Beleid baseren op deugdelijk onderzoek

Source: W.J.H. (Helma) Lodders i, published on Tuesday, May 22 2018, 3:13.

De afgelopen tijd heeft een aantal onderzoeken uitgewezen dat bestaand of nieuw beleid niet altijd gestoeld is op de juist informatie of met de juiste methoden werkt. Neem bijvoorbeeld het ammoniakbeleid waarbij een foutief geplaatst meetstation het beleid bepaalt, of het voornemen van een commissie die bezig is met de herziening van de tarieven voor waterschappen om de landbouw meer te laten betalen terwijl is gebleken dat andere bronnen net zoveel of meer invloed hebben op het water. En nu wil de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat het geurbeleid van veehouderijen wijzigen terwijl er heel veel vraagtekens te stellen zijn bij het rapport waar zij dit besluit op baseert. Dit is een zeer zorgelijke situatie, want beleid of bepaalde maatregelen kunnen verregaande gevolgen hebben. Dan mogen we op z’n minst verwachten dat dit wordt gebaseerd op rapporten en feiten waar geen twijfel over bestaat. Daarnaast moet duidelijk zijn of voorgestelde maatregelen ook daadwerkelijk tot resultaat zal leiden.

Eerder heb ik met collega Erik Ziengs al een aantal kritische vragen gesteld over de aanpassingen van het geurbeleid rond veehouderijen. Deze vragen zijn nog niet beantwoord en daarnaast heeft de Kamer nog niet met elkaar kunnen spreken over het rapport en over de voorgenomen maatregel. Toch heeft de staatssecretaris besloten haar ingeslagen weg te vervolgen en de wijziging ter consultatie voor te leggen. Dat kan niet de bedoeling zijn! Vandaar dat we nogmaals de staatssecretaris hierover aan de tand hebben gevoeld en gevraagd om de conceptwijziging voorlopig aan te houden.

Vragen van de leden Ziengs en Lodders (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur & Waterstaat en de Minister van Landbouw en Natuur naar aanleiding van de internetconsultatie Regeling tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) en de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) [1]

  • 1. 
    Is de staatssecretaris bekend met de Regeling tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) en de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) die sinds 1 mei jl ter consultatie voorligt?
  • 2. 
    Kunnen beide bewindspersonen in kaart brengen wat de (financiële) gevolgen zijn voor bijvoorbeeld fabrikanten van luchtwassers en de primaire sector wanneer voorliggende wijziging daadwerkelijk doorgevoerd gaat worden? Graag een uitgebreid overzicht van beide bewindspersonen van de gevolgen voor alle betrokkenen.
  • 3. 
    Zijn beide bewindspersonen het met de leden van de VVD-fractie eens dat het rapport ‘Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen’, waarop deze wijziging gebaseerd is, betwistbaar is en dat er nog een heel aantal onduidelijkheden zijn in dit rapport? Zo ja, waarom is er dan toch voor gekozen om op basis van dit rapport nu al de wijziging ter consultatie voor te leggen? Zo nee, kunt u uitgebreid motiveren waarom onderzoek niet onbetwistbaar is? Zowel op deze vraag een uitgebreide toelichting als beantwoording van eerder gestelde vragen.
  • 4. 
    Waarom is niet gewacht met het ter consultatie leggen van de Regeling tot wijziging van de Rav en de Rgv nadat eerst de schriftelijke vagen met kenmerk 2018Z06929 beantwoord zijn en nadat het rapport besproken is in het Algemeen Overleg Leefomgeving (d.d. 07/06)?
  • 5. 
    Kunnen beide bewindspersonen ingaan op het feit dat Kamervragen (nog) niet beantwoord zijn maar dat wel wordt doorgegaan met de gekozen route en daarmee de sector op achterstand gezet wordt?
  • 6. 
    Gezien de verstrekkende gevolgen van deze maatregel, zijn beide bewindspersonen het met de leden van de VVD-fractie eens dat het noodzakelijk is om eerst meer gedegen onderzoek te doen alvorens wordt overgegaan tot het wijzigen van de Regeling? Zo nee, waarom niet?
  • 7. 
    Kunt u aangeven onderbouwd met onderzoek welke positieve gevolgen deze aanpassingen van de regeling gaat hebben? Kunt u daarbij de kosten-baten analyse overleggen? Zo nee waarom neemt u dan dit besluit?
  • 8. 
    Zijn beide bewindspersonen met de verschillende sectorpartijen in overleg getreden alvorens zij deze wijziging ter consultatie hebben gelegd? Zo ja, met welke partijen hebben zij overleg gevoerd en wat waren de uitkomsten van deze gesprekken?
  • 9. 
    Kunnen beide bewindspersonen bevestigen dat voorliggende wijziging van de Rav en Rgv van ingrijpende aard is? Zo ja, zijn de bewindspersonen van plan om de betrokken bedrijven en/of personen tegemoet te komen? En zo ja, hoe wordt deze tegemoetkoming vormgegeven?
  • 10. 
    Is de staatssecretaris het met de leden van de VVD-fractie eens dat de Regeling tot wijziging van de Rav en Rgv prematuur is? Op basis van welke informatie is het niet prematuur? Zijn de bewindspersonen bereid om de consultatie van de Regeling in te trekken? Zo nee, waarom niet?
  • 11. 
    Zijn de bewindspersonen bereid geen onomkeerbare stappen te nemen voordat de schriftelijke vragen beantwoord zijn, het rapport besproken is met de Kamer, er een inhoudelijk gesprek met de sector heeft plaatsgevonden over het onderzoek, de wijze hoe dit tot stand is gekomen en besproken is welk aanvullend onderzoek nodig is om de juiste informatie op tafel te krijgen?
  • 12. 
    Kunt u uitgebreid ingaan op het rapport ‘Ammoniak in Nederland. Een noordoostelijke spelbreker’[2]? Onderschrijft u de conclusies uit het rapport? Zo nee, waarom niet? Bent u het met de leden van de VVD-fractie eens dat het niet zo kan zijn dat het ammoniakbeleid wordt bepaald door een foutief geplaatst meetstation? Kunt u hier ook een vergelijking maken richting het onderzoek ‘Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen’? Graag een uitgebreide toelichting hierop. Kan de staatssecretaris uitsluiten dat in het rapport ‘Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen’ geen foutief geplaatste meetstations invloed gehad hebben op de conclusies van het rapport? Zo nee, waarom niet?
  • 13. 
    Kan de staatssecretaris aangeven hoeveel meetpunten er zijn en waar de meetpunten staan waar het rapport ‘Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen’ op gebaseerd is? Kunt u per meetstation de volgende vragen beantwoorden? 1. Aan welke voorwaarden moeten meetstations die bepalen of luchtwassers effectief zijn voldoen? 2. Welke afstand wordt gehanteerd tussen meetstation en bedrijf? 3. Voldoen de meetstations waar dit rapport op gebaseerd is aan deze voorwaarden? 4. Zo nee, waarom worden deze meetstations dan wel gebruikt? Mocht blijken dat meetstations niet aan alle voorwaarden voldoen, kunt u dan aangeven wat dit betekent voor de conclusies uit het rapport?
  • 14. 
    Zijn de beide bewindspersonen bereid om deze schriftelijke vragen en schriftelijke vragen met kenmerk 2018Z06929 te beantwoorden voor 1 juni aanstaande?

[1] http://www.internetconsultatie.nl/wijziging_regeling_ammoniak_geurhinder_veehouderij

[2] https://www.v-focus.nl/wp-content/uploads/Ammoniak-in-Nederland-Een-noordoostelijke-spelbreker.pdf