Parool verscheen.
Een blanco cheque. Dat wilde wethouder Lodewijk Asscher afgelopen voorjaar om het project 1012 uit te kunnen voeren. De enige tegenstand in de gemeenteraad kwam van D66 en werd door Asscher gekwalificeerd als ‘ultraliberale dwaallichten die voor mensenhandel zijn’. Nu de stadsbestuurder wil doorpakken en ook het Singelgebied wil ontdoen van haar prostituees krijgt Asscher plotseling meer tegenstand. Terecht, want met het sluiten van ramen bestrijd je geen vrouwenhandel. Tijdens een expertmeeting van de gemeente bleek onlangs dat de grootste problemen zich in de escortsector voordoen en dat daar bijna niets over bekend is, laat staan dat er iets aan gedaan wordt. Ondertussen is totaal onbekend wat er gebeurd is met de vrouwen die vroeger op de Wallen stonden, en nu geen raam meer hebben.
Het is tijd voor een praktisch alternatief voor Asscher’s war on sex. Wat D66 betreft moet de Amsterdamse binnenstad geen museum worden, maar wel een opknapbeurt krijgen. En het belangrijkste: prostitutie moet niet worden weggedrukt, maar wel beter gecontroleerd.
Het Damrak is momenteel één van de lelijkste straten van Amsterdam: vol met rotzooi, verblindende neonreclame en een bedwelmende fastfoodgeur. Jammer, want voor veel bezoekers van de stad is het Damrak de entree naar het centrum. Een grondige aanpak van de openbare ruimte en de functies in de op zichzelf fraaie gevelwand zou al een wereld van verschil betekenen.
Het Wallengebied is nu al een stuk mooier, maar ligt niet op de wandelroutes van de meeste mensen die ‘Oud Amsterdam’ willen zien. De prostitutieramen van de Wallen moeten geconcentreerd worden in twee kerngebieden, zonder pesterige modeateliers. Door verder een groot deel van de seksshops, coffeeshops en belwinkels te vervangen door een gevarieerd aanbod aan detailhandel worden de Wallen weer leuk voor wie Oud Amsterdam wil zien: monumentale panden langs de 17e eeuwse grachten - met een stout Amsterdams sausje.
Dat raamprostitutie daarbij hoort, vindt niet alleen D66. Uit een onderzoek van O&S bleek eerder dit jaar dat 70% van de Amsterdammers raamprostitutie wil behouden. Zaak is om er verstandig en pragmatisch mee om te gaan: raamprostitutie domweg verbieden of wegdrukken werkt niet. Dat zeggen ook de experts.
Wat moet er dan wel gebeuren? Allereerst moet serieus overwogen worden om de leeftijdsgrens voor prostituees te verhogen naar 21 jaar. De meeste vrouwen op de Wallen en in de escort beginnen rond hun 18de. Eerder dus dan veel andere meisjes beginnen met werken of studeren. Voor de Oost-Europese vrouwen is de reden daarvoor simpel en triest: de familie en zijzelf hebben het geld hard nodig. Zij verlaten daardoor al heel jong het eigen dorp. Korte tijd later staan ze hier achter het raam, in een bordeel of in de escort. Door de leeftijdsgrens op 21 jaar te leggen krijgen deze meisjes de kans om iets volwassener te worden, maken zij misschien eerst nog een opleiding af of doen ander werk waardoor zij bewuster de keus voor prostitutie kunnen maken.
Stap twee is meer controle. Ondanks de harde woorden van wethouder Asscher neemt de Amsterdamse recherche zelden de moeite om escortbedrijven en bordelen écht te controleren. Weliswaar wordt driftig onderzoek gedaan naar witwaspraktijken, maar ondertussen worden in de krant escortvrouwen voor bodemprijzen aangeboden. Een simpel rekensommetje leert dat voor een redelijk salaris en gewone onkosten een uurtje escort niet voor minder dan 125 Euro kan worden aangeboden. Toch gebeurt dat in Amsterdam, soms voor slechts 70 of 80 Euro per uur. De eerste stap zou moeten zijn om al die bedrijven een bezoekje te brengen.
Tenslotte moet de vrede getekend worden met de ondernemers op de Wallen. Door de war on sex is het onderlinge wantrouwen groot, de raamexploitanten vrezen voor hun positie. Wat D66 betreft sluit de gemeente daarom een convenant met alle goedwillende raamexploitanten, en garanderen wij samenwerking bij het bestrijden van vrouwenhandel en andere misstanden. Het kaf wordt van het koren gescheiden. Zodra de ondernemers op de Wallen weten dat de gemeente hen niet langer koste wat kost weg wil werken, kan de samenwerking leiden tot een informatiestroom die het werk van de politie veel gemakkelijker maakt.
De huidige aanpak van het Amsterdamse stadsbestuur gooit raamverhuurders op één hoop met pooiers, witwassers en vrouwenhandelaren. De gemeente drukt daar vervolgens het stempel crimineel dan wel ‘criminogeen’ op. Dat is geen basis voor samenwerking en roept weerstanden op die de gewenste ontwikkeling belemmeren. Beleid dat moraliseert en stigmatiseert past niet bij Amsterdam. En prostitutie, noch de misstanden in de prostitutie, verdwijnen door de ramen te sluiten. Daarom moet Amsterdam met realisme en open vizier het project 1012 ter hand nemen. Zodat we de positie van de vrouwen echt kunnen verbeteren en waarborgen. Of om met Barack Obama te spreken: Sex we can believe in.