Antwoord op vragen over verbieden stille tocht in verband met Hamas-conferentie - Main contents
Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Voordewind en Segers (beiden ChristenUnie), Knops (CDA), Ten Broeke (VVD), Bosma (PVV) en Van der Staaij (SGP) over de verboden stille tocht van Christenen voor Israël in Rotterdam (ingediend 18 april 2017.
Vraag 1
Kunt u aangeven waarom de stille tocht van Christenen voor Israel vandaag in Rotterdam door B&W is verboden?
Vraag 2
Hoe verklaart u dat de veiligheid van 150 wandelaars niet gegarandeerd kon worden, terwijl er voor een PRC-congres met sprekers met connecties met de terroristische Hamas, deze inspanning wel geleverd kon worden?
Vraag 3
Kunt u aangeven waarom er geen rekening is gehouden met de wens van de organisator CvI om een stille en vreedzame wandeling te houden, zodat de joodse Rotterdammers (vanwege de sabbath is het hen niet toegestaan te demonstreren, maar wel een stille wandeling te maken) ook in staat zouden zijn om mee te lopen?
Antwoord op vraag 1, 2 en 3
De handhaving van de openbare orde in Rotterdam is de verantwoordelijkheid van de burgemeester van Rotterdam. Hij legt daarover verantwoording af aan de gemeenteraad. Overigens heeft de organisatie uiteindelijk zelf besloten af te zien van een stille tocht.
Vraag 4
Kunt u aangeven en nagaan waarom er tijdens de Turkse demonstraties in Rotterdam zoals oa 16 juli vorig jaar wel voldoende politie-capaciteit wel beschikbaar was?
Vraag 5
Bent u bereid de volgende keer dat een soortgelijke situatie zich voordoet, er zorg voor te dragen dat wel voldoende politie-capaciteit beschikbaar gesteld wordt uiteraard in samenwerking met de betreffende burgemeester?
Antwoord op vraag 4 en 5
Het handhaven van de openbare orde is de verantwoordelijkheid van de burgemeester. De burgemeester van Rotterdam heeft bij de genoemde manifestaties in nauw overleg met de politie een afweging gemaakt over de wijze waarop de openbare orde het beste kon worden gehandhaafd. Op basis van de door de burgemeester gemaakte afweging, heeft de organisatie besloten de tocht niet door te laten gaan. In soortgelijke toekomstige situaties zal een burgemeester ook steeds in overleg met de politie bezien op welke wijze de openbare orde het meest adequaat kan worden gehandhaafd. Ik zal niet treden in de bevoegdheden van burgemeesters.