Schriftelijk overleg over ACM-boetebesluit NS

Source: A. (Aukje) de Vries i, published on Wednesday, September 6 2017, column.

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) legde de NS eind juni een boete op voor de rol bij de Limburgse aanbesteding van het regionaal treinvervoer. Marktmisbruik kan niet door de beugel en moet wat de VVD betreft hard worden aangepakt. In het schriftelijk overleg over het ACM-boetebesluit heeft de VVD nog een aantal vragen en opmerkingen.

Inbreng schriftelijk overleg van het lid Aukje de Vries (VVD) ten van het ACM - boetebesluit NS (activiteitennummer 2017A02418)

De leden van de VVD-fractie lezen dat de minister het besluit van de NS steunt om bezwaar aan te tekenen tegen het ACM-boetebesluit. Waarom heeft de Minister in de brief van 29 juni 2017 over het ACM-boetebesluit uitgesproken het besluit van NS te steunen om bezwaar aan te tekenen, aangezien het gebruikelijk is dat de politiek zich niet mengt in nog lopende juridische of bezwaarprocedures?

In de stukken van de ACM staat te lezen dat het ministerie van Financiën regelmatig actief betrokken is bij deze aanbesteding door de NS. In hoeverre heeft het ministerie of de minister als aandeelhouder ingestemd met het bod voor de aanbesteding van de concessie Limburg? Waarom wel of niet? Wat zijn de exacte regels c.q. afspraken voor het instemmen van de aandeelhouder bij dit type investeringen bij de NS? Als volgens de regels niet hoefde te worden ingestemd, waarom was er dan in dit hele traject wel overleg en actieve bemoeienis vanuit het ministerie met deze investering?

De leden van de VVD-fractie constateren dat er actieve bemoeienis vanuit het ministerie van Financiën was bij de aanbesteding. Waarom is, gegeven de actieve bemoeienis, en het feit dat men bekend was met een aantal zaken rondom de investering, geen standpunt ingenomen toen bleek dat die zaken niet in overeenstemming waren met de eerder gemaakte afspraken?

Bij de NS geldt bij investeringen dat het rendement minstens gelijk moet zijn aan de berekende gemiddelde kosten voor kapitaal (WACC). De lagere WACC (de berekende gemiddelde kosten voor kapitaal) is in dit geval ook met de aandeelhouder gedeeld. In hoeverre heeft de aandeelhouder daarmee ingestemd dan wel een oordeel over (gegeven)? Waarom wel of niet?

In de afgelopen jaren is er regelmatig discussie geweest over de zogenaamde Ierse route van de NS voor de lease van materieel. De Minister heeft eerder aangegeven de Ierse route voor de lease van materieel om belastingredenen niet wenselijk te vinden voor de NS, in ieder geval voor de Nederlandse activiteiten, en dat dit wordt afgebouwd. Waarom is de minister dan niet voor deze optie gaan liggen die wel in het bod voor de concessie Limburg is opgenomen? In hoeverre heeft de Minister als aandeelhouder ingestemd met het benutten van de Ierse belastingroute in dit bod?

De leden van de VVD-fractie lezen in het Jaarverslag beheer staatsdeelnemingen dat het rendement op eigen vermogen van de NS in 2015 slechts 3,6% was, terwijl het normrendement tussen de 6% en 8% moet liggen. In hoeverre vindt de Minister het wenselijk dat er in zo’n situatie blijkbaar biedingen worden gedaan die onder het normrendement liggen?

De NS heeft voor de aanbesteding voor de concessie Limburg ingeschreven via de buitenlandse dochter Abellio in plaats van via de NS zelf. Welke gevolgen c.q. voordelen heeft dit gehad? Met name ook voor de biedingsprijs. Welke invloed heeft dit op het bod gehad?

De VVD is altijd kritisch geweest over de activistische aandeelhoudersrol van deze Minister. Ook in dit proces heeft de Minister zich opgesteld als een uitermate activistische aandeelhouder. Hoe beoordeelt de minister achteraf gezien de rol van het ministerie van Financiën als aandeelhouder van NS bij het bod voor de aanbesteding van de concessie Limburg? In hoeverre is deze rol gelet op de gang van zaken bij deze bieding, een normale en wenselijke voor een aandeelhouder? Wat zou de Minister achteraf gezien anders doen dan wel wat gaat de Minister in de toekomst anders doen?

Herinnert u de uitspraken in de brief van 9 juli 2014 over kruissubsidiëring in relatie tot NS: “Evenwel hecht ik er belang aan om ook voor de toekomst de mogelijkheid van kruissubsidiëring uit te sluiten. Daarom zal ik, in het belang van een gelijk speelveld en conform de uitkomsten van het onderzoek, de NS Groep en diens (klein)dochters er ook in de toekomst aan blijven houden dat het alle internationale normen en Europese regels naleeft opdat eerlijke concurrentie bij openbare aanbestedingen gewaarborgd is.” Hoe heeft de minister dit de afgelopen jaren gedaan? Ook bij de aanbesteding van NS in Limburg? Hoe moet dit gezien worden tot de aanbesteding van NS in Limburg? In hoeverre is er wel of niet sprake van kruissubsidiëring in dit traject? Het hanteren van een te laag (norm-)rendement zorgt toch feitelijk voor kruissubsidiëring?

Wat zouden de gevolgen zijn van de boete als deze daadwerkelijk en definitief zou worden opgelegd? Wie draait daar uiteindelijk voor op? De reiziger? En/of de aandeelhouder en uiteindelijk dus de belastingbetaler?

Welke andere (juridische) procedures en onderzoeken lopen er op dit moment nog met betrekking tot deze zaak en wat is daarvan het tijdpad?