Debat over de Wet Hillen

Source: A. (Aukje) de Vries i, published on Wednesday, November 22 2017, column.

Het is logisch dat mensen zich zorgen maken over de uitfasering van de Wet Hillen. Dit is geen makkelijke maatregel voor de VVD en zorgt voor onzekerheid bij huizenbezitters. Omdat deze maatregel onderdeel is van een totaalpakket, kan de VVD zich hier achter scharen. Een pakket aan maatregelen waarbij de huizenbezitters er juist op vooruit gaan. Aukje de Vries sprak hierover tijdens het debat over de wet Hillen. Lees hier de hele bijdrage van de VVD tijdens dit debat.

Bijdrage Aukje de Vries bij het debat over de Wet Hillen: kijk hier terug

Ik begrijp heel goed dat mensen zich zorgen maken over hoe sommige maatregelen van het kabinet hen gaan raken, wat hun persoonlijke gevolgen zijn. Dat geldt ook voor het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld ofwel het uitfaseren van de wet-Hillen. Het zorgt voor onzekerheid.

De gevolgen van alle maatregelen voor je portemonnee zijn nu nog lastig te beoordelen en in te schatten voor mensen. Bij het uitfaseren van de wet-Hillen voelt het oneerlijk dat je keurig je hypotheek hebt afgelost en daar uiteindelijk toch weer belasting over moet betalen.

Ik wil dan ook wel ronduit zeggen dat het voor de VVD niet een makkelijke maatregel is. Het voorstel maakt echter onderdeel uit van een totaal aan maatregelen. Om de gevolgen te beperken, is gekozen voor een lang overgangsrecht, een zeer geleidelijke afbouw in 30 jaar. In het totale pakket aan maatregelen voor de woningmarkt wordt verder het eigenwoningforfait verlaagd. Daar profiteren huizenbezitters van, ook degenen die nu onder de wet-Hillen vallen.

In het regeerakkoord zit daarnaast een verlaging van de inkomstenbelasting. Dat alles zorgt ervoor dat veruit de meeste mensen erop vooruitgaan door de kabinetsmaatregelen, ook mensen met een eigen woning, circa 96%. Woningbezitters gaan er daarbij meer op vooruit dan de gemiddelde Nederlander: 1,4% voor de woningbezitters tegen 1,1% gemiddeld.

Daarnaast is het belangrijk om te wegen dat door het verplicht aflossen van de hypotheek uiteindelijk iedereen deze zou hebben afgelost en daarmee onder de wet-Hillen zou vallen. Dat maakt deze regeling op de lange termijn moeilijk houdbaar. In dat totale pakket en in die totale afweging vindt de VVD deze maatregel verdedigbaar, ook al besef ik heel goed dat het daarmee nog steeds een maatregel is die mensen raakt en onzeker maakt.

De overheid en de politiek zijn er om verantwoordelijkheid te nemen, keuzes te maken, compromissen te sluiten en maatregelen te nemen. En eerlijk, dat is niet altijd makkelijk. Het leidt er onherroepelijk toe dat mensen of groepen mensen geraakt worden. Politici die beweren dat ze dat kunnen voorkomen, vertellen niet het eerlijke en volledige verhaal. Dat geldt bijvoorbeeld als het gaat om de woningmarkt.

In 2012 is door het kabinet bijvoorbeeld afgesproken dat de loan to value wordt aangepast van 106% naar 100% in 2018. Dat raakt met name de starters op de woningmarkt en dan gaat het vooral om jongeren. Maar het geldt ook voor een andere maatregel uit het regeerakkoord die nu al wordt ingevoerd: het verhogen van het percentage van de Innovatiebox van 5% naar 7%. Dit geldt zelfs al per 1 januari 2018, terwijl de afgesproken verlaging van de vennootschapsbelasting nog niet is vastgelegd in de regelgeving. Dat raakt natuurlijk bedrijven die ermee te maken hebben en er ook op gerekend hebben. Ik blijf het toch wel bijzonder vinden dat ik daar niemand over hoor.

In de hoorzitting is ook al aan bod gekomen dat het belangrijk is dat er compenserende maatregelen genomen worden. Ik heb er al een aantal genoemd, maar ik wil er nog een paar aan toevoegen.

Ik heb de inkomstenbelastingmaatregel al genoemd, maar ook gaat de algemene heffingskorting omhoog en de ouderenkorting omhoog. Er komt geen harde grens meer bij de ouderenkorting; die wordt langzaam en geleidelijk afgebouwd. We nemen maatregelen als het gaat om de vermogensrendementsheffing. We hebben een lagere vermogensinkomensbijtelling voor de Wet langdurige zorg. We hebben een abonnementstarief voor de Wet maatschappelijke ondersteuning geregeld. Dat zorgt ervoor dat ook 88% van de ouderen erop vooruitgaat.

Dan heb ik over het voorliggende wetsvoorstel nog een aantal vragen. Op een aantal punten is al ingegaan in de schriftelijke rondes die we hieraan voorafgaand hebben gehad, maar ik vind het toch nog wel belangrijk om van een aantal vragen een nadere verduidelijking van de staatssecretaris te krijgen.

In reactie op het advies van de Raad van State zegt de staatssecretaris dat hij zich kan vinden in het pleidooi van de Raad van State voor een verdere vereenvoudiging van de eigenwoningregeling. Wat bedoelt de staatssecretaris daarmee? Een aantal sprekers heeft het er al over gehad dat het uitfaseren van de wet-Hillen gevolgen kan hebben voor de toeslagen van mensen. Het gaat dan vooral ook om de zorgtoeslag. Kan de staatssecretaris nog meer duidelijkheid geven over welke groepen het betreft en wanneer zij hiermee te maken krijgen?

In het rondetafelgesprek van vorige week zijn ook nog enkele specifieke groepen aan bod gekomen. Daar is al heel kort iets over gezegd in de beantwoording van de schriftelijke vragen, maar ik wil de staatssecretaris toch vragen om nader in te gaan op het punt rondom de erfpachters, maar ook de mensen die te maken krijgen met een echtscheiding.

Een vraag die we als VVD vaak krijgen is: waarom kunnen bestaande gevallen niet worden ontzien in de regelgeving? De staatssecretaris heeft eerder al aangegeven dat hij dit onuitvoerbaar vindt, maar wij vinden het toch belangrijk dat de staatssecretaris nog een uitgebreidere toelichting geeft op het hoe en waarom.

Ik besef dat dit een bijzonder proces is geweest. Ik denk dat we gezocht hebben naar mogelijkheden om ruimte te bieden aan dit proces met twee schriftelijke rondes, ook debat, een rondetafelgesprek en heel veel informatie uitwisselen. Ik heb heel veel koopkrachtplaatjes gekregen van heel veel verschillende groepen mensen. Ik denk dat dit ook goed geweest is in het proces om uiteindelijk tot besluitvorming te komen.