Nederland, hef zelf belasting op activiteiten van techreuzen - Main contents
Er is een hele terechte roep om digitale giganten zoals Facebook en Google belasting te laten betalen over hun activiteiten waar ze heel veel mee verdienen en daarom is het te prijzen dat de Europese lidstaten en de Europese Commissie zoeken naar een goede vorm om dat te doen. Maar nu blijkt dat de voorstellen vanuit ‘Brussel’ ernstig tekort schieten, moet Nederland het voorbeeld van andere landen volgen om zelf activiteiten te belasten, betogen SP-Tweede Kamerleden Mahir Alkaya en Renske Leijten.
Internetbedrijven zoals Facebook en Google hebben wereldwijd miljarden gebruikers en werken in zekere zin ‘grenzeloos’ via het wereldwijde web. Maar liefst twee miljard mensen schenken vrijwillig hun persoonlijke gegevens aan Facebook, en met de profielen en gegevens is veel te verdienen. Door persoonlijk gerichte advertenties bijvoorbeeld. We weten dat Facebook inmiddels tientallen miljarden heeft verdiend. Platforms onttrekken zich ook aan het fatsoenlijk betalen van makers van materiaal als muziek, journalistieke artikelen en filmpjes of ander beeldmateriaal. Met alle gegevens, de advertenties en het gebruiken van materiaal van artiesten maken ze miljardenwinsten, toch betalen bedrijven als Facebook op dit moment alleen maar in enkele landen zeer beperkt belasting. Zij onderhandelen met het land waar zij hun hoofdkantoor neerzetten en maken privé-afspraken over schandalig lage belastingtarieven.
Verschillende landen belasten of hebben voorstellen om te komen tot belasting van de techgiganten. Dat zijn EU-lidstaten als Frankrijk, Duitsland, België, Hongarije, Portugal maar ook India heft al belasting op de activiteiten. Gek genoeg noopte dit de techgiganten tot lobby in Brussel en kregen ze voor elkaar dat de Europese Commissie nu het plan heeft geformuleerd om maximaal 3 procent te heffen in de lidstaten over de omzet.
Na het uitdelen van de gele kaart is gesuggereerd dat de Tweede Kamer geen belasting voor techgiganten wil, maar dat is onjuist.
Het is natuurlijk te prijzen dat de Europese Commissie afgelopen maart met twee voorstellen kwam om tot een omzetbelasting te komen voor de techgiganten. Het eerste regelt structureel de basis waarop de belasting kan worden geheven (omzet en deels gemaakte winst) en het tweede zorgt voor een tijdelijke regeling totdat de structurele oplossing er is. Deze twee voorstellen schieten echter tekort en daarom heeft een meerderheid van de Tweede Kamer de Europese Commissie middels een 'gele kaartprocedure' gevraagd om de voorstellen te heroverwegen. Met die heroverweging is het principe van belasting heffen allerminst afgewezen, integendeel. Door die heroverweging is het mogelijk dat er betere voorstellen komen, met bijvoorbeeld geen maximumtarief van 3 procent maar een minimumnorm zodat lidstaten ook kunnen besluiten tot een hoger tarief. Zo werkt het op andere belastingregels immers ook; de afspraak dat winstbelasting wordt geïnd bestaat maar de hoogte van het tarief is zaak van de lidstaat.
Na het uitdelen van de gele kaart is gesuggereerd dat de Tweede Kamer geen belasting voor techgiganten wil, maar dat is onjuist. Los van het feit dat ons niets in de weg staat om een eigen omzetbelasting te introduceren, moeten we er voor zorgen dat de internationale of Europese normen voor de belasting van techgiganten góede voorstellen zijn. Deze voorstellen mogen niet vanwege de lobby van Facebook en Google veel te laag zijn, maar van deze machtige bedrijven mogen wij een eerlijke bijdrage vragen aan onze samenleving.