Debat overnames: bedrijven niet op achterstand zetten - Main contents
Door berichtgeving over de mogelijke overname van Akzo Nobel debatteerde de Kamer over nieuwe beschermingsmaatregelen. Het is niet gek dat we beschermingsdrang voelen als Nederlandse bedrijven ten prooi dreigen te vallen aan een vijandige overname. Maar het is juist in het belang van die bedrijven en de mensen die er werken om die neiging te onderdrukken. Door beursgenoteerde bedrijven nog meer te beschermen dan we nu al doen, bijvoorbeeld met een ‘bedenktijd’ van een jaar, verwakken we onze bedrijven. Lees hier de bijdrage van Aukje de Vries bij dat debat.
Bijdrage Aukje de Vries in het debat over bedrijfsovernames
We zijn, terecht, ontzettend trots op onze bedrijven. Om die bedrijven voor ons land te kunnen behouden en hier te laten floreren, zet de VVD zich sinds jaar en dag in voor een goed vestigings- en investeringsklimaat. Een bijzondere combinatie van topmannen uit het bedrijfsleven en politici willen dat we onze bedrijven nu extra gaan beschermen.
Natuurlijk verdienen onze bedrijven bescherming! Maar die hebben ze al! Via preferente beschermingsaandelen, prioriteitsaandelen, certificaten van aandelen of een bevriende controlerend aandeelhouder. Slechts enkele beursgenoteerde bedrijven hebben niet zo’n vorm van bescherming. Maar er is meer. In de Corporate Governance Code staat een responstijd van 180 dagen, 6 maanden. En dan is er is nog de Ondernemingskamer waar een bedrijf terecht kan. Dus waarom nog extra beschermingsmaatregelen? Kan de minister aangeven wanneer de laatste vijandige bedrijfsovername was in Nederland? Voor welk probleem is het eigenlijk een oplossing? En is het middel niet gewoon erger dan de kwaal?
De belangrijkste vorm van bescherming is sowieso een gezonde en overtuigende bedrijfsstrategie. Beschermingsmaatregelen mogen daarvoor nooit een vervanging zijn. Extra bescherming kan wel gemakzucht in de hand werken. Het beschermt niet zozeer het bedrijf, maar de Raad van Bestuur.
Extra beschermingsmaatregelen gaan ook ten koste van ons vestigings- en investeringsklimaat. De Financial Times berichtte zelfs al over de weerstand van lange termijn investeerders. Wij hebben ook heel veel brieven gekregen. Ook de pensioenfondsen zien de maatregel niet zitten, het is niet goed voor het pensioen van de deelnemers. Hoe weegt de minister die reacties? Die investeringen hebben we toch bikkelhard nodig in Nederland? Evenals het rendement voor de deelnemers in pensioenfondsen? Is er een impact-assessment gedaan, en is het kabinet bereid die te doen?
Het Kabinet heeft aangegeven dat ze “neigt” naar de maatregel van 1 jaar bedenktijd. Wat wordt daar precies mee bedoeld? Waarvan is het afhankelijk dat er straks wel of niet definitief gekozen wordt voor zo’n maatregel?
Het is helder, de VVD is tegen de extra bescherming door een bedenktijd van een jaar. Nog wel een paar vragen daarover. Hoe moet die maatregel gezien worden tot de overnamerichtlijn die geldt? Is het voorstel niet in strijd met EU-regelgeving? Hoe is dat juridisch gecheckt? En wat moet een bedrijf doen in dat jaar?
Vitale infrastructuur
Nederland moet zichzelf, met dit soort generieke beschermingsmaatregelen, niet op achterstand zetten. Wat we wél moeten doen, is ons doelgericht verdedigen waar het gaat om infrastructuur die kritiek is voor de nationale veiligheid. Niemand wil dat het Netherlands Armed Forces Integrated Network van KPN in bijvoorbeeld Russische of Chinese handen komt. Dat moet je goed en precies regelen. Die groep bedrijven kan en moet je wel klein houden én snel zekerheid en duidelijkheid bieden. Het gaat dan dus niet om bijvoorbeeld pindakaas of verf. Wat zijn de plannen en wat is de planning van het Kabinet?
Gelijk en eerlijk speelveld
Onze bedrijven moeten het Britse ICI en British Gas over kunnen nemen, dat vinden we normaal. Dan moet je andersom ook niet direct piepen. Wat we als VVD echter niet willen is dat staatsgesteunde bedrijven of staatsbedrijven uit bijvoorbeeld China hier makkelijk bedrijven kunnen overnemen. Terwijl onze bedrijven in deze landen geen kansen of niet dezelfde kansen krijgen.
Hoe wordt daaraan gewerkt in de EU? Het moet zeker niet leiden tot protectionisme, zoals de Franse methode van Macron lijkt te zijn, maar het moet wel leiden tot gelijke en eerlijke kansen voor onze bedrijven, hier én in die andere landen.
Tot slot
Laten we zorgen voor een goed investerings- en vestigingsklimaat. Laten we doen wat nodig is om de kritieke infrastructuur in het belang van de nationale veiligheid te beschermen. Én laten we zorgen voor een gelijk en eerlijk speelveld. Maar laten we vooral niet met overdreven stevige, extra generieke beschermingsmaatregelen, onze eigen bedrijven op achterstand zetten en uiteindelijk verzwakken. Dat is uiteindelijk niet goed voor Nederlandse banen.