Donkere droom (column ND) - Main contents
In 1994 studeerde ik af in Leiden. Na dat heugelijke moment had ik nog jarenlang af en toe een gekke, nare droom. In die droom kwam ik met mijn tentamenbriefjes bij de vakgroep en werd er mij verteld dat ik niet kon afstuderen omdat ik het vak statistiek niet had gehaald. Het was een vak dat ik eindeloos had uitgesteld, maar vlak voor mijn afstuderen wel had gehaald. En gezien mijn nachtelijke dromen zat de schrik voor dat vak en voor het niet kunnen afstuderen er blijkbaar diep in.
Ik sluit niet uit dat er na vorige week een nieuwe, donkere droom voor in de plaats komt. Een droom waarin ik op het Binnenhof wordt ontboden en iemand mij zou vragen een rondje rond de Hofvijver te rennen. En als ik dan vervolgens bezweet weer op het Binnenhof arriveer, zou ik te horen krijgen: 'Je rende tegen de klok in en had met de klok mee moeten rennen….'
Alexander Pechtold
De huidige formatie zit vast omdat partijen elkaar blokkeren. De SP wil niet met de VVD, bijna niemand wil met de PVV, de PvdA past een ronde en D66 wil inmiddels niet meer met de ChristenUnie. Op die laatste vaststelling zou ik bitter kunnen reageren. Ik kan ook niet ontkennen dat het gesprek met Alexander Pechtold van een week geleden een teleurstellende ervaring was. Op tal van - soms zeer gevoelige - onderwerpen werd mij gevraagd om eigen standpunten op te geven. En daarmee werd mij - nog voor de onderhandelingen met de vier partijen waren begonnen - al het onmogelijke gevraagd. Maar ik wil niet bitter reageren, omdat bitterheid een onvruchtbare, destructieve emotie is. En omdat ik het belang van het land zou veronachtzamen en afbreuk zou doen aan de eerzame, constructieve traditie van mijn partij. Dat was ook de reden waarom ik daar in de Stadhouderskamer wel het gesprek was aangegaan.
Ik moest deze dagen, met mijn soms zeer gemengde gevoelens, terugdenken aan de afscheidsbrief van oud-collega Diederik Samsom. Hij herinnerde ons in die brief aan het Lenteakkoord van 2012 waarbij de PvdA destijds langs de kant bleef staan terwijl andere partijen, zoals D66 en de ChristenUnie, wel gingen samenwerken. Hij leerde toen, zo schreef hij in december van afgelopen jaar, wat er van politici wordt gevraagd. Het is volgens Samsom 'het vermogen om een eindje met elkaar op te lopen, om ook een deel van elkaars gelijk te accepteren, om taboes te slechten en om grenzen tussen coalitie en oppositie te doorbreken. Om het eigen electoraal belang ondergeschikt te maken aan het algemeen belang.'
Kracht van het compromis
Samsom schreef deze woorden na een verloren lijsttrekkersverkiezing en nog voordat de PvdA electoraal zwaar zou worden gestraft voor de compromissen die ze hebben gesloten. Hij erkende dan ook dat in de politiek meer nodig is dan goede resultaten boeken. Politiek gaat ook om vervoering, inspiratie, hoop. En Samsom schreef dat hij daarin tekort was geschoten. 'Het is me onvoldoende gelukt om mensen te winnen voor de kracht van het compromis, voor de schoonheid van naar elkaar luisteren in plaats van tegen elkaar schreeuwen en voor de belofte van met elkaar samenwerken in plaats van elkaar naar het leven staan.'
En toch. Met zijn laatste woorden in de Tweede Kamer moedigde Samsom ons allen en dus ook mij aan het te blijven proberen. 'Blijf elkaar zoeken. Blijf elkaar vinden. In het belang van de toekomst.' Zijn woorden maakten toen in december vorig jaar indruk op me en ik kan ze nu moeilijk naast me neer leggen. Het is waar, als D66 in mijn perceptie van ons het onmogelijke vraagt, dan houdt die samenwerking even op. Het is ons en dus ook mij niet gelukt elkaar wel te vinden. Maar dat doet niets af aan de wil om een rechte rug te houden en daarbij de hand naar anderen uit te steken.
Voor zover ik al over politiek zou willen dromen, dan niet over heilloze polarisatie, maar over hoopvolle samenwerking. Diederik Samsom vroeg me het te blijven proberen. Ik geef hem vandaag mijn jawoord.