Debat over het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid inzake het mortierongeval in Mali

Source: J.H. (Han) ten Broeke i, published on Tuesday, October 3 2017.

Spreektekst Han ten Broeke (VVD)

(Alleen het gesproken woord geldt)

Voorzitter,

Op 6 juli vorig jaar vonden bij een oefening met mortiergranaten in Mali twee van onze militairen de dood: de 29-jarige Henry Hoving en de 24-jarige Kevin Roggeveld. Een 23-jarige collega uit hetzelfde bataljon raakte zwaargewond.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft deze tragedie onderzocht en mijn fractie is geschrokken van de zeer stevige conclusies in het rapport. Ongelukken kunnen altijd gebeuren, zeker gezien de risico’s die inherent zijn aan oorlog en conflict. Maar dit rapport beschrijft een aaneenschakeling van vermijdbare fouten. Dat is onverteerbaar en maakt het verdriet van de nabestaanden, dat al zo groot was, zo mogelijk nog groter. Wij leven in deze zware tijd intens met ze mee.

Ik zeg dit ook omdat ik al tien jaar nauw betrokken ben bij de besluitvorming over missies en me elke keer weer bewust was dat we onze militairen aan grote risico’s blootstellen, die gaan over leven en dood. En dus moeten zij er op kunnen vertrouwen dat hun interne veiligheid is gegarandeerd. Niet alleen op papier, maar ook in de praktijk. Zowel hier, als op missie. Dat betekent deugdelijk materieel, veiligheidsprocedures die worden gevolgd en een organisatie die actie onderneemt op meldingen, in plaats van ze wég te redeneren.

De afgelopen dagen speelde in de media de vraag naar de politieke verantwoordelijkheid. Die vraag zal vandaag ook hier aan de orde komen en dat begrijp ik. En zo hoort het ook. Maar dit rapport levert zoveel pertinente vragen op, dat die eerst in dit debat door deze minister moeten worden beantwoord. En de kern daarvan is: wat hier is misgegaan mag niet meer gebeuren.

Als het gaat om lopende missies wil mijn fractie elke consequentie onder ogen zien, voordat we over de verlenging van welke missie dan ook een besluit kunnen nemen; weten waar de militairen, hun families en wij aan toe zijn. Daarom een aantal vragen.

De OVV concludeert dat dit tragische ongeval heeft kunnen plaatsvinden door gebrekkige aandacht voor kwaliteit en veiligheid van munitie.

In de hele keten zijn veiligheidsvoorschriften genegeerd, over het hoofd gezien of veronachtzaamd. Van de aanschaf van de granaten in 2006, tot het beheer in Nederland en de opslag ervan in Mali.

Als ik de conclusies van de OVV op een rij zet, kom ik tot maar liefst 42 fouten in relatie tot deze tragedie. Vervolgens komt Defensie met een lijst van 72 punten waarmee zij deze fouten proberen te relativeren.

  • • 
    Herkent en erkent de minister de conclusie van de OVV dat Defensie een probleem heeft met de veiligheidscultuur?

Hier wordt het echt tijd dat we de minister hierover aan het woord laten.

  • • 
    Wat doet de minister om ervoor te zorgen dat we een zelfbewuste en veilige defensieorganisatie krijgen?

Een organisatie die goed omgaat met signalen en meldingen van gebreken, en die bereid is van incidenten te leren? Precies zoals Erwin Muller, vice-voorzitter van de OVV gisteren aangaf, toen hij wees op wat in de luchtvaart gebruikelijk is?

De minister heeft nu een operationele pauze ingelast om in alle missiegebieden te controleren of materieel, munitie en medische zorg op orde zijn.

  • • 
    Kan de minister toelichten wat deze pauze inhoudt?
  • • 
    Welke controles worden uitgevoerd en door wie?
  • • 
    Hoe worden de uitkomsten daarvan beoordeeld?
  • • 
    Hoe wordt ervoor gezorgd dat bij deze controles niet dezelfde fouten worden gemaakt als die tot het ongeval in Mali hebben geleid?
  • • 
    Wat zijn de consequenties als er onvolkomenheden worden geconstateerd?
  • • 
    Aan welke voorwaarden moet worden voldaan voordat de pauzes worden opgeheven?
  • • 
    En voorzitter, wáárom is deze pauze niet eind juni al ingelast, toen Defensie het concept-rapport van de OVV onder ogen kreeg?

Dan over de Togolese medische faciliteit.

  • • 
    Hoe kan het dat je een grote mortieroefening uitvoert, met alle risico’s die het afvuren van zoveel granaten met zich meebrengt, dat je dan denkt te kunnen volstaan met één Algemeen Militair Verpleegkundige, twee medics en een Role-2 waar al twijfels over bestonden?

Voorzitter, ik rond af.

Als wij onze mannen en vrouwen uitzenden naar crisisgebieden, dan moeten zij erop kunnen rekenen dat hun veiligheid is gewaarborgd. Niet alleen op papier, maar ook in de praktijk. Het is een loodzwaar besef dat de twee jongemannen, die bij deze tragedie zijn omgekomen, die veiligheid niet hebben gekregen. Net als heel het land leven we intens met de nabestaanden mee. Maar wij hebben hier de verantwoordelijkheid om er ook iets aan te doen.

En dus is wat ons betreft straks het woord aan de verantwoordelijke minister.

Dank u wel.